Organisatie | Rotterdam |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Subsidieregeling voorschoolmaatschappelijk werk en schoolmaatschappelijk werk Rotterdam 2020 |
Citeertitel | Subsidieregeling voorschoolmaatschappelijk werk en schoolmaatschappelijk werk Rotterdam 2020 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | onderwijs |
Eigen onderwerp |
Deze subsidieregeling treedt de dag na bekendmaking in werking (7 juni 2019) en vervalt op 31 december 2020;
Subsidieverordening Rotterdam 2014
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
18-06-2019 | 07-06-2019 | 31-12-2020 | Nieuwe regeling | 04-06-2019 | Rotterdams GBL nummer: 2019, nummer 76 |
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam,
gelezen het voorstel van de concerndirecteur van het cluster Maatschappelijke Ontwikkeling van 4 juni 2019, registratienummer 19MO126243:
gelet op de artikelen 3, 4 en 6, vierde lid, van de Subsidieverordening Rotterdam 2014;
overwegende, dat het met inachtneming van het bepaalde in het beleidskader Jeugd 2015-2020, ‘Rotterdam Groeit’ en de Regeling kwaliteitsafspraken MBO 2019-2022, noodzakelijk is om nadere regels op te stellen ten aanzien van de aanvraag en verdeling van middelen voor voorschoolmaatschappelijk werk op de peuter- en kinderopvang en schoolmaatschappelijk werk op het primair onderwijs, voortgezet onderwijs en het Middelbaar beroepsonderwijs;
Het bepaalde in deze subsidieregeling is uitsluitend van toepassing op de verstrekking van subsidies door burgemeester en wethouders voor de in artikel 3 bedoelde activiteiten.
Artikel 3 Doelgroep en te verrichten activiteiten
Subsidie kan uitsluitend worden verstrekt aan een aanbieder voor het leveren van uren ten behoeve van activiteiten die bijdragen aan het bieden of regelen van school gebonden zorg- en hulpverlening aan kinderen of verzorgers, alsmede uren voor het ondersteunen van de locatie van de voorschool of school, binnen de zorgstructuur waarvan de functionaris vsmw of smw deel uitmaakt.
Artikel 6 De aanvraag voor vsmw en inzet uren smw
De aanbieder dient voor 1 juli 2019 een aanvraag op grond van deze regeling in via het digitale subsidieportaal van de gemeente Rotterdam www.rotterdam.nl/subsidies.
Artikel 7 Verplichtingen en eigen bijdrage
Dit gemeenteblad is uitgegeven op 6 juni 2019, nummer 76, en ligt op dins-, woens- en donderdagen van 9.00 tot 13.00 uur ter inzage bij het Bestuurlijk Informatiecentrum Rotterdam (BIR), locatie Wachtruimte Timmerhuis, Halvemaanpassage 1 (trap op, melden bij Informatiebalie)
(Zie ook: www.bis.rotterdam.nl – Regelgeving of Gemeentebladen chronologisch)
De jeugd beweegt zich op drie zogenaamde leefdomeinen; thuis, (voor)school (en later: werk) en vrije tijd. Het behalen van een diploma of startkwalificatie biedt een belangrijke basis voor actieve maatschappelijke participatie. Daarom is het belangrijk schooluitval te voorkomen en kinderen en jongeren voor het onderwijs te behouden en te zorgen voor zelfredzaamheid in de maatschappij.
Het Schoolmaatschappelijk Werk is een van de belangrijke kernpartners in het Schoolondersteuningsteam. Samen met collega’s uit de domeinen Onderwijs, Jeugdgezondheidszorg en Veiligheid vormen zij de kernpartners uit het Schoolondersteuningsteam. De inzet van kernpartners in en om de school, is gericht op het ondersteunen van de school in het tijdig signaleren van belemmeringen van leerlingen en hier adequaat op te kunnen interveniëren. Deels door onderwijsprofessionals tools in handen te geven om de leerling te kunnen begeleiden tijdens de schoolloopbaan, deels door zelf kortdurend hulp te verlenen of door te geleiden naar de juiste hulp. Sinds 2017 is op de voorscholen in Rotterdam het voorschoolmaatschappelijk werk ingevoerd met eenzelfde taak als in het onderwijs om zo vroeg mogelijk te ondersteunen bij het signaleren van belemmeringen in de ontwikkeling bij jonge kinderen.
De Subsidieregeling voorschoolmaatschappelijk werk en schoolmaatschappelijk werk 2020 heeft haar grondslag in de artikelen 3, 4 en 6, lid 4, van de Svr 2014. Titel 4.2 van de Awb is eveneens van toepassing.
Het bepaalde in deze regeling is op een beperkt aantal onderdelen aanvullend op c.q. afwijkend van het bepaalde in de Svr. Voor zover er geen andere bepalingen zijn opgenomen, zijn alle bepalingen van de Svr onverkort van toepassing, bijvoorbeeld op het gebied van de vaststelling van de subsidie, de geldende subsidieverplichtingen, et cetera.
Dit artikel bevat de definities van een aantal begrippen in de nadere regels die voor het begrip van deze regeling van belang zijn.
Artikel 2 Doel nadere subsidieregels vsmw en smw
Het college wil vanuit een integrale blik kinderen en jongeren op voorschoolse voorzieningen en op school adequaat en tijdig laten helpen waar dat nodig is. De voorschoolmaatschappelijk werker c.q. de schoolmaatschappelijk werker is de ‘linking-pin’ naar de wijkteams. Hij of zij bepaalt aan de hand van een risicotaxatie of toeleiding naar andere vormen van hulp nodig is.
Artikel 3 Doelgroep en te verrichten activiteiten
Het is de wens van het college om aanbieders op de peuter- en kinderopvang en in het primair onderwijs, voortgezet onderwijs en Middelbaar beroepsonderwijs, alleen voor aan de voorschool, school of instelling verbonden activiteiten subsidie te verstrekken.
Tegen de achtergrond van de eindigheid van de voor 2020 beschikbare middelen heeft het college voor respectievelijk vsmw en smw een subsidieplafond vastgesteld. Deze plafonds zijn vermeld in het eerste lid onder a., b. en c.
Artikel 5 De wijze van verdeling
Het derde lid van artikel 4 van de Subsidieverordening Rotterdam 2014 geeft het college de bevoegdheid om verdeelregels vast te stellen. In deze regeling is gekozen voor een systeem van “wie het eerst komt, het eerst maalt”, waarbij aanvragen in volgorde van ontvangst van de volledige aanvraag worden behandeld. Lid 1 van dit artikel regelt dit.
De aanvragen worden op volgorde van binnenkomst behandeld en voor zover de aanvragen aan de voorwaarden en verplichtingen in de regeling voldoen en het budget toereikend is, worden de aanvragen gehonoreerd. Hier kan ook sprake zijn van een gedeeltelijke weigering, omdat bij een volledige honorering van de aanvraag het subsidieplafond zou worden bereikt.
De aanvraag wordt tevens geweigerd voor zover door verstrekking van de aanvraag het subsidieplafond zou worden overschreden. Deze weigeringsgrond is opgenomen in artikel 4:25, tweede lid, van de Awb. Daarom is deze niet als separate weigeringsgrond in deze regeling opgenomen. De aanvrager krijgt op grond van artikel 4:5 Awb, eerste lid, onderdeel c, de gelegenheid om de aanvraag binnen een bepaalde termijn aan te vullen. Lid 2 van dit artikel regelt dat de datum waarop de aanvulling op de aanvraag is ontvangen, vervolgens als datum van ontvangst geldt.
Artikel 6 De aanvraag voor vsmw en smw
Voor vsmw geldt dat de aanvraag het aantal groepen en de periode waarin de taken op de VVE locatie worden verricht inzichtelijk moet maken, inclusief registratie en voorbereiding, doch exclusief bijvoorbeeld deskundigheidsbevordering.
De scholen voor po en vo die smw-aanbieden, dienen de te verwachte declarabele uren inzichtelijk te maken waarbinnen zij de schoolgebonden taken in 2020 willen verrichten, inclusief registratie en voorbereiding, doch exclusief bijvoorbeeld deskundigheidsbevordering.
De mbo-instellingen die smw aanbieden, dienen het benodigde aantal fte inzichtelijk te maken dat in 2020 schoolgebonden taken verricht, inclusief registratie en voorbereiding, doch exclusief bijvoorbeeld deskundigheidsbevordering. Hierbij dienen zij tevens aan te geven hoe zij de 50% co-financieringsmiddelen van het rijk op basis van de Regeling kwaliteitsafspraken mbo 2019-2022, inzetten. Een aanvraag voor deze co-financieringsmiddelen van het rijk kan niet bij het college worden ingediend.
Voor de internationale schakelklassen baseert het college de verdeling van de beschikbare subsidie op het aantal geverifieerde schakelklassen, vermenigvuldigd met 30 minuten per klas per week en een uurprijs van € 65,02 op basis van cofinanciering voor maximaal 40 weken per kalenderjaar.
Deze bedragen bestaan uit een bedrag per school (BRIN-nummer volgens DUO) van maximaal 125,6 declarabele uren (€ 8.168,-) per primair onderwijs-school, alsmede een bedrag van € 30,65 per leerling voor reguliere basisscholen en scholen voor speciaal basisonderwijs (SBO). Voor het voortgezet onderwijs geldt een bedrag van maximaal 251 declarabele uren (€ 16.336,-) per locatie met een eigen BRIN-nummer. Bij het voortgezet onderwijs geldt geen bedrag per leerling. Dit zijn maximale bedragen. De daadwerkelijke hoogte van de bijdrage van de gemeente is afhankelijk van de eigen bijdrage van de schoolbesturen. De vergoeding van het SMW is € 65,02 per uur (op basis van een maximale kostprijs van € 87.777,- per fte, 1350 uren x € 65,02).
De vaststelling van de subsidie na afloop van het jaar 2020 zal uiteindelijk plaatsvinden op basis van de verantwoorde en door het college goedgekeurde uren.
Artikel 7 Verplichtingen en eigen bijdrage
Aanbieders op het gebied van smw en vsmw die subsidie aanvragen dienen aan verplichtingen op het gebied van kwaliteit te voldoen. Het leveren van een eigen bijdrage geldt niet voor het vsmw. Deze bijdragen verschillen per schooltype.
De inwerkingtreding is op de eerste dag na bekendmaking van deze regeling.
Voor het geval een procedure doorloopt in 2021 is in het tweede lid een bepaling over het overgangsrecht opgenomen.
Het college biedt de mogelijkheid om deze regeling voluit of verkort te citeren.