Organisatie | Eindhoven |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Mandaat en bevoegdhedenregister gemeente Eindhoven |
Citeertitel | mandaatregister |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
18-06-2019 | 02-05-2018 | 01-09-2020 | register mandaat en bevoegdheden gemeente Eindhoven | 01-05-2018 |
De in het mandaatregister omschreven bevoegdheden moeten worden uitgeoefend met inachtneming van deze algemene bepalingen.
In deze regeling wordt verstaan onder:
mandaatgever: het bestuursorgaan dat aan een functionaris de bevoegdheid geeft om in naam van het bestuursorgaan besluiten te nemen;
gemandateerde: de functionaris, die van de mandaatgever dan wel de (onder)gemandateerde de bevoegdheid heeft gekregen om in naam van de mandaatgever besluiten te nemen en te ondertekenen;
mandaatregister: overzicht van door mandaatgever of (onder)mandaatgever aan gemandateerde opgedragen bevoegdheden.
Artikel 2 Commissies 83 en 84 Gemeentewet
De bevoegdheden worden verleend voor zover deze bevoegdheden niet zijn toegekend aan een commissie, bedoeld in de artikelen 83 en 84 van de Gemeentewet.
Artikel 3 Uitoefening bevoegdheden
De uitoefening van bevoegdheden op grond van mandaten, volmachten en machtigingen geschiedt met inachtneming van de inhoudelijke kaders en bedrijfsvoeringskaders en richtlijnen, waaronder in elk geval worden verstaan de kaders die zijn vastgelegd ten aanzien van financiën, personeel en inkoop- en aanbestedingsbeleid.
Tenzij bij de verlening uitdrukkelijk anders is bepaald, is het degenen met een mandaat, volmacht of machtiging toegestaan om in een door hen te bepalen omvang ondermandaat te verlenen, respectievelijk volmacht en machtiging door te verlenen aan onder hen werkzame personen. Zij kunnen daarbij bepalen dat deze ondermandaat kunnen verlenen, respectievelijk volmacht en machtiging kunnen doorverlenen aan rechtstreeks onder hen werkzame personen.
Artikel 5 Bevoegdheid Leidinggevende
Tenzij in dit besluit anders bepaald, is de leidinggevende van degene met een (onder) mandaat, (doorverleende) machtiging of (doorverleende) volmacht te allen tijde bevoegd de aan deze verleende bevoegdheden zelf uit te oefenen.
Aan de uitoefening van verleende mandaten, volmachten en machtigingen kunnen algemene en bijzondere aanwijzingen worden verbonden.
Bij afwezigheid of verhindering van degene aan wie (onder)mandaat, volmacht of machtiging is (door)verleend worden de verleende bevoegdheden uitgeoefend door diens plaatsvervanger of waarnemer, tenzij bij de verlening van de bevoegdheid expliciet anders is bepaald.
Artikel 8Wijze van ondertekening
De ondertekening van stukken die zijn gebaseerd op mandaat geschiedt volgens de volgende formule:
Namens burgemeester en wethouders van Eindhoven,
functienaam van de betrokken (onder)gemandateerde,
naam van de betrokken (onder)gemandateerde
Namens de burgemeester van Eindhoven,
functienaam van de betrokken (onder)gemandateerde,
naam van de betrokken (onder)gemandateerde
Mandaat, volmacht of machtiging ten aanzien van de uitvoering van een bevoegdheid omvat, tenzij hiervan bij de verlening expliciet is afgeweken, het nemen van besluiten in positieve of negatieve zin, met inbegrip van de wijziging en de intrekking van besluiten en de opzegging of de ontbinding van overeenkomsten, en hieronder wordt mede verstaan:
Dit register en de (onder)mandaatbesluiten, de (onder)volmachten en de procesmachtigingen waarop dit register is gebaseerd kunnen worden aangehaald als Mandaatregister gemeente Eindhoven
Bevoegdheden burgemeester, secretaris en portefeuillehouders
De burgemeester is bevoegd om het tekenen van stukken die van het college uitgaan op te dragen aan de gemeentesecretaris of aan een of meer andere gemeenteambtenaren. |
Bevoegdheid tekenen van stukken
Vertegenwoordigingsbevoegdheid
De hieronder omschreven bevoegdheden moeten worden uitgeoefend met inachtneming van de algemene bepalingen als genoemd in Hoofdstuk 1.
Het aanschaffen van roerende zaken, met uitzondering van:
| ||
Het sluiten van overeenkomsten met betrekking tot het verlenen van diensten, zowel aan als door derden, waaronder begrepen in voorkomende gevallen de verwerkersovereenkomst als bedoeld in artikel 28, derde lid, van de Algemene Verordening Gegevensbescherming en met uitzondering van onderhoud op het gebied van hardware, software, repro, tele- en datacommunicatie alsmede voor dienstverleningsovereenkomsten met betrekking tot vastgoed voor alle sectoren. | ||
Het voeren van correspondentie ten geleide van stukken welke aan het college ter uitreiking zijn toegezonden en betreffende het doorzenden aan de bevoegde instantie van ingekomen stukken, waarvan de afdoening niet behoort tot de bevoegdheid van het college. | ||
Het aanvragen van vergunningen, ontheffingen, vrijstellingen of toestemmingen. | ||
Het uitvoeren van de artikelen 12 tot en met 21 en 77 van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG). | ||
Het uitvoeren van hoofdstuk III (informatie op verzoek) van de Wet openbaarheid van bestuur, alsmede het geven van een zienswijze als (een bestuursorgaan van) de gemeente hiertoe op grond van artikel 6 van de Wet openbaarheid van bestuur wordt uitgenodigd. | ||
Het opleggen van een last onder bestuursdwang, en het opleggen van een last onder dwangsom en het opleggen van een bestuurlijke boete als bedoeld in artikel 125 van de Gemeentewet, titel 5.3 en 5.4 van de Algemene wet bestuursrecht of specifieke regelgeving in die gevallen waarin het college of de burgemeester mandaat heeft verleend voor de uitvoering van wetten, verordeningen of andere regelingen van rijks-, provinciale en gemeentelijke wetgevers of bestuursorganen tenzij bij de verlening van het desbetreffende mandaat expliciet anders is bepaald. | ||
Het inwinnen van rechtskundige adviezen en het geven van opdrachten aan advocaten en procureurs ter zake van het voeren van gerechtelijke procedures voor de gemeente Eindhoven. | ||
Het uitvoeren van de Verordening Samenspraak en Inspraak gemeente Eindhoven 2008, met uitzondering van artikel 3, derde lid en artikel 6, tweede, derde, vijfde en zesde lid; een besluit ingevolge artikel 2, eerste lid, dat inhoudt dat geen samenspraakproces plaatsvindt, mag de gemandateerde slechts nemen, na instemming van de betrokken portefeuillehouder(s). | ||
Het verstrekken van legitimatiebewijzen aan medewerkers van de sector die zijn aangewezen als toezichthouder en in die hoedanigheid een legitimatiebewijs nodig hebben. | ||
| ||
Het aanvragen van rijksbijdragen en andere (Europese) subsidies waarop de gemeente aanspraak kan maken die bijdragen aan de realisatie van gemeentelijke (raads)programma’s en activiteiten en hetgeen verder nodig is om deze bijdragen te verkrijgen. | ||
Het uitvoeren van Hoofdstuk 4, afdeling 4.1.3 van de Algemene wet bestuursrecht in die gevallen waarin dit samenhangt met besluiten waarvoor aan de betrokken functionaris mandaat is verleend. | ||
Het aangaan van een stage-overeenkomst als bedoeld in artikel 1:2a CAR/EAR, alsmede het bieden van een werkervaringsovereenkomst als bedoeld in artikel 1:2b CAR/EAR. | ||
a. Aanstelling en indiensttreding als bedoeld in hoofdstuk 2 van de CAR/EAR met inachtneming van de volgende voorwaarden: - de uitkomsten van functiewaardering zijn formeel vastgesteld; b. Het samenstellen van selectie- en adviescommissies als bedoeld in artikel 2:2:1:4 CAR/EAR. c. Het voeren van correspondentie inzake sollicitaties waaronder het nemen van besluiten tot afwijzing van sollicitanten. d. Het toepassen van de artikelen 2:4 en 2:5 CAR/EAR, alsmede van artikel 2:4:1 CAR/EAR met betrekking tot aanstelling en arbeidsovereenkomst. e. Het toepassen van het eerste en tweede lid van artikel 2:1B lid 1 en 2 CAR/EAR. In geval van ondermandaat aan het sectorhoofd is het sectorhoofd voor zover het om andere werkzaamheden buiten de eigen sector gaat, bevoegd na akkoord van het betrokken sectorhoofd. f. Het nemen van beslissingen met betrekking tot de aanstellingsomvang als bedoeld in de artikelen 2:7 en 2:7a CAR/EAR en direct daarmee samenhangende besluiten. | ||
Het aangaan van stageovereenkomsten en vaststellen van de daarin genoemde stagevergoedingen binnen het aanwezige budget en rekening houdend met de geldende beleidsregels. | ||
Het toepassen van de navolgende bepalingen en regelingen: a. Het aanwijzen van ambtenaren om buiten het dagvenster arbeid te verrichten, als bedoeld in artikel 3:12 en 3:12:1:1 CAR/EAR; b. Regeling afbouwtoelage (artikel 3:16 CAR/EAR); c. Overwerkvergoeding (artikel 3:18); d. Toelage beschikbaarheidsdienst (artikel 3:13 CAR/EAR); e. Vergoeding BHV, EHBO en interventieteam (artikel 3:17 CAR/EAR) | Afdelingshoofden m.u.v. het toepassen van de Regeling afbouwtoelage (b.) | |
a. Het maken van afspraken over werktijden, verlof en planning van werkzaamheden, als bedoeld in artikel 4:2 lid 3 tot en met 11 CAR/EAR. b. Het opdragen van overwerk, wachtdienst, nachtarbeid en arbeid op zaterdag, zondag, de dag van de viering van de verjaardag van de koning en kerkelijke of nationale feest- of gedenkdagen (artikel 4:5:1:1 CAR/EAR). c. Het vaststellen van werktijden, als bedoeld in artikel 4:4, 4:5 en 4:6 CAR/EAR. d. Het toepassen van artikel 4:9 CAR/EAR inzake spaaruren. e. Het korten van ADV bij ziekte als bedoeld in artikel 5 van de Werktijden en ADV-regeling. | Afdelingshoofden voor onderdeel a., behoudens toepassing van artikel 4:2, lid 7 CAR/EAR | |
a. Het toekennen van de aanspraak op verlof, het toepassen van verjarings- en vervaltermijnen met betrekking tot verlof, het verlenen van vakantieverlof en het uitbetalen van niet genoten vakantie-uren als bedoeld in de artikelen 6:1 tot en met 6:2:7 CAR/EAR met uitzondering van de bepalingen waarin aangegeven is dat het college nadere regels kan stellen (6:2a lid 2, 6:2:1 lid 1 en 5 en 6:2:6 lid 1 CAR/EAR). b. Het verlenen van buitengewoon verlof als bedoeld in de artikelen 6:4 tot en met 6:4:3 CAR/EAR. c. Het verlenen van ouderschapsverlof, als bedoeld in de artikelen 6:5 t/m 6:5a:1:1 CAR/EAR en hoofdstuk 6.5 van de Wet arbeidsongeschiktheids verzekering zelfstandigen (Waz). d. Het verlenen van zwangerschaps- en bevallingsverlof en adoptie- en pleegzorgverlof als bedoeld in de artikelen 6:7 en 6:8 CAR/EAR. e. Het toepassen van artikel 6:9 en 6:10 CAR/EAR, behoudens het stellen van nadere regels ten behoeve van het indienen van het verzoek tot onbetaald verlof. f. Het toepassen van artikel 6:11 CAR/EAR, inzake het besluit om het verlof van de ambtenaar die volledig onbetaald verlof geniet en langer dan 14 dagen ziek is, in schrijnende gevallen te beëindigen. g. Het toepassen van artikel 6a:3 lid 1 en 2, 6a:4, 6a:8 en 6a:9 CAR/EAR inzake de levensloopregeling. | ||
a. Het doen instellen van een geneeskundig onderzoek als bedoeld in artikel 7:2:5 CAR/EAR alsmede in artikel 7:12 CAR/EAR. b. Het verzoeken om maatregelen of voorzieningen te treffen als bedoeld in artikel 7:2:7 CAR/EAR. c. Het vaststellen van de hoogte van de aanspraak op bezoldiging bij ziekte als bedoeld in artikel 7:3, 7:4, 7:8:1:1, 7:8:2:1, 7:18:1 t/m 7:23 en 7:26 t/m 7:28a CAR/EAR. d. Het treffen van maatregelen en geven van voorschriften als bedoeld in de leden 1 t/m 3 van artikel 7:9 CAR/EAR. e. Het doen van een verzoek om informatie bij ziekte als bedoeld in artikel 7:10 CAR/EAR. f. Het al dan niet verlenen van toestemming tot het verrichten van arbeid voor zichzelf of voor derden als bedoeld in artikel 7:13:2, sub f, CAR/EAR. g. Het opdragen van passende arbeid als bedoeld in artikel 7:16 CAR/EAR. h. Het verlenen van toestemming om de betrekking na ziekte weer te vervullen als bedoeld in het derde lid van artikel 7:17 CAR/EAR. | ||
a. Het geven van toestemming tot persoonlijk gebruik als bedoeld in artikel 15:1b CAR/EAR. b. Het afdoen van verzoeken om een vergoeding van schade aan privé kleding en uitrusting wegens een dienstongeval, indien het te vergoeden bedrag niet meer bedraagt dan € 250,-. | ||
a. Het op- en vaststellen van persoonlijke opleidingsplannen en opleidingsplannen op sectorniveau. b. Het vaststellen van de hoogte van de vergoeding van opleidingskosten als bedoeld in het derde lid van artikel 17:4:2:1 CAR/EAR. c. Het ontheffen van de ambtenaar van de verplichting tot terugbetaling van een studiekostenvergoeding, als bedoeld in artikel 17:4:3:1lid 3 CAR/EAR. d. Het toekennen van verlof als bedoeld in artikel 17:4:4:1 CAR/EAR. e. Het bepalen van de termijn voor opleidingsfaciliteiten alsmede de verlenging daarvan (artikel 17:4:5:1 CAR/EAR). f. Het intrekken van verleende studiefaciliteiten, als bedoeld in artikel 17:4:6:1 CAR/EAR en opvragen van de gegevens als bedoeld in het tweede lid van artikel 17:1:7:1 en in artikel 17:4:7:1 CAR/EAR. | ||
De uitoefening van de bevoegdheden in deze tabel is toegestaan voor zover deze geen betrekking heeft op de functie van sectorhoofd, respectievelijk, als sprake is van ondermandaat aan het afdelingshoofd, voor zover deze geen betrekking heeft op de functie van afdelingshoofd. | ||
De uitvoering van het communicatiebeleid van de gemeente, voor zover dit gaat over organisatorische of procedurele aspecten. | ||
Het aangaan van overeenkomsten ter uitvoering van het opgedragen communicatiebeleid. |
Bevoegdheid tekenen van stukken
Er zijn geen specifieke bevoegdheden voor de sector Communicatie.
NB. Zie voor wijze van ondertekening mandaat: hoofdstuk 1, artikel 8 en ondertekenen overeenkomsten:
Vertegenwoordigingsbevoegdheid
Er zijn geen specifieke aanwijzingen voor de sector Communicatie.
De hieronder omschreven bevoegdheden moeten worden uitgeoefend met inachtneming van de algemene bepalingen als genoemd in Hoofdstuk 1.
d. het verlenen en vaststellen van begrotingssubsidies als bedoeld in artikel 4:23, derde lid, onderdeel c van de Algemene wet bestuursrecht
| ||
Het aanvragen van rijksbijdragen en andere (Europese) subsidies waarop de gemeente aanspraak kan maken die bijdragen aan de realisatie van gemeentelijke (raads)programma’s en activiteiten en hetgeen verder nodig is om deze bijdragen te verkrijgen. | ||
Het uitvoeren van Hoofdstuk 4, afdeling 4.1.3 van de Algemene wet bestuursrecht in die gevallen waarin dit samenhangt met besluiten waarvoor aan de betrokken functionaris mandaat is verleend. | ||
Het aangaan van een stage-overeenkomst als bedoeld in artikel 1:2a CAR/EAR, alsmede het bieden van een werkervaringsovereenkomst als bedoeld in artikel 1:2b CAR/EAR. | ||
a. Aanstelling en indiensttreding als bedoeld in hoofdstuk 2 van de CAR/EAR met inachtneming van de volgende voorwaarden: - de uitkomsten van functiewaardering zijn formeel vastgesteld; b. Het samenstellen van selectie- en adviescommissies als bedoeld in artikel 2:2:1:4 CAR/EAR. c. Het voeren van correspondentie inzake sollicitaties waaronder het nemen van besluiten tot afwijzing van sollicitanten. d. Het toepassen van de artikelen 2:4 en 2:5 CAR/EAR, alsmede van artikel 2:4:1 CAR/EAR met betrekking tot aanstelling en arbeidsovereenkomst. e. Het toepassen van het eerste en tweede lid van artikel 2:1B lid 1 en 2 CAR/EAR. In geval van ondermandaat aan het sectorhoofd is het sectorhoofd voor zover het om andere werkzaamheden buiten de eigen sector gaat, bevoegd na akkoord van het betrokken sectorhoofd. f. Het nemen van beslissingen met betrekking tot de aanstellingsomvang als bedoeld in de artikelen 2:7 en 2:7a CAR/EAR en direct daarmee samenhangende besluiten. | ||
Het aangaan van stageovereenkomsten en vaststellen van de daarin genoemde stagevergoedingen binnen het aanwezige budget en rekening houdend met de geldende beleidsregels. | ||
Het toepassen van de navolgende bepalingen en regelingen: a. Het aanwijzen van ambtenaren om buiten het dagvenster arbeid te verrichten, als bedoeld in artikel 3:12 en 3:12:1:1 CAR/EAR; b. Regeling afbouwtoelage (artikel 3:16 CAR/EAR); c. Overwerkvergoeding (artikel 3:18); d. Toelage beschikbaarheidsdienst (artikel 3:13 CAR/EAR); e. Vergoeding BHV, EHBO en interventieteam (artikel 3:17 CAR/EAR) | Afdelingshoofden m.u.v. het toespassen van de Regeling afbouwtoelage (b.) | |
a. Het maken van afspraken over werktijden, verlof en planning van werkzaamheden, als bedoeld in artikel 4:2 lid 3 tot en met 11 CAR/EAR. b. Het opdragen van overwerk, wachtdienst, nachtarbeid en arbeid op zaterdag, zondag, de dag van de viering van de verjaardag van de koning en kerkelijke of nationale feest- of gedenkdagen (artikel 4:5:1:1 CAR/EAR). c. Het vaststellen van werktijden, als bedoeld in artikel 4:4, 4:5 en 4:6 CAR/EAR. d. Het toepassen van artikel 4:9 CAR/EAR inzake spaaruren. e. Het korten van ADV bij ziekte als bedoeld in artikel 5 van de Werktijden en ADV-regeling. | Afdelingshoofden voor onderdeel a., behoudens toepassing van artikel 4:2, lid 7 CAR/EAR | |
a. Het toekennen van de aanspraak op verlof, het toepassen van verjarings- en vervaltermijnen met betrekking tot verlof, het verlenen van vakantieverlof en het uitbetalen van niet genoten vakantie-uren als bedoeld in de artikelen 6:1 tot en met 6:2:7 CAR/EAR met uitzondering van de bepalingen waarin aangegeven is dat het college nadere regels kan stellen (6:2a lid 2, 6:2:1 lid 1 en 5 en 6:2:6 lid 1 CAR/EAR). b. Het verlenen van buitengewoon verlof als bedoeld in de artikelen 6:4 tot en met 6:4:3 CAR/EAR. c. Het verlenen van ouderschapsverlof, als bedoeld in de artikelen 6:5 t/m 6:5a:1:1 CAR/EAR en hoofdstuk 6.5 van de Wet arbeidsongeschiktheids verzekering zelfstandigen (Waz). d. Het verlenen van zwangerschaps- en bevallingsverlof en adoptie- en pleegzorgverlof als bedoeld in de artikelen 6:7 en 6:8 CAR/EAR. e. Het toepassen van artikel 6:9 en 6:10 CAR/EAR, behoudens het stellen van nadere regels ten behoeve van het indienen van het verzoek tot onbetaald verlof. f. Het toepassen van artikel 6:11 CAR/EAR, inzake het besluit om het verlof van de ambtenaar die volledig onbetaald verlof geniet en langer dan 14 dagen ziek is, in schrijnende gevallen te beëindigen. g. Het toepassen van artikel 6a:3 lid 1 en 2, 6a:4, 6a:8 en 6a:9 CAR/EAR inzake de levensloopregeling. | ||
a. Het doen instellen van een geneeskundig onderzoek als bedoeld in artikel 7:2:5 CAR/EAR alsmede in artikel 7:12 CAR/EAR. b. Het verzoeken om maatregelen of voorzieningen te treffen als bedoeld in artikel 7:2:7 CAR/EAR. c. Het vaststellen van de hoogte van de aanspraak op bezoldiging bij ziekte als bedoeld in artikel 7:3, 7:4, 7:8:1:1, 7:8:2:1, 7:18:1 t/m 7:23 en 7:26 t/m 7:28a CAR/EAR. d. Het treffen van maatregelen en geven van voorschriften als bedoeld in de leden 1 t/m 3 van artikel 7:9 CAR/EAR. e. Het doen van een verzoek om informatie bij ziekte als bedoeld in artikel 7:10 CAR/EAR. f. Het al dan niet verlenen van toestemming tot het verrichten van arbeid voor zichzelf of voor derden als bedoeld in artikel 7:13:2, sub f, CAR/EAR. g. Het opdragen van passende arbeid als bedoeld in artikel 7:16 CAR/EAR. h. Het verlenen van toestemming om de betrekking na ziekte weer te vervullen als bedoeld in het derde lid van artikel 7:17 CAR/EAR. | ||
a. Het geven van toestemming tot persoonlijk gebruik als bedoeld in artikel 15:1b CAR/EAR. b. Het afdoen van verzoeken om een vergoeding van schade aan privé kleding en uitrusting wegens een dienstongeval, indien het te vergoeden bedrag niet meer bedraagt dan € 250,-. | ||
a. Het op- en vaststellen van persoonlijke opleidingsplannen en opleidingsplannen op sectorniveau. b. Het vaststellen van de hoogte van de vergoeding van opleidingskosten als bedoeld in het derde lid van artikel 17:4:2:1 CAR/EAR. c. Het ontheffen van de ambtenaar van de verplichting tot terugbetaling van een studiekostenvergoeding, als bedoeld in artikel 17:4:3:1lid 3 CAR/EAR. d. Het toekennen van verlof als bedoeld in artikel 17:4:4:1 CAR/EAR. e. Het bepalen van de termijn voor opleidingsfaciliteiten alsmede de verlenging daarvan (artikel 17:4:5:1 CAR/EAR). f. Het intrekken van verleende studiefaciliteiten, als bedoeld in artikel 17:4:6:1 CAR/EAR en opvragen van de gegevens als bedoeld in het tweede lid van artikel 17:1:7:1 en in artikel 17:4:7:1 CAR/EAR. | ||
De uitoefening van de bevoegdheden in deze tabel is toegestaan voor zover deze geen betrekking heeft op de functie van sectorhoofd, respectievelijk, als sprake is van ondermandaat aan het afdelingshoofd, voor zover deze geen betrekking heeft op de functie van afdelingshoofd | ||
Het uitvoeren van de artikelen 71 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten en de Ministeriële regeling informatie voor derden. | ||
Het sluiten van overeenkomsten tot het verrichten van sociaal-wetenschappelijk beleidsonderzoek. | ||
Bevoegdheid tekenen van stukken
Er zijn geen specifieke bevoegdheden voor de sector Control.
NB. Zie voor wijze van ondertekening mandaat: hoofdstuk 1, artikel 8 en ondertekenen overeenkomsten:
Vertegenwoordigingsbevoegdheid
Er zijn geen specifieke aanwijzingen voor de sector Control.
Sector Economie & Cultuur (E&C)
De hieronder omschreven bevoegdheden moeten worden uitgeoefend met inachtneming van de algemene bepalingen als genoemd in Hoofdstuk 1.
Het aanschaffen van roerende zaken, met uitzondering van:
| ||
Het sluiten van overeenkomsten met betrekking tot het verlenen van diensten, zowel aan als door derden, waaronder begrepen in voorkomende gevallen de verwerkersovereenkomst als bedoeld in artikel 28, derde lid, van de Algemene Verordening Gegevensbescherming en met uitzondering van onderhoud op het gebied van hardware, software, repro, tele- en datacommunicatie alsmede voor dienstverleningsovereenkomsten met betrekking tot vastgoed voor alle sectoren. | ||
Het voeren van correspondentie ten geleide van stukken welke aan het college ter uitreiking zijn toegezonden en betreffende het doorzenden aan de bevoegde instantie van ingekomen stukken, waarvan de afdoening niet behoort tot de bevoegdheid van het college. | ||
Het aanvragen van vergunningen, ontheffingen, vrijstellingen of toestemmingen. | ||
Het uitvoeren van de artikelen 12 tot en met 21 en 77 van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG). | ||
Het uitvoeren van hoofdstuk III (informatie op verzoek) van de Wet openbaarheid van bestuur, alsmede het geven van een zienswijze als (een bestuursorgaan van) de gemeente hiertoe op grond van artikel 6 van de Wet openbaarheid van bestuur wordt uitgenodigd. | ||
Het opleggen van een last onder bestuursdwang, en het opleggen van een last onder dwangsom en het opleggen van een bestuurlijke boete als bedoeld in artikel 125 van de Gemeentewet, titel 5.3 en 5.4 van de Algemene wet bestuursrecht of specifieke regelgeving in die gevallen waarin het college of de burgemeester mandaat heeft verleend voor de uitvoering van wetten, verordeningen of andere regelingen van rijks-, provinciale en gemeentelijke wetgevers of bestuursorganen tenzij bij de verlening van het desbetreffende mandaat expliciet anders is bepaald. | ||
Het inwinnen van rechtskundige adviezen en het geven van opdrachten aan advocaten en procureurs ter zake van het voeren van gerechtelijke procedures voor de gemeente Eindhoven. | ||
Het uitvoeren van de Verordening Samenspraak en Inspraak gemeente Eindhoven 2008, met uitzondering van artikel 3, derde lid en artikel 6, tweede, derde, vijfde en zesde lid; een besluit ingevolge artikel 2, eerste lid, dat inhoudt dat geen samenspraakproces plaatsvindt, mag de gemandateerde slechts nemen, na instemming van de betrokken portefeuillehouder(s). | ||
Het verstrekken van legitimatiebewijzen aan medewerkers van de sector die zijn aangewezen als toezichthouder en in die hoedanigheid een legitimatiebewijs nodig hebben. | ||
Het verlenen en vaststellen van begrotingssubsidies als bedoeld in artikel 4:23, derde lid, onderdeel c van de Algemene wet bestuursrecht
| ||
Het aanvragen van rijksbijdragen en andere (Europese) subsidies waarop de gemeente aanspraak kan maken die bijdragen aan de realisatie van gemeentelijke (raads)programma’s en activiteiten en hetgeen verder nodig is om deze bijdragen te verkrijgen. | ||
Het uitvoeren van Hoofdstuk 4, afdeling 4.1.3 van de Algemene wet bestuursrecht in die gevallen waarin dit samenhangt met besluiten waarvoor aan de betrokken functionaris mandaat is verleend. | ||
Het aangaan van een stage-overeenkomst als bedoeld in artikel 1:2a CAR/EAR, alsmede het bieden van een werkervaringsovereenkomst als bedoeld in artikel 1:2b CAR/EAR. | ||
a. Aanstelling en indiensttreding als bedoeld in hoofdstuk 2 van de CAR/EAR met inachtneming van de volgende voorwaarden: - de uitkomsten van functiewaardering zijn formeel vastgesteld; b. Het samenstellen van selectie- en adviescommissies als bedoeld in artikel 2:2:1:4 CAR/EAR. c. Het voeren van correspondentie inzake sollicitaties waaronder het nemen van besluiten tot afwijzing van sollicitanten. d. Het toepassen van de artikelen 2:4 en 2:5 CAR/EAR, alsmede van artikel 2:4:1 CAR/EAR met betrekking tot aanstelling en arbeidsovereenkomst. e. Het toepassen van het eerste en tweede lid van artikel 2:1B lid 1 en 2 CAR/EAR. In geval van ondermandaat aan het sectorhoofd is het sectorhoofd voor zover het om andere werkzaamheden buiten de eigen sector gaat, bevoegd na akkoord van het betrokken sectorhoofd. f. Het nemen van beslissingen met betrekking tot de aanstellingsomvang als bedoeld in de artikelen 2:7 en 2:7a CAR/EAR en direct daarmee samenhangende besluiten. | ||
Het aangaan van stageovereenkomsten en vaststellen van de daarin genoemde stagevergoedingen binnen het aanwezige budget en rekening houdend met de geldende beleidsregels. | ||
Het toepassen van de navolgende bepalingen en regelingen: a. Het aanwijzen van ambtenaren om buiten het dagvenster arbeid te verrichten, als bedoeld in artikel 3:12 en 3:12:1:1 CAR/EAR; b. Regeling afbouwtoelage (artikel 3:16 CAR/EAR); c. Overwerkvergoeding (artikel 3:18); d. Toelage beschikbaarheidsdienst (artikel 3:13 CAR/EAR); e. Vergoeding BHV, EHBO en interventieteam (artikel 3:17 CAR/EAR) | ||
a. Het maken van afspraken over werktijden, verlof en planning van werkzaamheden, als bedoeld in artikel 4:2 lid 3 tot en met 11 CAR/EAR. b. Het opdragen van overwerk, wachtdienst, nachtarbeid en arbeid op zaterdag, zondag, de dag van de viering van de verjaardag van de koning en kerkelijke of nationale feest- of gedenkdagen (artikel 4:5:1:1 CAR/EAR). c. Het vaststellen van werktijden, als bedoeld in artikel 4:4, 4:5 en 4:6 CAR/EAR. d. Het toepassen van artikel 4:9 CAR/EAR inzake spaaruren. e. Het korten van ADV bij ziekte als bedoeld in artikel 5 van de Werktijden en ADV-regeling. | ||
a. Het toekennen van de aanspraak op verlof, het toepassen van verjarings- en vervaltermijnen met betrekking tot verlof, het verlenen van vakantieverlof en het uitbetalen van niet genoten vakantie-uren als bedoeld in de artikelen 6:1 tot en met 6:2:7 CAR/EAR met uitzondering van de bepalingen waarin aangegeven is dat het college nadere regels kan stellen (6:2a lid 2, 6:2:1 lid 1 en 5 en 6:2:6 lid 1 CAR/EAR). b. Het verlenen van buitengewoon verlof als bedoeld in de artikelen 6:4 tot en met 6:4:3 CAR/EAR. c. Het verlenen van ouderschapsverlof, als bedoeld in de artikelen 6:5 t/m 6:5a:1:1 CAR/EAR en hoofdstuk 6.5 van de Wet arbeidsongeschiktheids verzekering zelfstandigen (Waz). d. Het verlenen van zwangerschaps- en bevallingsverlof en adoptie- en pleegzorgverlof als bedoeld in de artikelen 6:7 en 6:8 CAR/EAR. e. Het toepassen van artikel 6:9 en 6:10 CAR/EAR, behoudens het stellen van nadere regels ten behoeve van het indienen van het verzoek tot onbetaald verlof. f. Het toepassen van artikel 6:11 CAR/EAR, inzake het besluit om het verlof van de ambtenaar die volledig onbetaald verlof geniet en langer dan 14 dagen ziek is, in schrijnende gevallen te beëindigen. g. Het toepassen van artikel 6a:3 lid 1 en 2, 6a:4, 6a:8 en 6a:9 CAR/EAR inzake de levensloopregeling. | ||
a. Het doen instellen van een geneeskundig onderzoek als bedoeld in artikel 7:2:5 CAR/EAR alsmede in artikel 7:12 CAR/EAR. b. Het verzoeken om maatregelen of voorzieningen te treffen als bedoeld in artikel 7:2:7 CAR/EAR. c. Het vaststellen van de hoogte van de aanspraak op bezoldiging bij ziekte als bedoeld in artikel 7:3, 7:4, 7:8:1:1, 7:8:2:1, 7:18:1 t/m 7:23 en 7:26 t/m 7:28a CAR/EAR. d. Het treffen van maatregelen en geven van voorschriften als bedoeld in de leden 1 t/m 3 van artikel 7:9 CAR/EAR. e. Het doen van een verzoek om informatie bij ziekte als bedoeld in artikel 7:10 CAR/EAR. f. Het al dan niet verlenen van toestemming tot het verrichten van arbeid voor zichzelf of voor derden als bedoeld in artikel 7:13:2, sub f, CAR/EAR. g. Het opdragen van passende arbeid als bedoeld in artikel 7:16 CAR/EAR. h. Het verlenen van toestemming om de betrekking na ziekte weer te vervullen als bedoeld in het derde lid van artikel 7:17 CAR/EAR. | ||
a. Het geven van toestemming tot persoonlijk gebruik als bedoeld in artikel 15:1b CAR/EAR. b. Het afdoen van verzoeken om een vergoeding van schade aan privé kleding en uitrusting wegens een dienstongeval, indien het te vergoeden bedrag niet meer bedraagt dan € 250,-. | ||
a. Het op- en vaststellen van persoonlijke opleidingsplannen en opleidingsplannen op sectorniveau. b. Het vaststellen van de hoogte van de vergoeding van opleidingskosten als bedoeld in het derde lid van artikel 17:4:2:1 CAR/EAR. c. Het ontheffen van de ambtenaar van de verplichting tot terugbetaling van een studiekostenvergoeding, als bedoeld in artikel 17:4:3:1lid 3 CAR/EAR. d. Het toekennen van verlof als bedoeld in artikel 17:4:4:1 CAR/EAR. e. Het bepalen van de termijn voor opleidingsfaciliteiten alsmede de verlenging daarvan (artikel 17:4:5:1 CAR/EAR). f. Het intrekken van verleende studiefaciliteiten, als bedoeld in artikel 17:4:6:1 CAR/EAR en opvragen van de gegevens als bedoeld in het tweede lid van artikel 17:1:7:1 en in artikel 17:4:7:1 CAR/EAR. | ||
De uitoefening van de bevoegdheden in deze tabel is toegestaan voor zover deze geen betrekking heeft op de functie van sectorhoofd, respectievelijk, als sprake is van ondermandaat aan het afdelingshoofd, voor zover deze geen betrekking heeft op de functie van afdelingshoofd. | ||
Het doen van betalingen ten behoeve van de bespeling van de stadsbeiaard, het toezicht op de bespeling van de stadsbeiaard, het regelen van de vervanging van de beiaardier bij diens afwezigheid. | ||
Het uitvoeren van de Subsidieregeling Eindhovenementen en de Subsidieregeling Stagebeurs arbeidsmarktregio Zuidoost-Brabant. | Met betrekking tot Subsidieregeling Stagebeurs arbeidsmarktregio Zuidoost-Brabant: | |
Het aangaan van overeenkomsten voor het gebruik van gemeentegrond voor evenementen Koningsdag- en nacht. |
Bevoegdheid tekenen van stukken
Er zijn geen specifieke bevoegdheden voor de sector Economie & Cultuur.
NB. Zie voor wijze van ondertekening mandaat: hoofdstuk 1, artikel 8 en ondertekenen overeenkomsten:
Vertegenwoordigingsbevoegdheid
Er zijn geen specifieke aanwijzingen voor de sector Economie en Cultuur.
Sector Facilitaire en Administratieve Ondersteuning (FAO)
De hieronder omschreven bevoegdheden moeten worden uitgeoefend met inachtneming van de algemene
bepalingen als genoemd in Hoofdstuk 1.
Het inwinnen van rechtskundige adviezen en het geven van opdrachten aan advocaten en procureurs ter zake van het voeren van gerechtelijke procedures voor de gemeente Eindhoven. | ||
Het uitvoeren van de Verordening Samenspraak en Inspraak gemeente Eindhoven 2008, met uitzondering van artikel 3, derde lid en artikel 6, tweede, derde, vijfde en zesde lid; een besluit ingevolge artikel 2, eerste lid, dat inhoudt dat geen samenspraakproces plaatsvindt, mag de gemandateerde slechts nemen, na instemming van de betrokken portefeuillehouder(s). | ||
Het verstrekken van legitimatiebewijzen aan medewerkers van de sector die zijn aangewezen als toezichthouder en in die hoedanigheid een legitimatiebewijs nodig hebben. | ||
| ||
Het aanvragen van rijksbijdragen en andere (Europese) subsidies waarop de gemeente aanspraak kan maken die bijdragen aan de realisatie van gemeentelijke (raads)programma’s en activiteiten en hetgeen verder nodig is om deze bijdragen te verkrijgen. | ||
Het uitvoeren van Hoofdstuk 4, afdeling 4.1.3 van de Algemene wet bestuursrecht in die gevallen waarin dit samenhangt met besluiten waarvoor aan de betrokken functionaris mandaat is verleend. | ||
Het aangaan van een stage-overeenkomst als bedoeld in artikel 1:2a CAR/EAR, alsmede het bieden van een werkervaringsovereenkomst als bedoeld in artikel 1:2b CAR/EAR | ||
a. Aanstelling en indiensttreding als bedoeld in hoofdstuk 2 van de CAR/EAR met inachtneming van de volgende voorwaarden: - de uitkomsten van functiewaardering zijn formeel vastgesteld; b. Het samenstellen van selectie- en adviescommissies als bedoeld in artikel 2:2:1:4 CAR/EAR. c. Het voeren van correspondentie inzake sollicitaties waaronder het nemen van besluiten tot afwijzing van sollicitanten. d. Het toepassen van de artikelen 2:4 en 2:5 CAR/EAR, alsmede van artikel 2:4:1 CAR/EAR met betrekking tot aanstelling en arbeidsovereenkomst. e. Het toepassen van het eerste en tweede lid van artikel 2:1B lid 1 en 2 CAR/EAR. In geval van ondermandaat aan het sectorhoofd is het sectorhoofd voor zover het om andere werkzaamheden buiten de eigen sector gaat, bevoegd na akkoord van het betrokken sectorhoofd. f. Het nemen van beslissingen met betrekking tot de aanstellingsomvang als bedoeld in de artikelen 2:7 en 2:7a CAR/EAR en direct daarmee samenhangende besluiten. | ||
Het aangaan van stageovereenkomsten en vaststellen van de daarin genoemde stagevergoedingen binnen het aanwezige budget en rekening houdend met de geldende beleidsregels. | ||
Het toepassen van de navolgende bepalingen en regelingen: a. Het aanwijzen van ambtenaren om buiten het dagvenster arbeid te verrichten, als bedoeld in artikel 3:12 en 3:12:1:1 CAR/EAR; b. Regeling afbouwtoelage (artikel 3:16 CAR/EAR); c. Overwerkvergoeding (artikel 3:18); d. Toelage beschikbaarheidsdienst (artikel 3:13 CAR/EAR); e. Vergoeding BHV, EHBO en interventieteam (artikel 3:17 CAR/EAR) | Afdelingshoofden m.u.v. het toepassen van de Regeling afbouwtoelage (b.) | |
a. Het maken van afspraken over werktijden, verlof en planning van werkzaamheden, als bedoeld in artikel 4:2 lid 3 tot en met 11 CAR/EAR. b. Het opdragen van overwerk, wachtdienst, nachtarbeid en arbeid op zaterdag, zondag, de dag van de viering van de verjaardag van de koning en kerkelijke of nationale feest- of gedenkdagen (artikel 4:5:1:1 CAR/EAR). c. Het vaststellen van werktijden, als bedoeld in artikel 4:4, 4:5 en 4:6 CAR/EAR. d. Het toepassen van artikel 4:9 CAR/EAR inzake spaaruren. e. Het korten van ADV bij ziekte als bedoeld in artikel 5 van de Werktijden en ADV-regeling. | Afdelingshoofden voor onderdeel a., behoudens toepassing van artikel 4:2, lid 7 CAR/EAR | |
a. Het toekennen van de aanspraak op verlof, het toepassen van verjarings- en vervaltermijnen met betrekking tot verlof, het verlenen van vakantieverlof en het uitbetalen van niet genoten vakantie-uren als bedoeld in de artikelen 6:1 tot en met 6:2:7 CAR/EAR met uitzondering van de bepalingen waarin aangegeven is dat het college nadere regels kan stellen (6:2a lid 2, 6:2:1 lid 1 en 5 en 6:2:6 lid 1 CAR/EAR). b. Het verlenen van buitengewoon verlof als bedoeld in de artikelen 6:4 tot en met 6:4:3 CAR/EAR. c. Het verlenen van ouderschapsverlof, als bedoeld in de artikelen 6:5 t/m 6:5a:1:1 CAR/EAR en hoofdstuk 6.5 van de Wet arbeidsongeschiktheids verzekering zelfstandigen (Waz). d. Het verlenen van zwangerschaps- en bevallingsverlof en adoptie- en pleegzorgverlof als bedoeld in de artikelen 6:7 en 6:8 CAR/EAR. e. Het toepassen van artikel 6:9 en 6:10 CAR/EAR, behoudens het stellen van nadere regels ten behoeve van het indienen van het verzoek tot onbetaald verlof. f. Het toepassen van artikel 6:11 CAR/EAR, inzake het besluit om het verlof van de ambtenaar die volledig onbetaald verlof geniet en langer dan 14 dagen ziek is, in schrijnende gevallen te beëindigen. g. Het toepassen van artikel 6a:3 lid 1 en 2, 6a:4, 6a:8 en 6a:9 CAR/EAR inzake de levensloopregeling. | ||
a. Het doen instellen van een geneeskundig onderzoek als bedoeld in artikel 7:2:5 CAR/EAR alsmede in artikel 7:12 CAR/EAR. b. Het verzoeken om maatregelen of voorzieningen te treffen als bedoeld in artikel 7:2:7 CAR/EAR. c. Het vaststellen van de hoogte van de aanspraak op bezoldiging bij ziekte als bedoeld in artikel 7:3, 7:4, 7:8:1:1, 7:8:2:1, 7:18:1 t/m 7:23 en 7:26 t/m 7:28a CAR/EAR. d. Het treffen van maatregelen en geven van voorschriften als bedoeld in de leden 1 t/m 3 van artikel 7:9 CAR/EAR. e. Het doen van een verzoek om informatie bij ziekte als bedoeld in artikel 7:10 CAR/EAR. f. Het al dan niet verlenen van toestemming tot het verrichten van arbeid voor zichzelf of voor derden als bedoeld in artikel 7:13:2, sub f, CAR/EAR. g. Het opdragen van passende arbeid als bedoeld in artikel 7:16 CAR/EAR. h. Het verlenen van toestemming om de betrekking na ziekte weer te vervullen als bedoeld in het derde lid van artikel 7:17 CAR/EAR. | ||
a. Het geven van toestemming tot persoonlijk gebruik als bedoeld in artikel 15:1b CAR/EAR. b. Het afdoen van verzoeken om een vergoeding van schade aan privé kleding en uitrusting wegens een dienstongeval, indien het te vergoeden bedrag niet meer bedraagt dan € 250,-. | ||
a. Het op- en vaststellen van persoonlijke opleidingsplannen en opleidingsplannen op sectorniveau. b. Het vaststellen van de hoogte van de vergoeding van opleidingskosten als bedoeld in het derde lid van artikel 17:4:2:1 CAR/EAR. c. Het ontheffen van de ambtenaar van de verplichting tot terugbetaling van een studiekostenvergoeding, als bedoeld in artikel 17:4:3:1lid 3 CAR/EAR. d. Het toekennen van verlof als bedoeld in artikel 17:4:4:1 CAR/EAR. e. Het bepalen van de termijn voor opleidingsfaciliteiten alsmede de verlenging daarvan (artikel 17:4:5:1 CAR/EAR). f. Het intrekken van verleende studiefaciliteiten, als bedoeld in artikel 17:4:6:1 CAR/EAR en opvragen van de gegevens als bedoeld in het tweede lid van artikel 17:1:7:1 en in artikel 17:4:7:1 CAR/EAR. | ||
De uitoefening van de bevoegdheden in deze tabel is toegestaan voor zover deze geen betrekking heeft op de functie van sectorhoofd, respectievelijk, als sprake is van ondermandaat aan het afdelingshoofd, voor zover deze geen betrekking heeft op de functie van afdelingshoofd. | ||
Bevoegdheid tekenen van stukken
Er zijn geen specifieke bevoegdheden voor de sector FAO.
NB. Zie voor wijze van ondertekening mandaat: hoofdstuk 1, artikel 8 en ondertekenen overeenkomsten:
Vertegenwoordigingsbevoegdheid
Sector Informatisering & Beheer (I&B)
De hieronder omschreven bevoegdheden moeten worden uitgeoefend met inachtneming van de algemene bepalingen als genoemd in Hoofdstuk 1.
Het aanvragen van vergunningen, ontheffingen, vrijstellingen of toestemmingen. | ||
Het uitvoeren van de artikelen12 tot en met 21 en 77 van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG). | ||
Het uitvoeren van hoofdstuk III (informatie op verzoek) van de Wet openbaarheid van bestuur, alsmede het geven van een zienswijze als (een bestuursorgaan van) de gemeente hiertoe op grond van artikel 6 van de Wet openbaarheid van bestuur wordt uitgenodigd. | ||
Het opleggen van een last onder bestuursdwang, en het opleggen van een last onder dwangsom en het opleggen van een bestuurlijke boete als bedoeld in artikel 125 van de Gemeentewet, titel 5.3 en 5.4 van de Algemene wet bestuursrecht of specifieke regelgeving in die gevallen waarin het college of de burgemeester mandaat heeft verleend voor de uitvoering van wetten, verordeningen of andere regelingen van rijks-, provinciale en gemeentelijke wetgevers of bestuursorganen tenzij bij de verlening van het desbetreffende mandaat expliciet anders is bepaald. | ||
Het inwinnen van rechtskundige adviezen en het geven van opdrachten aan advocaten en procureurs ter zake van het voeren van gerechtelijke procedures voor de gemeente Eindhoven. | ||
Het uitvoeren van de Verordening Samenspraak en Inspraak gemeente Eindhoven 2008, met uitzondering van artikel 3, derde lid en artikel 6, tweede, derde, vijfde en zesde lid; een besluit ingevolge artikel 2, eerste lid, dat inhoudt dat geen samenspraakproces plaatsvindt, mag de gemandateerde slechts nemen, na instemming van de betrokken portefeuillehouder(s). | ||
Het verstrekken van legitimatiebewijzen aan medewerkers van de sector die zijn aangewezen als toezichthouder en in die hoedanigheid een legitimatiebewijs nodig hebben. | ||
| ||
Het aanvragen van rijksbijdragen en andere (Europese) subsidies waarop de gemeente aanspraak kan maken die bijdragen aan de realisatie van gemeentelijke (raads)programma’s en activiteiten en hetgeen verder nodig is om deze bijdragen te verkrijgen. | ||
Het uitvoeren van Hoofdstuk 4, afdeling 4.1.3 van de Algemene wet bestuursrecht in die gevallen waarin dit samenhangt met besluiten waarvoor aan de betrokken functionaris mandaat is verleend. | ||
Het aangaan van een stage-overeenkomst als bedoeld in artikel 1:2a CAR/EAR, alsmede het bieden van een werkervaringsovereenkomst als bedoeld in artikel 1:2b CAR/EAR | ||
a. Aanstelling en indiensttreding als bedoeld in hoofdstuk 2 van de CAR/EAR met inachtneming van de volgende voorwaarden: - de uitkomsten van functiewaardering zijn formeel vastgesteld; b. Het samenstellen van selectie- en adviescommissies als bedoeld in artikel 2:2:1:4 CAR/EAR. c. Het voeren van correspondentie inzake sollicitaties waaronder het nemen van besluiten tot afwijzing van sollicitanten. d. Het toepassen van de artikelen 2:4 en 2:5 CAR/EAR, alsmede van artikel 2:4:1 CAR/EAR met betrekking tot aanstelling en arbeidsovereenkomst. e. Het toepassen van het eerste en tweede lid van artikel 2:1B lid 1 en 2 CAR/EAR. In geval van ondermandaat aan het sectorhoofd is het sectorhoofd voor zover het om andere werkzaamheden buiten de eigen sector gaat, bevoegd na akkoord van het betrokken sectorhoofd. f. Het nemen van beslissingen met betrekking tot de aanstellingsomvang als bedoeld in de artikelen 2:7 en 2:7a CAR/EAR en direct daarmee samenhangende besluiten. | ||
Het aangaan van stageovereenkomsten en vaststellen van de daarin genoemde stagevergoedingen binnen het aanwezige budget en rekening houdend met de geldende beleidsregels. | ||
Het toepassen van de navolgende bepalingen en regelingen: a. Het aanwijzen van ambtenaren om buiten het dagvenster arbeid te verrichten, als bedoeld in artikel 3:12 en 3:12:1:1 CAR/EAR; b. Regeling afbouwtoelage (artikel 3:16 CAR/EAR); c. Overwerkvergoeding (artikel 3:18); d. Toelage beschikbaarheidsdienst (artikel 3:13 CAR/EAR); e. Vergoeding BHV, EHBO en interventieteam (artikel 3:17 CAR/EAR) | Afdelingshoofden en unitleiders m.u.v. het toepassen van de Regeling afbouwtoelage (b.) | |
a. Het maken van afspraken over werktijden, verlof en planning van werkzaamheden, als bedoeld in artikel 4:2 lid 3 tot en met 11 CAR/EAR. b. Het opdragen van overwerk, wachtdienst, nachtarbeid en arbeid op zaterdag, zondag, de dag van de viering van de verjaardag van de koning en kerkelijke of nationale feest- of gedenkdagen (artikel 4:5:1:1 CAR/EAR). c. Het vaststellen van werktijden, als bedoeld in artikel 4:4, 4:5 en 4:6 CAR/EAR. d. Het toepassen van artikel 4:9 CAR/EAR inzake spaaruren. e. Het korten van ADV bij ziekte als bedoeld in artikel 5 van de Werktijden en ADV-regeling. | Afdelingshoofden en unitleiders voor onderdeel a., behoudens toepassing van artikel 4:2, lid 7 CAR/EAR | |
a. Het toekennen van de aanspraak op verlof, het toepassen van verjarings- en vervaltermijnen met betrekking tot verlof, het verlenen van vakantieverlof en het uitbetalen van niet genoten vakantie-uren als bedoeld in de artikelen 6:1 tot en met 6:2:7 CAR/EAR met uitzondering van de bepalingen waarin aangegeven is dat het college nadere regels kan stellen (6:2a lid 2, 6:2:1 lid 1 en 5 en 6:2:6 lid 1 CAR/EAR). b. Het verlenen van buitengewoon verlof als bedoeld in de artikelen 6:4 tot en met 6:4:3 CAR/EAR. c. Het verlenen van ouderschapsverlof, als bedoeld in de artikelen 6:5 t/m 6:5a:1:1 CAR/EAR en hoofdstuk 6.5 van de Wet arbeidsongeschiktheids verzekering zelfstandigen (Waz). d. Het verlenen van zwangerschaps- en bevallingsverlof en adoptie- en pleegzorgverlof als bedoeld in de artikelen 6:7 en 6:8 CAR/EAR. e. Het toepassen van artikel 6:9 en 6:10 CAR/EAR, behoudens het stellen van nadere regels ten behoeve van het indienen van het verzoek tot onbetaald verlof. f. Het toepassen van artikel 6:11 CAR/EAR, inzake het besluit om het verlof van de ambtenaar die volledig onbetaald verlof geniet en langer dan 14 dagen ziek is, in schrijnende gevallen te beëindigen. g. Het toepassen van artikel 6a:3 lid 1 en 2, 6a:4, 6a:8 en 6a:9 CAR/EAR inzake de levensloopregeling. | ||
a. Het doen instellen van een geneeskundig onderzoek als bedoeld in artikel 7:2:5 CAR/EAR alsmede in artikel 7:12 CAR/EAR. b. Het verzoeken om maatregelen of voorzieningen te treffen als bedoeld in artikel 7:2:7 CAR/EAR. c. Het vaststellen van de hoogte van de aanspraak op bezoldiging bij ziekte als bedoeld in artikel 7:3, 7:4, 7:8:1:1, 7:8:2:1, 7:18:1 t/m 7:23 en 7:26 t/m 7:28a CAR/EAR. d. Het treffen van maatregelen en geven van voorschriften als bedoeld in de leden 1 t/m 3 van artikel 7:9 CAR/EAR. e. Het doen van een verzoek om informatie bij ziekte als bedoeld in artikel 7:10 CAR/EAR. f. Het al dan niet verlenen van toestemming tot het verrichten van arbeid voor zichzelf of voor derden als bedoeld in artikel 7:13:2, sub f, CAR/EAR. g. Het opdragen van passende arbeid als bedoeld in artikel 7:16 CAR/EAR. h. Het verlenen van toestemming om de betrekking na ziekte weer te vervullen als bedoeld in het derde lid van artikel 7:17 CAR/EAR. | Afdelingshoofden en unitleiders m.u.v. het bepaalde onder c. en h. | |
a. Het geven van toestemming tot persoonlijk gebruik als bedoeld in artikel 15:1b CAR/EAR. b. Het afdoen van verzoeken om een vergoeding van schade aan privé kleding en uitrusting wegens een dienstongeval, indien het te vergoeden bedrag niet meer bedraagt dan € 250,-. | ||
a. Het op- en vaststellen van persoonlijke opleidingsplannen en opleidingsplannen op sectorniveau. b. Het vaststellen van de hoogte van de vergoeding van opleidingskosten als bedoeld in het derde lid van artikel 17:4:2:1 CAR/EAR. c. Het ontheffen van de ambtenaar van de verplichting tot terugbetaling van een studiekostenvergoeding, als bedoeld in artikel 17:4:3:1lid 3 CAR/EAR. d. Het toekennen van verlof als bedoeld in artikel 17:4:4:1 CAR/EAR. e. Het bepalen van de termijn voor opleidingsfaciliteiten alsmede de verlenging daarvan (artikel 17:4:5:1 CAR/EAR). f. Het intrekken van verleende studiefaciliteiten, als bedoeld in artikel 17:4:6:1 CAR/EAR en opvragen van de gegevens als bedoeld in het tweede lid van artikel 17:1:7:1 en in artikel 17:4:7:1 CAR/EAR. | ||
De uitoefening van de bevoegdheden in deze tabel is toegestaan voor zover deze geen betrekking heeft op de functie van sectorhoofd, respectievelijk, als sprake is van ondermandaat aan het afdelingshoofd of de unitleider, voor zover deze geen betrekking heeft op de functie van afdelingshoofd of unitleider. |
Bevoegdheid tekenen van stukken
Er zijn geen specifieke bevoegdheden voor de sector I&B.
NB. Zie voor wijze van ondertekening mandaat: hoofdstuk 1, artikel 8 en ondertekenen overeenkomsten:
Vertegenwoordigingsbevoegdheid
Sector Sociaal Domein (voorheen aangeduid als Operations en Support)
De hieronder omschreven bevoegdheden moeten worden uitgeoefend met inachtneming van de algemene bepalingen als genoemd in Hoofdstuk 1.
Het opleggen van een last onder bestuursdwang, en het opleggen van een last onder dwangsom en het opleggen van een bestuurlijke boete als bedoeld in artikel 125 van de Gemeentewet, titel 5.3 en 5.4 van de Algemene wet bestuursrecht of specifieke regelgeving in die gevallen waarin het college of de burgemeester mandaat heeft verleend voor de uitvoering van wetten, verordeningen of andere regelingen van rijks-, provinciale en gemeentelijke wetgevers of bestuursorganen tenzij bij de verlening van het desbetreffende mandaat expliciet anders is bepaald. | Afdelingshoofden Handhaving (team leerplicht/team handhaving) | |
Het inwinnen van rechtskundige adviezen en het geven van opdrachten aan advocaten en procureurs ter zake van het voeren van gerechtelijke procedures voor de gemeente Eindhoven. | ||
Het uitvoeren van de Verordening Samenspraak en Inspraak gemeente Eindhoven 2008, met uitzondering van artikel 3, derde lid en artikel 6, tweede, derde, vijfde en zesde lid; een besluit ingevolge artikel 2, eerste lid, dat inhoudt dat geen samenspraakproces plaatsvindt, mag de gemandateerde slechts nemen, na instemming van de betrokken portefeuillehouder(s). | ||
Het verstrekken van legitimatiebewijzen aan medewerkers van de sector die zijn aangewezen als toezichthouder en in die hoedanigheid een legitimatiebewijs nodig hebben. | Afdelingshoofden Handhaving (team leerplicht/team handhaving) | |
| Afdelingshoofd Inkoop en Contractmanagement Afdelingshoofd Bedrijfsvoering en Financiën | |
Het aanvragen van rijksbijdragen en andere (Europese) subsidies waarop de gemeente aanspraak kan maken die bijdragen aan de realisatie van gemeentelijke (raads)programma’s en activiteiten en hetgeen verder nodig is om deze bijdragen te verkrijgen. | ||
Het uitvoeren van Hoofdstuk 4, afdeling 4.1.3 van de Algemene wet bestuursrecht in die gevallen waarin dit samenhangt met besluiten waarvoor aan de betrokken functionaris mandaat is verleend. | Consulent Zelfstandigenloket Eindhoven (ZLE)* Specialist Jeugd GW* Specialist Jeugd* Medewerker Schulddienstverlening* Medewerker bijzondere bijstand* Medewerker inkomensregelingen* * m.u.v. dwangsom bij niet tijdig beslissen als bedoeld in afdeling 4.1.3.2 en 4.1.3.3 | |
Het aangaan van een stage-overeenkomst als bedoeld in artikel 1:2a CAR/EAR, alsmede het bieden van een werkervaringsovereenkomst als bedoeld in artikel 1:2b CAR/EAR. | ||
a. Aanstelling en indiensttreding als bedoeld in hoofdstuk 2 van de CAR/EAR met inachtneming van de volgende voorwaarden: - de uitkomsten van functiewaardering zijn formeel vastgesteld; b. Het samenstellen van selectie- en adviescommissies als bedoeld in artikel 2:2:1:4 CAR/EAR. c. Het voeren van correspondentie inzake sollicitaties waaronder het nemen van besluiten tot afwijzing van sollicitanten. d. Het toepassen van de artikelen 2:4 en 2:5 CAR/EAR, alsmede van artikel 2:4:1 CAR/EAR met betrekking tot aanstelling en arbeidsovereenkomst. e. Het toepassen van het eerste en tweede lid van artikel 2:1B lid 1 en 2 CAR/EAR. In geval van ondermandaat aan het sectorhoofd is het sectorhoofd voor zover het om andere werkzaamheden buiten de eigen sector gaat, bevoegd na akkoord van het betrokken sectorhoofd. f. Het nemen van beslissingen met betrekking tot de aanstellingsomvang als bedoeld in de artikelen 2:7 en 2:7a CAR/EAR en direct daarmee samenhangende besluiten. | ||
Het aangaan van stageovereenkomsten en vaststellen van de daarin genoemde stagevergoedingen binnen het aanwezige budget en rekening houdend met de geldende beleidsregels. | ||
Het toepassen van de navolgende bepalingen en regelingen: a. Het aanwijzen van ambtenaren om buiten het dagvenster arbeid te verrichten, als bedoeld in artikel 3:12 en 3:12:1:1 CAR/EAR; b. Regeling afbouwtoelage (artikel 3:16 CAR/EAR); c. Overwerkvergoeding (artikel 3:18); d. Toelage beschikbaarheidsdienst (artikel 3:13 CAR/EAR); e. Vergoeding BHV, EHBO en interventieteam (artikel 3:17 CAR/EAR) | Afdelingshoofden (m.u.v. het toepassen van de Regeling afbouwtoelage (b) | |
a. Het maken van afspraken over werktijden, verlof en planning van werkzaamheden, als bedoeld in artikel 4:2 lid 3 tot en met 11 CAR/EAR. b. Het opdragen van overwerk, wachtdienst, nachtarbeid en arbeid op zaterdag, zondag, de dag van de viering van de verjaardag van de koning en kerkelijke of nationale feest- of gedenkdagen (artikel 4:5:1:1 CAR/EAR). c. Het vaststellen van werktijden, als bedoeld in artikel 4:4, 4:5 en 4:6 CAR/EAR. d. Het toepassen van artikel 4:9 CAR/EAR inzake spaaruren. e. Het korten van ADV bij ziekte als bedoeld in artikel 5 van de Werktijden en ADV-regeling. | Afdelingshoofden onderdeel a. tot en met e. (bij onderdeel a. behoudens toepassing van artikel 4:2, lid 7 CAR/EAR) | |
a. Het toekennen van de aanspraak op verlof, het toepassen van verjarings- en vervaltermijnen met betrekking tot verlof, het verlenen van vakantieverlof en het uitbetalen van niet genoten vakantie-uren als bedoeld in de artikelen 6:1 tot en met 6:2:7 CAR/EAR met uitzondering van de bepalingen waarin aangegeven is dat het college nadere regels kan stellen (6:2a lid 2, 6:2:1 lid 1 en 5 en 6:2:6 lid 1 CAR/EAR). b. Het verlenen van buitengewoon verlof als bedoeld in de artikelen 6:4 tot en met 6:4:3 CAR/EAR. c. Het verlenen van ouderschapsverlof, als bedoeld in de artikelen 6:5 t/m 6:5a:1:1 CAR/EAR en hoofdstuk 6.5 van de Wet arbeidsongeschiktheids verzekering zelfstandigen (Waz). d. Het verlenen van zwangerschaps- en bevallingsverlof en adoptie- en pleegzorgverlof als bedoeld in de artikelen 6:7 en 6:8 CAR/EAR. e. Het toepassen van artikel 6:9 en 6:10 CAR/EAR, behoudens het stellen van nadere regels ten behoeve van het indienen van het verzoek tot onbetaald verlof. f. Het toepassen van artikel 6:11 CAR/EAR, inzake het besluit om het verlof van de ambtenaar die volledig onbetaald verlof geniet en langer dan 14 dagen ziek is, in schrijnende gevallen te beëindigen. g. Het toepassen van artikel 6a:3 lid 1 en 2, 6a:4, 6a:8 en 6a:9 CAR/EAR inzake de levensloopregeling. | ||
a. Het doen instellen van een geneeskundig onderzoek als bedoeld in artikel 7:2:5 CAR/EAR alsmede in artikel 7:12 CAR/EAR. b. Het verzoeken om maatregelen of voorzieningen te treffen als bedoeld in artikel 7:2:7 CAR/EAR. c. Het vaststellen van de hoogte van de aanspraak op bezoldiging bij ziekte als bedoeld in artikel 7:3, 7:4, 7:8:1:1, 7:8:2:1, 7:18:1 t/m 7:23 en 7:26 t/m 7:28a CAR/EAR. d. Het treffen van maatregelen en geven van voorschriften als bedoeld in de leden 1 t/m 3 van artikel 7:9 CAR/EAR. e. Het doen van een verzoek om informatie bij ziekte als bedoeld in artikel 7:10 CAR/EAR. f. Het al dan niet verlenen van toestemming tot het verrichten van arbeid voor zichzelf of voor derden als bedoeld in artikel 7:13:2, sub f, CAR/EAR. g. Het opdragen van passende arbeid als bedoeld in artikel 7:16 CAR/EAR. h. Het verlenen van toestemming om de betrekking na ziekte weer te vervullen als bedoeld in het derde lid van artikel 7:17 CAR/EAR. | ||
a. Het geven van toestemming tot persoonlijk gebruik als bedoeld in artikel 15:1b CAR/EAR. b. Het afdoen van verzoeken om een vergoeding van schade aan privé kleding en uitrusting wegens een dienstongeval, indien het te vergoeden bedrag niet meer bedraagt dan € 250,-. | ||
a. Het op- en vaststellen van persoonlijke opleidingsplannen en opleidingsplannen op sectorniveau. b. Het vaststellen van de hoogte van de vergoeding van opleidingskosten als bedoeld in het derde lid van artikel 17:4:2:1 CAR/EAR. c. Het ontheffen van de ambtenaar van de verplichting tot terugbetaling van een studiekostenvergoeding, als bedoeld in artikel 17:4:3:1lid 3 CAR/EAR. d. Het toekennen van verlof als bedoeld in artikel 17:4:4:1 CAR/EAR. e. Het bepalen van de termijn voor opleidingsfaciliteiten alsmede de verlenging daarvan (artikel 17:4:5:1 CAR/EAR). f. Het intrekken van verleende studiefaciliteiten, als bedoeld in artikel 17:4:6:1 CAR/EAR en opvragen van de gegevens als bedoeld in het tweede lid van artikel 17:1:7:1 en in artikel 17:4:7:1 CAR/EAR. | Afdelingshoofden onderdelen a tot en met f (m.b.t. onderdeel a. uitsluitend voor het op- en vaststellen van persoonlijke opleidingsplannen) | |
De uitoefening van de bevoegdheden in deze tabel is toegestaan voor zover deze geen betrekking heeft op de functie van sectorhoofd, respectievelijk, als sprake is van ondermandaat aan manager of afdelingshoofd, voor zover deze geen betrekking heeft op de functie van manager of afdelingshoofd. | ||
Het uitvoeren van de artikelen 3a, 3b en 15 van de Leerplichtwet 1969. | Deze mandatering van college aan DR aan SD is buiten toepassing. Uitvoering van de Leerplichtwet is gedelegeerd aan de gemeenschappelijke regeling GGD. De Bestuurscommissie bestrijding schoolverzuim en voortijdig schoolverlaten voorziet zelf in mandatering. | |
Het uitvoeren van de artikelen 3, 5 en 6 van de Leerplichtregeling 1995. | ||
Het uitvoeren van het Besluit regionale meld- en coördinatiefunctie voortijdig schoolverlaten. | ||
Het uitvoeren van de Verordening leerlingenvervoer gemeente Eindhoven 2014. | Afdelingshoofd Backoffice Administratie Medewerker administratie leerlingenvervoer (m.u.v. toepassing van de hardheidsclausules) | |
Het afhandelen van informatieverzoeken op basis van artikel 1:377c van het Burgerlijk Wetboek. | ||
Overleg voeren inzake de jaarrekening en de begroting met de Stichting Salto op basis van de Wet op het primair onderwijs alsmede het overleg in verband met de tussentijdse monitoring. | ||
Het voeren van correspondentie inzake de activiteiten van de gemeente Eindhoven op het terrein van mondiale bewustwording, het uitvoeren van de Subsidieregeling Mondiale Bewustwording en het aangaan van overeenkomsten ter uitvoering van het beleid op het terrein van mondiale bewustwording. | ||
Het doen van onderzoek, het vragen en verstrekken van inlichtingen/opgaven en het nemen van besluiten in het kader van de uitvoering van de: -Verordening Sociaal Domein gemeente Eindhoven -Nadere Regeling Sociaal Domein gemeente Eindhoven -aan WWB gerelateerde verordeningen -Boetebesluit Sociale Zekerheidswetten -Besluit Bijstandsverlening Zelfstandigen (2004) -Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers -Wet Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen - Nadere regels maatschappelijke participatie - Subsidieregeling aanvulling kinderopvangtoeslag (geldend tot 01-01-2013) Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) Besluit Maatschappelijke ondersteuning aan Wmo gerelateerde verordeningen en besluiten individuele voorzieningen Uitvoeringsbesluit Wmo 2015 - Wet gemeentelijke schuldhulpverlening | ||
Besluiten betrekking hebbend op terugvordering, verhaal en invordering op grond van de: -Verordening Sociaal Domein gemeente Eindhoven -Nadere Regeling Sociaal Domein gemeente Eindhoven -aan de WWB gerelateerde verordeningen -Boetebesluit Sociale Zekerheidswetten -Besluit Bijstandsverlening Zelfstandigen (2004) -Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers -Wet Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen -Wet Werk en inkomen kunstenaars -Re-integratieverordening WWIK -Tijdelijke regeling uitkering aan voormalig WWIK-gerechtigden -Regeling bijdrage voor vervanging duurzame gebruiksgoederen -Nadere regels subsidie Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (geldend tot 01-01-2013) -Subsidieregeling aanvulling kinderopvangtoeslag -Wet voorzieningen gehandicapten en de daaraan gerelateerde verordeningen -Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) -Besluit Maatschappelijke ondersteuning -aan Wmo gerelateerde verordeningen en besluiten individuele voorzieningen -Wet gemeentelijke schuldhulpverlening -artikel X, tweede, derde en vijfde lid Wijzigingswet Wet inburgering | Afdelingshoofd Backoffice debiteuren en Facturatie Vakinhoudelijk medewerker B (uitsluitend m.b.t. Wmo tot € 5.000,-) Financieel medewerker (uitsluitend m.b.t. persoonlijke leningen en saneringskredieten tot € 5.000,-) | |
Het ter invordering in handen stellen van advocaten, deurwaarders en incassobureaus | Afdelingshoofden Handhaving (team leerplicht/team handhaving) | |
Afdelingshoofden Handhaving (team leerplicht/team handhaving) | ||
Het buiten invordering stellen van vorderingen voortvloeiende uit de uitvoering van de sociale wetgeving. | Afdelingshoofd Backoffice Debiteuren en Facturatie (tot een maximum van € 25.000,-- per debiteur) Medewerker debiteuren (tot een maximum van € 5.000,-- per debiteur) | |
Het besluiten tot het inkopen van kinderopvangcapaciteit c.q. bemiddeling gastouderopvang in het kader van de Wet kinderopvang. | ||
Het sluiten van overeenkomsten met betrekking tot leveringen en diensten voor re-integratietrajecten en inburgeringsvoorzieningen. | ||
Het uitvoeren van de resttaken als bedoeld in het overgangsrecht behorende bij de wijziging van de tot 01-01-2013 geldende Wet inburgering, Besluit inburgering en Regeling inburgering, te weten artikel X, tweede, derde en vijfde lid Wijzigingswet Wet inburgering, artikel V Wijzigingsbesluit Besluit inburgering, de aan de Wet inburgering (oud) gerelateerde verordeningen. | ||
Het sluiten van overeenkomsten voor een collectieve ziektekostenverzekering voor uitkeringsgerechtigden en overige minima. | ||
Het uitvoeren van artikel 21 van de Wet op de lijkbezorging. | ||
Het sluiten van overeenkomsten met betrekking tot leveringen en diensten voor Wmo-voorzieningen en Jeugdwet. | ||
Het uitvoeren van artikel 3, artikel 14, eerste lid, artikel 21, vijfde lid, artikel 22, artikel 26, eerste lid, artikel 33, artikel 34, artikel 35, eerste, derde en vierde lid, artikel 36, eerste en derde lid, artikel 37, zesde lid en artikel 59 van het Bankreglement Eindhoven 2008. (Inmiddels Bankreglement 2019: Het uitvoeren van het Bankreglement gemeente Eindhoven 2019: artikel 2.1 aanhef onder d , 2.2, artikel 4.1 lid 1, artikel 4.2 , artikel 4.6, artikel 4.10 lid 1, artikel 4.16, artikel 4.17, artikel 4.18, lid 1 en 3, artikel 4.19 lid 1 en 3, artikel 5.1 lid 6 en artikel 9.1 ) | Afdelingshoofd Schulddienstverlening en Armoede Medewerker Schulddienstverlening (m.u.v. artikel 9.1 Bankreglement gemeente Eindhoven 2019) | |
Het uitvoeren van de artikelen 2, vierde lid artikel 26, zesde lid en artikel 33 van het Bankreglement Eindhoven 2008. (Inmiddels Bankreglement 2019: Het uitvoeren van het Bankreglement gemeente Eindhoven 2019: artikel 2.1 aanhef onder d , 2.2, artikel 4.1 lid 1, artikel 4.2 , artikel 4.6, artikel 4.10 lid 1, artikel 4.16, artikel 4.17, artikel 4.18, lid 1 en 3, artikel 4.19 lid 1 en 3, artikel 5.1 lid 6 en artikel 9.1 ) | ||
Het beslissen over bedenkingen tegen door het afdelingshoofd krachtens mandaat genomen beslissingen op aanvragen om een krediet. | ||
Het afgeven van verklaringen als bedoeld in artikel 285, eerste lid, onder f, van de Faillissementswet. | Afdelingshoofd Schulddienstverlening en Armoede Medewerker Schulddienstverlening (m.u.v. artikel 9.1 Bankreglement gemeente Eindhoven 2019) | |
Het verlenen van opdracht aan de directeur van de GGD Brabant Zuidoost voor het uitoefenen van toezicht als bedoeld in de artikelen 6.1 en 6.2 Wmo 2015. | Afdelingshoofd Inkoop en Contractmanagement Afdelingshoofden Handhaving (team leerplicht/team handhaving) | |
Met inachtneming van de geldende subsidieplafonds uitvoeren van: Subsidieregeling transformatie sociaal domein Subsidieregeling vrijwillig jeugdwerk Subsidieregeling meedoen en maatschappelijke participatie Subsidieregeling informele zorg Subsidieregeling innovatiebudget sociaal domein ten behoeve van inwonersinitiatieven in de sociale basis Subsidieregeling Investeren in Wetenschap en Technologie op Spilniveau met het oog op de toekomst Subsidieregeling VVE - Scholing op maat 2018 Subsidieregeling ouderbijdrage voor en vroegschoolse educatie 2019 Subsidieregeling Regie en coördinatie voor en vroegschoolse educatie 2019 | Afdelingshoofd Inkoop en Contractmanagement Afdelingshoofd Bedrijfsvoering en Financiën Inhoudsdeskundige (m.u.v. besluiten) | |
Het uitvoeren van artikel 1.46, 1.65, eerste, tweede en vierde lid, 1.66, 1.72, 1.80, 2.3, 2.4, 2.23, eerste, tweede en derde lid, 2.24, tweede liden 2.28 van de Wet kinderopvang, voor zover niet gemandateerd aan de teammanager Hygiëne, Veiligheid en Milieu van de GGD Brabant Zuidoost. | ||
Het doen van onderzoek, het vragen en verstrekken van inlichtingen, opgaven, het nemen van besluiten - het toekennen, verstrekken, afwijzen, herzien, intrekken, beëindigen en terugvorderen (van de geldwaarde) van individuele voorzieningen, zowel in natura als in de vorm van persoonsgebonden budget (PGB) - in het kader van de uitvoering van: Jeugdwet, Besluit Jeugdwet en Regeling Jeugdwet | ||
WMO inclusief Beschermd wonen Eindhoven Het doen van onderzoek, het vragen en verstrekken van inlichtingen, opgaven, het nemen van besluiten - het toekennen, verstrekken, afwijzen, herzien, intrekken, beëindigen, terugvorderen (van de geldwaarde) van maatwerkvoorzieningen, zowel in natura als in de vorm van persoonsgebonden budget (PGB) - in het kader van de uitvoering van: De Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) 2015, uitvoeringsbesluit Wmo 2015 en uitvoeringsregeling Wmo 2015 aan Wmo gerelateerde verordeningen en besluiten individuele voorzieningen Besluit maatschappelijke ondersteuning | ||
Het namens de regiogemeentes Bergeijk, Best, Bladel, Cranendonck, Eersel, Geldrop-Mierlo, Heeze-Leende, Nuenen, Oirschot, Reusel-De Mierden, Son en Breugel, Valkenswaard, Veldhoven en Waalre doen van onderzoek, het vragen en verstrekken van inlichtingen, opgaven, het nemen van besluiten - het toekennen, verstrekken, afwijzen, herzien, intrekken, beëindigen, terugvorderen (van de geldwaarde) van maatwerkvoorzieningen, zowel in natura als in de vorm van persoonsgebonden budget (PGB) - ten aanzien van de maatwerkvoorzieningen beschermd wonen op grond van: De Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) 2015, uitvoeringsbesluit Wmo 2015 en uitvoeringsregeling Wmo 2015 | ||
Complexe doelgroepen 18+ Regieteam Het t.b.v. complexe doelgroepen 18+ (geen jeugd) doen van onderzoek, het vragen en verstrekken van inlichtingen, opgaven, het nemen van besluiten, - het toekennen, verstrekken, afwijzen, herzien, intrekken, beëindigen, terugvorderen (van de geldwaarde) - van maatwerkvoorzieningen, zowel in natura als in de vorm van persoonsgebonden budget (PGB), en het nemen van besluiten tot toelating tot maatschappelijke of passanten opvang - in het kader van de uitvoering van: De Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) 2015, uitvoeringsbesluit Wmo 2015 en uitvoeringsregeling Wmo 2015 Wmo 2015 gerelateerde verordeningen en besluiten individuele voorzieningen Besluit maatschappelijke ondersteuning | Afdelingshoofd Regieteam (ook m.b.t. Niet Gecontracteerde Zorg (NGZ)) | |
Het afgeven van verklaringen als bedoeld in artikel 285 lid 1, onder f, van de Faillissementswet Het doen van onderzoek, het vragen en verstrekken van inlichtingen, opgaven, het nemen van besluiten - het toekennen, verstrekken, afwijzen, herzien, intrekken, beëindigen en terugvorderen - in het kader van de uitvoering van de: Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs) (aanvraag schuldregeling) het Bankreglement gemeente Eindhoven 2019: artikel 2.1 aanhef onder d , 2.2, artikel 4.1 lid 1, artikel 4.2 , artikel 4.6, artikel 4.10 lid 1, artikel 4.16, artikel 4.17, artikel 4.18, lid 1 en 3, artikel 4.19 lid 1 en 3, artikel 5.1 lid 6 en artikel 9.1 Participatiewet (alleen Bijzondere bijstand m.b.t. niet-actieve klanten | Afdelingshoofd Schulddienstverlening en Armoede Medewerker Schulddienstverlening (m.u.v. artikel 9.1 Bankreglement gemeente Eindhoven 2019) Medewerker Bijzondere Bijstand (uitsluitend m.b.t. Participatiewet) | |
Persoonlijke lening, doorlopende kredieten en/of borgstellingen Het doen van onderzoek, het vragen en verstrekken van inlichtingen/opgaven en het besluiten tot en verstrekken, afwijzen, herzien, intrekken, beëindigen en terugvorderen van Persoonlijke leningen, doorlopende kredieten en/of borgstellingen in het kader van de uitvoering van: | Afdelingshoofd Schulddienstverlening en Armoede | |
Het doen van onderzoek, het vragen en verstrekken van inlichtingen, opgaven, het nemen van besluiten met betrekking tot het regelen van en beëindigen van budgetbeheer, in het kader van de uitvoering van: | Afdelingshoofd Schulddienstverlening en Armoede | |
Het doen van onderzoek, het vragen en verstrekken van inlichtingen, opgaven, het nemen van besluiten - het toekennen, verstrekken, weigeren, herzien, wijzigen, opschorten, intrekken, beëindigen, verrekenen, terugvorderen, het treffen van betalingsregelingen - in het kader van de uitvoering van: Besluit bijstandsverlening zelfstandigen (Bbz) 2004 Wet Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (Ioaz) Verordening Sociaal Domein gemeente Eindhoven Nadere Regeling Sociaal Domein gemeente Eindhoven | Afdelingshoofden Inkomen (tot 50.000) | |
Participatie vergunninghouders Het t.b.v. vergunninghouders doen van onderzoek, het vragen en verstrekken van inlichtingen, opgaven, het nemen van besluiten - het toekennen, verlenen, weigeren, wijzigen, opschorten, intrekken, beëindigen, en maatregelen gericht op het voorkomen en bestrijden van oneigenlijk gebruik en misbruik van middelen - in het kader van de uitvoering van: Participatiewet c.a. (m.b.t. re-integratie artikelen) | ||
Algemene en bijzondere bijstand Het doen van onderzoek, het vragen en verstrekken van inlichtingen, opgaven, het nemen van besluiten - het toekennen, verlenen, weigeren, wijzigen, opschorten, intrekken, beëindigen, verrekenen, terugvorderen, het treffen van betalingsregelingen en maatregelen gericht op het voorkomen en bestrijden van oneigenlijk gebruik en misbruik van middelen - in het kader van de uitvoering van: Participatiewet c.a. (Collectieve zorgverzekering alleen m.b.t. actieve klanten, m.u.v. de re-integratie artikelen) Wet Werk en Bijstand (WWB) c.a. en aan de WWB gerelateerde verordeningen Verordening Sociaal Domein gemeente Eindhoven de Nadere Regeling Sociaal Domein gemeente Eindhoven de Wet Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ) de Wet Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW) | ||
Inkomensregelingen en kinderopvangtoeslag Het doen van onderzoek, het vragen en verstrekken van inlichtingen/opgaven en het nemen van besluiten in het kader van de uitvoering van de: Subsidieregeling Maatschappelijke Participatie en nadere regels Maatschappelijke Participatie met betrekking tot: Gratis openbaar vervoer minima Subsidieregeling aanvulling kinderopvangtoeslag Collectieve zorgverzekering m.b.t. niet-actieve klanten (PW) Individuele inkomenstoeslag (PW) | ||
Het doen van onderzoek, het vragen en verstrekken van inlichtingen/opgaven en het nemen van besluiten betrekking hebbend op het voorkomen en bestrijden van oneigenlijk gebruik en misbruik van middelen in het kader van de uitvoering van de: Verordening Sociaal Domein gemeente Eindhoven, Nadere Regeling Sociaal Domein gemeente Eindhoven Wet Werk en Bijstand (WWB) en aan de WWB gerelateerde verordeningen Besluit Bijstandsverlening Zelfstandigen (BBz) 2004) Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW) Wet Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ) Wet maatschappelijke opvang (Wmo) 2015, Uitvoeringsbesluit Wmo 2015, Uitvoeringsregeling Wmo 2015 Jeugdwet , Besluit Jeugdwet, regeling Jeugdwet Algemene wet bestuursrecht (Awb) Het doen van onderzoek, het vragen en verstrekken van inlichtingen/opgaven en het nemen van besluiten betrekking hebbend op boeteoplegging ingevolge: Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW) Wet Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ) | Managers Afdelingshoofden Handhaving (team leerplicht/team handhaving) |
Bevoegdheid tekenen van stukken
NB. Zie voor wijze van ondertekening mandaat: hoofdstuk 1, artikel 8 en
ondertekenen overeenkomsten: paragraaf 2.1 en 2.2.
Vertegenwoordigingsbevoegdheid
Het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester hebben, ieder voor zover het hun bevoegdheid betreft, besloten om aan te wijzen als ambtenaren belast met het toezicht op de naleving, bestrijding en voorkoming van misbruik en oneigenlijk gebruik van het bij of krachtens het bepaalde in de: -Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijke arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW); -Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ) | ||
Het college van burgemeester en wethouders hebben, ieder voor zover het hun bevoegdheid betreft, besloten om: -de directeur van de GGD Brabant Zuidoost aan te wijzen als toezichthouder, belast met het toezicht: op de naleving van de regels betreffende de kwaliteit kindercentra, gastouderopvang en gastouderbureaus zoals bedoeld in artikel 1.61, tweede lid van de Wet kinderopvang als bedoeld in artikelen 6.1 en 6.2 Wmo 2015, voor gevallen waartoe schriftelijk opdracht is gegeven. | ||
Het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester hebben, ieder voor zover het hun bevoegdheid betreft, besloten om aan te wijzen als ambtenaren belast met het toezicht ten aanzien van misbruik en oneigenlijk gebruik op grond van artikel 6.1 en 6.2 van de Wmo 2015. | ||
Het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester hebben, ieder voor zover het zijn bevoegdheid betreft, besloten om aan te wijzen als ambtenaren aan wie ingevolge artikel 11aa Besluit justitiële en strafvorderlijke gegevens kunnen worden verstrekt van personen ten aanzien van wie in het kader van een strafrechtelijke beslissing is bepaald dat zij in aanmerking komen voor een vorm van jeugdhulp of jeugdreclassering, als bedoeld in artikel 1.1 van de Jeugdwet. |
Sector Personeel & Organisatie (P&O)
De hieronder omschreven bevoegdheden moeten worden uitgeoefend met inachtneming van de algemene bepalingen als genoemd in Hoofdstuk 1.
Het aangaan van een stage-overeenkomst als bedoeld in artikel 1:2a CAR/EAR, alsmede het bieden van een werkervaringsovereenkomst als bedoeld in artikel 1:2b CAR/EAR. | ||
a. Aanstelling en indiensttreding als bedoeld in hoofdstuk 2 van de CAR/EAR met inachtneming van de volgende voorwaarden: - de uitkomsten van functiewaardering zijn formeel vastgesteld; b. Het samenstellen van selectie- en adviescommissies als bedoeld in artikel 2:2:1:4 CAR/EAR. c. Het voeren van correspondentie inzake sollicitaties waaronder het nemen van besluiten tot afwijzing van sollicitanten. d. Het toepassen van de artikelen 2:4 en 2:5 CAR/EAR, alsmede van artikel 2:4:1 CAR/EAR met betrekking tot aanstelling en arbeidsovereenkomst. e. Het toepassen van het eerste en tweede lid van artikel 2:1B lid 1 en 2 CAR/EAR. In geval van ondermandaat aan het sectorhoofd is het sectorhoofd voor zover het om andere werkzaamheden buiten de eigen sector gaat, bevoegd na akkoord van het betrokken sectorhoofd. f. Het nemen van beslissingen met betrekking tot de aanstellingsomvang als bedoeld in de artikelen 2:7 en 2:7a CAR/EAR en direct daarmee samenhangende besluiten. | ||
Het aangaan van stageovereenkomsten en vaststellen van de daarin genoemde stagevergoedingen binnen het aanwezige budget en rekening houdend met de geldende beleidsregels. | ||
Het toepassen van de navolgende bepalingen en regelingen: a. Het aanwijzen van ambtenaren om buiten het dagvenster arbeid te verrichten, als bedoeld in artikel 3:12 en 3:12:1:1 CAR/EAR; b. Regeling afbouwtoelage (artikel 3:16 CAR/EAR); c. Overwerkvergoeding (artikel 3:18); d. Toelage beschikbaarheidsdienst (artikel 3:13 CAR/EAR); e. Vergoeding BHV, EHBO en interventieteam (artikel 3:17 CAR/EAR) | Afdelingshoofden m.u.v. het toepassen van de Regeling afbouwtoelage (b.) | |
a. Het maken van afspraken over werktijden, verlof en planning van werkzaamheden, als bedoeld in artikel 4:2 lid 3 tot en met 11 CAR/EAR. b. Het opdragen van overwerk, wachtdienst, nachtarbeid en arbeid op zaterdag, zondag, de dag van de viering van de verjaardag van de koning en kerkelijke of nationale feest- of gedenkdagen (artikel 4:5:1:1 CAR/EAR). c. Het vaststellen van werktijden, als bedoeld in artikel 4:4, 4:5 en 4:6 CAR/EAR. d. Het toepassen van artikel 4:9 CAR/EAR inzake spaaruren. e. Het korten van ADV bij ziekte als bedoeld in artikel 5 van de Werktijden en ADV-regeling. | Afdelingshoofden voor onderdeel a., behoudens toepassing van artikel 4:2, lid 7 CAR/EAR | |
a. Het toekennen van de aanspraak op verlof, het toepassen van verjarings- en vervaltermijnen met betrekking tot verlof, het verlenen van vakantieverlof en het uitbetalen van niet genoten vakantie-uren als bedoeld in de artikelen 6:1 tot en met 6:2:7 CAR/EAR met uitzondering van de bepalingen waarin aangegeven is dat het college nadere regels kan stellen (6:2a lid 2, 6:2:1 lid 1 en 5 en 6:2:6 lid 1 CAR/EAR). b. Het verlenen van buitengewoon verlof als bedoeld in de artikelen 6:4 tot en met 6:4:3 CAR/EAR. c. Het verlenen van ouderschapsverlof, als bedoeld in de artikelen 6:5 t/m 6:5a:1:1 CAR/EAR en hoofdstuk 6.5 van de Wet arbeidsongeschiktheids verzekering zelfstandigen (Waz). d. Het verlenen van zwangerschaps- en bevallingsverlof en adoptie- en pleegzorgverlof als bedoeld in de artikelen 6:7 en 6:8 CAR/EAR. e. Het toepassen van artikel 6:9 en 6:10 CAR/EAR, behoudens het stellen van nadere regels ten behoeve van het indienen van het verzoek tot onbetaald verlof. f. Het toepassen van artikel 6:11 CAR/EAR, inzake het besluit om het verlof van de ambtenaar die volledig onbetaald verlof geniet en langer dan 14 dagen ziek is, in schrijnende gevallen te beëindigen. g. Het toepassen van artikel 6a:3 lid 1 en 2, 6a:4, 6a:8 en 6a:9 CAR/EAR inzake de levensloopregeling. | ||
a. Het doen instellen van een geneeskundig onderzoek als bedoeld in artikel 7:2:5 CAR/EAR alsmede in artikel 7:12 CAR/EAR. b. Het verzoeken om maatregelen of voorzieningen te treffen als bedoeld in artikel 7:2:7 CAR/EAR. c. Het vaststellen van de hoogte van de aanspraak op bezoldiging bij ziekte als bedoeld in artikel 7:3, 7:4, 7:8:1:1, 7:8:2:1, 7:18:1 t/m 7:23 en 7:26 t/m 7:28a CAR/EAR. d. Het treffen van maatregelen en geven van voorschriften als bedoeld in de leden 1 t/m 3 van artikel 7:9 CAR/EAR. e. Het doen van een verzoek om informatie bij ziekte als bedoeld in artikel 7:10 CAR/EAR. f. Het al dan niet verlenen van toestemming tot het verrichten van arbeid voor zichzelf of voor derden als bedoeld in artikel 7:13:2, sub f, CAR/EAR. g. Het opdragen van passende arbeid als bedoeld in artikel 7:16 CAR/EAR. h. Het verlenen van toestemming om de betrekking na ziekte weer te vervullen als bedoeld in het derde lid van artikel 7:17 CAR/EAR. | ||
a. Het geven van toestemming tot persoonlijk gebruik als bedoeld in artikel 15:1b CAR/EAR. b. Het afdoen van verzoeken om een vergoeding van schade aan privé kleding en uitrusting wegens een dienstongeval, indien het te vergoeden bedrag niet meer bedraagt dan € 250,-. | ||
a. Het op- en vaststellen van persoonlijke opleidingsplannen en opleidingsplannen op sectorniveau. b. Het vaststellen van de hoogte van de vergoeding van opleidingskosten als bedoeld in het derde lid van artikel 17:4:2:1 CAR/EAR. c. Het ontheffen van de ambtenaar van de verplichting tot terugbetaling van een studiekostenvergoeding, als bedoeld in artikel 17:4:3:1lid 3 CAR/EAR. d. Het toekennen van verlof als bedoeld in artikel 17:4:4:1 CAR/EAR. e. Het bepalen van de termijn voor opleidingsfaciliteiten alsmede de verlenging daarvan (artikel 17:4:5:1 CAR/EAR). f. Het intrekken van verleende studiefaciliteiten, als bedoeld in artikel 17:4:6:1 CAR/EAR en opvragen van de gegevens als bedoeld in het tweede lid van artikel 17:1:7:1 en in artikel 17:4:7:1 CAR/EAR. | ||
De uitoefening van de bevoegdheden in deze tabel is toegestaan voor zover deze geen betrekking heeft op de functie van sectorhoofd, respectievelijk, als sprake is van ondermandaat aan het afdelingshoofd, voor zover deze geen betrekking heeft op de functie van afdelingshoofd. |
Bevoegdheid tekenen van stukken
Er zijn geen specifieke bevoegdheden voor de sector P&O.
NB. Zie voor wijze van ondertekening mandaat: hoofdstuk 1, artikel 8 en ondertekenen overeenkomsten:
Vertegenwoordigingsbevoegdheid
Er zijn geen specifieke aanwijzingen voor de sector P&O.
Sector Programma- en Gebiedsmanagement (PGM)
De hieronder omschreven bevoegdheden moeten worden uitgeoefend met inachtneming van de algemene bepalingen als genoemd in Hoofdstuk 1.
Het aanschaffen van roerende zaken, met uitzondering van:
| ||
Het sluiten van overeenkomsten met betrekking tot het verlenen van diensten, zowel aan als door derden, waaronder begrepen in voorkomende gevallen de verwerkersovereenkomst als bedoeld in arikel 28, derde lid, van de AlgemeneV Verordening Gegevensbeschermig, met uitzondering van onderhoud op het gebied van hardware, software, repro, tele- en datacommunicatie alsmede voor dienstverleningsovereenkomsten met betrekking tot vastgoed voor alle sectoren. | ||
Het voeren van correspondentie ten geleide van stukken welke aan het college ter uitreiking zijn toegezonden en betreffende het doorzenden aan de bevoegde instantie van ingekomen stukken, waarvan de afdoening niet behoort tot de bevoegdheid van het college. | ||
Het aanvragen van vergunningen, ontheffingen, vrijstellingen of toestemmingen. | ||
Het uitvoeren van de artikelen12 tot en met 21 en 77 van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG). | ||
Het uitvoeren van hoofdstuk III (informatie op verzoek) van de Wet openbaarheid van bestuur, alsmede het geven van een zienswijze als (een bestuursorgaan van) de gemeente hiertoe op grond van artikel 6 van de Wet openbaarheid van bestuur wordt uitgenodigd. | ||
Het opleggen van een last onder bestuursdwang, en het opleggen van een last onder dwangsom en het opleggen van een bestuurlijke boete als bedoeld in artikel 125 van de Gemeentewet, titel 5.3 en 5.4 van de Algemene wet bestuursrecht of specifieke regelgeving in die gevallen waarin het college of de burgemeester mandaat heeft verleend voor de uitvoering van wetten, verordeningen of andere regelingen van rijks-, provinciale en gemeentelijke wetgevers of bestuursorganen tenzij bij de verlening van het desbetreffende mandaat expliciet anders is bepaald. | ||
Het inwinnen van rechtskundige adviezen en het geven van opdrachten aan advocaten en procureurs ter zake van het voeren van gerechtelijke procedures voor de gemeente Eindhoven. | ||
Het uitvoeren van de Verordening Samenspraak en Inspraak gemeente Eindhoven 2008, met uitzondering van artikel 3, derde lid en artikel 6, tweede, derde, vijfde en zesde lid; een besluit ingevolge artikel 2, eerste lid, dat inhoudt dat geen samenspraakproces plaatsvindt, mag de gemandateerde slechts nemen, na instemming van de betrokken portefeuillehouder(s). | ||
Het verstrekken van legitimatiebewijzen aan medewerkers van de sector die zijn aangewezen als toezichthouder en in die hoedanigheid een legitimatiebewijs nodig hebben. | ||
| ||
Het aanvragen van rijksbijdragen en andere (Europese) subsidies waarop de gemeente aanspraak kan maken die bijdragen aan de realisatie van gemeentelijke (raads)programma’s en activiteiten en hetgeen verder nodig is om deze bijdragen te verkrijgen. | ||
Het uitvoeren van Hoofdstuk 4, afdeling 4.1.3 van de Algemene wet bestuursrecht in die gevallen waarin dit samenhangt met besluiten waarvoor aan de betrokken functionaris mandaat is verleend. | ||
Het aangaan van een stage-overeenkomst als bedoeld in artikel 1:2a CAR/EAR, alsmede het bieden van een werkervaringsovereenkomst als bedoeld in artikel 1:2b CAR/EAR. | ||
a. Aanstelling en indiensttreding als bedoeld in hoofdstuk 2 van de CAR/EAR met inachtneming van de volgende voorwaarden: - de uitkomsten van functiewaardering zijn formeel vastgesteld; b. Het samenstellen van selectie- en adviescommissies als bedoeld in artikel 2:2:1:4 CAR/EAR. c. Het voeren van correspondentie inzake sollicitaties waaronder het nemen van besluiten tot afwijzing van sollicitanten. d. Het toepassen van de artikelen 2:4 en 2:5 CAR/EAR, alsmede van artikel 2:4:1 CAR/EAR met betrekking tot aanstelling en arbeidsovereenkomst. e. Het toepassen van het eerste en tweede lid van artikel 2:1B lid 1 en 2 CAR/EAR. In geval van ondermandaat aan het sectorhoofd is het sectorhoofd voor zover het om andere werkzaamheden buiten de eigen sector gaat, bevoegd na akkoord van het betrokken sectorhoofd. f. Het nemen van beslissingen met betrekking tot de aanstellingsomvang als bedoeld in de artikelen 2:7 en 2:7a CAR/EAR en direct daarmee samenhangende besluiten. | ||
Het aangaan van stageovereenkomsten en vaststellen van de daarin genoemde stagevergoedingen binnen het aanwezige budget en rekening houdend met de geldende beleidsregels. | ||
Het toepassen van de navolgende bepalingen en regelingen: a. Het aanwijzen van ambtenaren om buiten het dagvenster arbeid te verrichten, als bedoeld in artikel 3:12 en 3:12:1:1 CAR/EAR; b. Regeling afbouwtoelage (artikel 3:16 CAR/EAR); c. Overwerkvergoeding (artikel 3:18); d. Toelage beschikbaarheidsdienst (artikel 3:13 CAR/EAR); e. Vergoeding BHV, EHBO en interventieteam (artikel 3:17 CAR/EAR) | Afdelingshoofden m.u.v. het toepassen van de Regeling afbouwtoelage (b.) | |
a. Het maken van afspraken over werktijden, verlof en planning van werkzaamheden, als bedoeld in artikel 4:2 lid 3 tot en met 11 CAR/EAR. b. Het opdragen van overwerk, wachtdienst, nachtarbeid en arbeid op zaterdag, zondag, de dag van de viering van de verjaardag van de koning en kerkelijke of nationale feest- of gedenkdagen (artikel 4:5:1:1 CAR/EAR). c. Het vaststellen van werktijden, als bedoeld in artikel 4:4, 4:5 en 4:6 CAR/EAR. d. Het toepassen van artikel 4:9 CAR/EAR inzake spaaruren. e. Het korten van ADV bij ziekte als bedoeld in artikel 5 van de Werktijden en ADV-regeling. | Afdelingshoofden voor onderdeel a., behoudens toepassing van artikel 4:2, lid 7 CAR/EAR | |
a. Het toekennen van de aanspraak op verlof, het toepassen van verjarings- en vervaltermijnen met betrekking tot verlof, het verlenen van vakantieverlof en het uitbetalen van niet genoten vakantie-uren als bedoeld in de artikelen 6:1 tot en met 6:2:7 CAR/EAR met uitzondering van de bepalingen waarin aangegeven is dat het college nadere regels kan stellen (6:2a lid 2, 6:2:1 lid 1 en 5 en 6:2:6 lid 1 CAR/EAR). b. Het verlenen van buitengewoon verlof als bedoeld in de artikelen 6:4 tot en met 6:4:3 CAR/EAR. c. Het verlenen van ouderschapsverlof, als bedoeld in de artikelen 6:5 t/m 6:5a:1:1 CAR/EAR en hoofdstuk 6.5 van de Wet arbeidsongeschiktheids verzekering zelfstandigen (Waz). d. Het verlenen van zwangerschaps- en bevallingsverlof en adoptie- en pleegzorgverlof als bedoeld in de artikelen 6:7 en 6:8 CAR/EAR. e. Het toepassen van artikel 6:9 en 6:10 CAR/EAR, behoudens het stellen van nadere regels ten behoeve van het indienen van het verzoek tot onbetaald verlof. f. Het toepassen van artikel 6:11 CAR/EAR, inzake het besluit om het verlof van de ambtenaar die volledig onbetaald verlof geniet en langer dan 14 dagen ziek is, in schrijnende gevallen te beëindigen. g. Het toepassen van artikel 6a:3 lid 1 en 2, 6a:4, 6a:8 en 6a:9 CAR/EAR inzake de levensloopregeling. | ||
a. Het doen instellen van een geneeskundig onderzoek als bedoeld in artikel 7:2:5 CAR/EAR alsmede in artikel 7:12 CAR/EAR. b. Het verzoeken om maatregelen of voorzieningen te treffen als bedoeld in artikel 7:2:7 CAR/EAR. c. Het vaststellen van de hoogte van de aanspraak op bezoldiging bij ziekte als bedoeld in artikel 7:3, 7:4, 7:8:1:1, 7:8:2:1, 7:18:1 t/m 7:23 en 7:26 t/m 7:28a CAR/EAR. d. Het treffen van maatregelen en geven van voorschriften als bedoeld in de leden 1 t/m 3 van artikel 7:9 CAR/EAR. e. Het doen van een verzoek om informatie bij ziekte als bedoeld in artikel 7:10 CAR/EAR. f. Het al dan niet verlenen van toestemming tot het verrichten van arbeid voor zichzelf of voor derden als bedoeld in artikel 7:13:2, sub f, CAR/EAR. g. Het opdragen van passende arbeid als bedoeld in artikel 7:16 CAR/EAR. h. Het verlenen van toestemming om de betrekking na ziekte weer te vervullen als bedoeld in het derde lid van artikel 7:17 CAR/EAR. | ||
a. Het geven van toestemming tot persoonlijk gebruik als bedoeld in artikel 15:1b CAR/EAR. b. Het afdoen van verzoeken om een vergoeding van schade aan privé kleding en uitrusting wegens een dienstongeval, indien het te vergoeden bedrag niet meer bedraagt dan € 250,-. | ||
a. Het op- en vaststellen van persoonlijke opleidingsplannen en opleidingsplannen op sectorniveau. b. Het vaststellen van de hoogte van de vergoeding van opleidingskosten als bedoeld in het derde lid van artikel 17:4:2:1 CAR/EAR. c. Het ontheffen van de ambtenaar van de verplichting tot terugbetaling van een studiekostenvergoeding, als bedoeld in artikel 17:4:3:1lid 3 CAR/EAR. d. Het toekennen van verlof als bedoeld in artikel 17:4:4:1 CAR/EAR. e. Het bepalen van de termijn voor opleidingsfaciliteiten alsmede de verlenging daarvan (artikel 17:4:5:1 CAR/EAR). f. Het intrekken van verleende studiefaciliteiten, als bedoeld in artikel 17:4:6:1 CAR/EAR en opvragen van de gegevens als bedoeld in het tweede lid van artikel 17:1:7:1 en in artikel 17:4:7:1 CAR/EAR. | ||
De uitoefening van de bevoegdheden in deze tabel is toegestaan voor zover deze geen betrekking heeft op de functie van sectorhoofd, respectievelijk, als sprake is van ondermandaat aan het afdelingshoofd, voor zover deze geen betrekking heeft op de functie van afdelingshoofd. | ||
Het sluiten van anterieure overeenkomsten, met uitzondering van intentieovereenkomsten en samenwerkingsovereenkomsten, op grond van artikel 6.24 van de Wet ruimtelijke ordening; een besluit op grond van dit mandaat wordt slechts genomen na instemming van de portefeuillehouder. | Programmaleiders en gebiedsmanagers voor zover binnen de opdracht | |
Het sluiten van overeenkomsten met betrekking tot het verlenen van diensten, zowel aan als door derden, met betrekking tot vastgoed. | Programmaleiders en gebiedsmanagers voor zover binnen de opdracht | |
Het aankopen van opstallen met bijbehorende gronden tot een bedrag van € 500.000,- en bij hogere bedragen tot €1.500.000,- slechts nadat hiervoor de instemming van de portefeuillehouder is verkregen; e.e.a. voor zover de aankoopsom de getaxeerde waarde niet overschrijdt. | Programmaleidersen gebiedsmanagers voor zover binnen de opdracht | |
Het verkopen van opstallen met bijbehorende gronden, niet behorend tot de handelsportefeuille, met een koopsom die maximaal tot 10% afwijkt van de taxatiewaarde. | Programmaleiders en gebiedsmanagers voor zover binnen de opdracht | |
Het huren van opstallen met bijbehorende gronden voor zover het college heeft besloten tot de noodzaak daartoe voor het faciliteren van maatschappelijke functies of voor het uitoefenen van aan de organisatie opgedragen taken. | Programmaleiders en gebiedsmanagers voor zover binnen de opdracht | |
Het verhuren van (een deel van) een opstal met bijbehorende grond: voor minimaal 90% van de getaxeerde huurwaarde dan wel het door het college vastgestelde verhuurprijsbeleid. | Programmaleiders en gebiedsmanagers voor zover binnen de opdracht | |
Het in gebruik geven van een opstal met bijbehorende grond die tijdelijk in beheer is gegeven aan de sector onder voorwaarde dat: - er een bruikleencontract ten grondslag ligt aan de ingebruikgeving en - het contract minimaal een eindtermijn bevat die de voorgenomen planning voor het realiseren van de eindbestemming niet in de weg staat en - contractueel is vastgelegd dat de huurders- /gebruikerslasten voor rekening van de gebruiker zijn. | Programmaleiders en gebiedsmanagers voor zover binnen de opdracht | |
Het beheren van de vastgoedportefeuille, waar onder begrepen: - het beëindigen van huur, verhuur- en gebruikscontracten, - het aangaan van procedures om panden huur- en gebruikersvrij te krijgen, - het sluiten van overeenkomsten met betrekking tot werken - het aangaan van procedures wegens huurschulden, - het toepassen van anti-kraak - het verlenen, verkrijgen, vestigen en beëindigen van zakelijke rechten, niet zijnde het erfpachtrecht. | Programmaleiders en gebiedsmanagers voor zover binnen de opdracht | |
Programmaleiders en gebiedsmanagers voor zover binnen de opdracht | ||
Het beëindigen en opzeggen van overeenkomsten van verhuur of ingebruikgeving om niet van gronden. | Programmaleiders en gebiedsmanagers voor zover binnen de opdracht | |
Het verlenen, verkrijgen, vestigen en beëindigen van zakelijke rechten, niet zijnde het erfpachtrecht, voor zover de realisering van een door de raad vastgestelde bestemming niet wordt geschaad. | Programmaleiders en gebiedsmanagers voor zover binnen de opdracht | |
Het ruilen van onroerende zaken mits de te verwerven en de te vervreemden zaak ieder afzonderlijk voldoen aan de voorwaarden met betrekking tot koop en verkoop, zoals die in dit besluit zijn opgenomen. | Programmaleiders en gebiedsmanagers voor zover binnen de opdracht | |
Het verkopen van gronden op voorwaarde, dat: de verkoop geschiedt ter realisering van een vastgesteld bestemmingsplan, dan wel op grond van een verleende ontheffing daarvan of een omgevingsvergunning; als verkoopprijs de geldende marktprijs wordt gehanteerd dan wel de prijs welke gebaseerd is op het vastgestelde grondprijsbeleid; bij verkoop ter afronding van een eigendomssituatie voldaan wordt aan de kaders zoals vastgesteld in het ‘Beleid overdraagbaarheid groen”. | Programmaleiders en gebiedsmanagers voor zover binnen de opdracht | |
Het sluiten van reserveringsovereenkomsten betreffende het verkopen van gronden mits wordt voldaan aan de voorwaarden met betrekking tot verkoop zoals in dit mandaatbesluit onder 12.13 opgenomen. | Programmaleiders en gebiedsmanagers voor zover binnen de opdracht | |
Het in erfpacht uitgeven van gronden voor zover: a. wordt voldaan aan de eisen zoals die onder 12.13 aan het verkopen van gronden worden gesteld; b. de erfpachtcanon gebaseerd is op het vastgestelde Grondprijsbeleid. | Programmaleiders en gebiedsmanagers voor zover binnen de opdracht | |
Het al dan niet tijdelijk verhuren van gronden voor zover: a. het beoogde gebruik in overeenstemming is met de daaraan gegeven bestemming; b. de huurprijs niet minder is dan 90% van de getaxeerde huurwaarde dan wel de vastgestelde huurprijzen worden gehanteerd; c. de realisering van de definitieve bestemming niet in de weg staat. | Programmaleiders en gebiedsmanagers voor zover binnen de opdracht | |
Het beëindigen en opzeggen van overeenkomsten van verhuur of ingebruikgeving om niet van gronden. | Programmaleiders en gebiedsmanagers voor zover binnen de opdracht | |
In afwachting van de realisering van de definitieve bestemming in gebruik geven van gronden om niet voor zover: het niet zakelijke functies betreft; er geen sprake is van indirecte subsidiëring aan instellingen/ organisaties; de oppervlakte niet groter is dan 1.000 m2; verkoop/verhuur niet in de rede ligt; de uitgifte om niet in het belang is van een effectief beheer. | Programmaleiders en gebiedsmanagers voor zover binnen de opdracht | |
Het bij wanprestatie in gebreke stellen in het kader van reservering, aankoop, verkoop, uitgifte in erfpacht, in gebruikgeving en verhuur van grond. | Programmaleiders en gebiedsmanagers voor zover binnen de opdracht | |
Nemen van besluiten op grond van artikel 4, tweede lid van het Reglement Bomencompensatie | Programmaleiders en gebiedsmanagers voor zover binnen de opdracht | |
In afwachting van de realisering van de definitieve bestemming in gebruik geven van gronden om niet voor zover: het niet zakelijke functies betreft; er geen sprake is van indirecte subsidiëring aan instellingen/ organisaties; de oppervlakte niet groter is dan 1.000 m2; verkoop/verhuur niet in de rede ligt; de uitgifte om niet in het belang is van een effectief beheer. | Programmaleiders en gebiedsmanagers voor zover binnen de opdracht | |
Het bij wanprestatie in gebreke stellen in het kader van reservering, aankoop, verkoop, uitgifte in erfpacht, in gebruikgeving en verhuur van grond. | Programmaleiders en gebiedsmanagers voor zover binnen de opdracht | |
Het uitvoeren van de artikelen 119, 133, en 181 van de Wet op het primair onderwijs. | Programmaleiders en gebiedsmanagers voor zover binnen de opdracht | |
Het uitvoeren van de artikelen 116, 127 en 167 van de Wet op de expertisecentra. | Programmaleiders en gebiedsmanagers voor zover binnen de opdracht | |
Het uitvoeren van artikel 96c1 van de Wet op het voortgezet onderwijs. | Programmaleiders en gebiedsmanagers voor zover binnen de opdracht | |
Het uitvoeren van het Besluit oude eigendomsscholen en huurscholen WBO. | Programmaleiders en gebiedsmanagers voor zover binnen de opdracht | |
Programmaleiders en gebiedsmanagers voor zover binnen de opdracht | ||
Het vaststellen en het innen van de te ontvangen vergoedingen bij medegebruik en bruikleensituaties. | Programmaleiders en gebiedsmanagers voor zover binnen de opdracht | |
Het beslissen op verzoeken van schoolbesturen van bijzondere scholen om beschikbaarstelling van (voorschotten op) de vergoeding, bedoeld in artikel E 35 van de Overgangswet WBO en artikel E 24 van de Overgangswet ISOVSO. | Programmaleiders en gebiedsmanagers voor zover binnen de opdracht | |
Het (jaarlijks) opstellen en (doen) uitvoeren van een plan voor het onderhoud van de gemeentelijke schoolgebouwen. | Programmaleiders en gebiedsmanagers voor zover binnen de opdracht | |
Het in het kader van de uitvoering van projecten, bedoeld in de artikelen 103, 104 en 105 van de Wet op het primair onderwijs en de artikelen 101, 102 en 103 van de Wet op de expertisecentra beslissen over: de goedkeuring van schetsplannen en definitieve bouwplannen; de goedkeuring van begrotingen van kosten voor de bouw en de eerste inrichting; de keuze van de aannemers en de installateurs; de aanbesteding en de gunning van de bouw of onderdelen daarvan; de goedkeuring van meer of minderwerk; de besteding van de in de goedgekeurde kostenbegrotingen opgenomen stelposten; ten aanzien van de onderwijswetgeving: het beschikbaar stellen van gelden. | Programmaleiders en gebiedsmanagers voor zover binnen de opdracht | |
Het aangaan van overeenkomsten voor het in eigendom overdragen en grond en/of gebouwen op grond van: artikel 103, lid 1 Wet op het primair onderwijs, | Programmaleiders en gebiedsmanagers voor zover binnen de opdracht | |
Het aangaan van overeenkomsten tot eigendomsoverdracht bij einde van het onderwijsgebruik op grond van: artikel 110, lid 4 Wet op het primair onderwijs, | Programmaleiders en gebiedsmanagers voor zover binnen de opdracht | |
Programmaleiders en gebiedsmanagers voor zover binnen de opdracht | ||
Het beslissen op verzoeken voor groepsvervoer naar gymnastieklokalen, dependances, gebouwen voor tijdelijke huisvesting en dergelijke, onder de voorwaarde dat deze bevoegdheid wordt uitgeoefend met inachtneming van de gedragslijn, dat groepsvervoer is toegestaan voor zover het vervoer, gelet op de te overbruggen afstand redelijk moet worden geacht, waarbij in beginsel wordt uitgegaan van een afstand van plus minus 500 meter, zulks afhankelijk van de verkeerssituatie ter plaatse. | Programmaleiders en gebiedsmanagers voor zover binnen de opdracht | |
Het beslissen op verzoeken van schoolbesturen om vergoeding van de kosten, voortvloeiende uit het bedoelde groepsvervoer, onder de voorwaarde, dat deze bevoegdheden worden uitgeoefend met inachtneming van de gedragslijn, dat vergoeding van buskosten uitsluitend plaatsvindt in geval kan worden geconcludeerd, dat dit vervoer op de minst kostbare wijze wordt/zal worden uitgevoerd. | Programmaleiders en gebiedsmanagers voor zover binnen de opdracht | |
Het nemen van onttrekkingsbesluiten die voortkomen uit de voorziening behorende bij de Regeling Groencompensatiefonds | Programmaleiders en gebieds-managers voor zover binnen de opdracht |
Bevoegdheid tekenen van stukken
Vertegenwoordigingsbevoegdheid
Er zijn geen specifieke aanwijzingen voor de sector PGM.
Sector Publiekscontacten (Puco)
De hieronder omschreven bevoegdheden moeten worden uitgeoefend met inachtneming van de algemene bepalingen als genoemd in Hoofdstuk 1.
Het aanschaffen van roerende zaken, met uitzondering van:
| ||
Het sluiten van overeenkomsten met betrekking tot het verlenen van diensten, zowel aan als door derden, waaronder begrepen in voorkomende gevallen de verwerkersovereenkomst als bedoeld in artikel 28, derde lid, van de Algemene Verordening Gegevensbescherming en met uitzondering van onderhoud op het gebied van hardware, software, repro, tele- en datacommunicatie alsmede voor dienstverleningsovereenkomsten met betrekking tot vastgoed voor alle sectoren. | ||
Het voeren van correspondentie ten geleide van stukken welke aan het college ter uitreiking zijn toegezonden en betreffende het doorzenden aan de bevoegde instantie van ingekomen stukken, waarvan de afdoening niet behoort tot de bevoegdheid van het college. | ||
Het aanvragen van vergunningen, ontheffingen, vrijstellingen of toestemmingen. | ||
Het uitvoeren van de artikelen 12 tot en met 21 en 77 van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG). | ||
Het uitvoeren van hoofdstuk III (informatie op verzoek) van de Wet openbaarheid van bestuur, alsmede het geven van een zienswijze als (een bestuursorgaan van) de gemeente hiertoe op grond van artikel 6 van de Wet openbaarheid van bestuur wordt uitgenodigd. | ||
Het opleggen van een last onder bestuursdwang, en het opleggen van een last onder dwangsom en het opleggen van een bestuurlijke boete als bedoeld in artikel 125 van de Gemeentewet, titel 5.3 en 5.4 van de Algemene wet bestuursrecht of specifieke regelgeving in die gevallen waarin het college of de burgemeester mandaat heeft verleend voor de uitvoering van wetten, verordeningen of andere regelingen van rijks-, provinciale en gemeentelijke wetgevers of bestuursorganen tenzij bij de verlening van het desbetreffende mandaat expliciet anders is bepaald. | Afdelingshoofd Balie en Ontvangst Teamleiders Balie en Ontvangst | |
Het inwinnen van rechtskundige adviezen en het geven van opdrachten aan advocaten en procureurs ter zake van het voeren van gerechtelijke procedures voor de gemeente Eindhoven. | ||
Het uitvoeren van de Verordening Samenspraak en Inspraak gemeente Eindhoven 2008, met uitzondering van artikel 3, derde lid en artikel 6, tweede, derde, vijfde en zesde lid; een besluit ingevolge artikel 2, eerste lid, dat inhoudt dat geen samenspraakproces plaatsvindt, mag de gemandateerde slechts nemen, na instemming van de betrokken portefeuillehouder(s). | ||
Het verstrekken van legitimatiebewijzen aan medewerkers van de sector die zijn aangewezen als toezichthouder en in die hoedanigheid een legitimatiebewijs nodig hebben. | ||
| ||
Het aanvragen van rijksbijdragen en andere (Europese) subsidies waarop de gemeente aanspraak kan maken die bijdragen aan de realisatie van gemeentelijke (raads)programma’s en activiteiten en hetgeen verder nodig is om deze bijdragen te verkrijgen. | ||
Het uitvoeren van Hoofdstuk 4, afdeling 4.1.3 van de Algemene wet bestuursrecht in die gevallen waarin dit samenhangt met besluiten waarvoor aan de betrokken functionaris mandaat is verleend. | ||
Het aangaan van een stage-overeenkomst als bedoeld in artikel 1:2a CAR/EAR, alsmede het bieden van een werkervaringsovereenkomst als bedoeld in artikel 1:2b CAR/EAR. | ||
a. Aanstelling en indiensttreding als bedoeld in hoofdstuk 2 van de CAR/EAR met inachtneming van de volgende voorwaarden: - de uitkomsten van functiewaardering zijn formeel vastgesteld; b. Het samenstellen van selectie- en adviescommissies als bedoeld in artikel 2:2:1:4 CAR/EAR. c. Het voeren van correspondentie inzake sollicitaties waaronder het nemen van besluiten tot afwijzing van sollicitanten. d. Het toepassen van de artikelen 2:4 en 2:5 CAR/EAR, alsmede van artikel 2:4:1 CAR/EAR met betrekking tot aanstelling en arbeidsovereenkomst. e. Het toepassen van het eerste en tweede lid van artikel 2:1B lid 1 en 2 CAR/EAR. In geval van ondermandaat aan het sectorhoofd is het sectorhoofd voor zover het om andere werkzaamheden buiten de eigen sector gaat, bevoegd na akkoord van het betrokken sectorhoofd. f. Het nemen van beslissingen met betrekking tot de aanstellingsomvang als bedoeld in de artikelen 2:7 en 2:7a CAR/EAR en direct daarmee samenhangende besluiten. | ||
Het aangaan van stageovereenkomsten en vaststellen van de daarin genoemde stagevergoedingen binnen het aanwezige budget en rekening houdend met de geldende beleidsregels. | ||
Het toepassen van de navolgende bepalingen en regelingen: a. Het aanwijzen van ambtenaren om buiten het dagvenster arbeid te verrichten, als bedoeld in artikel 3:12 en 3:12:1:1 CAR/EAR; b. Regeling afbouwtoelage (artikel 3:16 CAR/EAR); c. Overwerkvergoeding (artikel 3:18); d. Toelage beschikbaarheidsdienst (artikel 3:13 CAR/EAR); e. Vergoeding BHV, EHBO en interventieteam (artikel 3:17 CAR/EAR) | Afdelingshoofden m.u.v. het toepassen van de Regeling afbouwtoelage (b.) | |
a. Het maken van afspraken over werktijden, verlof en planning van werkzaamheden, als bedoeld in artikel 4:2 lid 3 tot en met 11 CAR/EAR. b. Het opdragen van overwerk, wachtdienst, nachtarbeid en arbeid op zaterdag, zondag, de dag van de viering van de verjaardag van de koning en kerkelijke of nationale feest- of gedenkdagen (artikel 4:5:1:1 CAR/EAR). c. Het vaststellen van werktijden, als bedoeld in artikel 4:4, 4:5 en 4:6 CAR/EAR. d. Het toepassen van artikel 4:9 CAR/EAR inzake spaaruren. e. Het korten van ADV bij ziekte als bedoeld in artikel 5 van de Werktijden en ADV-regeling. | Afdelingshoofden voor onderdeel a., behoudens toepassing van artikel 4:2, lid 7 CAR/EAR | |
a. Het toekennen van de aanspraak op verlof, het toepassen van verjarings- en vervaltermijnen met betrekking tot verlof, het verlenen van vakantieverlof en het uitbetalen van niet genoten vakantie-uren als bedoeld in de artikelen 6:1 tot en met 6:2:7 CAR/EAR met uitzondering van de bepalingen waarin aangegeven is dat het college nadere regels kan stellen (6:2a lid 2, 6:2:1 lid 1 en 5 en 6:2:6 lid 1 CAR/EAR). b. Het verlenen van buitengewoon verlof als bedoeld in de artikelen 6:4 tot en met 6:4:3 CAR/EAR. c. Het verlenen van ouderschapsverlof, als bedoeld in de artikelen 6:5 t/m 6:5a:1:1 CAR/EAR en hoofdstuk 6.5 van de Wet arbeidsongeschiktheids verzekering zelfstandigen (Waz). d. Het verlenen van zwangerschaps- en bevallingsverlof en adoptie- en pleegzorgverlof als bedoeld in de artikelen 6:7 en 6:8 CAR/EAR. e. Het toepassen van artikel 6:9 en 6:10 CAR/EAR, behoudens het stellen van nadere regels ten behoeve van het indienen van het verzoek tot onbetaald verlof. f. Het toepassen van artikel 6:11 CAR/EAR, inzake het besluit om het verlof van de ambtenaar die volledig onbetaald verlof geniet en langer dan 14 dagen ziek is, in schrijnende gevallen te beëindigen. g. Het toepassen van artikel 6a:3 lid 1 en 2, 6a:4, 6a:8 en 6a:9 CAR/EAR inzake de levensloopregeling. | ||
a. Het doen instellen van een geneeskundig onderzoek als bedoeld in artikel 7:2:5 CAR/EAR alsmede in artikel 7:12 CAR/EAR. b. Het verzoeken om maatregelen of voorzieningen te treffen als bedoeld in artikel 7:2:7 CAR/EAR. c. Het vaststellen van de hoogte van de aanspraak op bezoldiging bij ziekte als bedoeld in artikel 7:3, 7:4, 7:8:1:1, 7:8:2:1, 7:18:1 t/m 7:23 en 7:26 t/m 7:28a CAR/EAR. d. Het treffen van maatregelen en geven van voorschriften als bedoeld in de leden 1 t/m 3 van artikel 7:9 CAR/EAR. e. Het doen van een verzoek om informatie bij ziekte als bedoeld in artikel 7:10 CAR/EAR. f. Het al dan niet verlenen van toestemming tot het verrichten van arbeid voor zichzelf of voor derden als bedoeld in artikel 7:13:2, sub f, CAR/EAR. g. Het opdragen van passende arbeid als bedoeld in artikel 7:16 CAR/EAR. h. Het verlenen van toestemming om de betrekking na ziekte weer te vervullen als bedoeld in het derde lid van artikel 7:17 CAR/EAR. | ||
a. Het geven van toestemming tot persoonlijk gebruik als bedoeld in artikel 15:1b CAR/EAR. b. Het afdoen van verzoeken om een vergoeding van schade aan privé kleding en uitrusting wegens een dienstongeval, indien het te vergoeden bedrag niet meer bedraagt dan € 250,-. | ||
a. Het op- en vaststellen van persoonlijke opleidingsplannen en opleidingsplannen op sectorniveau. b. Het vaststellen van de hoogte van de vergoeding van opleidingskosten als bedoeld in het derde lid van artikel 17:4:2:1 CAR/EAR. c. Het ontheffen van de ambtenaar van de verplichting tot terugbetaling van een studiekostenvergoeding, als bedoeld in artikel 17:4:3:1lid 3 CAR/EAR. d. Het toekennen van verlof als bedoeld in artikel 17:4:4:1 CAR/EAR. e. Het bepalen van de termijn voor opleidingsfaciliteiten alsmede de verlenging daarvan (artikel 17:4:5:1 CAR/EAR). f. Het intrekken van verleende studiefaciliteiten, als bedoeld in artikel 17:4:6:1 CAR/EAR en opvragen van de gegevens als bedoeld in het tweede lid van artikel 17:1:7:1 en in artikel 17:4:7:1 CAR/EAR. | ||
De uitoefening van de bevoegdheden in deze tabel is toegestaan voor zover deze geen betrekking heeft op de functie van sectorhoofd, respectievelijk, als sprake is van ondermandaat aan het afdelingshoofd, voor zover deze geen betrekking heeft op de functie van afdelingshoofd. | ||
Het uitvoeren van de Wet Basisregistratie personen en de op die wet gebaseerde regelingen en besluiten, waaronder mede valt het sluiten van overeenkomsten (waaronder mede wordt verstaan intentieverklaringen, convenanten en SLA’s) dienaangaande en de verstrekking van gegevens uit de basisregistratie personen. | ||
Het uitvoeren van de Wet Basisregistratie personen en de op die wet gebaseerde regelingen en besluiten, waaronder niet mede valt het sluiten van overeenkomsten (waaronder mede wordt verstaan intentieverklaringen, convenanten en SLA’s) dienaangaande maar wel de verstrekking van gegevens uit de basisregistratie personen. | ||
Het opleggen van een bestuurlijke boete als bedoeld in artikel 4 van de Regeling bestuurlijke boete Wet basisregistratie personen Eindhoven 2016 (Gemeenteblad 2016.031). | ||
Het uitvoeren van de Kieswet en de Wet raadgevend referendum en de op die wetten gebaseerde regelingen en besluiten. | Afdelingshoofd Balie en Ontvangst Afdelingshoofd Ontwikkeling & Ondersteuning Dienstverlening Projectleider en projectmedewerkers verkiezingen Ontwikkeling & Ondersteuning Dienstverlening Materiedeskundige burgerzaken Ontwikkeling & Ondersteuning Dienstverlening Teamleiders Balie en Ontvangst | |
Het uitvoeren van de aan de burgemeester opgedragen taken op grond van de Rijkswet op het Nederlanderschap en de op die wet gebaseerde regelingen en besluiten. | Afdelingshoofd Balie en Ontvangst Teamleiders Balie en Ontvangst | |
Het beslissen op verzoeken om getuigschriften bedoeld in artikel 2, tweede lid, onder 1e, van de Wet rechten burgerlijke stand. | Afdelingshoofd Balie en Ontvangst | |
Het uitvoeren van artikel 87 juncto artikel 62 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 voor het parkeren van trouwauto’s op het Stadhuisplein. | Afdelingshoofd Balie en Ontvangst Teamleiders Balie en Ontvangst | |
Het uitvoeren van de aan de burgemeester opgedragen taken op grond van de Paspoortwet en op die wet gebaseerde regelingen en besluiten. | Afdelingshoofd Balie en Ontvangst Teamleiders Balie en Ontvangst (Senior) medewerkers dienstverlening A, B en C Balie en Ontvangst | |
Het uitvoeren van de aan de burgemeester opgedragen taken op grond van de Wegenverkeerswet en op die wet gebaseerde regelingen en besluiten. | Afdelingshoofd Balie en Ontvangst | |
Het benoemen van medewerkers van de sector Publiekscontacten tot ambtenaar van de burgerlijke stand en het benoemen van personen tot buitengewoon ambtenaren van de burgerlijke stand voor personen, al dan niet werkzaam bij de gemeente Eindhoven, voor het voltrekken van een bepaald huwelijk of partnerschapsregistratie. | ||
Het uitvoeren van de aan de burgemeester opgedragen taken op grond van de Wet op de Lijkbezorging en op die wet gebaseerde regelingen en besluiten. | Afdelingshoofd Balie en Ontvangst | |
Het aanwijzen van een locatie als huis der gemeente ten behoeve van het sluiten van een huwelijk, het registreren van een partnerschap of het omzetten van een partnerschap in een huwelijk, onder de voorwaarden zoals deze door de gemeenteraad zijn gesteld. | ||
het opstellen van de 'ambtelijke verklaringen' als bedoeld in de Wet basisregistraties adressen en gebouwen (Wet bag); het toetsen van (overige) brondocumenten aan de vereisten voor inschrijving ingevolge artikel 11 van de Wet bag; het uitgeven van inschrijfnummers en identificatienummers; het, op grond van het bepaalde in artikel 10, tweede lid, van de Wet bag inschrijven van de in of op grond van artikel 10, eerste lid van de Wet bag aangewezen brondocumenten in het adressenregister dan wel het gebouwenregister; het uitvoeren van artikel 9 van de Wet bag; het uitvoeren van de artikelen 14, 14a en 15 van de Wet bag; het uitvoeren van de artikelen 31, 32, 37, 38 39,40 en 41 van de Wet bag; het bevorderen van de nakoming van de gemeentelijke verplichtingen in het kader van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen, met inbegrip van de inrichting van de processen, de conformiteit van het gebruikte informatiesysteem en de beveiligingsmaatregelen alsmede het rapporteren over die nakoming daarvan aan burgemeester en wethouders. | ||
Het uitvoeren van artikel 3 van de Verordening naamgeving en nummering gemeente Eindhoven, alsmede het voeren van correspondentie over huisnummering en het vaststellen van huisnummers, waaronder aanschrijving tot verbetering, wijziging of aanbrengen van een huisnummer. | ||
Het beslissen in administratief beroep inzake kwijtscheldingsverzoeken gemeentelijke belastingen | ||
Het uitvoeren van de Wet algemene bepalingen burgerservicenummer en de op die wet gebaseerde regelingen en besluiten. | Afdelingshoofd Balie en Ontvangst Materiedeskundige burgerzaken Ontwikkeling & Ondersteuning Dienstverlening | |
Het aanwijzen van de organen van de gemeente waaraan gegevens uit de basisregistratie personen worden verstrekt, de categorie van personen die het betreft, de gegevensset en de wijze van verstrekken. Dit omvat tevens de bevoegdheid om de Bijlagen 1 en 2 van de Regeling gegevensverstrekking basisregistratie personen gemeente Eindhoven (gewijzigd) vast te kunnen stellen. | ||
Het nemen van besluiten die verband houden met: de inschrijving in de basisregistratie bedoeld in artikel 2.66, in samenhang met artikel 2.67, van de Wet basisregistratie personen; de opneming van persoonsgegevens op grond van paragraaf 2.2.3 van de Wet basisregistratie personen in verband met die inschrijving of in verband met een verzoek van de ingeschrevene op grond van artikel 2.70, derde lid, onderdeel b, van de Wet basisregistratie personen; het heffen van rechten op grond van artikel 36 van het Besluit basisregistratie personen; de uitvoering van de artikelen 2.80 en 2.81, eerst tot en met derde lid, van de Wet basisregistratie personen; de toepassing van de artikelen 3.22 en 3.23 van de Wet basisregistratie personen. Bij de uitoefening van het mandaat worden de instructies van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in acht genomen. De wijze van ondertekening van stukken die zijn gebaseerd op mandaat geschiedt als volgt: | (senior) medewerkers dienstverlening A, B en C Balie en Ontvangst |
Bevoegdheid tekenen van stukken
Vertegenwoordigingsbevoegdheid
Bijlage H1 en H2 (Gemeenteblad 2017.040)
" Mandaatbesluit heffings- en invorderingsambtenaar 2017
mandaten te verlenen onder de volgende voorwaarden:
Mandaat, volmacht of machtiging ten aanzien van de uitvoering van een bevoegdheid omvat, tenzij hiervan bij de verlening expliciet is afgeweken, het nemen van besluiten in positieve of negatieve zin, met inbegrip van de wijziging en de intrekking van besluiten en de opzegging of de ontbinding van overeenkomsten, en hieronder wordt mede verstaan:
a. het nemen van alle voorbereidende besluiten en het verrichten van alle voorbereidingshandelingen;
b. het in de gelegenheid stellen van belanghebbenden hun zienswijze naar voren te brengen, als bedoeld in de artikelen 4:7 en 4:8 van de Algemene wet bestuursrecht;
c. het uitreiken van bewijs van ontvangst aanvragen e.d.;
d. het vaststellen van formulieren voor het indienen van aanvragen e.d., behoudens formulieren op basis van de Algemene subsidieverordening gemeente Eindhoven;
f. verzoeken om aanvullende informatie;
g. het voeren van correspondentie, die direct te maken heeft met de opgedragen taken;
h. het stellen van nadere voorwaarden;
i. het toekennen van bedragen in termijnen;
j. het toekennen van voorschotten;
k. het uitvoeren van selectie en gunning (aanbesteding);
l. het afleggen van verantwoording aan het rijk en andere (semi)overheidsinstanties;
m. het bekendmaken van besluiten/beschikkingen, overeenkomstig het bepaalde in de toepasselijke wetgeving;
n. het toezenden van besluiten/beschikkingen aan instanties, daar waar de verplichting daartoe in de wetgeving is opgenomen;
o. alle andere besluiten die genomen moeten worden en alle andere handelingen die moeten worden verricht binnen het kader van de uitvoering van de verleende bevoegdheid.
Artikel 2 Wijze van ondertekening
De ondertekening van stukken die zijn gebaseerd op mandaat geschiedt volgens de volgende formule:
Namens de heffingsambtenaar van Eindhoven,
functienaam van de betrokken (onder)gemandateerde,
naam van de betrokken (onder)gemandateerde
Namens de invorderingsambtenaar van Eindhoven,
functienaam van de betrokken (onder)gemandateerde,
naam van de betrokken (onder)gemandateerde
II de navolgende mandaten en vertegenwoordigingsbevoegdheid te verlenen aan de functionarissen genoemd in de kolom “Gemandateerden”
De hieronder omschreven bevoegdheden moeten worden uitgeoefend met inachtneming van de algemene bepalingen als genoemd in Hoofdstuk 1.
Het aanschaffen van roerende zaken, met uitzondering van:
| ||
Het sluiten van overeenkomsten met betrekking tot het verlenen van diensten, zowel aan als door derden, waaronder begrepen in voorkomende gevallen de verwerkersovereenkomst als bedoeld in artikel 28, derde lid, van de Algemene Verordening Gegevensbescherming, met uitzondering van onderhoud op het gebied van hardware, software, repro, tele- en datacommunicatie alsmede voor dienstverleningsovereenkomsten met betrekking tot vastgoed voor alle sectoren. | ||
Het voeren van correspondentie ten geleide van stukken welke aan het college ter uitreiking zijn toegezonden en betreffende het doorzenden aan de bevoegde instantie van ingekomen stukken, waarvan de afdoening niet behoort tot de bevoegdheid van het college. | ||
Het aanvragen van vergunningen, ontheffingen, vrijstellingen of toestemmingen. | Afdelingshoofden, uitgezonderd: | |
Het uitvoeren van de artikelen 12 tot en met 21 en 77 van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG). | ||
Het uitvoeren van hoofdstuk III (informatie op verzoek) van de Wet openbaarheid van bestuur, alsmede het geven van een zienswijze als (een bestuursorgaan van) de gemeente hiertoe op grond van artikel 6 van de Wet openbaarheid van bestuur wordt uitgenodigd. | ||
Het opleggen van een last onder bestuursdwang, en het opleggen van een last onder dwangsom en het opleggen van een bestuurlijke boete als bedoeld in artikel 125 van de Gemeentewet, titel 5.3 en 5.4 van de Algemene wet bestuursrecht of specifieke regelgeving in die gevallen waarin het college of de burgemeester mandaat heeft verleend voor de uitvoering van wetten, verordeningen of andere regelingen van rijks-, provinciale en gemeentelijke wetgevers of bestuursorganen tenzij bij de verlening van het desbetreffende mandaat expliciet anders is bepaald. | Aangewezen ambtenaren in het kader van processen Milieubeheer en Bouwbeheer | |
Het inwinnen van rechtskundige adviezen en het geven van opdrachten aan advocaten en procureurs ter zake van het voeren van gerechtelijke procedures voor de gemeente Eindhoven. | ||
Het uitvoeren van de Verordening Samenspraak en Inspraak gemeente Eindhoven 2008, met uitzondering van artikel 3, derde lid en artikel 6, tweede, derde, vijfde en zesde lid; een besluit ingevolge artikel 2, eerste lid, dat inhoudt dat geen samenspraakproces plaatsvindt, mag de gemandateerde slechts nemen, na instemming van de betrokken portefeuillehouder(s). | ||
Het verstrekken van legitimatiebewijzen aan medewerkers van de sector die zijn aangewezen als toezichthouder en in die hoedanigheid een legitimatiebewijs nodig hebben. | ||
| ||
Het aanvragen van rijksbijdragen en andere (Europese) subsidies waarop de gemeente aanspraak kan maken die bijdragen aan de realisatie van gemeentelijke (raads)programma’s en activiteiten en hetgeen verder nodig is om deze bijdragen te verkrijgen. | ||
Het uitvoeren van Hoofdstuk 4, afdeling 4.1.3 van de Algemene wet bestuursrecht in die gevallen waarin dit samenhangt met besluiten waarvoor aan de betrokken functionaris mandaat is verleend. | ||
Het aangaan van een stage-overeenkomst als bedoeld in artikel 1:2a CAR/EAR, alsmede het bieden van een werkervaringsovereenkomst als bedoeld in artikel 1:2b CAR/EAR | ||
a. Aanstelling en indiensttreding als bedoeld in hoofdstuk 2 van de CAR/EAR met inachtneming van de volgende voorwaarden: - de uitkomsten van functiewaardering zijn formeel vastgesteld; b. Het samenstellen van selectie- en adviescommissies als bedoeld in artikel 2:2:1:4 CAR/EAR. c. Het voeren van correspondentie inzake sollicitaties waaronder het nemen van besluiten tot afwijzing van sollicitanten. d. Het toepassen van de artikelen 2:4 en 2:5 CAR/EAR, alsmede van artikel 2:4:1 CAR/EAR met betrekking tot aanstelling en arbeidsovereenkomst. e. Het toepassen van het eerste en tweede lid van artikel 2:1B lid 1 en 2 CAR/EAR. In geval van ondermandaat aan het sectorhoofd is het sectorhoofd voor zover het om andere werkzaamheden buiten de eigen sector gaat, bevoegd na akkoord van het betrokken sectorhoofd. f. Het nemen van beslissingen met betrekking tot de aanstellingsomvang als bedoeld in de artikelen 2:7 en 2:7a CAR/EAR en direct daarmee samenhangende besluiten. | ||
Het aangaan van stageovereenkomsten en vaststellen van de daarin genoemde stagevergoedingen binnen het aanwezige budget en rekening houdend met de geldende beleidsregels. | ||
Het toepassen van de navolgende bepalingen en regelingen: a. Het aanwijzen van ambtenaren om buiten het dagvenster arbeid te verrichten, als bedoeld in artikel 3:12 en 3:12:1:1 CAR/EAR; b. Regeling afbouwtoelage (artikel 3:16 CAR/EAR); c. Overwerkvergoeding (artikel 3:18); d. Toelage beschikbaarheidsdienst (artikel 3:13 CAR/EAR); e. Vergoeding BHV, EHBO en interventieteam (artikel 3:17 CAR/EAR) | Afdelingshoofden m.u.v. het toepassen van de Regeling afbouwtoelage (b.) | |
a. Het maken van afspraken over werktijden, verlof en planning van werkzaamheden, als bedoeld in artikel 4:2 lid 3 tot en met 11 CAR/EAR. b. Het opdragen van overwerk, wachtdienst, nachtarbeid en arbeid op zaterdag, zondag, de dag van de viering van de verjaardag van de koning en kerkelijke of nationale feest- of gedenkdagen (artikel 4:5:1:1 CAR/EAR). c. Het vaststellen van werktijden, als bedoeld in artikel 4:4, 4:5 en 4:6 CAR/EAR. d. Het toepassen van artikel 4:9 CAR/EAR inzake spaaruren. e. Het korten van ADV bij ziekte als bedoeld in artikel 5 van de Werktijden en ADV-regeling. | Afdelingshoofden voor onderdeel a., behoudens toepassing van artikel 4:2, lid 7 CAR/EAR | |
a. Het toekennen van de aanspraak op verlof, het toepassen van verjarings- en vervaltermijnen met betrekking tot verlof, het verlenen van vakantieverlof en het uitbetalen van niet genoten vakantie-uren als bedoeld in de artikelen 6:1 tot en met 6:2:7 CAR/EAR met uitzondering van de bepalingen waarin aangegeven is dat het college nadere regels kan stellen (6:2a lid 2, 6:2:1 lid 1 en 5 en 6:2:6 lid 1 CAR/EAR). b. Het verlenen van buitengewoon verlof als bedoeld in de artikelen 6:4 tot en met 6:4:3 CAR/EAR. c. Het verlenen van ouderschapsverlof, als bedoeld in de artikelen 6:5 t/m 6:5a:1:1 CAR/EAR en hoofdstuk 6.5 van de Wet arbeidsongeschiktheids verzekering zelfstandigen (Waz). d. Het verlenen van zwangerschaps- en bevallingsverlof en adoptie- en pleegzorgverlof als bedoeld in de artikelen 6:7 en 6:8 CAR/EAR. e. Het toepassen van artikel 6:9 en 6:10 CAR/EAR, behoudens het stellen van nadere regels ten behoeve van het indienen van het verzoek tot onbetaald verlof. f. Het toepassen van artikel 6:11 CAR/EAR, inzake het besluit om het verlof van de ambtenaar die volledig onbetaald verlof geniet en langer dan 14 dagen ziek is, in schrijnende gevallen te beëindigen. g. Het toepassen van artikel 6a:3 lid 1 en 2, 6a:4, 6a:8 en 6a:9 CAR/EAR inzake de levensloopregeling. | ||
a. Het doen instellen van een geneeskundig onderzoek als bedoeld in artikel 7:2:5 CAR/EAR alsmede in artikel 7:12 CAR/EAR. b. Het verzoeken om maatregelen of voorzieningen te treffen als bedoeld in artikel 7:2:7 CAR/EAR. c. Het vaststellen van de hoogte van de aanspraak op bezoldiging bij ziekte als bedoeld in artikel 7:3, 7:4, 7:8:1:1, 7:8:2:1, 7:18:1 t/m 7:23 en 7:26 t/m 7:28a CAR/EAR. d. Het treffen van maatregelen en geven van voorschriften als bedoeld in de leden 1 t/m 3 van artikel 7:9 CAR/EAR. e. Het doen van een verzoek om informatie bij ziekte als bedoeld in artikel 7:10 CAR/EAR. f. Het al dan niet verlenen van toestemming tot het verrichten van arbeid voor zichzelf of voor derden als bedoeld in artikel 7:13:2, sub f, CAR/EAR. g. Het opdragen van passende arbeid als bedoeld in artikel 7:16 CAR/EAR. h. Het verlenen van toestemming om de betrekking na ziekte weer te vervullen als bedoeld in het derde lid van artikel 7:17 CAR/EAR. | ||
a. Het geven van toestemming tot persoonlijk gebruik als bedoeld in artikel 15:1b CAR/EAR. b. Het afdoen van verzoeken om een vergoeding van schade aan privé kleding en uitrusting wegens een dienstongeval, indien het te vergoeden bedrag niet meer bedraagt dan € 250,-. | ||
a. Het op- en vaststellen van persoonlijke opleidingsplannen en opleidingsplannen op sectorniveau. b. Het vaststellen van de hoogte van de vergoeding van opleidingskosten als bedoeld in het derde lid van artikel 17:4:2:1 CAR/EAR. c. Het ontheffen van de ambtenaar van de verplichting tot terugbetaling van een studiekostenvergoeding, als bedoeld in artikel 17:4:3:1lid 3 CAR/EAR. d. Het toekennen van verlof als bedoeld in artikel 17:4:4:1 CAR/EAR. e. Het bepalen van de termijn voor opleidingsfaciliteiten alsmede de verlenging daarvan (artikel 17:4:5:1 CAR/EAR). f. Het intrekken van verleende studiefaciliteiten, als bedoeld in artikel 17:4:6:1 CAR/EAR en opvragen van de gegevens als bedoeld in het tweede lid van artikel 17:1:7:1 en in artikel 17:4:7:1 CAR/EAR. | ||
De uitoefening van de bevoegdheden in deze tabel is toegestaan voor zover deze geen betrekking heeft op de functie van sectorhoofd, respectievelijk, als sprake is van ondermandaat aan het afdelingshoofd, voor zover deze geen betrekking heeft op de functie van afdelingshoofd. | ||
Het sluiten van overeenkomsten met betrekking tot het verlenen van diensten, zowel aan als door derden, met betrekking tot opstallen en bijbehorende gronden. | Afdelingshoofd Vastgoed voor zover de aanneemsom een bedrag van € 115.000,- per dienst niet te boven gaat Coördinator Technisch Beheer voor zover de aanneemsom een bedrag van € 25.000,- per dienst niet te boven gaat | |
Het aankopen van opstallen met bijbehorende gronden tot een bedrag van € 500.000,-- en bij hogere bedragen tot €1.500.000,-- slechts nadat hiervoor de instemming van de portefeuillehouder is verkregen; e.e.a. voor zover de aankoopsom de getaxeerde waarde niet overschrijdt. | ||
Het verkopen van opstallen met bijbehorende gronden, niet behorend tot de handelsportefeuille, met een koopsom die maximaal tot 10% afwijkt van de taxatiewaarde. | ||
Het huren van opstallen met bijbehorende gronden voor zover het college heeft besloten tot de noodzaak daartoe voor het faciliteren van maatschappelijke functies of voor het uitoefenen van aan de organisatie opgedragen taken. | ||
Het verhuren van (een deel van) een opstal met bijbehorende grond voor minimaal 90% van de getaxeerde huurwaarde dan wel het door het college vastgestelde verhuurprijsbeleid. | ||
Het beheren van de vastgoedportefeuille, waar onder begrepen: - het beëindigen van huur, verhuur- en gebruikscontracten; - het aangaan van procedures om panden huur- en gebruikersvrij te krijgen; - het sluiten van overeenkomsten met betrekking tot werken; - het aangaan van procedures wegens huurschulden; - het toepassen van anti-kraak; -het verlenen, verkrijgen, vestigen en beëindigen van zakelijke rechten, niet zijnde het erfpachtrecht. | Voor het sluiten van overeenkomsten met betrekking tot werken: -Afdelingshoofd Vastgoed voor zover de aanneemsom een bedrag van € 115.000,-- per dienst niet te boven gaat; -Coördinator en projectleiders Technisch Beheer voor zover de aanneemsom een bedrag van € 25.000,-per dienst niet te boven gaat. | |
Het in gebruik geven van een opstal met bijbehorende grond die tijdelijk in beheer is gegeven aan de sector onder voorwaarde dat: - er een bruikleencontract ten grondslag ligt aan de ingebruikgeving en - het contract minimaal een eindtermijn bevat die de voorgenomen planning voor het realiseren van de eindbestemming niet in de weg staat en - contractueel is vastgelegd dat de huurders- / gebruikerslasten voor rekening van de gebruiker zijn. | ||
Het opleggen en inschrijven van kwalitatieve verplichtingen alsmede het beëindigen ervan. | ||
Het uitvoeren van de artikelen 119, 133, en 181 van de Wet op het primair onderwijs, de artikelen 116, 127 en 167 van de Wet op de expertisecentra en artikel 96c1 van de Wet op het voortgezet onderwijs | ||
Het uitvoeren van het Besluit oude eigendomsscholen en huurscholen WBO. | ||
Het vaststellen en het innen van de te ontvangen vergoedingen bij medegebruik en bruikleensituaties | ||
Het (jaarlijks) opstellen en (doen) uitvoeren van een plan voor het onderhoud van de gemeentelijke schoolgebouwen. | ||
Het aangaan van overeenkomsten / opmaken van notariële akten voor het in eigendom overdragen en grond en/of gebouwen op grond van: artikel 103, lid 1 Wet op het primair onderwijs, | ||
Het aangaan van overeenkomsten tot eigendomsoverdracht bij einde van het onderwijsgebruik op grond van: artikel 110, lid 4 Wet op het primair onderwijs, | ||
Het uitvoeren van de Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Eindhoven. | ||
Het beslissen op verzoeken voor groepsvervoer naar gymnastieklokalen, dependances, gebouwen voor tijdelijke huisvesting en dergelijke en de vergoeding van kosten daarvoor op basis van de geldende Verordening leerlingenvervoer | ||
Het autoriseren van betaal-, spaar-, incasso- en beleggingsopdrachten in het kader van statutair bestuurder Meerhoven Meerrijk bv | ||
Het sluiten en opzeggen van erfpachtovereenkomsten en overeenkomsten tot het vestigen van rechten van opstal voor de ondergrond van kantines, sportopstallen in exploitatie door derden, kunststof sportoppervlakten en zendmasten voor mobiele telefoon in gemeentelijke sportparken en sporthallen. | ||
Het sluiten van overeenkomsten tot het verrichten van diensten dan wel overeenkomsten tot aanneming van werk betreffende het onderhoud van in eigendom aan de gemeente Eindhoven toebehorende sportaccommodaties alsmede voor spilcentra van de gemeente Eindhoven of toebehorend aan derden. | Afdelingshoofden Eindhoven Sport en Sport Services voor zover de aanneemsom een bedrag van €115.00,-- niet te boven gaat De navolgende functionarissen voor zover de aanneemsom een bedrag van €25.000,- niet te boven gaat: De navolgende functionarissen voor zover de aanneemsom een bedrag van € 5.000,00 per dienst / werk niet te boven gaat: | |
Het sluiten van huurovereenkomsten betreffende de exploitatie van kantines in gemeentelijke sportaccommodaties door derden. | ||
Het verhuren of op enige andere wijze in gebruik geven van de sportaccommodatie binnen de normatieve uren en het normaal gebruik ten behoeve van de recreanten, verenigingen, scholen voor schaats en zwemlessen en andere sportproducten, alsmede van kantines. | Afdelingshoofd Eindhoven Sport. De navolgende functionarissen voor zover de huurprijs een bedrag van € 25.000,-- niet te boven gaat: De navolgende functionarissen voor zover de huurprijs een bedrag van €5.000,-- niet te boven gaat: | |
Het verhuren en vaststellen van tarieven binnen en buiten de normatieve uren ten behoeve van sportieve recreatie en evenementen mits te allen tijde de verantwoordelijkheid naar de recreanten, verenigingen, scholen en deelnemers van schaats en zwemlessen in acht wordt genomen, er géén concurrentievervalsing optreedt en de tarieven tenminste gelijk zijn aan de variabele kosten die aan het gebruik kunnen worden toegeschreven. | ||
Het verkopen, verhuren of in bruikleen geven van emblemen en artikelen of materialen voor sportbeoefening. | ||
Het sluiten van overeenkomsten voor exploitatie en beheer van de bio energiecentrale Meerhoven en bijbehorend warmtenet voor de gehele keten van inkopen, onderhouden en verkopen en het investeren in de aanleg van warmtenet. | Bedrijfsvoerder BIO massacentrale: Voor zover de opdrachten binnen de vastgestelde raamcontracten vallen en een bedrag van € 115.000,- niet overschrijden; Voor zover de opdrachten een aanneemsom van € 25.000,- niet overschrijden Raamcontracten zijn, ongeacht het daarmee samenhangende bedrag, altijd een bevoegdheid van het sectorhoofd. In geval van een calamiteit mag de bedrijfsvoerder buiten de aan hem gemandateerde financiële kaders treden, welke binnen 2x 24 uur ter toetsing en bekrachtiging aan mandaatgever wordt voorgelegd. | |
Het uitvoeren en beheren van de ‘samenwerkingsovereenkomst Slim Verduurzamen van Gemeentegebouwen’ en het nemen van besluiten in het alliantiebestuur, muv Wijziging (krimp of uitbreiding) van de scope zoals opgenomen in het referentieplan; Het vaststellen van de jaarlijkse prijs indices; Het uitbreiden/krimpen van investeringskredieten, anders dan verschuiving binnen de vastgestelde businesscase (ontschotting); | ||
Verrichten van diensten aan derden conform vastgestelde tarieven | ||
Het uitvoeren van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken (Wkpb). | ||
Het sluiten van overeenkomsten tot het uitvoeren van werken ten behoeve van derden. | ||
Het sluiten van overeenkomsten inzake werken, leveringen en diensten voor cultuur- en civieltechnische projecten en beheer en onderhoud openbare ruimte. | ||
Het opdragen van meer- en minderwerk voor cultuur- en civieltechnische projecten en beheer en onderhoud openbare ruimte. | ||
Het sluiten van overeenkomsten tot het doen van leveringen, waaronder landbouwproducten aan derden. | ||
Het sluiten van overeenkomsten tot het leveren van roerende zaken aan derden. | ||
Het uitvoeren van de artikelen 2:10, zesde lid, 2:11 derde lid , 2.21, tweede lid,4.3 en 2.59 van de APV Eindhoven. | ||
Het kopen en verkopen van houtopstanden, fietsen en fietswrakken uit het fietsdepot tegen geldende marktprijzen en het na afloop van de bewaartermijn verkopen, vernietigen, veilen of schenken van gevonden voorwerpen uit het depot.. | ||
Het behandelen van meldingen over het beheer en onderhoud van de openbare ruimte en van civieltechnische en cultuurtechnische werken | ||
Het aansprakelijk stellen van derden in geval van veroorzaken van schade aan gemeente-eigendommen ten gevolge van graafwerkzaamheden. | ||
Het verzoeken tot verlegging van telecommunicatiekabels op grond van artikel 5.8 van de Telecommunicatiewet. | ||
Het nemen van verkeersbesluiten, als bedoeld in artikel 15 van de Wegenverkeerswet 1994. | ||
Het sluiten van overeenkomsten tot het gedogen van afvoersystemen in particuliere grond. | ||
Het uitvoeren van de artikelen 8, tweede lid, 9, tweede lid, 10, tweede, derde, vijfde en zevende lid, 11, 13, tweede lid,15, derde tot en met zesde lid, 16, derde en vierde lid, 17 derde lid, 18, tweede lid, 19, tweede lid, 20, eerste, tweede en derde lid, 21, eerste lid en 22, 23, 24, tweede en derde lid en 25, eerste lid, 26, tweede lid van de Afvalstoffenverordening. | ||
Het behandelen van meldingen over het beheer en onderhoud van de openbare ruimte en van civieltechnische en cultuurtechnische werken. | ||
Het uitvoeren van de Beleidsregel nadeelcompensatie Kabels en Leidingen gemeente Eindhoven 2014. | ||
Het uitvoeren van de Verordening Kabels en Leidingen gemeente Eindhoven 2014. | ||
Het uitvoeren van de Marktverordening, met uitzondering van artikel 4, tweede lid en artikel 11. | ||
Het beslissen op aanvragen om een vergunning of ontheffing op grond van de Drank- en Horecawet, alsmede het wijzigen en intrekken van een vergunning of ontheffing op grond van de Drank- en Horecawet. | ||
Het beslissen op aanvragen om vrijstelling en ontheffing op grond van de Winkeltijdenwet en op grond van de Verordening winkeltijden. | ||
Het beslissen op verzoeken om ontheffing als bedoeld in artikel 3, derde lid, en artikel 4, derde lid, van de Zondagswet. | ||
Het uitvoeren van artikel 6, tweede en derde lid, artikel 8, eerste en tweede lid en artikel 11 van boek 5 van het Burgerlijk Wetboek met betrekking tot het in bewaring geven van fietsen en bromfietsen en overige gevonden voorwerpen, voor zover het de bevoegdheden van de burgemeester betreft, onder de voorwaarde dat jaarlijks hiervan verantwoording wordt afgelegd. | ||
Het opleggen van een last onder bestuursdwang, een last onder dwangsom of het opleggen van een bestuurlijke boete voor zover dit betrekking heeft op een overtreding van de voorschriften gegeven bij of krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en de daarin in artikel 5.1 genoemde wetten, de Huisvestingswet, de Winkeltijdenwet, de Wet op de veiligheidsregio’s, de bouwverordening Eindhoven, de Verordening bodemsanering Eindhoven, de Huisvestingsverordening, de Winkeltijdenverordening Eindhoven, de Parkeerverordening Eindhoven, de Wegsleepverordening Eindhoven, de Brandbeveiligingsverordening Eindhoven, de Erfgoedverordening, de Afvalstoffenverordening Eindhoven, de Marktverordening Eindhoven, de Drank- en Horecawet, Bomenverordening en de APV Eindhoven voor zover het betreft een overtreding van een artikel ten aanzien waarvan het college van burgemeester en wethouders of de burgemeester het bevoegd bestuursorgaan is. | Afdelingshoofden en aangewezen ambtenaren in het kader van processen Milieubeheer en Bouwbeheer | |
Het uitvoeren van de artikelen 13, 13a en 14 van de Woningwet. | ||
Het uitvoeren van de artikelen 2.1.5, derde lid, 2.4.1, tweede lid, voor zover voor het bouwen geen grondwerkzaamheden behoeven te worden verricht, 2.4.2, 2.5.3, 2.5.8, 2.5.9, 2.5.10, 2.5.11, 2.5.14, 2.5.16, 2.5.17, 2.5.18, 2.5.19, 2.5.22, 2.5.25, 2.5.28, 2.5.29, 2.7.3, 2.7.4, 2.7.5, 4.4, 4.10, 4.11, 8.1.1, 8.1.7 en 8.2.1 van de Bouwverordening. | ||
Het aanschrijven tot ontruiming van zonder recht of titel in gebruik genomen gemeentegronden. | ||
Het overeenkomstig de Verordening subsidiering vrijetijdsaccommodaties en speeltuinen verlenen van subsidie voor een kleine verbouwing, uitbreiding verbetering of aanpassing van een bestaande vrijetijdsaccommodatie of speeltuin. | ||
Het uitvoeren van de Wet Basisregistratie Grootschalige Topografie (Wet BGT) | ||
Het beheren van het register als benodigd voor de uitvoering van de Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten (Wion) en het verschaffen van informatie hieruit. | ||
Het ingevolge artikel 22 van de Wet hygiëne en veiligheid badinrichtingen en zwemgelegenheden opleggen van een last onder bestuursdwang ter handhaving van een krachtens artikel 11, eerste lid, van genoemde wet gegeven last. | ||
Het nemen van beslissingen op aanvragen om vergunning op grond van artikel 9.1, eerste lid onder a van de Erfgoedwet jo. Artikel 11 van de Monumentenwet 1988. | ||
Het uitvoeren en nemen van besluiten op grond van het bepaalde bij of krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. |
Bevoegdheid tekenen van stukken
Er zijn geen specifieke bevoegdheden voor de sector RU.
NB. Zie voor wijze van ondertekening mandaat: hoofdstuk 1, artikel 8 en ondertekenen overeenkomsten: paragraaf 2.1 en 2.2.
Vertegenwoordigingsbevoegdheid
Sector Ruimtelijke Expertise (RE)
De hieronder omschreven bevoegdheden moeten worden uitgeoefend met inachtneming van de algemene bepalingen als genoemd in Hoofdstuk 1.
Het aanschaffen van roerende zaken, met uitzondering van: a. het aanschaffen van kunstwerken ten laste van het Fonds aankoop kunstwerken; b. de aanschaf met inbegrip van vervanging van alle hardware (inclusief voorzieningen voor repro, tele- en datacommunicatie)- en software voor administratieve cartografische en documentaire software-toepassingen op het gebied van dienstverlening, ontwerp- en beheerstaken alsmede administratieve verwerking voor alle sectoren; c. het sluiten van overeenkomsten inzake inhuur van kennis en/of capaciteit op het gebied van beleid, ontwikkeling, realisatie, projecten en beheer met betrekking tot de vakgebieden: procesherinrichting, informatievoorziening en informatietechnologie; d. het sluiten van overeenkomsten inzake het in service beheren van applicaties en systemen (ASP). | Afdelingshoofd en projectmanager, voor zover binnen zijn opdracht | |
Het sluiten van overeenkomsten met betrekking tot het verlenen van diensten, zowel aan als door derden, waaronder begrepen in voorkomende gevallen de verwerkersovereenkomst als bedoeld in artikel 28, derde lid van de Algemene Verordening Gegevensbescherming, met uitzondering van onderhoud op het gebied van hardware, software, repro, tele- en datacommunicatie alsmede voor dienstverleningsovereenkomsten met betrekking tot vastgoed voor alle sectoren. | Afdelingshoofd en projectmanager, voor zover binnen zijn opdracht | |
Het voeren van correspondentie ten geleide van stukken welke aan het college ter uitreiking zijn toegezonden en betreffende het doorzenden aan de bevoegde instantie van ingekomen stukken, waarvan de afdoening niet behoort tot de bevoegdheid van het college. | Afdelingshoofd en projectmanager, voor zover binnen zijn opdracht | |
Het aanvragen van vergunningen, ontheffingen, vrijstellingen of toestemmingen. | Afdelingshoofd en projectmanager, voor zover binnen zijn opdracht | |
Het uitvoeren van de artikelen12 tot en met 21 en 77 van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG). | Afdelingshoofd en projectmanager, voor zover binnen zijn opdracht | |
Het uitvoeren van hoofdstuk III (informatie op verzoek) van de Wet openbaarheid van bestuur, alsmede het geven van een zienswijze als (een bestuursorgaan van) de gemeente hiertoe op grond van artikel 6 van de Wet openbaarheid van bestuur wordt uitgenodigd. | Afdelingshoofd en projectmanager, voor zover binnen zijn opdracht | |
Het opleggen van een last onder bestuursdwang, en het opleggen van een last onder dwangsom en het opleggen van een bestuurlijke boete als bedoeld in artikel 125 van de Gemeentewet, titel 5.3 en 5.4 van de Algemene wet bestuursrecht of specifieke regelgeving in die gevallen waarin het college of de burgemeester mandaat heeft verleend voor de uitvoering van wetten, verordeningen of andere regelingen van rijks-, provinciale en gemeentelijke wetgevers of bestuursorganen tenzij bij de verlening van het desbetreffende mandaat expliciet anders is bepaald. | Afdelingshoofd en projectmanager, voor zover binnen zijn opdracht | |
Het inwinnen van rechtskundige adviezen en het geven van opdrachten aan advocaten en procureurs ter zake van het voeren van gerechtelijke procedures voor de gemeente Eindhoven. | Afdelingshoofd en projectmanager, voor zover binnen zijn opdracht | |
Het uitvoeren van de Verordening Samenspraak en Inspraak gemeente Eindhoven 2008, met uitzondering van artikel 3, derde lid en artikel 6, tweede, derde, vijfde en zesde lid; een besluit ingevolge artikel 2, eerste lid, dat inhoudt dat geen samenspraakproces plaatsvindt, mag de gemandateerde slechts nemen, na instemming van de betrokken portefeuillehouder(s). | Afdelingshoofd en projectmanager, voor zover binnen zijn opdracht | |
Het verstrekken van legitimatiebewijzen aan medewerkers van de sector die zijn aangewezen als toezichthouder en in die hoedanigheid een legitimatiebewijs nodig hebben. | ||
| Afdelingshoofd en projectmanager, voor zover binnen zijn opdracht | |
Het aanvragen van rijksbijdragen en andere (Europese) subsidies waarop de gemeente aanspraak kan maken die bijdragen aan de realisatie van gemeentelijke (raads)programma’s en activiteiten en hetgeen verder nodig is om deze bijdragen te verkrijgen. | Afdelingshoofd en projectmanager, voor zover binnen zijn opdracht | |
Het uitvoeren van Hoofdstuk 4, afdeling 4.1.3 van de Algemene wet bestuursrecht in die gevallen waarin dit samenhangt met besluiten waarvoor aan de betrokken functionaris mandaat is verleend. | Afdelingshoofd en projectmanager, voor zover binnen zijn opdracht | |
Het aangaan van een stage-overeenkomst als bedoeld in artikel 1:2a CAR/EAR, alsmede het bieden van een werkervaringsovereenkomst als bedoeld in artikel 1:2b CAR/EAR. | ||
a. Aanstelling en indiensttreding als bedoeld in hoofdstuk 2 van de CAR/EAR met inachtneming van de volgende voorwaarden: - de uitkomsten van functiewaardering zijn formeel vastgesteld; b. Het samenstellen van selectie- en adviescommissies als bedoeld in artikel 2:2:1:4 CAR/EAR. c. Het voeren van correspondentie inzake sollicitaties waaronder het nemen van besluiten tot afwijzing van sollicitanten. d. Het toepassen van de artikelen 2:4 en 2:5 CAR/EAR, alsmede van artikel 2:4:1 CAR/EAR met betrekking tot aanstelling en arbeidsovereenkomst. e. Het toepassen van het eerste en tweede lid van artikel 2:1B lid 1 en 2 CAR/EAR. In geval van ondermandaat aan het sectorhoofd is het sectorhoofd voor zover het om andere werkzaamheden buiten de eigen sector gaat, bevoegd na akkoord van het betrokken sectorhoofd. f. Het nemen van beslissingen met betrekking tot de aanstellingsomvang als bedoeld in de artikelen 2:7 en 2:7a CAR/EAR en direct daarmee samenhangende besluiten. | ||
Het aangaan van stageovereenkomsten en vaststellen van de daarin genoemde stagevergoedingen binnen het aanwezige budget en rekening houdend met de geldende beleidsregels. | ||
Het toepassen van de navolgende bepalingen en regelingen: a. Het aanwijzen van ambtenaren om buiten het dagvenster arbeid te verrichten, als bedoeld in artikel 3:12 en 3:12:1:1 CAR/EAR; b. Regeling afbouwtoelage (artikel 3:16 CAR/EAR); c. Overwerkvergoeding (artikel 3:18); d. Toelage beschikbaarheidsdienst (artikel 3:13 CAR/EAR); e. Vergoeding BHV, EHBO en interventieteam (artikel 3:17 CAR/EAR) | Afdelingshoofden m.u.v. het toepassen van de Regeling afbouwtoelage (b.) | |
a. Het maken van afspraken over werktijden, verlof en planning van werkzaamheden, als bedoeld in artikel 4:2 lid 3 tot en met 11 CAR/EAR. b. Het opdragen van overwerk, wachtdienst, nachtarbeid en arbeid op zaterdag, zondag, de dag van de viering van de verjaardag van de koning en kerkelijke of nationale feest- of gedenkdagen (artikel 4:5:1:1 CAR/EAR). c. Het vaststellen van werktijden, als bedoeld in artikel 4:4, 4:5 en 4:6 CAR/EAR. d. Het toepassen van artikel 4:9 CAR/EAR inzake spaaruren. e. Het korten van ADV bij ziekte als bedoeld in artikel 5 van de Werktijden en ADV-regeling. | Afdelingshoofden voor onderdeel a., behoudens toepassing van artikel 4;2, lid 7 CAR/EAR | |
a. Het toekennen van de aanspraak op verlof, het toepassen van verjarings- en vervaltermijnen met betrekking tot verlof, het verlenen van vakantieverlof en het uitbetalen van niet genoten vakantie-uren als bedoeld in de artikelen 6:1 tot en met 6:2:7 CAR/EAR met uitzondering van de bepalingen waarin aangegeven is dat het college nadere regels kan stellen (6:2a lid 2, 6:2:1 lid 1 en 5 en 6:2:6 lid 1 CAR/EAR). b. Het verlenen van buitengewoon verlof als bedoeld in de artikelen 6:4 tot en met 6:4:3 CAR/EAR. c. Het verlenen van ouderschapsverlof, als bedoeld in de artikelen 6:5 t/m 6:5a:1:1 CAR/EAR en hoofdstuk 6.5 van de Wet arbeidsongeschiktheids verzekering zelfstandigen (Waz). d. Het verlenen van zwangerschaps- en bevallingsverlof en adoptie- en pleegzorgverlof als bedoeld in de artikelen 6:7 en 6:8 CAR/EAR. e. Het toepassen van artikel 6:9 en 6:10 CAR/EAR, behoudens het stellen van nadere regels ten behoeve van het indienen van het verzoek tot onbetaald verlof. f. Het toepassen van artikel 6:11 CAR/EAR, inzake het besluit om het verlof van de ambtenaar die volledig onbetaald verlof geniet en langer dan 14 dagen ziek is, in schrijnende gevallen te beëindigen. g. Het toepassen van artikel 6a:3 lid 1 en 2, 6a:4, 6a:8 en 6a:9 CAR/EAR inzake de levensloopregeling. | ||
a. Het doen instellen van een geneeskundig onderzoek als bedoeld in artikel 7:2:5 CAR/EAR alsmede in artikel 7:12 CAR/EAR. b. Het verzoeken om maatregelen of voorzieningen te treffen als bedoeld in artikel 7:2:7 CAR/EAR. c. Het vaststellen van de hoogte van de aanspraak op bezoldiging bij ziekte als bedoeld in artikel 7:3, 7:4, 7:8:1:1, 7:8:2:1, 7:18:1 t/m 7:23 en 7:26 t/m 7:28a CAR/EAR. d. Het treffen van maatregelen en geven van voorschriften als bedoeld in de leden 1 t/m 3 van artikel 7:9 CAR/EAR. e. Het doen van een verzoek om informatie bij ziekte als bedoeld in artikel 7:10 CAR/EAR. f. Het al dan niet verlenen van toestemming tot het verrichten van arbeid voor zichzelf of voor derden als bedoeld in artikel 7:13:2, sub f, CAR/EAR. g. Het opdragen van passende arbeid als bedoeld in artikel 7:16 CAR/EAR. h. Het verlenen van toestemming om de betrekking na ziekte weer te vervullen als bedoeld in het derde lid van artikel 7:17 CAR/EAR. | ||
a. Het geven van toestemming tot persoonlijk gebruik als bedoeld in artikel 15:1b CAR/EAR. b. Het afdoen van verzoeken om een vergoeding van schade aan privé kleding en uitrusting wegens een dienstongeval, indien het te vergoeden bedrag niet meer bedraagt dan € 250,-. | ||
a. Het op- en vaststellen van persoonlijke opleidingsplannen en opleidingsplannen op sectorniveau. b. Het vaststellen van de hoogte van de vergoeding van opleidingskosten als bedoeld in het derde lid van artikel 17:4:2:1 CAR/EAR. c. Het ontheffen van de ambtenaar van de verplichting tot terugbetaling van een studiekostenvergoeding, als bedoeld in artikel 17:4:3:1lid 3 CAR/EAR. d. Het toekennen van verlof als bedoeld in artikel 17:4:4:1 CAR/EAR. e. Het bepalen van de termijn voor opleidingsfaciliteiten alsmede de verlenging daarvan (artikel 17:4:5:1 CAR/EAR). f. Het intrekken van verleende studiefaciliteiten, als bedoeld in artikel 17:4:6:1 CAR/EAR en opvragen van de gegevens als bedoeld in het tweede lid van artikel 17:1:7:1 en in artikel 17:4:7:1 CAR/EAR. | ||
De uitoefening van de bevoegdheden in deze tabel is toegestaan voor zover deze geen betrekking heeft op de functie van sectorhoofd, respectievelijk, als sprake is van ondermandaat aan het afdelingshoofd, voor zover deze geen betrekking heeft op de functie van afdelingshoofd. | ||
Het uitvoeren van de verordening lening opstartkosten CPO-projecten. | Afdelingshoofd en projectmanager, voor zover binnen zijn opdracht | |
Het uitvoeren van de Subsidieregeling gebiedsgericht werken in niet actie gebieden en de Verordening subsidiëring gebiedsgericht werken in bestuurlijk aangewezen gebieden, met uitzondering van artikel 7 en artikel 13. | ||
Het nemen van verkeersbesluiten, als bedoeld in artikel 15 van de Wegenverkeerswet 1994. | ||
Het sluiten van afkoopovereenkomsten in het kader van het realiseren van een alternatieve parkeeroplossing | ||
Het uitvoeren van de artikelen 5, 6, 11 eerste lid,13, 14 eerste lid, 16 vierde lid, 18, 19 vierde lid en 21 van de Erfgoedverordening 2010. | ||
Het vaststellen van hogere waarden als bedoeld in artikel 110a, eerste tot en met zesde lid, het doen van verzoeken als bedoeld in artikel 110a, zevende lid, en het voeren van overleg als bedoeld in artikel 110b, eerste lid van de Wet geluidhinder | ||
Het uitvoeren van de artikelen 72, 88 tot en met 90 en 111 t/m 114 van de Wet geluidhinder. | ||
Het inschrijven van de hogere grenswaarde Wet geluidhinder op basis van artikel 2.5.13 sub 2 van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken (Wkpb). | ||
Het sluiten van overeenkomsten tot het gedogen van afvoersystemen in particuliere grond. | ||
Het aanbieden van verantwoording ingevolge het Subsidiebesluit openbare lichamen milieubeheer. | ||
Het verlenen van ontheffingen, zoals bedoeld in artikel 3.7, vierde lid, van de Wet ruimtelijke ordening. | ||
Het doen van de kennisgeving zoals bedoeld in artikel 1.3.1 van het Besluit ruimtelijke ordening. | ||
Het vaststellen van het eindverslag van inspraak ingevolge de gemeentelijke inspraakverordening indien geen inspraakreacties zijn ontvangen. | ||
Het voeren van overleg, zoals vermeld in artikel 3.1.1 van het Besluit op de ruimtelijke ordening. | ||
Het ter inzage leggen van voorontwerp-, ontwerp-, vastgestelde en goedgekeurde bestemmingsplannen, projectbesluiten, wijzigingen inbegrepen, en het verzorgen van de bekendmakingen ervan. | ||
Het nemen van beslissingen op aanvragen om vergunning op grond van artikel 9.1 eerste lid onder a van de Erfgoedwet jo artikel11 van de Monumentenwet 1988 juncto artikel 2.1 eerste lid onder f van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht | ||
Het uitvoeren van de Subsidieverordening stadsvernieuwing 1995. | ||
Het goedkeuren van declaraties in het kader van rijkssubsidieregelingen voor restauratie van rijksmonumenten. | ||
Het uitvoeren van de coördinatieverordening ruimtelijk beleid Eindhoven 2011. | ||
Het uitvoeren van de Procedureverordening voor advisering inzake tegemoetkoming planschade gemeente Eindhoven. | ||
Het beslissen op aanvragen om een tegemoetkoming in planschade als bedoeld in artikel 6.1 van de Wet op de ruimtelijke ordening, onder de beperking dat: de hoogte van de toe te kennen tegemoetkoming in planschade niet meer bedraagt dan 25.000 euro; niet wordt afgeweken van het advies van de adviseur of adviescommissie zoals bedoeld in de ten tijde van ontvangst van de aanvraag van toepassing zijnde gemeentelijke procedureverordening voor advisering inzake tegemoetkoming in planschade. | ||
Het beslissen op verzoeken op basis van de regeling nadeelcompensatie voor werkzaamheden aan de weg, onder de beperking dat: de hoogte van de toe te kennen vergoeding niet meer dan 25.000 euro bedraagt; niet wordt afgeweken van het advies van de adviescommissie zoals bedoeld in de regeling. | ||
Het aankopen van gronden met bijbehorende opstallen tot een bedrag van € 500.000,-- en bij hogere bedragen tot €1.500.000,-- slechts nadat hiervoor de instemming van de portefeuillehouder is verkregen e.e.a. voor zover de aankoopsom de getaxeerde waarde niet overschrijdt. | ||
Het beslissen op verzoeken om erkenning van een beroep op verjaring betreffende onroerende zaken door derden en het doen van een beroep op verjaring jegens derden. | ||
Het verlenen van toestemming tot doorverkoop als bedoeld in artikel 12 van de Algemene verkoopvoorwaarden 2002. | ||
Het verkopen van gronden op voorwaarde, dat: de verkoop geschiedt ter realisering van een vastgesteld bestemmingsplan, dan wel op grond van een verleende ontheffing daarvan of een omgevingsvergunning; als verkoopprijs de geldende marktprijs wordt gehanteerd dan wel de prijs welke gebaseerd is op het vastgestelde grondprijsbeleid; bij verkoop ter afronding van een eigendomssituatie voldaan wordt aan de kaders zoals vastgesteld in het ‘Beleid overdraagbaarheid groen”. | ||
Het sluiten van reserveringsovereenkomsten betreffende het verkopen van gronden mits wordt voldaan aan de voorwaarden met betrekking tot verkoop zoals in dit mandaatbesluit onder 15.34 (lees 15.32) opgenomen. | ||
Het in erfpacht uitgeven van gronden voor zover: wordt voldaan aan de eisen zoals die onder 15.34 (lees: 15.32) aan het verkopen van gronden worden gesteld; de erfpachtcanon gebaseerd is op het vastgestelde Grondprijsbeleid. | ||
Het al dan niet tijdelijk verhuren van gronden voor zover: het beoogde gebruik in overeenstemming is met de daaraan gegeven bestemming; de huurprijs niet minder is dan 90% van de getaxeerde huurwaarde dan wel de vastgestelde huurprijzen worden gehanteerd; de realisering van de definitieve bestemming niet in de weg staat. | ||
Het beëindigen en opzeggen van overeenkomsten van verhuur of ingebruikgeving om niet van gronden. | ||
Het verlenen, verkrijgen, vestigen en beëindigen van zakelijke rechten, niet zijnde het erfpachtrecht, voor zover de realisering van een door de raad vastgestelde bestemming niet wordt geschaad. | ||
Het ruilen van onroerende zaken mits de te verwerven en de te vervreemden zaak ieder afzonderlijk voldoen aan de voorwaarden met betrekking tot koop en verkoop, zoals die in dit besluit zijn opgenomen. | ||
In afwachting van de realisering van de definitieve bestemming in gebruik geven van gronden om niet voor zover: het niet zakelijke functies betreft; er geen sprake is van indirecte subsidiëring aan instellingen/ organisaties; de oppervlakte niet groter is dan 1.000 m2; verkoop/verhuur niet in de rede ligt; de uitgifte om niet in het belang is van een effectief beheer. | ||
Het bij wanprestatie in gebreke stellen in het kader van reservering, aankoop, verkoop, uitgifte in erfpacht, in gebruikgeving en verhuur van grond. | ||
Het opleggen en inschrijven van kwalitatieve verplichtingen alsmede het beëindigen ervan; het uitvoeren van de artikelen 11,12, 16, 17 en 26 van de Wet voorkeursrecht gemeenten; ten aanzien van deze bevoegdheid is verlening van ondermandaat niet toegestaan. | ||
Het voeren van rechtsgedingen in het kader van aankopen en van het huur- en pachtvrij maken van gronden en opstallen met uitzondering van gerechtelijke onteigeningsprocedures. | ||
Het uitvoeren van de Subsidieregeling Stimulering afkoppelen hemelwaterafvoer van verhard oppervlak. | ||
Het uitvoeren van de Subsidieregeling Brabants VerkeersveiligheidsLabel. | ||
Het uitvoeren van de artikelen 3, eerste lid voor zover het een afwijzende beslissing op een aanvraag om aanwijzing betreft, 4 tot en met 6, 7, voor zover de wijziging van ondergeschikte betekenis is, 9, 11, eerste lid, 13,14, eerste lid,16, tweede onder d en e en vierde lid, 17, 18, 19 vierde en zesde lid en 21 van de Erfgoedverordening 2010. | ||
Het uitvoeren van de Regeling Lening stimulering energiebesparende maatregelen. | ||
Het sluiten van planschadeovereenkomsten als bedoeld in artikel 6.4a van de Wet ruimtelijke ordening. | ||
Het uitvoeren van hoofdstuk 3 van de APV Eindhoven en de Nadere regels seksinrichtingen. | ||
Het uitvoeren van afdeling 1 van hoofdstuk 5 (Parkeerexcessen) van de APV Eindhoven. | ||
Het uitvoeren van afdeling 3.5.3 van de Algemene Wet Bestuursrecht. | ||
Het uitvoeren van de artikelen 1:3, 1:4, 1:6, 2:10, 2:12, 2:25, 2:28, 2:29, 2:34, , 4:6, 4:18, 5:13, 5:13a, 5:15, 5:16, 5:18, 5:21a, 5:24, 5:24a, 5:26, en 5:34, met uitzondering van het vierde lid, van de APV Eindhoven. | ||
Het uitvoeren van artikel 2:29, tweede lid, van de APV Eindhoven, voor zover het betreft ontheffingen ten behoeve van incidentele activiteiten, onder de voorwaarde, dat de criteria, neergelegd in de Discussienota sluitingsuur/ nachtvergunningen van september 1988, in acht worden genomen. | ||
Het beslissen op verzoeken om ontheffing als bedoeld in artikel 148, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994. | ||
Het beslissen op aanvragen om ontheffing van de artikelen 10, 24, 25, 26 en 81 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990. | ||
Het verlenen van ontheffing aan gehandicapten van artikel 62 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 voor zover het betreft de verkeerstekens C14 en E3, bedoeld in Bijlage I, behorende bij het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990. | ||
Het verstrekken van gehandicaptenparkeerkaarten als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer. | ||
Het besluiten tot het toepassen van bestuursdwang als bedoeld in artikel 170, eerste lid en het uitvoeren van artikel 170, vierde lid van de Wegenverkeerswet 1994. | ||
Het verlenen van ontheffingen op grond van artikel 87 van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 juncto artikel 62 voor zover het betreft verkeersteken C7 van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens ten aanzien van de door het college besluit van 15 mei 2007 ingestelde milieuzone. | ||
Het uitvoeren van artikel 3, artikel 7c en de krachtens dit artikel vastgestelde voorschriften en van artikel 30b van de Wet op de kansspelen. | ||
Het uitvoeren van de bepalingen van de Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Eindhoven 2010 met uitzondering van de artikelen 3 en 14. | ||
Het uitvoeren van de bepalingen van de Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Eindhoven 2010 met uitzondering van de artikelen 3 en 14. | ||
Het beslissen op aanvragen om een vergunning of ontheffing op grond van de Drank- en Horecawet, alsmede het wijzigen en intrekken van een vergunning of ontheffing op grond van de Drank- en Horecawet. | ||
Het beslissen op aanvragen om vrijstelling en ontheffing op grond van de Winkeltijdenwet en op grond van de Verordening winkeltijden. | ||
Het beslissen op verzoeken om ontheffing als bedoeld in artikel 3, derde lid, en artikel 4, derde lid, van de Zondagswet. | ||
Het sluiten van huurovereenkomsten of op andere wijze in gebruik geven van onbebouwde onroerende zaken ten behoeve van standplaatsen en evenementen. | ||
Het sluiten van overeenkomsten tot het verhuren van ligplaatsen in het Beatrixkanaal, het Eindhovensch Kanaal en het Afwateringskanaal. | ||
Het sluiten van overeenkomsten tot het verhuren van het visrecht. | ||
Het sluiten van huurovereenkomsten als bedoeld in de Wet natuurbescherming tot verhuur van het genot van de jacht. | ||
Het opleggen van een last onder bestuursdwang, een last onder dwangsom of het opleggen van een bestuurlijke boete voor zover dit betrekking heeft op een overtreding van de voorschriften gegeven bij of krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en de daarin in artikel 5.1 genoemde wetten, de Huisvestingswet, de Winkeltijdenwet, de Wet op de veiligheidsregio’s, de bouwverordening Eindhoven, de Verordening bodemsanering Eindhoven, de Huisvestingsverordening, de Winkeltijdenverordening Eindhoven, de Parkeerverordening Eindhoven, de Wegsleepverordening Eindhoven, de Brandbeveiligingsverordening Eindhoven, de Erfgoedverordening, de Afvalstoffenverordening Eindhoven, de Marktverordening Eindhoven, de Drank- en Horecawet, Bomenverordening en de APV Eindhoven voor zover het betreft een overtreding van een artikel ten aanzien waarvan het college van burgemeester en wethouders of de burgemeester het bevoegd bestuursorgaan is. | ||
Het uitvoeren van de artikelen 2.1.5, derde lid, 2.4.1, tweede lid, voor zover voor het bouwen geen grondwerkzaamheden behoeven te worden verricht, 2.4.2, 2.5.3, 2.5.8, 2.5.9, 2.5.10, 2.5.11, 2.5.14, 2.5.16, 2.5.17, 2.5.18, 2.5.19, 2.5.22, 2.5.25, 2.5.28, 2.5.29, 2.7.3, 2.7.4, 2.7.5, 4.4, 4.10, 4.11, 8.1.1, 8.1.7 en 8.2.1 van de Bouwverordening. | ||
Het beslissen op aanvragen om vergunning op grond van de artikelen 8, 13, 18, 21, 22, 26, 27 lid 2, van de Huisvestingswet juncto het uitvoeren van de Huisvestingsverordening 2016. | ||
Het verlenen van vergunning tot het aangaan van overeenkomsten van huur en verhuur van woonruimte op grond van artikel 15, eerste lid, Leegstandswet. | ||
Het beslissen op verzoeken tot verlenging van de geldigheidsduur van een vergunning tot het aangaan van overeenkomsten van huur en verhuur van woonruimte op grond van artikel 15, vierde en vijfde lid, van de Leegstandswet. | ||
Het goedkeuren van het mobiliteitsplan in het kader van het toepassen van een mobiliteitscorrectie voor parkeren | ||
Het uitvoeren en nemen van besluiten op grond van het bepaalde bij of krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. | ||
Het uitvoeren van de artikelen 14 en 16 van het Besluit risico’s zware ongevallen 1999. | ||
Het uitvoeren van artikel 3.30 tot en met 3.32 van de Wet ruimtelijke ordening. | ||
Het uitvoeren van de Brandbeveiligingsverordening gemeente Eindhoven. | ||
Het uitvoeren van het bepaalde bij of krachtens de Wet milieubeheer. | ||
Het uitvoeren van het bepaalde bij of krachtens de Wet bodembescherming. | ||
Het uitvoeren van artikel 9, tweede lid, en artikel 10, tweede lid, van het Besluit inrichting en gebruik niet aangewezen luchtvaartterreinen. | ||
Het afgeven van een verklaring van geen bezwaar als bedoeld in artikel 7, lid 3 sub g van het besluit inrichtingen en gebruik niet aangewezen luchtvaartterreinen voor zover het hefschroefvliegtuig landingen betreft op het tu terrein en alle gebieden gelegen buiten de rondweg. | ||
Het uitvoeren van artikel 3 van de Verordening naamgeving en nummering gemeente Eindhoven. | ||
Het beslissen op aanvragen om een vergunning op grond van artikel 10 Wet explosieven voor civiel gebruik. | ||
Het aangaan van overeenkomsten met de individuele deelnemers in het kader van het regionaal zonnepanelenproject Zuidoost Brabant | ||
Het sluiten van anterieure overeenkomsten, met uitzondering van intentieovereenkomsten en samenwerkingsovereenkomsten, op grond van artikel 6.24 van de Wet ruimtelijke ordening; een besluit op grond van dit mandaat wordt slechts genomen na instemming van de portefeuillehouder. | ||
Het sluiten van overeenkomsten met betrekking tot het beheer van gemeente-eigendom. | ||
Het verkopen van woningen en andere gebouwen binnen de regels zoals vastgelegd in het collegebesluit van 6 februari 2007 inzake "Herziening handelwijze bij verkoop van gemeentelijke gebouwde eigendommen", voor zover de verkoopprijs niet minder bedraagt dan 90% van de getaxeerde waarde (en bij meerdere taxaties het gemiddelde van de getaxeerde waarden dan wel bij arbitrage tot stand gekomen taxatiewaarde). De (onder)mandataris is verplicht de portefeuillehouder tijdig vooraf te informeren over het voorgenomen besluit. | ||
Het ter uitvoering van door het college gesloten overeenkomsten aangaande de ontwikkeling en verkoop van gronden, besluiten tot wijziging van de overeenkomst, voor zover passend binnen de kaders en doelstellingen van de overeenkomst en voor zover passend binnen het reeds verleende algemene mandaat. |
Bevoegdheid tekenen van stukken
Er zijn geen specifieke bevoegdheden voor de sector RE.
NB. Zie voor wijze van ondertekening mandaat: hoofdstuk 1, artikel 8 en ondertekenen overeenkomsten: paragraaf 2.1 en 2.2.
Vertegenwoordigingsbevoegdheid
Bijlage specificatie ondermandaat
Sector Veiligheid en Bestuur (VB)
De hieronder omschreven bevoegdheden moeten worden uitgeoefend met inachtneming van de algemene bepalingen als genoemd in Hoofdstuk 1.
Bevoegdheid tekenen van stukken
Er zijn geen specifieke bevoegdheden voor de sector VB.
NB. Zie voor wijze van ondertekening mandaat: hoofdstuk 1, artikel 8 en ondertekenen overeenkomsten: paragraaf 2.1 en 2.2.
Vertegenwoordigingsbevoegdheid
De hieronder omschreven bevoegdheden moeten worden uitgeoefend met inachtneming van de algemene bepalingen als genoemd in Hoofdstuk 1.
Het aanschaffen van roerende zaken, met uitzondering van: a. het aanschaffen van kunstwerken ten laste van het Fonds aankoop kunstwerken; b. de aanschaf met inbegrip van vervanging van alle hardware (inclusief voorzieningen voor repro, tele- en datacommunicatie)- en software voor administratieve cartografische en documentaire software-toepassingen op het gebied van dienstverlening, ontwerp- en beheerstaken alsmede administratieve verwerking voor alle sectoren; c. het sluiten van overeenkomsten inzake inhuur van kennis en/of capaciteit op het gebied van beleid, ontwikkeling, realisatie, projecten en beheer met betrekking tot de vakgebieden: procesherinrichting, informatievoorziening en informatietechnologie; d. het sluiten van overeenkomsten inzake het in service beheren van applicaties en systemen (ASP). | ||
Het sluiten van overeenkomsten met betrekking tot het verlenen van diensten, zowel aan als door derden, waaronder begrepen in voorkomende gevallen de verwerkersovereenkomst als bedoeld in artikel 28, derde lid, van de Algemene Verordening Gegevensbescherming en met uitzondering van onderhoud op het gebied van hardware, software, repro, alsmede tele- en datacommunicatie alsmede voor dienstverleningsovereenkomsten met betrekking tot vastgoed voor alle sectoren. | ||
Het voeren van correspondentie ten geleide van stukken welke aan het college ter uitreiking zijn toegezonden en betreffende het doorzenden aan de bevoegde instantie van ingekomen stukken, waarvan de afdoening niet behoort tot de bevoegdheid van het college. | ||
Het aanvragen van vergunningen, ontheffingen, vrijstellingen of toestemmingen. | ||
Het uitvoeren van de artikelen 12 tot en met 21 en 77 van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG). | ||
Het uitvoeren van hoofdstuk III (informatie op verzoek) van de Wet openbaarheid van bestuur, alsmede het geven van een zienswijze als (een bestuursorgaan van) de gemeente hiertoe op grond van artikel 6 van de Wet openbaarheid van bestuur wordt uitgenodigd. | ||
Het opleggen van een last onder bestuursdwang, en het opleggen van een last onder dwangsom en het opleggen van een bestuurlijke boete als bedoeld in artikel 125 van de Gemeentewet, titel 5.3 en 5.4 van de Algemene wet bestuursrecht of specifieke regelgeving in die gevallen waarin het college of de burgemeester mandaat heeft verleend voor de uitvoering van wetten, verordeningen of andere regelingen van rijks-, provinciale en gemeentelijke wetgevers of bestuursorganen tenzij bij de verlening van het desbetreffende mandaat expliciet anders is bepaald | ||
Het inwinnen van rechtskundige adviezen en het geven van opdrachten aan advocaten en procureurs ter zake van het voeren van gerechtelijke procedures voor de gemeente Eindhoven. | ||
Het uitvoeren van de Verordening Samenspraak en Inspraak gemeente Eindhoven 2008, met uitzondering van artikel 3, derde lid en artikel 6, tweede, derde, vijfde en zesde lid; een besluit ingevolge artikel 2, eerste lid, dat inhoudt dat geen samenspraakproces plaatsvindt, mag de gemandateerde slechts nemen, na instemming van de betrokken portefeuillehouder(s). | ||
Het verstrekken van legitimatiebewijzen aan medewerkers van de sector die zijn aangewezen als toezichthouder en in die hoedanigheid een legitimatiebewijs nodig hebben. | ||
| ||
Het aanvragen van rijksbijdragen en andere (Europese) subsidies waarop de gemeente aanspraak kan maken die bijdragen aan de realisatie van gemeentelijke (raads)programma’s en activiteiten en hetgeen verder nodig is om deze bijdragen te verkrijgen. | ||
Het uitvoeren van Hoofdstuk 4, afdeling 4.1.3 van de Algemene wet bestuursrecht in die gevallen waarin dit samenhangt met besluiten waarvoor aan de betrokken functionaris mandaat is verleend. | ||
Het aangaan van een stage-overeenkomst als bedoeld in artikel 1:2a CAR/EAR, alsmede het bieden van een werkervaringsovereenkomst als bedoeld in artikel 1:2b CAR/EAR. | ||
a. Aanstelling en indiensttreding als bedoeld in hoofdstuk 2 van de CAR/EAR met inachtneming van de volgende voorwaarden: - de uitkomsten van functiewaardering zijn formeel vastgesteld; b. Het samenstellen van selectie- en adviescommissies als bedoeld in artikel 2:2:1:4 CAR/EAR. c. Het voeren van correspondentie inzake sollicitaties waaronder het nemen van besluiten tot afwijzing van sollicitanten. d. Het toepassen van de artikelen 2:4 en 2:5 CAR/EAR, alsmede van artikel 2:4:1 CAR/EAR met betrekking tot aanstelling en arbeidsovereenkomst. e. Het toepassen van het eerste en tweede lid van artikel 2:1B lid 1 en 2 CAR/EAR. In geval van ondermandaat aan het sectorhoofd is het sectorhoofd voor zover het om andere werkzaamheden buiten de eigen sector gaat, bevoegd na akkoord van het betrokken sectorhoofd. f. Het nemen van beslissingen met betrekking tot de aanstellingsomvang als bedoeld in de artikelen 2:7 en 2:7a CAR/EAR en direct daarmee samenhangende besluiten. | ||
Het aangaan van stageovereenkomsten en vaststellen van de daarin genoemde stagevergoedingen binnen het aanwezige budget en rekening houdend met de geldende beleidsregels. | ||
Het toepassen van de navolgende bepalingen en regelingen: a. Het aanwijzen van ambtenaren om buiten het dagvenster arbeid te verrichten, als bedoeld in artikel 3:12 en 3:12:1:1 CAR/EAR; b. Regeling afbouwtoelage (artikel 3:16 CAR/EAR); c. Overwerkvergoeding (artikel 3:18); d. Toelage beschikbaarheidsdienst (artikel 3:13 CAR/EAR); e. Vergoeding BHV, EHBO en interventieteam (artikel 3:17 CAR/EAR) | Afdelingshoofden m.u.v. het toepassen van de Regeling afbouwtoelage (b.) | |
a. Het maken van afspraken over werktijden, verlof en planning van werkzaamheden, als bedoeld in artikel 4:2 lid 3 tot en met 11 CAR/EAR. b. Het opdragen van overwerk, wachtdienst, nachtarbeid en arbeid op zaterdag, zondag, de dag van de viering van de verjaardag van de koning en kerkelijke of nationale feest- of gedenkdagen (artikel 4:5:1:1 CAR/EAR). c. Het vaststellen van werktijden, als bedoeld in artikel 4:4, 4:5 en 4:6 CAR/EAR. d. Het toepassen van artikel 4:9 CAR/EAR inzake spaaruren. e. Het korten van ADV bij ziekte als bedoeld in artikel 5 van de Werktijden en ADV-regeling. | Afdelingshoofden voor onderdeel a., behoudens toepassing van artikel 4:2, lid 7 CAR/EAR | |
a. Het toekennen van de aanspraak op verlof, het toepassen van verjarings- en vervaltermijnen met betrekking tot verlof, het verlenen van vakantieverlof en het uitbetalen van niet genoten vakantie-uren als bedoeld in de artikelen 6:1 tot en met 6:2:7 CAR/EAR met uitzondering van de bepalingen waarin aangegeven is dat het college nadere regels kan stellen (6:2a lid 2, 6:2:1 lid 1 en 5 en 6:2:6 lid 1 CAR/EAR). b. Het verlenen van buitengewoon verlof als bedoeld in de artikelen 6:4 tot en met 6:4:3 CAR/EAR. c. Het verlenen van ouderschapsverlof, als bedoeld in de artikelen 6:5 t/m 6:5a:1:1 CAR/EAR en hoofdstuk 6.5 van de Wet arbeidsongeschiktheids verzekering zelfstandigen (Waz). d. Het verlenen van zwangerschaps- en bevallingsverlof en adoptie- en pleegzorgverlof als bedoeld in de artikelen 6:7 en 6:8 CAR/EAR. e. Het toepassen van artikel 6:9 en 6:10 CAR/EAR, behoudens het stellen van nadere regels ten behoeve van het indienen van het verzoek tot onbetaald verlof. f. Het toepassen van artikel 6:11 CAR/EAR, inzake het besluit om het verlof van de ambtenaar die volledig onbetaald verlof geniet en langer dan 14 dagen ziek is, in schrijnende gevallen te beëindigen. g. Het toepassen van artikel 6a:3 lid 1 en 2, 6a:4, 6a:8 en 6a:9 CAR/EAR inzake de levensloopregeling. | ||
a. Het doen instellen van een geneeskundig onderzoek als bedoeld in artikel 7:2:5 CAR/EAR alsmede in artikel 7:12 CAR/EAR. b. Het verzoeken om maatregelen of voorzieningen te treffen als bedoeld in artikel 7:2:7 CAR/EAR. c. Het vaststellen van de hoogte van de aanspraak op bezoldiging bij ziekte als bedoeld in artikel 7:3, 7:4, 7:8:1:1, 7:8:2:1, 7:18:1 t/m 7:23 en 7:26 t/m 7:28a CAR/EAR. d. Het treffen van maatregelen en geven van voorschriften als bedoeld in de leden 1 t/m 3 van artikel 7:9 CAR/EAR. e. Het doen van een verzoek om informatie bij ziekte als bedoeld in artikel 7:10 CAR/EAR. f. Het al dan niet verlenen van toestemming tot het verrichten van arbeid voor zichzelf of voor derden als bedoeld in artikel 7:13:2, sub f, CAR/EAR. g. Het opdragen van passende arbeid als bedoeld in artikel 7:16 CAR/EAR. h. Het verlenen van toestemming om de betrekking na ziekte weer te vervullen als bedoeld in het derde lid van artikel 7:17 CAR/EAR. | ||
a. Het geven van toestemming tot persoonlijk gebruik als bedoeld in artikel 15:1b CAR/EAR. b. Het afdoen van verzoeken om een vergoeding van schade aan privé kleding en uitrusting wegens een dienstongeval, indien het te vergoeden bedrag niet meer bedraagt dan € 250,-. | ||
a. Het op- en vaststellen van persoonlijke opleidingsplannen en opleidingsplannen op sectorniveau. b. Het vaststellen van de hoogte van de vergoeding van opleidingskosten als bedoeld in het derde lid van artikel 17:4:2:1 CAR/EAR. c. Het ontheffen van de ambtenaar van de verplichting tot terugbetaling van een studiekostenvergoeding, als bedoeld in artikel 17:4:3:1lid 3 CAR/EAR. d. Het toekennen van verlof als bedoeld in artikel 17:4:4:1 CAR/EAR. e. Het bepalen van de termijn voor opleidingsfaciliteiten alsmede de verlenging daarvan (artikel 17:4:5:1 CAR/EAR). f. Het intrekken van verleende studiefaciliteiten, als bedoeld in artikel 17:4:6:1 CAR/EAR en opvragen van de gegevens als bedoeld in het tweede lid van artikel 17:1:7:1 en in artikel 17:4:7:1 CAR/EAR. | ||
De uitoefening van de bevoegdheden in deze tabel is toegestaan voor zover deze geen betrekking heeft op de functie van sectorhoofd, respectievelijk, als sprake is van ondermandaat aan het afdelingshoofd, voor zover deze geen betrekking heeft op de functie van afdelingshoofd. | ||
Het binnen het daarvoor toegekende budget doen van kunstaankopen. | ||
Het aanvaarden van schenkingen aan het Van Abbemuseum, indien daaraan geen lasten of verplichtingen zijn verbonden anders dan de tegenprestatie om de naam van de sponsor of schenker bij het kunstwerk of de tentoonstelling te vermelden, alsmede het aanvragen en aanvaarden van sponsorgelden ten behoeve van het Van Abbemuseum onder de voorwaarde dat de Richtlijnen sponsoring gemeentelijke activiteiten door derden van 1995 (bijlage 4 van het eindverslag van het project integer handelen) in acht worden genomen en vooraf rekening wordt gehouden met mogelijke fiscale gevolgen van sponsoring. | ||
Het aanvragen van sponsorgelden ten behoeve van het Van Abbemuseum onder de voorwaarde dat de Richtlijnen sponsoring gemeentelijke activiteiten door derden van 1995 (bijlage 4 van het eindverslag van het project integer handelen) in acht wordt genomen en vooraf rekening wordt gehouden met mogelijke fiscale gevolgen van sponsoring, en het ondertekenen van sponsorcontracten | ||
Het beslissen op offertes, het mededelen van een positieve beslissing op deze offertes en het aangaan, wijzigen en opzeggen van verzekeringsovereenkomsten en het voeren van correspondentie met betrekking tot de gesloten verzekeringsovereenkomsten en het declareren van de onder die overeenkomsten vallende schaden, een en ander voor zover het betreft verzekeringen ten behoeve van kunstwerken uit de collectie van het Van Abbemuseum, kunstwerken van derden die in het kader van een tentoonstelling worden vervoerd naar of zich bevinden in het Van Abbemuseum en de zich in het Van Abbemuseum bevindende documentatie. | ||
Het geven van opdrachten tot het plaatsen van advertenties met betrekking tot het programma van het Van Abbemuseum. | ||
Het vaststellen van tarieven voor incidenteel te verrichten diensten en voor het incidenteel verhuren van niet-museale ruimten. | ||
Het sluiten van overeenkomsten met betrekking tot het elders inrichten van een al dan niet bestaande tentoonstelling, daarbij inbegrepen het verlenen van daarmee verband houdende diensten. |
Bevoegdheid tekenen van stukken
Er zijn geen specifieke bevoegdheden voor het Van Abbemuseum.
NB. Zie voor wijze van ondertekening mandaat: hoofdstuk 1, artikel 8 en ondertekenen overeenkomsten: paragraaf 2.1 en 2.2.
Vertegenwoordigingsbevoegdheid
Er zijn geen specifieke aanwijzingen voor het Van Abbemuseum.
De hieronder omschreven bevoegdheden moeten worden uitgeoefend met inachtneming van de algemene bepalingen als genoemd in Hoofdstuk 1.
Het aanschaffen van roerende zaken, met uitzondering van:
| ||
Het sluiten van overeenkomsten met betrekking tot het verlenen van diensten, zowel aan als door derden, waaronder begrepen in voorkomende gevallen de verwerkersovereenkomst als bedoeld in artikel 28, derde lid, van de Algemene Verordening Gegevensbescherming, met uitzondering van onderhoud op het gebied van hardware, software, repro, tele- en datacommunicatie alsmede voor dienstverleningsovereenkomsten met betrekking tot vastgoed voor alle sectoren. | ||
Het voeren van correspondentie ten geleide van stukken welke aan het college ter uitreiking zijn toegezonden en betreffende het doorzenden aan de bevoegde instantie van ingekomen stukken, waarvan de afdoening niet behoort tot de bevoegdheid van het college. | ||
Het aanvragen van vergunningen, ontheffingen, vrijstellingen of toestemmingen. | ||
Het uitvoeren van de artikelen 12 tot en met 21 en 77 van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG). | ||
Het uitvoeren van hoofdstuk III (informatie op verzoek) van de Wet openbaarheid van bestuur, alsmede het geven van een zienswijze als (een bestuursorgaan van) de gemeente hiertoe op grond van artikel 6 van de Wet openbaarheid van bestuur wordt uitgenodigd. | ||
Het opleggen van een last onder bestuursdwang, en het opleggen van een last onder dwangsom en het opleggen van een bestuurlijke boete als bedoeld in artikel 125 van de Gemeentewet, titel 5.3 en 5.4 van de Algemene wet bestuursrecht of specifieke regelgeving in die gevallen waarin het college of de burgemeester mandaat heeft verleend voor de uitvoering van wetten, verordeningen of andere regelingen van rijks-, provinciale en gemeentelijke wetgevers of bestuursorganen tenzij bij de verlening van het desbetreffende mandaat expliciet anders is bepaald. | ||
Het inwinnen van rechtskundige adviezen en het geven van opdrachten aan advocaten en procureurs ter zake van het voeren van gerechtelijke procedures voor de gemeente Eindhoven. | ||
Het uitvoeren van de Verordening Samenspraak en Inspraak gemeente Eindhoven 2008, met uitzondering van artikel 3, derde lid en artikel 6, tweede, derde, vijfde en zesde lid; een besluit ingevolge artikel 2, eerste lid, dat inhoudt dat geen samenspraakproces plaatsvindt, mag de gemandateerde slechts nemen, na instemming van de betrokken portefeuillehouder(s). | ||
Het verstrekken van legitimatiebewijzen aan medewerkers van de sector die zijn aangewezen als toezichthouder en in die hoedanigheid een legitimatiebewijs nodig hebben. | ||
| ||
Het aanvragen van rijksbijdragen en andere (Europese) subsidies waarop de gemeente aanspraak kan maken die bijdragen aan de realisatie van gemeentelijke (raads)programma’s en activiteiten en hetgeen verder nodig is om deze bijdragen te verkrijgen. | ||
Het uitvoeren van Hoofdstuk 4, afdeling 4.1.3 van de Algemene wet bestuursrecht in die gevallen waarin dit samenhangt met besluiten waarvoor aan de betrokken functionaris mandaat is verleend. | ||
Het aangaan van een stage-overeenkomst als bedoeld in artikel 1:2a CAR/EAR, alsmede het bieden van een werkervaringsovereenkomst als bedoeld in artikel 1:2b CAR/EAR | ||
a. Aanstelling en indiensttreding als bedoeld in hoofdstuk 2 van de CAR/EAR met inachtneming van de volgende voorwaarden: - de uitkomsten van functiewaardering zijn formeel vastgesteld; b. Het samenstellen van selectie- en adviescommissies als bedoeld in artikel 2:2:1:4 CAR/EAR. c. Het voeren van correspondentie inzake sollicitaties waaronder het nemen van besluiten tot afwijzing van sollicitanten. d. Het toepassen van de artikelen 2:4 en 2:5 CAR/EAR, alsmede van artikel 2:4:1 CAR/EAR met betrekking tot aanstelling en arbeidsovereenkomst. e. Het toepassen van het eerste en tweede lid van artikel 2:1B lid 1 en 2 CAR/EAR. In geval van ondermandaat aan het sectorhoofd is het sectorhoofd voor zover het om andere werkzaamheden buiten de eigen sector gaat, bevoegd na akkoord van het betrokken sectorhoofd. f. Het nemen van beslissingen met betrekking tot de aanstellingsomvang als bedoeld in de artikelen 2:7 en 2:7a CAR/EAR en direct daarmee samenhangende besluiten. | ||
Het aangaan van stageovereenkomsten en vaststellen van de daarin genoemde stagevergoedingen binnen het aanwezige budget en rekening houdend met de geldende beleidsregels. | ||
Het toepassen van de navolgende bepalingen en regelingen: a. Het aanwijzen van ambtenaren om buiten het dagvenster arbeid te verrichten, als bedoeld in artikel 3:12 en 3:12:1:1 CAR/EAR; b. Regeling afbouwtoelage (artikel 3:16 CAR/EAR); c. Overwerkvergoeding (artikel 3:18); d. Toelage beschikbaarheidsdienst (artikel 3:13 CAR/EAR); e. Vergoeding BHV, EHBO en interventieteam (artikel 3:17 CAR/EAR) | ||
a. Het maken van afspraken over werktijden, verlof en planning van werkzaamheden, als bedoeld in artikel 4:2 lid 3 tot en met 11 CAR/EAR. b. Het opdragen van overwerk, wachtdienst, nachtarbeid en arbeid op zaterdag, zondag, de dag van de viering van de verjaardag van de koning en kerkelijke of nationale feest- of gedenkdagen (artikel 4:5:1:1 CAR/EAR). c. Het vaststellen van werktijden, als bedoeld in artikel 4:4, 4:5 en 4:6 CAR/EAR. d. Het toepassen van artikel 4:9 CAR/EAR inzake spaaruren. e. Het korten van ADV bij ziekte als bedoeld in artikel 5 van de Werktijden en ADV-regeling | ||
a. Het toekennen van de aanspraak op verlof, het toepassen van verjarings- en vervaltermijnen met betrekking tot verlof, het verlenen van vakantieverlof en het uitbetalen van niet genoten vakantie-uren als bedoeld in de artikelen 6:1 tot en met 6:2:7 CAR/EAR met uitzondering van de bepalingen waarin aangegeven is dat het college nadere regels kan stellen (6:2a lid 2, 6:2:1 lid 1 en 5 en 6:2:6 lid 1 CAR/EAR). b. Het verlenen van buitengewoon verlof als bedoeld in de artikelen 6:4 tot en met 6:4:3 CAR/EAR. c. Het verlenen van ouderschapsverlof, als bedoeld in de artikelen 6:5 t/m 6:5a:1:1 CAR/EAR en hoofdstuk 6.5 van de Wet arbeidsongeschiktheids verzekering zelfstandigen (Waz). d. Het verlenen van zwangerschaps- en bevallingsverlof en adoptie- en pleegzorgverlof als bedoeld in de artikelen 6:7 en 6:8 CAR/EAR. e. Het toepassen van artikel 6:9 en 6:10 CAR/EAR, behoudens het stellen van nadere regels ten behoeve van het indienen van het verzoek tot onbetaald verlof. f. Het toepassen van artikel 6:11 CAR/EAR, inzake het besluit om het verlof van de ambtenaar die volledig onbetaald verlof geniet en langer dan 14 dagen ziek is, in schrijnende gevallen te beëindigen. g. Het toepassen van artikel 6a:3 lid 1 en 2, 6a:4, 6a:8 en 6a:9 CAR/EAR inzake de levensloopregeling. | ||
a. Het doen instellen van een geneeskundig onderzoek als bedoeld in artikel 7:2:5 CAR/EAR alsmede in artikel 7:12 CAR/EAR. b. Het verzoeken om maatregelen of voorzieningen te treffen als bedoeld in artikel 7:2:7 CAR/EAR. c. Het vaststellen van de hoogte van de aanspraak op bezoldiging bij ziekte als bedoeld in artikel 7:3, 7:4, 7:8:1:1, 7:8:2:1, 7:18:1 t/m 7:23 en 7:26 t/m 7:28a CAR/EAR. d. Het treffen van maatregelen en geven van voorschriften als bedoeld in de leden 1 t/m 3 van artikel 7:9 CAR/EAR. e. Het doen van een verzoek om informatie bij ziekte als bedoeld in artikel 7:10 CAR/EAR. f. Het al dan niet verlenen van toestemming tot het verrichten van arbeid voor zichzelf of voor derden als bedoeld in artikel 7:13:2, sub f, CAR/EAR. g. Het opdragen van passende arbeid als bedoeld in artikel 7:16 CAR/EAR. h. Het verlenen van toestemming om de betrekking na ziekte weer te vervullen als bedoeld in het derde lid van artikel 7:17 CAR/EAR. | ||
a. Het geven van toestemming tot persoonlijk gebruik als bedoeld in artikel 15:1b CAR/EAR. b. Het afdoen van verzoeken om een vergoeding van schade aan privé kleding en uitrusting wegens een dienstongeval, indien het te vergoeden bedrag niet meer bedraagt dan € 250,-. | ||
a. Het op- en vaststellen van persoonlijke opleidingsplannen en opleidingsplannen op sectorniveau. b. Het vaststellen van de hoogte van de vergoeding van opleidingskosten als bedoeld in het derde lid van artikel 17:4:2:1 CAR/EAR. c. Het ontheffen van de ambtenaar van de verplichting tot terugbetaling van een studiekostenvergoeding, als bedoeld in artikel 17:4:3:1lid 3 CAR/EAR. d. Het toekennen van verlof als bedoeld in artikel 17:4:4:1 CAR/EAR. e. Het bepalen van de termijn voor opleidingsfaciliteiten alsmede de verlenging daarvan (artikel 17:4:5:1 CAR/EAR). f. Het intrekken van verleende studiefaciliteiten, als bedoeld in artikel 17:4:6:1 CAR/EAR en opvragen van de gegevens als bedoeld in het tweede lid van artikel 17:1:7:1 en in artikel 17:4:7:1 CAR/EAR. | ||
De uitoefening van de bevoegdheden in deze tabel is toegestaan voor zover deze geen betrekking heeft op de functie van sectorhoofd, respectievelijk, als sprake is van ondermandaat aan het afdelingshoofd, voor zover deze geen betrekking heeft op de functie van afdelingshoofd. | ||
Het aanschaffen van roerende zaken ten behoeve van het functioneren van de werkplekken/kantoorlocaties in Den Haag en Brussel tot een maximum van € 2500,-. | ||
Het ten behoeve van het CIO-office sluiten van overeenkomsten inzake inhuur van kennis en/of capaciteit op het gebied van beleid, ontwikkeling (met uitzondering van systeemontwikkeling), realisatie, projecten en beheer met betrekking tot de vakgebieden: procesherinrichting, informatievoorziening en informatietechnologie. |
Bevoegdheid tekenen van stukken
Er zijn geen specifieke bevoegdheden voor de sector Strategie.
NB. Zie voor wijze van ondertekening mandaat: hoofdstuk 1, artikel 8 en ondertekenen overeenkomsten:
Vertegenwoordigingsbevoegdheid
Het college en de burgemeester ieder voor zover het betreft zijn bevoegdheid, verlenen machtiging om hen te vertegenwoordigen:
Er zijn geen specifieke aanwijzingen voor de sector Strategie.
Voorzitter Meldpunt Integriteit
De hieronder omschreven bevoegdheden moeten worden uitgeoefend met inachtneming van de algemene bepalingen als genoemd in Hoofdstuk 1.
De bevoegdheden als bedoeld in artikel 1a:1:1:1 onder H onderdeel 2 (schorsing, als bedoeld in artikel 8:15:1 EAR, ontzegging van de toegang, zoals bedoeld in artikel 8:15:1:1 EAR en het nemen van maatregelen als bedoeld in artikel 8:15:2 EAR. Indien het college deze besluiten niet bevestigt binnen twee onmiddellijk op de dag van schorsing volgende vergaderingen, vervallen deze besluiten van rechtswege) en K onderdeel 2 (aanwijzen van een verantwoordingscommissie) CAR/EAR. | ||
De bevoegdheid tot het geven van een opdracht tot gerichte controle op e-mail en internetgebruik als bedoeld in het derde lid van artikel 7 en het tweede lid van artikel 8, alsmede de bevoegdheid om te bepalen dat persoonsgegevens langer worden bewaard als bedoeld in het eerste lid van artikel 9 van de Gedragscode elektronische communicatiemiddelen. |