Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Amersfoort

Besluit van de inspecteur van de gemeentelijke belastingen van de gemeente Amersfoort houdende regels omtrent mandaat (Besluit mandaatverlening inspecteur gemeentelijke belastingen 2019)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieAmersfoort
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBesluit van de inspecteur van de gemeentelijke belastingen van de gemeente Amersfoort houdende regels omtrent mandaat (Besluit mandaatverlening inspecteur gemeentelijke belastingen 2019)
CiteertitelBesluit mandaatverlening inspecteur gemeentelijke belastingen 2019
Vastgesteld doorgeattribueerde functionaris
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt het Besluit mandaatverlening inspecteur gemeentelijke belastingen van 4 januari 2010.

De datum van ingang van dit besluit is 6 juni 2019.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

http://decentrale.regelgeving.overheid.nl/cvdr/XHTMLoutput/Historie/Amersfoort/624356/CVDR624356_1.html

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

12-06-2019nieuwe regeling

03-06-2019

gmb-2019-140617

Tekst van de regeling

Intitulé

Besluit van de inspecteur van de gemeentelijke belastingen van de gemeente Amersfoort houdende regels omtrent mandaat (Besluit mandaatverlening inspecteur gemeentelijke belastingen 2019)

De inspecteur van de gemeentelijke belastingen van Amersfoort,

gelet op het Aanwijzings- en mandaatbesluit gemeentelijke belastingambtenaren van burgemeester en wethouders van 14 mei 2019;

 

 

B E S L U I T:

 

 

Onder intrekking van het Besluit mandaatverlening inspecteur gemeentelijke belastingen van

4 januari 2010, vast te stellen het:

 

BESLUIT MANDAATVERLENING INSPECTEUR GEMEENTELIJKE BELASTINGEN 2019

Artikel 1 Mandaatverlening.

De inspecteur van de gemeentelijke belastingen van Amersfoort besluit:

  • 1.

    Aan de manager van de afdeling Burgerzaken, te mandateren, de bevoegdheid om namens haar vast te stellen de gevorderde leges als bedoeld in Titel 1, de hoofdstukken 1 tot en met 9 en hoofdstuk 20, van de tarieventabel behorende bij de Verordening leges, voor zover het diensten betreft, verleend door deze afdeling.

 

  • 2.

    Aan de manager van de afdeling Woon- en werkklimaat, te mandateren, de bevoegdheid om namens haar vast te stellen de gevorderde leges als bedoeld in Titel 1, hoofdstuk 12, van de tarieventabel behorende bij de Verordening leges, voor zover het diensten betreft, verleend door deze afdeling.

 

  • 3.

    Aan de manager van de afdeling leefomgeving, te mandateren, de bevoegdheid om namens haar vast te stellen de gevorderde leges als bedoeld in Titel 1, hoofdstuk 18, van de tarieventabel behorende bij de Verordening leges.

 

  • 4.

    Aan directeur van het Archief Eemland te mandateren de bevoegdheid om namens haar vast te stellen de gevorderde leges als bedoeld in Titel 1, hoofdstuk 10 en 20, van de tarieventabel behorende bij de Verordening leges

 

  • 5.

    Aan de manager van de afdeling Samenleven, te mandateren, de bevoegdheid om namens haar vast te stellen de gevorderde leges als bedoeld in Titel 3, hoofdstuk 8, van de tarieventabel behorende bij de Verordening leges.

 

  • 6.

    Aan de manager van de afdeling Juridische dienstverlening en advies, te mandateren, de bevoegdheid om namens haar vast te stellen de gevorderde leges als bedoeld in Titel 1, hoofdstuk 20, van de tarieventabel behorende bij de Verordening leges.

 

  • 7.

    Aan de manager van de afdeling Vergunning, toezicht en handhaving te mandateren de bevoegdheid om namens haar vast te stellen de gevorderde leges als bedoeld in Titel 1, hoofdstuk 16 en 20, Titel 2 geheel en Titel 3, hoofdstuk 1 tot en met 7 en hoofdstuk 9, van de tarieventabel behorende bij de Verordening leges.

 

  • 8.

    Aan de inspecteur gemeentelijke parkeerbelastingen te mandateren de bevoegdheid om

  • namens haar vast te stellen de gevorderde leges als bedoeld in hoofdstuk 19 van de tarieventabel behorende bij de Verordening leges, voor zover het diensten betreft verleend door Coöperatie ParkeerService UA.

 

  • 9.

    Aan de adjunct directeur van de Stichting Woningcorporatie De Alliantie / Eemvallei, hierna te noemen Alliantie, te mandateren de bevoegdheid om namens haar vast te stellen de gevorderde rechten als bedoeld in de Verordening staangeld.

 

  • 10.

    Aan de manager van de afdeling Vergunning, toezicht en handhaving te mandateren de bevoegdheid om namens haar vast te stellen de gevorderde belasting als bedoeld in de Verordening precariobelasting.

 

  • 11.

    Aan de manager van de afdeling Woon- en werkklimaat te mandateren de bevoegdheid om namens haar vast te stellen de gevorderde rechten als bedoeld in de Verordening marktgeld en de Verordening haven- en kadegeld.

 

  • 12.

    Aan de directeur van Crematorium en Begraafplaats Amersfoort te mandateren de bevoegdheid om namens haar vast te stellen de gevorderde rechten als bedoeld in de Verordening begraaf- en crematierechten.

 

  • 13.

    Aan de gemeentelijke taxateurs van de afdeling Belastingen te mandateren de bevoegdheid tot het voeren van onderhandelingen ten behoeve van de individuele waardevaststelling in de fase voorafgaand aan het nemen van de waardebeschikking.

 

  • 14.

    Aan de medewerkers van het team Heffing en Invordering, de medewerkers van het team WOZ en de fiscaal-juridisch adviseur, allen ressorterend onder de afdeling Belastingen, te mandateren de bevoegdheid om namens haar uitspraak te doen op bezwaarschriften, te beslissen op verzoeken om ontheffing en vermindering dan wel ambtshalve verminderingen en ontheffingen te verlenen.

 

  • 15.

    Aan de fiscaal-juridisch beleidsadviseur en de senior medewerker bezwaar en beroep te mandateren de bevoegdheid om namens haar verweerschriften in te dienen bij de rechtbank en het gerechtshof.

Artikel 2 Voorwaarden mandaatverlening.

Aan deze mandatering zijn de volgende voorwaarden verbonden:

 

  • 1.

    Ondermandaat van de bevoegdheden in artikel 1, leden 1 tot en met 12 is toegestaan, ondermandaat van de bevoegdheid genoemd in artikel 1 leden 13 tot en met 15 is niet toegestaan.

 

  • 2.

    Het mandaat onder artikel 1 lid 9 wordt uitgeoefend met inachtneming van het bepaalde in ”de instructie heffing en inning rechten standplaatsen woonwagens” van 19 december 2017.

 

  • 3.

    Het mandaat onder artikel 1, lid 1 tot en met 12 omvat:

    • -

      het vaststellen van de gevorderde rechten en belastingen,

    • -

      het vaststellen van het bedrag van de ontheffing in die gevallen waarin de belastingplicht eindigt voor het einde van het belastingtijdvak en conform de daarvoor in de bij de Verordening leges behorende tarieventabel opgenomen bepaling.

 

  • 4.

    De behandeling van bezwaarschriften tegen opgelegde belastingnota’s en ontheffingsbeschikkingen is, voor zover niet anders vermeld, uitgesloten van dit mandaat.

Artikel 3 Inwerkingtreding en citeertitel.

  • 1.

    Dit besluit treedt inwerking met ingang van de dag na die van bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van dit besluit is 6 juni 2019.

  • 3.

    Dit besluit kan worden aangehaald als ‘Besluit mandaatverlening inspecteur gemeentelijke belastingen 2019’.

     

 

Amersfoort, 3 juni 2019

De inspecteur van de gemeentelijke belastingen van Amersfoort,

Mw. drs. M.C. Roest

Afdelingsmanager Belastingen