Organisatie | Zwolle |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beoordelingskader Beschermd Wonen |
Citeertitel | Beoordelingskader Beschermd wonen |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | Maatschappelijke zorg en welzijn |
Regels t.a.v. beoordeling Beschermd Wonen
N.v.t.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
06-06-2019 | nieuwe regeling | 14-05-2019 | cb 2019-05.14 |
1. Beoordelingskader beschermd wonen
De gemeenten Dalfsen, Hardenberg, Kampen, Ommen, Staphorst, Steenwijkerland, Zwartewaterland en Zwolle (regio IJssel-Vecht) hebben de bevoegdheid tot het nemen van alle noodzakelijke besluiten en handelingen in het kader van de maatwerkvoorziening beschermd wonen op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en de Verordening maatschappelijke ondersteuning van voorgenoemde gemeenten bij de Centrale Toegang (GGD IJsselland) belegd.
Het beslissen op een bezwaar tegen de hiervoor genoemde besluiten is gemandateerd aan het bestuur van GGD IJsselland (behalve voor aanvragen van de inwoners van Staphorst). De colleges van de bovengenoemde gemeenten hebben in dit document vastgelegd binnen welke kaders de Centrale Toegang werkt.
1.2 Procedure: van melding naar aanvraag
Een cliënt, woonachtig in één van de gemeenten van de regio IJssel-Vecht, die op dat moment nog niet beschermd woont, meldt zich eerst bij de lokale toegang. De bedoeling is dat dat wat voorliggend opgelost kan worden ook op die wijze plaatsvindt. Concludeert de lokale toegang echter dat beschermd wonen de best passende oplossing is, dan wordt de melding doorgezet naar de Centrale Toegang van GGD IJsselland. Cliënten die een heraanvraag doen, in een klinische opname verblijven, in een jeugdzorginstelling verblijven, gedetineerd zijn, of gebruik maken van de maatschappelijke opvang (in de regio), melden zich rechtstreeks bij de Centrale Toegang. Beschermd wonen is landelijk toegankelijk. Cliënten kunnen zich dus ook tot andere gemeenten wenden voor opvang en beschermd wonen. De handreiking en beleidsregels landelijke toegankelijkheid van beschermd wonen zijn van toepassing (Zie handreiking landelijke toegankelijkheid bescherm wonen 2016 en nadere toelichting op handreiking)
De melding wordt gedaan via de website van GGD IJsselland en bestaat uit het beantwoorden van een vragenlijst plus het meesturen van relevante stukken zoals diagnostiek en bij een herindicatie een evaluatieverslag van de afgelopen periode en een actueel begeleidingsplan. Als de melding compleet is, start het onderzoek en wordt de cliënt eventueel uitgenodigd voor een gesprek met een medewerker van de Centrale Toegang. Het onderzoeksverslag kan vervolgens eventueel dienen als aanvraag. Op de aanvraag volgt een beschikking. Indien de cliënt de ondersteuning in de vorm van een persoonsgebonden budget wil ontvangen moet de cliënt eerst een pgb-plan maken en wordt beoordeeld of de cliënt of zijn vertegenwoordiger (Onder vertegenwoordiger wordt verstaan: uw curator, uw mentor, uw gevolmachtigde, uw echtgeno(o)t(e), uw geregistreerd partner of uw ouder, kind, broer of zus) voldoende in staat is om een pgb te beheren en of de ondersteuning voldoende veilig, doeltreffend en cliëntgericht is. Het besluit in de beschikking (toekenning of afwijzing) wordt altijd gemotiveerd. De tijd tussen eerste melding en beschikking is maximaal 8 weken. De afgegeven beschikkingen staan open voor bezwaar. Dit kan binnen 6 weken na afgifte ingediend worden bij het bestuur van GGD IJsselland. Inwoners van Staphorst kunnen het bezwaar indienen bij de gemeente Staphorst.
Het besluit tot een toekenning beschermd wonen is maatwerk en afhankelijk van vele factoren. Het besluit dient goed gemotiveerd te worden.
Volgens de Wmo 2015 is beschermd wonen het wonen in een accommodatie van een instelling met daarbij behorend toezicht en begeleiding, gericht op het bevorderen van de zelfredzaamheid en participatie, het psychisch en psychosociaal functioneren, stabilisatie van een psychiatrisch ziektebeeld, het voorkomen van verwaarlozing of maatschappelijke overlast of het afwenden van gevaar voor de cliënt of anderen, bestemd voor personen met psychische of psychosociale problemen die niet in staat zijn zich op eigen kracht te handhaven in de samenleving.
In de verordeningen Maatschappelijke ondersteuning van de gemeenten in de regio IJssel-Vecht zijn diverse criteria voor maatwerkvoorzieningen, waaronder beschermd wonen, opgenomen. Zie www.overheid.nl beleid en regelgeving.
De Wmo 2015 en de verordeningen Maatschappelijke ondersteuning van de gemeenten zijn de juridische kaders die gehanteerd worden bij de afwegingen om al dan niet te besluiten tot toegang tot beschermd wonen.
Afbakening met andere domeinen
Naast de Wmo zijn er ook andere financieringsvormen op het gebied van GGZ. Het gaat dan om verblijf gefinancierd vanuit de Zorgverzekeringswet, de Wet langdurige zorg en de Wet forensische zorg die voorliggend aan beschermd wonen op grond van de Wmo is.
Er is sprake van zorg uit de Zorgverzekeringswet wanneer de aanwezigheid van een psychiater of arts in de directe nabijheid van de cliënt noodzakelijk is. Het wonen maakt integraal onderdeel uit van de behandeling. Het eerste jaar zorg met verblijf en behandeling wordt via een Diagnose Behandelcombinatie (DBC) uit de Zorgverzekeringswet bekostigd. Jaar 2 en 3 worden ook uit de Zorgverzekeringswet betaald.
De Wet langdurige zorg regelt en financiert de langdurige intramurale zorg voor ouderen, gehandicapten en GGZ-patiënten waarbij de behandelaar in de directe nabijheid moet zijn (langer dan 3 jaar).
De Wet forensische zorg regelt en financiert de zorg voor cliënten met een justitiële forensische zorgtitel.
Psychiatrische problematiek of ernstige psychosociale problemen
De grondslag (ofwel de reden voor de aanvraag en het afgeven van een positieve beschikking) is gebaseerd op de constatering dat het gaat om psychiatrische stoornissen of ernstige psychosociale problematiek. Daarbij kan sprake zijn van verstandelijke -, lichamelijke - of zintuiglijke problematiek, echter de psychiatrische problemen staan op de voorgrond. Voorgaande betekent dat er geen beschermd wonen plaatsen bezet kunnen worden door personen waarbij andere problemen op de voorgrond staan.
Het vaststellen van psychiatrische problematiek (op basis van relevant onderzoek/diagnostiek) gebeurt door of onder verantwoordelijkheid van een daartoe bevoegd deskundige (bijvoorbeeld een psychiater of GZ-psycholoog), verslaglegging hiervan wordt door de cliënt en/of zorgaanbieder overlegd op verzoek van de Centrale Toegang.
Deze doelgroep kenmerkt zich door het ontbreken van voldoende maatschappelijke- en zelfredzaamheidsvaardigheden en het ontbreken van een bewuste zorgbehoefte. Er is daarnaast veelal sprake van (ernstige) gezondheidsproblemen en (ernstige) gedragsproblematiek. Veel cliënten hebben in het verleden zonder duurzaam resultaat (langdurige) trajecten binnen de hulpverlening gevolgd. Er is duidelijk sprake van een noodzaak om, met begeleiding, in te grijpen in een sterk verstoord leven. Velen van hen zijn, in mindere of meerdere mate, zorgmijder.
Een belangrijk kenmerk van de cliënten met ernstige psychosociale problemen die vanwege deze problematiek in aanmerking kunnen komen voor beschermd wonen, is dat er sprake is van ernstige ontregeling op meerdere of alle leefgebieden:
In toenemende mate is sprake van multiproblematiek (double en triple diagnosis), een combinatie van twee en vaak meerdere van onderstaande problemen:
*Van deze problemen is geen diagnose gesteld op grond waarvan een ‘psychiatrische aandoening/beperking’ of ‘verstandelijke handicap’ vastgesteld kan worden.Noodzaak tot verblijf in een accommodatie van een instelling
De toelating tot beschermd wonen (via centrumgemeente) kan alleen verstrekt worden indien de cliënt gaat verblijven in een accommodatie van de zorginstelling. Het gaat om mensen die (nog) niet in staat zijn of nog onvoldoende regie hebben om alle organisatorische en financiële aspecten rondom het beheren van een eigen woning te verzorgen. Dit vanuit de persoonlijke problematiek en niet vanuit externe zaken zoals (belasting)schulden of zwarte lijst woningcorporatie en dergelijke. Voorgaande betekent dat geen toelating tot beschermd wonen wordt afgegeven indien de cliënt in staat is om zelfstandig te blijven wonen, dan wel een uitdrukkelijke wens hiervoor heeft uitgesproken.
Een cliënt kan zelfstandig wonen (eventueel met ambulante ondersteuning) als hij/zij in staat is zich op de volgende gebieden te handhaven:
Indien het onderzoek van de Centrale Toegang uitwijst dat beschermd wonen noodzakelijk is, dan dienen vervolgens de aard en omvang van de ondersteuning bepaald te worden. Dit wordt vastgelegd in een gespreksverslag/ondersteuningsplan.
In de regio IJssel-Vecht wordt gewerkt met de systematiek van zorgzwaarte pakketten (ZZP’s). Deze kunnen worden afgegeven in de klassen A tot en met D (voorheen 3 tot en met 6) en al dan niet in combinatie met dagbesteding (en eventueel vervoer). De motivatie voor het toegekende zorgzwaarte pakket wordt in de beschikking toegelicht.
ZZP A (voorheen 3C GGZ) Beschermd wonen met intensieve begeleiding
Deze cliëntgroep heeft vanwege een psychiatrische aandoening intensieve begeleiding nodig. De cliënten hebben een veilige, weinig eisende en prikkelarme woonomgeving nodig die bescherming, stabiliteit en structuur biedt. De symptomatologie is bij deze cliënten naar de achtergrond geschoven en de ‘defecten’ staan op de voorgrond. De begeleiding is dan ook met name gericht op het omgaan met deze defecten.
ZZP B (voorheen 4C GGZ) Gestructureerd beschermd wonen met intensieve begeleiding en verzorging
Deze cliëntgroep heeft vanwege een complexe psychiatrische aandoening intensieve begeleiding nodig. De cliënten hebben een structuur en toezicht biedende beschermende woonomgeving nodig, die deels een besloten karakter kan hebben (gecontroleerde in- en uitgang). Er is ondersteuning van taken op alle levensterreinen nodig inclusief hulp vanwege (somatische) gezondheidsbeperkingen.
ZZP C (voorheen 5C GGZ) Beschermd wonen met intensieve begeleiding en gedragsregulering
Deze cliëntgroep heeft vanwege een complexe psychiatrische aandoening intensieve zorg en intensieve begeleiding nodig. De woonomgeving moet veel structuur, veiligheid en bescherming bieden, die deels een besloten karakter kan hebben (gecontroleerde in- en uitgang). Er is ondersteuning en overname van taken op alle levensterreinen nodig.
ZZP D (voorheen 6C GGZ) Beschermd wonen met intensieve begeleiding en intensieve verpleging en verzorging
Deze cliëntgroep heeft vanwege een complexe psychiatrische aandoening, in combinatie met een somatische aandoening, lichamelijke handicap of verstandelijke beperking, intensieve begeleiding en zorg nodig. De woonomgeving moet veel structuur, veiligheid en bescherming bieden en zijn aangepast aan de beperkingen van de cliënten (b.v. rolstoelgebruik). Er is veelal overname van taken
op alle levensterreinen nodig.
Bij alle cliënten die een aanvraag voor beschermd wonen doen moet een afweging worden gemaakt of de toekenning met of zonder dagbesteding moet zijn. Voor ieder ZZP geldt dus dat er 2 varianten zijn, een ZZP inclusief dagbesteding en een ZZP exclusief dagbesteding. Uitgangspunt is dat werk (betaald of onbetaald) of opleiding voor een ieder het streven is, en indien dit niet mogelijk blijkt te zijn dat andere activiteiten worden ontplooid. Dagbesteding binnen een toekenning voor beschermd wonen is een structurele tijdsbesteding met een concreet en goed omschreven doel waarbij de cliënt actief wordt betrokken en die hem zingeving verleent. Onder dagbesteding wordt niet verstaan een reguliere dagstructurering die in de woon-/verblijfssituatie wordt geboden of een welzijnsactiviteit zoals zang, bingo, uitstapjes en dergelijke.
De centrale vraag rondom het al dan niet toekennen van dagbesteding is uiteraard in hoeverre dagbesteding noodzakelijk is. Indien er voorliggende mogelijkheden zijn (opleiding, een traject toeleiding naar werk, betaald of vrijwilligerswerk), dan dienen deze aangesproken te worden en wordt er geen dagbesteding bij het ZZP toegekend.
Indien dagbesteding toegekend wordt, moet helder zijn waar deze dagbesteding plaats zal vinden en wat de inhoud hiervan is. De dagbesteding kan plaatsvinden bij een andere aanbieder dan de partij die het beschermd wonen aan de cliënt biedt.
De cliënt is zelf verantwoordelijk om op de dagbestedingslocatie te komen. Alleen indien de cliënt vanwege een medische beperking niet in staat is de locatie op eigen gelegenheid te bereiken wordt vervoer geregeld door de aanbieder (bij in natura) of wordt het budget verhoogd (bij pgb). Dit is het geval wanneer de cliënt uit het oogpunt van doelmatige zorgverlening is aangewezen op passend vervoer.
Variant beschermd wonen: beschermd wonen 24/7 en begeleid wonen
Er bestaan in de regio IJssel-Vecht twee varianten van beschermd wonen, namelijk beschermd wonen 24/7 en begeleid wonen.
Beschermd wonen (24/7): Cliënten wonen in een accommodatie van een aanbieder (een geclusterde accommodatie of in geclusterde zelfstandige appartementen/woningen. Begeleiding en toezicht is 24 uur per dag op de locatie zelf aanwezig en is direct in staat die begeleiding aan cliënten die nodig is te leveren.
Begeleid wonen: Cliënten wonen in een accommodatie van een aanbieder. Deze woningen kunnen geclusterd zijn, maar dat hoeft niet. De ondersteuning omvat:
Cruciale vraag bij de toekenning is of de cliënt zijn hulpvraag kan stellen en enige tijd kan uitstellen.
De duur van de toekenning is maximaal 5 jaar. Veelal is de duur van de toekenning korter, omdat de Centrale Toegang inschat dat de zorgzwaarte of de variant binnen 5 jaar verandert.
Beschermd wonen in natura of met een pgb
Beschermd wonen is beschikbaar bij aanbieders waarmee de gemeente een subsidierelatie heeft (in natura) of bij aanbieders waarbij de ondersteuning door de cliënt met een pgb wordt ingekocht. Indien de cliënt beschermd wonen in natura wil dan wordt de beschikking opgesteld. Indien de cliënt een pgb wil dan dient hij een pgb-plan op te stellen, waarna de Centrale Toegang bepaalt of de cliënt of zijn vertegenwoordiger voldoende bekwaam is voor het beheren van een pgb en de kwaliteit van de aanbieder die de ondersteuning biedt voldoende is. Zie nadere regels maatwerkvoorzieningen Wmo.
1.5 Toekenning beschermd wonen
Indien de cliënt in aanmerking komt voor een toekenning beschermd wonen kan hij kiezen voor ondersteuning in natura of voor een pgb. Ondersteuning in natura wordt geboden door een aantal door de gemeenten gecontracteerde zorgaanbieders. Het pgb is bedoeld om zelf meer regie over de ondersteuning te hebben en maatwerk mogelijk te maken. Voor het verkrijgen van een pgb moet de cliënt aan bepaalde voorwaarden voldoen. De cliënt dient eerst een pgb-plan te maken en op basis daarvan wordt door de Centrale Toegang beoordeeld of de cliënt of zijn vertegenwoordiger (wordt beoordeeld of de cliënt of zijn vertegenwoordiger (Onder vertegenwoordiger wordt verstaan: uw curator,uw mentor, uw gevolmachtigde, uw echtgeno(o)t(e), uw geregistreerd partner of uw ouder, kind, broer of zus) voldoende in staat is om een pgb te beheren en of de ondersteuning voldoende veilig, doeltreffend en cliëntgericht is. Voor het opstellen van het pgb-plan is een format en een instructie voor de cliënt beschikbaar.
Toekenning beschermd wonen in natura
Indien de cliënt in aanmerking komt voor een toekenning beschermd wonen en deze in natura wil verzilveren wordt een beschikking opgesteld met een gemotiveerd besluit over de toekenning, de zorgzwaarte, wel of niet dagbesteding, de duur van de toekenning en de variant beschermd wonen 24/7 of begeleid wonen.
Is er niet direct een plek beschikbaar dan wordt een beschikking afgegeven zonder ingangsdatum (deel 1). Deze wordt veranderd in een beschikking met ingangsdatum (deel 2) zodra de cliënt meldt dat een plek gevonden is en ook daadwerkelijk in de accommodatie van de instelling woont en staat ingeschreven. Op dat moment begint de duur van de toekenning te lopen. Deze beschikking staat open voor bezwaar.
Toekenning beschermd wonen met pgb
De toekenning voor beschermd wonen met pgb wordt pas afgegeven nadat het pgb-plan is goedgekeurd. In het beoordelingskader Pgb wordt beschreven hoe het pgb-plan wordt beoordeeld.
Om het pgb-plan te kunnen invullen moet de cliënt weten of hij beschermd wonen krijgt toegekend, welke zorgzwaarte en wel of niet dagbesteding (met vervoer) krijgt toegekend. Deze informatie wordt in een gespreksverslag/ondersteuningsplan bij het format en de instructie medegedeeld. Hierop is geen bezwaar mogelijk. NB De varianten beschermd wonen 24/7 en begeleid wonen hebben nog geen invloed op het pgb beschermd wonen en worden daarom niet benoemd.
1.6 Afwijzen aanvraag beschermd wonen
De Centrale Toegang kan op basis van een aanvraag beschermd wonen tot de conclusie komen dat deze voorziening voor de aanvrager niet passend of noodzakelijk is. Dit gebeurt doorgaans wanneer de problematiek voorliggend, bijvoorbeeld op grond van andere wetgeving (zie 3.2) of individuele begeleiding, aangepakt kan worden. Indien de Centrale Toegang het voornemen heeft een aanvraag af te wijzen, wordt daarover allereerst contact opgenomen met de lokale toegang van de gemeente waarin de aanvrager woont. De reden hiervan is dat de aanvrager terugverwezen wordt naar de lokale toegang en tevens om te voorkomen dat een mogelijk verschil van inzicht een eventuele bezwaarprocedure compliceert. De afwijzing van een aanvraag beschermd wonen dient een motivatie te bevatten. Hierbij wordt verwezen naar bovenstaand afwegingskader (zie 1.3).