| Organisatie | Noordoostpolder |
|---|---|
| Organisatietype | Gemeente |
| Officiële naam regeling | Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Noordoostpolder houdende regels omtrent standplaatsen |
| Citeertitel | Beleidsregel standplaatsen |
| Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
| Onderwerp | bestuur en recht |
| Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
|---|---|---|---|---|---|
| 01-07-2019 | nieuwe regeling | 28-05-2019 |
Standplaatsen zijn de ‘losse marktkramen’ die vaak op pleinen in dorps- en wijkcentra staan. Denk aan de vis-, patat- of bloemenkraam die daar eens in de week staat. Maar ook aan kramen die er maar af te toe staan, zoals de bus voor het bevolkingsonderzoek of de oliebollenkraam op oudejaarsdag.
1.1 Een beleidsregel geeft duidelijkheid
Voor iedere standplaats is een vergunning nodig. Dat staat in onze APV 1 . Als een ondernemer zo’n vergunning aanvraagt, moeten wij besluiten of hij/zij die vergunning krijgt. De redenen van zo’n besluit zijn belangrijk. Bovendien staan standplaatsen vaak op een plek waarvan wij, als gemeente, de eigenaar zijn. Dan hebben wij een extra verantwoordelijkheid, want dan zijn wij ook nog de ‘huisbaas’.
Duidelijkheid over de plaatsen
In deze beleidsregel staan plaatsen die wij geschikt vinden voor standplaatsen. En er staat natuurlijk ook in waarom die plaatsen geschikt zijn. Dat zijn argumenten die passen bij de weigeringsgronden uit de APV. Maar ook argumenten die iets zeggen over de behoefte aan een standplaats op die locatie. De plaatsen en de argumenten staan in hoofdstuk 2 van deze beleidsregel.
Duidelijkheid over de voorwaarden
Niet alle standplaatsen zijn hetzelfde. In sommige standplaatsen wordt vis of friet gebakken, in andere worden bloemen of brood verkocht. Daarom zijn de voorwaarden voor de standplaatsen soms ook verschillend. Dat maken wij duidelijk in hoofdstuk 3 van deze beleidsregel.
1.2 Deze beleidsregel stelt tarieven vast
Standplaatsen staan vaak op gemeentegrond. In dat geval maken wij afspraken met de ondernemer. Dat zijn afspraken over het gebruik van de grond en de eventuele andere voorzieningen, zoals stroomkasten en verkeerspaaltjes. Het college van Burgemeester en wethouders mag dit soort (privaatrechtelijke) afspraken maken. En daarom ook de tarieven erover afspreken. In deze beleidsregel staat welke tarieven wij hanteren voor huur en borg van voorzieningen voor de standplaatsen. En ook op welke manier wij die tarieven ieder jaar aanpassen. Dit leest u in hoofdstuk 4.
1.3 Deze beleidsregel combineert processen
Een ondernemer met een kraam of wagen vraagt ons of hij/zij de kraam ergens neer mag zetten. Juridisch zijn dat eigenlijk twee verschillende vragen: 1. een vergunningaanvraag en 2. een vraag om een huurovereenkomst. Maar voor de ondernemer is het dezelfde vraag aan dezelfde organisatie. Het is begrijpelijk dat hij/zij het niet logisch vindt om die vraag twee keer te stellen. Daarom behandelen wij die twee vragen samen. In deze beleidsregel staat, hoe wij die processen juridisch en praktisch combineren. Denk aan één aanvraagprocedure en één loket voor alle vragen. Hoe wij dat doen, leest u in hoofdstuk 5.
1.4 De juridische grondslag van deze beleidsregel
Een beleidsregel is een juridisch document 2 . Het heeft waarde als bijvoorbeeld iemand bezwaar maakt tegen een vergunning. En ondernemers kunnen er rekening mee houden als zij een standplaats bij ons willen gebruiken. Zij weten dan vooraf hoe de gemeente hun aanvraag zal beantwoorden. Deze beleidsregel gaat over de toepassing van onze bevoegdheden om:
De APV geeft een duidelijke definitie van het begrip ‘standplaats’. Een standplaats is: iets verkopen vanaf een kraam of wagen, op een vaste plek in de open lucht (artikel 5:17, lid 1 APV). Tegelijk maakt de APV ook duidelijk wat er in ieder geval níet onder valt. Dat zijn:
Begrippen in deze beleidsregel
Sommige woorden vragen om uitleg. Uitleg over wat er precies onder zo’n woord wordt verstaan. Die uitleg leest u hier:
Daarnaast gelden voor deze beleidsregel ook de uitleg van begrippen uit de APV en andere (hogere) regelgeving, zoals de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
Een standplaats juridisch geen plaats is, maar een activiteit?
Een standplaats is: Iets verkopen vanaf een kraam of wagen, op een vaste plek in de open lucht. (artikel 5:17, lid 1 APV). Een standplaats is dus niet de plek, maar het moment waarop daar iets verkocht wordt. Als er géén marktkraam staat, is diezelfde plek géén standplaats. Dan is het bijvoorbeeld gewoon een parkeerplaats of een plein.
Start van deze regels en vervanging van oude regels
Deze beleidsregel geldt vanaf 1 juli 2019. Vanaf die datum vervallen de oude documenten over standplaatsen die wij hadden vastgesteld. Zowel beleidsnotities als aangewezen standplaatsen.
De vergunningen die op 1 juli 2019 voor standplaatsen nog golden, blijven wel gewoon bestaan. En ook de overeenkomsten die wij vóór 2019 sloten over het gebruik van gemeentegrond voor een standplaats, blijven bestaan.
Al jaren staan er standplaatsen in Noordoostpolder. Daar is vraag naar en er is ruimte voor. Het is een aanvulling op de voorzieningen in het dorp of de wijk. Tegelijk is het een bijzonder gebruik van de openbare ruimte. Een verkoopwagen trekt klanten en kan geurhinder of zwerfafval veroorzaken. Dat vraagt aandacht, want wij willen geen overlast of onveilige situaties.
Ons uitgangspunt is: standplaatsen zijn welkom. Zij verhogen de leefbaarheid en er is behoefte aan. Wel moeten de standplaatsen veilig en netjes zijn. En wij vragen een marktconform tarief voor het gebruik van de gemeentegrond.
Standplaatsen verhogen de leefbaarheid
Een standplaats trekt klanten. Het draagt daardoor bij aan de leefbaarheid van het dorp of de wijk. Mensen kopen er iets en ontmoeten elkaar. Dat maakt het dorp of de wijk levendiger.
Ondernemers met een standplaats willen hier graag staan
Ondernemers zoeken een plaats waar klanten zijn. Voor die plaats vragen zij een vergunning. Uit die aanvragen blijkt dat er in de meeste dorpen en wijken genoeg klanten zijn voor een standplaats. Wel is er verschil tussen de ene plaats en de andere. En ook tussen de ene dag en de andere. Voor de laatste dagen van de week is bijvoorbeeld meer belangstelling dan voor de eerste dagen van de week.
2.2 Er is ruimte voor standplaatsen
Standplaatsen passen in de dorps- en wijkcentra. Daar komen de meeste klanten en daar is de ruimte meestal het beste. De dorps- en wijkcentra zijn ontworpen als ontmoetingsplaats en worden zo beleefd. Dit staat ook in ons Beleidsplan Openbare Ruimte (BOR) en de ‘DNA studies’ van Emmeloord en van de dorpen.
Veel dorpen en wijken hebben een geschikte plek
In bijna ieder dorp en bijna iedere wijk is wel een natuurlijke plek voor één of meer standplaatsen. Dit is meestal de plaats waar de standplaatshouder graag staat omdat hij/zij daar de meeste aanloop heeft. En het is vaak ook een plek waar ruimte is. Daarom geven wij die plekken de voorkeur. Een vergunning is voor zo’n plek sneller te maken, omdat de plek al aan alle weigeringsgronden is getoetst. Bovendien kan de aanvraag (inclusief eventuele huurovereenkomst) voor deze plekken digitaal worden gedaan. Ook dat levert tijdwinst op voor de aanvrager. Verder richten wij die plekken ook specifiek in voor standplaatsen (denk aan: stroomvoorziening, gereserveerde (parkeer)plaats o.i.d.). Dat doen wij als de gelegenheid er is, bijvoorbeeld als het dorpsplein gerenoveerd wordt.
De Zuidert en Emmelhage zijn uitzonderingen
In de Emmeloordse wijken De Zuidert en Emmelhage wijkt de situatie af. Op die plekken is nu geen ondernemer die er een standplaats inneemt. En er is ook (nog) geen natuurlijke plek in het dorps-/wijkcentrum die zich ervoor leent. Daarom wijzen wij daar nu geen voorkeursplek aan. Als bij renovatie of nieuwe inrichting alsnog een goede plek ingericht kan worden, nemen wij die plek ook op in deze beleidsregel. Voor Emmelhage zal dat bijvoorbeeld binnenkort al zo zijn. Daar wordt nu het deel van de wijk aangelegd, waarin ruimte komt voor een supermarkt. Als de inrichting van die plek definitief wordt, zal daar ook een plek voor een standplaats in komen.
2.3 Maximaal drie standplaatsen per dorp of wijk
Standplaatsen zijn kleinschalig. Dat past bij karakter ervan. Zij nemen weinig ruimte in en trekken een beperkt aantal klanten tegelijk. Daar zijn ons beleid en onze regels voor de standplaatsen op afgestemd. En dat past bij onze ruimte en (stroom)voorzieningen. Daarom geven wij geen vergunningen voor meer dan drie standplaatsen tegelijk op dezelfde plek. Hiermee passen wij een weigeringsgrond toe uit onze APV 3 (zie ook paragraaf 3.5).
Veel standplaatsen tegelijk is een markt
Meer marktkramen tegelijk op één plaats, wordt een markt. Daarvoor gelden aparte regels en tarieven. Daarom geven wij voor die situaties geen standplaatsvergunningen. De regels en tarieven in onze APV en in deze beleidsregel zijn alleen bedoeld voor de ‘losse marktkramen’. Daarom gebruiken wij de standplaatsvergunningen ook alleen daarvoor.
Te veel standplaatsen past niet bij de ruimte en voorzieningen
In de meeste dorpen is fysiek geen plek voor meer dan twee of drie standplaatsen tegelijk. De voorkeurslocatie (zie paragraaf 2.4) is er niet groot genoeg voor. En ook de stoomvoorzieningen, parkeergelegenheid en voetgangersruimte is er niet geschikt voor.
Een maximumstelsel is gangbaar
Veel gemeenten stellen een maximum aan het aantal standplaatsen waar zij vergunning voor geven. Zo’n maximumstelsel is ook in jurisprudentie toegestaan. En in ons oude beleid stelden wij ook een maximaal aantal standplaatsen per dorp/wijk.
2.4 Dit zijn de voorkeursplekken voor standplaatsen
Hieronder staan de voorkeursplekken per dorp of wijk. Deze plekken hebben wij vooraf getoetst en richten wij ervoor in als de gelegenheid zich voordoet (bijvoorbeeld bij renovatie). Voor deze plekken kunnen wij snel en eenvoudig een vergunning verlenen.
De achterste parkeervakken op Het Midden in Bant. Dit is een voorkeursplek voor standplaatsen die samen maximaal 12 m breed zijn en ieder maximaal 4 m diep.
Want: Deze plek is samen met bewoners uit Bant gekozen toen het plein in 2015 opnieuw werd ingericht. Er staat ook een stroomkast die ondernemers bij hun standplaats kunnen gebruiken. Om parkerende auto’s zo min mogelijk te hinderen, ligt de voorkeursplek zover mogelijk achteraan op de parkeerplaats, tegen de groenstrook aan.
De parkeerplaatsen langs het plein aan de Graaf Florislaan in Creil. Dit is een voorkeursplek voor standplaatsen die samen maximaal 22 m breed zijn en ieder maximaal 5 m diep.
Want: Dit is de plek die tot nu toe ook werd gebruikt voor standplaatsen in Creil. Om parkerende auto’s en andere gebruikers van het plein zo min mogelijk te hinderen, ligt de voorkeursplek langs de groenstrook.
De meest westelijke parkeervakken aan de Lange Brink in Luttelgeest. Dit is een voorkeursplek voor standplaatsen die samen maximaal 10 m breed zijn en ieder maximaal 4 m diep.
Want: Dit is de plek die tot nu toe ook werd gebruikt voor standplaatsen in Luttelgeest.
Om parkerende auto’s zo min mogelijk te hinderen, ligt de voorkeursplek zover mogelijk aan de zijkant van de parkeerplaats.
De daarvoor ingerichte plaats aan de Breestraat in Marknesse, voor standplaatsen die samen maximaal 15 m breed zijn en ieder maximaal 5 m diep.
Want: Deze plek is samen met bewoners uit Marknesse gekozen toen het plein in 2014 opnieuw werd ingericht. Er staat ook een stroomkast die standplaatsen kunnen gebruiken.
In Kraggenburg zijn twee voorkeurslocaties. De plek op het plein bij Dam 16, tegen het plantsoen aan. En de plek bij de voormalige schoollocatie aan de Voorstraat 5.
Want: Deze twee plekken zijn voorgesteld door de bewoners. De plek bij het hotel is aan de ingang van het dorp. Daardoor is het een plek waar veel mensen langskomen. De andere plek, bij de school, ligt centraal in het dorp.
Want: De Baan is de centrale plek in Ens en heeft genoeg ruimte voor standplaatsen. Om versnippering te voorkomen, liggen zij wel bij elkaar en niet verspreid over het hele plein.
Want: In Nagele is het centrum in de afgelopen jaren gerenoveerd. Er is nu ruimte en een stroomvoorziening voor standplaatsen op de parkeerplaats aan de Voorhof. Om parkerende auto’s zo min mogelijk te hinderen, liggen de voorkeursplekken zover mogelijk achteraan op de parkeerplaats.
St. Hubertusplein in Tollebeek.
Want: Tot nu toe stonden de standplaatsen in Tollebeek ook op het Hubertusplein. Daar is ruimte genoeg. Om versnippering te voorkomen, liggen zij bij elkaar. En aan de zijkant van het plein om de parkerende auto’s zo min mogelijk te hinderen.
De Keggehof in Espel, voor standplaatsen die samen maximaal 15 m breed zijn en ieder maximaal 5 m diep.
Want: Deze plek ligt centraal in het dorp. De standplaatsen staan er niet in de weg. Het is ongeveer dezelfde plek als in de oude situatie. Het ‘DNA van Espel’ pleit weliswaar voor open houden van de brink. Maar dit deel van het plein is al parkeerterrein. Het wordt dus al gebruikt voor het neerzetten van voertuigen. De standplaatsen passen daarom ook wel op die plaats. Om de parkerende auto’s zo min mogelijk te hinderen, staan de standplaatsen zover mogelijk achteraan op de parkeerplaats, tegen het groen aan.
De Plaats in Rutten, tegenover huisnummer 7, voor maximaal één standplaats tegelijk.
Want: In Rutten waren twee standplaatsen op de Plaats. In de praktijk blijkt daar geen behoefte aan en de ruimte is ook te krap voor twee standplaatsen tegelijk.
In Emmeloord, op de hoek van Lange Nering en het parkeerterrein (bij huisnummer 91). Deze plek is voor standplaatsen die samen maximaal 14 m breed zijn en ieder maximaal 5 m diep.
Want: Dit is een plek die graag gebruikt wordt. Er is ook een stroomvoorziening. Wel is er weinig ruimte en is de plek op een hoek.
In de komende jaren wordt de omgeving opnieuw ingericht. Dan is er misschien ook een kans om een nieuwe plek voor standplaatsen te kiezen.
Emmeloord: De Erven, wijkcentrum
De Amstelland in Emmeloord, voor standplaatsen die samen maximaal 15 m breed zijn en ieder maximaal 3 m diep.
Want: Dit is het wijkcentrum van De Erven. Om de parkerende auto’s zo min mogelijk te hinderen, staat de standplaats zover mogelijk achteraan op de parkeerplaats.
Emmeloord: Espelervaart, Europalaan
Langs de Europalaan in Emmeloord, voor maximaal één standplaats tegelijk met maximale afmetingen van 10 m breed en 4 m diep.
Want: Deze plek wordt tot nu toe gebruikt als standplaats. Hij is bekend en loopt goed. Er komen veel mensen langs en het is een soort pleintje dat geen onderdeel is van de straat of parkeerplaatsen. Het is dus veilig en bereikbaar zonder dat het verkeer er last van heeft.
De ruimte is wel beperkt. Het pleintje is niet zo groot en er staan bloembakken en een boom. Ook de parkeerruimte in de buurt is beperkt. Daarom kan er maar één standplaats tegelijk staan.
Emmeloord: Revelsant, Wittesteijn
Wittesteijn in Emmeloord, voor standplaatsen die samen maximaal 12 m breed zijn en 10 m diep.
Want: Dit is een plek die tot nu toe gebruikt wordt als standplaats. Winkelende mensen kunnen er gemakkelijk komen. En er is geen hinder voor het verkeer of de omgeving.
Zuiderkade in Emmeloord, voor standplaatsen die samen maximaal 15 m breed zijn en ieder maximaal 4 m diep.
Want: Dit is een plek die tot nu toe gebruikt wordt voor standplaatsen. Wel ligt de plek niet ‘in de loop’ en neemt hij nu parkeerplaatsen in, terwijl daar veel behoefte aan is op dit terrein. Als de omgeving in de toekomst opnieuw ingericht wordt, komt er misschien een kans om een betere plek voor standplaatsen aan de Zuiderkade te kiezen.
3. Standplaatsen veilig en netjes
De vergunningplicht uit de APV regelt dat standplaatsen veilig en netjes zijn. En dat deze niet hinderlijk zijn voor de omgeving. In dit derde hoofdstuk van de beleidsregel staat hoe wij dat toetsen. U leest hier hoe wij met onze bevoegdheden uit de APV 4 omgaan.
3.1 Alleen een vergunning als het veilig is
Wij geven alleen een vergunning als de standplaats veilig is. Dit betekent dat de standplaats het verkeer niet hindert. En ook dat de standplaats geen risico op brand oplevert. Wij toetsen dit als wij de aanvraag behandelen. Maar dat is natuurlijk een toetsing op één bepaald moment. Sommige dingen kunnen daarna veranderen. Daarom schrijven wij alles waar de standplaats blijvend aan moet voldoen (zoals de brandwerendheid) ook in een voorschrift, in de vergunning.
Auto’s, voetgangers, hulpdiensten en ander verkeer moeten veilig door kunnen gaan. Zij horen geen last te hebben van een standplaats. Daarom verlenen wij de vergunning alleen als de verkoopwagen nergens het uitzicht op verkeerstekens of verkeer belemmert. Verder verlenen wij de vergunning alleen als de verkoopwagen de doorstroming van het verkeer niet hindert. Dit geldt niet alleen voor de verkoopwagen zelf, maar ook voor de klanten die voor de verkoopwagen staan.
De verkoopwagen zelf moet ook veilig zijn. Standplaatsen waar gebakken of gebraden wordt, moeten minimaal een weerstand van 30 minuten hebben tegen branddoorslag en brandoverslag naar andere objecten. Dit schrijven wij in de vergunning voor.
3.2 Alleen een vergunning als de standplaats netjes blijft
Een standplaats kan de omgeving vervuilen en hinder geven. Vooral standplaatsen waar voedsel wordt klaargemaakt. Denk aan stankoverlast door het bakken en afval van gebruikte servetjes, bakjes etc. Daarom toetsen wij de aanvragen om een standplaatsvergunning hierop. En wij stellen voorschriften in de vergunning om te zorgen dat de omgeving netjes blijft.
Dit betekent concreet dat wij voorschriften stellen om te zorgen dat er:
Het afstandscriterium van 10 meter sluit aan op de aanbeveling die in de ‘Brochure Bedrijven en milieuzonering’ staat voor snackbars en viskramen.
3.3 Alleen een vergunning als de standplaats past
Standplaatsen passen in de dorps- en wijkcentra. Daar komen de meeste klanten en daar is de ruimte meestal het beste. In hoofdstuk 2 gaven wij die plekken daarom de voorkeur voor standplaatsen. Maar ook per standplaats of per moment kan het verschillend zijn of een standplaats wel of niet past.
Goede afstemming met andere activiteiten
Standplaatsen staan meestal in de openbare ruimte. Daar vinden soms ook andere (tijdelijke) activiteiten plaats. Denk bijvoorbeeld aan evenementen, markten, terrassen of parkeren. Wij verlenen alleen een vergunning als dat geen belemmering is voor die andere activiteiten. Als die activiteiten al bekend zijn, wegen wij dat mee bij het verlenen/weigeren van de vergunning. Wij proberen dan om samen met de betrokken partijen een goede oplossing te zoeken. Daarnaast regelen wij dit met voorschriften in de vergunning.
Goede afstemming met de andere standplaatshouders
De ene standplaats is groter dan de andere. En in het ene dorp is meer ruimte dan in het andere. Onze voorkeursplekken hebben verschillende afmetingen. In Ens en Tollebeek is bijvoorbeeld veel ruimte. Daar kunnen wel drie standplaatsen tegelijk staan. Maar in andere dorpen of wijken is minder ruimte. Daar zijn veel – of grote – standplaatsen eerder een belemmering voor het verkeer of voor mensen die er willen parkeren. Daarom geven we de vergunning alleen als de standplaats past op de ruimte die vrij is. Staat er bijvoorbeeld op een voorkeurslocatie al één grote standplaats, dan past daar misschien alleen nog een kleine naast.
Geen vergunning voor verkoop van geestverruimende middelen
Gebruik van geestverruimende middelen is niet wenselijk in de openbare ruimte. Het beïnvloedt het gedrag van mensen en kan daarmee de veiligheid of openbare orde verstoren. Standplaatsen zijn bedoeld voor verkoop van producten die direct gebruikt worden en staan in de openbare ruimte. Wij geven daarom geen vergunning voor een standplaats waarin geestverruimende middelen verkocht worden.
Vergunning alleen voor hele dagen
Wij verlenen de vergunning alleen voor héle dagen. Zo blijft het overzichtelijk wie wanneer een standplaats heeft. Dat is duidelijk voor de ondernemers en voor ons als gemeente. Ondernemers zien dan snel welke plekken vrij zijn. En wij kunnen onze administratie en het toezicht beter regelen.
3.4 Geen aanbod van ongezonde producten
Standplaatsen maken het kopen van producten gemakkelijk. Ook voor kinderen en jongeren. Vooral middelbare scholieren gaan vaak tijdens de pauze van het schoolplein af om dingen te kopen.
Geen verkoop van ongezonde producten bij scholen
Als gemeente hebben wij het convenant ondertekend om mee te doen aan JOGG (Jongeren Op Gezond Gewicht). Daarom geven wij geen vergunning voor standplaatsen die ongezonde of verslavende producten verkopen binnen 100 meter van een middelbare school.
Geen vergunning voor producten met risico’s voor de volksgezondheid
Voor producten die verboden zijn of waarvan de (volksgezondheids)risico’s hoog zijn of onderzocht worden, zoals lachgas, geven wij geen vergunning. Niet bij scholen, maar ook niet op een andere plek.
3.5 Zo passen wij de weigeringsgronden uit de APV toe
Alles wat in par 3.1 t/m 3.3 staat, doen wij om de belangen uit de APV te beschermen. Het is onze toepassing van de weigeringsgronden uit de APV. Die staan in artikel 1:8 en 5:18, derde lid, van onze APV. Met die weigeringsgronden beschermen wij bijvoorbeeld de (verkeers)veiligheid en het milieu (zie het kadertje hieronder voor een volledige opsomming). Daarnaast moet iedere vergunningaanvraag getoetst worden aan het bestemmingsplan 5 .
4. Afspraken over gemeentegrond
Standplaatsen staan meestal op een centrale plaats in een wijk of dorp. Vaak is dat een plaats waar wij, als gemeente, de eigenaar van zijn. Dit hoofdstuk van de beleidsregel gaat over die rol. De juridische grond daarvan is artikel 160, eerste lid, onder ‘e’ van de Gemeentewet.
4.1 Een huurovereenkomst voor gebruik gemeentegrond
Iedereen die een standplaats op gemeentegrond gebruikt, sluit daarvoor een huurovereenkomst met ons af. In de overeenkomst staan de afspraken over de huur van de grond en over het gebruik van voorzieningen, zoals een stroomkast. Op deze manier regelen wij een eerlijk gebruik van de gemeentegrond, tegen de economische waarde ervan.
4.2 Tarieven voor gemeentegrond en voorzieningen
Bij huren hoort een huurtarief. Dat tarief past bij de waarde van de standplaats. Wij maken verschil in huurtarief per plek, weekdag en maat. Daarnaast maken wij verschil tussen commerciële en niet-commerciële standplaatshouders. En voor de stroomtarieven, tussen grote en kleine stroomgebruikers.
In de tabel hieronder staan de huurtarieven per jaar voor een vaste standplaats. Dit tarief geldt per weekdag, waarop de standplaats wordt gebruikt.
Dit zijn de huurtarieven per dag voor een tijdelijke standplaats (max 30 dagen/jaar):
De huurtarieven bepalen wij nu, in 2019. Daarna verhogen wij ze ieder jaar op 1 januari volgens het consumentenprijsindexcijfer van het CBS.
Deze tarieven passen bij de waarde van de standplaats
Deze tarieven passen bij de tarieven van andere gemeenten. En bij onze oude tarieven. De tarieven voor een standplaats van 6 meter breed zijn gelijk aan de oude prijzen (2018). En net als in de oude situatie zijn de tarieven voor de dorpen lager dan die van Emmeloord. Nieuw is dat hierin verschil is gemaakt tussen Ens en Marknesse en de overige dorpen. Dat is gedaan omdat de standplaatsen in Ens en Marknesse interessanter zijn dan in de andere dorpen. Hiermee volgen wij de lijn die wij ook bij de grondprijzen gebruiken: Ook daar zijn de prijzen voor Emmeloord het hoogste, voor Ens en Marknesse lager (75% van Emmeloord) en in de andere dorpen nog lager.
Voor de standplaatsen zijn die verhoudingen nu: Emmeloord 100%, Marknesse en Ens 75%, de overige dorpen 50%. De tarieven voor Emmeloord zijn nu vergelijkbaar met de prijzen voor een standplaats in Zwartewaterland en Dronten-Zuid. En de prijzen voor Ens en Marknesse zijn vergelijkbaar met die van Swifterbant en Biddinghuizen. De prijzen van de overige dorpen lijken op die van Lemsterland.
Verschil tussen commerciële en niet-commerciële standplaatshouders
Iedere commerciële standplaatshouder brengen wij een tarief in rekening voor het gebruik van de grond. Bij niet-commerciële standplaatshouders doen wij dat niet. Voor het gebruik van stroom is dat anders. Daarvoor betaalt iedereen die een locatie met een stroomkast gebruikt. Zowel de commerciële als de niet-commerciële stanplaatshouders.
Voor een commerciële ondernemer zijn dit kosten die bij zijn/haar normale bedrijfsvoering horen. Wij gaan ervanuit dat de ondernemer de plek alleen gebruikt zoals hij/zij op die plek de gemaakte kosten terugverdient. En dat de ondernemer de huur voor die plek opzegt als hij/zij niet langer de kosten terugverdient.
Niet-commerciële organisaties hebben een ander belang. Zij hebben een maatschappelijk doel. Denk bijvoorbeeld aan de bus voor het bevolkingsonderzoek naar borstkanker. Het doel daarvan is om inwoners zo laagdrempelig mogelijk een gezondheidsonderzoek aan te bieden. Het terugverdienen van de kosten is dan niet het doel van de standplaats. En er komen geen inkomsten uit de activiteit. Daarom kiezen wij ervoor om de niet-commerciële organisaties geen tarief te rekenen voor het gebruik van de gemeentegrond. Wij vragen hen wel een tarief voor het gebruik van de stroom. Dat komt omdat dit kosten zijn die wij zelf ook moeten betalen aan de stroomleverancier.
Onder een niet-commerciële organisatie verstaan wij een non-profitorganisatie. Vanzelfsprekend moet de organisatie dit wel kunnen aantonen, bijvoorbeeld met statuten.
Verschil in plek, weekdag en maat
Wij maken verschil in huurtarieven per plek en per dag. Daarnaast is de prijs afhankelijk van de grootte van de verkoopwagen.
Niet iedere standplaats is even interessant voor de ondernemer. En ook de dag in de week maakt verschil. In Emmeloord komen meer klanten dan in een dorp. En in het weekend zijn er meer klanten dan op een dag aan het begin van de week. En natuurlijk neemt een grote verkoopwagen meer ruimte in dan een kleine kraam. Soms is het verschil wel dubbel zo groot. Daarom maken wij hierin onderscheid met onze huurtarieven.
Op een aantal plaatsen kan de standplaatshouder gebruik maken van een stroomkast van de gemeente. Voor het gebruik van de stroomkast betaalt de standplaatshouder een tarief. Het tarief is afhankelijk van de apparatuur die hij/zij gebruikt.
* Dit tarief geldt voor een vaste standplaats, per vaste weekdag waarop de standplaats wordt gebruikt.
** Dit tarief geldt voor een tijdelijke standplaats, per dag waarop de standplaats wordt gebruikt.
Deze tarieven bepalen wij nu, in 2019. Daarna passen wij ze ieder jaar op 1 januari aan volgens het consumentenprijsindexcijfer van het CBS.
Deze tarieven passen bij het stroomgebruik
Deze tarieven passen bij de energieprijzen. De tarieven zijn berekend op basis van een verbruik van één werkdag per week (8 uur). De kosten voor het vastrecht zijn niet helemaal verrekend. Wel dragen grote gebruikers daar meer aan bij dan de kleine gebruikers. Wij rekenen het vastrecht niet volledig door in onze tarieven, omdat de tarieven dan erg hoog zouden worden. Dat past niet bij ons beleid om de standplaatsen welkom te heten.
Stroomkasten, verkeerspaaltjes of andere voorzieningen zijn soms alleen te gebruiken met een sleutel. Degene die een voorziening gebruikt waar een sleutel bij nodig is, krijgt die tegen betaling van € 50,- per sleutel aan borg.
4.3 Verantwoordelijkheid in een huurovereenkomst
Behalve over de tarieven, maken wij in de overeenkomst ook afspraken over andere verantwoordelijkheden. Bijvoorbeeld over de verantwoordelijkheid voor eventuele schade en aansprakelijkheid. Want de gemeentegrond is niet steeds een standplaats. Alle momenten waarop er géén verkoopwagen of kraam staat, is het ‘gewoon’ openbaar terrein. Bijvoorbeeld een parkeerplaats. Die plek moet dan ook netjes en veilig zijn. Bovendien komt het herstellen van dit soort schade anders voor rekening van de gemeente (en dus van alle inwoners gezamenlijk), terwijl de schade is ontstaan door een individueel belang van één ondernemer.
5. Vergunning & overeenkomst in één proces
Standplaatshouders hebben vaak twee producten van ons nodig: een APV-vergunning en toestemming voor het gebruik van gemeentegrond. Het is voor hen handig om die twee producten in één keer te vragen. Dus daar richten wij ons systeem op in.
De aanvrager hoeft bij ons maar één keer een aanvraag te doen. Dat is prettiger voor de aanvrager en het voorkomt misverstanden. Bovendien kan het proces zo ook bij ons intern efficiënt worden ingericht.
Aanvraag zoveel mogelijk digitaal en in één keer
Ondernemers kunnen hun standplaatsvergunning digitaal bij ons aanvragen. En via een kaart. Zo kunnen zij de aanvraag snel en gemakkelijk doen. Daarbij zien zij ook zelf meteen welke plaatsen en tijden er op dat moment vrij zijn. En welke tarieven en voorwaarden voor die plek gelden.
In die aanvraag zit ook meteen de overeenkomst. De aanvrager leest de voorwaarden door en stemt daarmee in door een vinkje te zetten. Dit scheelt de moeite en verzendtijd die anders nodig zijn voor het opsturen en ondertekenen van de overeenkomst. Vanzelfsprekend komt dit deel van het proces alleen in beeld als het om een standplaats op gemeentegrond gaat.
Dit is handig voor de aanvrager én handig voor ons
De aanvrager hoeft maar één keer alle gegevens in te vullen. En hij/zij weet meteen wat er mogelijk is en onder welke voorwaarden. Het is ook steeds normaler om diensten digitaal aan te bieden. Bewoners en ondernemers willen steeds meer digitaal zaken met de gemeente kunnen doen. Wij doen daar graag aan mee.
Eén (digitale) aanvraag is voor ons ook handig. Wij hoeven de overeenkomst niet meer apart te maken en op te sturen. En er komen waarschijnlijk minder vragen of een standplaats nog vrij is voordat de ondernemer een aanvraag doet. Hij/zij kan dat nu namelijk zelf vooraf zien.
Dit past bij de geest van de Omgevingswet
Integrale dienstverlening past bij de Omgevingswet. De Omgevingswet stimuleert ons om juridische zaken voor de fysieke leefomgeving, samen te voegen.
5.2 Standaard als dat handig is, maatwerk als dat nodig is
Ondernemers die op een vaste dag en op een voorkeurslocatie willen staan, krijgen snel en eenvoudig een vergunning van ons. Wij maken het hen zo gemakkelijk mogelijk. Daar is het proces uit paragraaf 5.1 op ingericht. Maar ondernemers met een andere vraag, helpen wij natuurlijk ook zo goed mogelijk. Bijvoorbeeld ondernemers die op een andere plek willen staan. Dit vraagt wat extra tijd en moeite. Er is maatwerk nodig. De plek moet dan getoetst worden aan de weigeringsgronden uit de APV (en ons beleid daarover in Hoofdstuk 3 van deze beleidsregel) en misschien zijn er andere afspraken of vergunningvoorschriften nodig. Daarom zal het proces voor deze aanvragen wat langer duren. En de aanvraag kan dan niet helemaal digitaal verlopen.
5.3 Verdeling van standplaatsen als schaarse vergunning
Standplaatsvergunningen kunnen schaarse vergunningen zijn. Daarom geven wij deze vergunningen voor maximaal vijf jaar. En wij nemen aanvragen om een nieuwe vergunning alleen in behandeling als die maximaal twee maanden voordat de vergunninghouder de standplaats gaat innemen, bij ons wordt ingediend.
Als vooraf bekend is dat er meer belangstellenden zijn voor dezelfde plek op hetzelfde moment, dan bepalen wij door loting aan wie wij de vergunning verlenen.