Organisatie | Beverwijk |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Beverwijk houdende regels omtrent sociaal medische indicatie (Verordening Sociaal Medische Indicatie (SMI) 2019 gemeente Beverwijk) |
Citeertitel | Verordening Sociaal Medische Indicatie (SMI) 2019 gemeente Beverwijk |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | algemeen |
Eigen onderwerp |
Geen
artikel 149 van de Gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
05-06-2019 | nieuwe regeling | 22-05-2019 | INT-19-48185 |
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
De kinderopvang met behulp van de SMI is een tijdelijk middel, geen structurele oplossing en wordt in principe verleend voor een half jaar, waarbij de periode wordt afgestemd op de acties die worden ondernomen om de opvoed- en opgroeisituatie van het kind structureel te verbeteren. Na zes maanden vindt een evaluatie plaats. De termijn kan éénmalig worden verlengd met drie maanden, als de structurele oplossing nog niet behaald is.
Het college brengt de ouder, als dit nog niet het geval is, in contact met het CJG, zodat deze samen de leefsituatie in kaart kunnen brengen. Tevens wordt er een integraal plan (gezinsplan dan wel ondersteuningsplan) opgesteld waarin het CJG omschrijft naar welke structurele oplossing(en) de ouder toewerkt en welke termijn hiervoor nodig is.
Hoofdstuk 2 Aanvraag en beslissing
Het college vraagt voor de beoordeling van de aanvraag voor een tegemoetkoming in de kosten voor kinderopvang, indien noodzakelijk, een medisch advies aan. Het medisch advies betreft een beoordeling van de noodzaak van kinderopvang op grond van een sociaal medische indicatie, een indicatie van het aantal noodzakelijke uren kinderopvang en de verwachte duur van de kinderopvang.
Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van ……………………………
Beverwijk, 22 mei 2019
de raad voornoemd,
de griffier, de voorzitter,
Op 1 januari 2005 is de Wet kinderopvang in werking getreden. Doel van de wet is de combinatie van arbeid en zorg te vergemakkelijken en de kwaliteit van de kinderopvang te waarborgen. Ouders kunnen voor de kosten een kinderopvangtoeslag aanvragen bij de Belastingdienst. Deze wordt gebaseerd op het (gezamenlijk) toetsingsinkomen van de ouder(s).
Destijds is bij de behandeling van de wet in de Eerste kamer besloten om de doelgroep voor sociaal medische indicatie in eerste instantie buiten de wet om te financieren en die op een later moment in de wet onder te brengen. Uiteindelijk is dit nooit gebeurd.
De regeling SMI biedt de mogelijkheid om gezinnen, die niet in aanmerking komen voor kinderopvangtoeslag, tijdelijk financieel te ondersteunen in de kosten van kinderopvang als door bepaalde medische of sociale omstandigheden kinderopvang noodzakelijk is.
De gemeente heeft de beleidsvrijheid om de doelgroep en de voorwaarden van de regeling SMI te bepalen. De SMI regeling biedt ouders een financiële tegemoetkoming om een tijdelijke oplossing voor kinderopvang mogelijk te maken en om toe te kunnen werken naar een structurele oplossing voor de gezinssituatie.
In deze verordening wordt de doelgroep en de voorwaarden van de SMI regeling bepaald.
Dit artikel spreekt voor zich.
In dit artikel staat beschreven welke kinderen voor kinderopvang op grond van sociaal-medische indicatie noodzakelijk in aanmerking komen. Het zal vooral gaan om situaties waarbij een ouder psychische, psychiatrische of lichamelijke problematiek heeft, waardoor de ontwikkeling van een kind in gevaar komt.
Doel van de Wet kinderopvang is om combinatie van arbeid en zorg te vergemakkelijken. Er zijn situaties denkbaar, waarbij de ouder(s) niet in aanmerking komt voor kinderopvangtoeslag op grond van de wet, maar waarin het voor de gezinssituatie en de ontwikkeling van het kind beter is dat het kind naar kinderopvang gaat.
Het doel van de SMI regeling is om ouders te ontlasten dan wel kinderen te ondersteunen, die als gevolg van de thuissituatie een ontwikkelingsachterstand dreigen op te lopen. Eerst moet worden gekeken of er geen andere passende opvangmogelijkheden zijn of andere passende regelingen van toepassing zijn.
De regeling biedt ouders een financiële tegemoetkoming voor kinderopvang als tijdelijke oplossing. De ouder kan dan toewerken naar een structurele oplossing samen met het Centrum voor Jeugd en Gezin. Er zijn situaties denkbaar dat het CJG al voor de aanvraag bij het gezin is betrokken.
Dit artikel spreekt voor zich.
Op basis van de inkomensgegevens wordt het toetsingsinkomen van de ouder en diens (eventuele) partner overeenkomstig de methodiek van de tabel kinderopvangtoeslag van de belastingdienst berekend. Dit is nodig voor het bepalen van de hoogte van de tegemoetkoming.
Daar waar het CJG al voor de aanvraag betrokken is bij het gezin, kan er mogelijk een basis zijn voor een sociaal medische indicatie en kan eventueel worden afgezien van een medisch advies. Uit informatie van het CJG moet voldoende blijken wat de noodzaak is van kinderopvang en een indicatie van de duur en het aantal noodzakelijke uren.
Artikel 7 Vaststelling tegemoetkoming kinderopvang
Hiermee wordt bereikt, dat ouders eenzelfde bijdrage betalen voor zowel de reguliere kinderopvang als voor de kinderopvang op sociaal medische indicatie.
Het niet verschuldigd zijn van een eigen bijdrage bij een inkomen onder de 110% van de bijstandsnorm, voorkomt een extra administratieve last van een extra aanvraag.
Voor de berekening van het toetsingsinkomen kan gebruik worden gemaakt van de rekentool op de website van de belastingdienst.
Dit artikel spreekt voor zich.
Artikel 9 Betaling tegemoetkoming
De ouder kan, al dan niet op verzoek van het kindercentrum of gastouderbureau, de gemeente machtigen om de betalingen rechtstreeks aan het kindercentrum of gastouderbureau te doen.
Artikel 10 Weigeringsgronden tegemoetkoming
Dit artikel spreekt voor zich.
Artikel 11 Inlichtingen- en/of medewerkingsplicht
Een ouder is o.a. verplicht om zich in te zetten om samen met het CJG te werken aan een structurele oplossing en om informatie te verschaffen die van invloed is op de vaststelling van de noodzaak van kinderopvang op grond van deze regeling
Als een ouder de inlichtingen- en/of medewerkingsplicht schendt en als gevolg hiervan ten onrechte een tegemoetkoming of een te hoog bedrag is betaald, dan zal het college het besluit tot het verstrekken van de tegemoetkoming intrekken of wijzigen en het teveel betaalde bedrag terugvorderen.
Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de ouder afwijken van de bepalingen van deze verordening. Dit afwijken kan alleen ten gunste en nooit ten nadele van de ouder zijn. Het gebruik maken van de hardheidsclausule moet nadrukkelijk worden beschouwd als een uitzondering. Bij de beoordeling van de aanvraag kan het college zelf aanleiding zien om de hardheidsclausule toe te passen. In het algemeen geldt echter dat de ouder gemotiveerd moet aangeven dat zijn situatie bijzonder is en zal hij dat desgevraagd ook nader moeten onderbouwen.
Dit artikel spreekt voor zich.