Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Kapelle

Verordening rechtspositie raads- en commissieleden gemeente Kapelle 2019

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieKapelle
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening rechtspositie raads- en commissieleden gemeente Kapelle 2019
CiteertitelVerordening rechtspositie raads- en commissieleden gemeente Kapelle 2019
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na de datum van publicatie van het Gemeenteblad waarin deze verordening wordt geplaatst en werkt, behoudens artikel 4, terug tot en met 1 januari 2019. Artikel 4 treedt in werking met ingang van de eerste dag van de kalendermaand na de datum van publicatie van het Gemeenteblad waarin deze verordening wordt geplaatst.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 95 van de Gemeentewet
  2. artikel 96 van de Gemeentewet
  3. artikel 97 van de Gemeentewet
  4. artikel 98 van de Gemeentewet
  5. artikel 99 van de Gemeentewet
  6. artikel 3.1.3 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers
  7. artikel 3.1.4 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers
  8. artikel 3.3.2 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers
  9. artikel 3.3.3 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers
  10. artikel 3.4.1 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers
  11. artikel 3.4.2 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers
  12. artikel 3.3.8 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

04-06-201901-01-2019nieuwe regeling

28-05-2019

gmb-2019-135545

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening rechtspositie raads- en commissieleden gemeente Kapelle 2019

 

De raad van de gemeente Kapelle;

Gelet op de artikelen 95, eerste en tweede lid, 96, eerste en tweede lid, en 97, 98, 99 van de Gemeentewet en de artikelen 3.1.3, eerste lid, 3.1.4, eerste lid, 3.3.2, 3.3.3, tweede lid, 3.4.1, eerste lid, en 3.4.2 en 3.3.8 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers;

Gelezen het voorstel van het presidium van de gemeenteraad van 9 april 2019;

b e s l u i t:

vast te stellen de volgende verordening:

 

Verordening rechtspositie raads- en commissieleden gemeente Kapelle 2019

 

Artikel 1 Definitiebepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

 

  • a.

    commissielid: lid van een commissie als bedoeld in de artikelen 82, 83 en 84 van de Gemeentewet, dat niet tevens raadslid is of ambtenaar die als zodanig tot lid van een commissie is benoemd.

  • b.

    griffier: de griffier, bedoeld in artikel 107 van de Gemeentewet.

  • c.

    raadslid: lid van de gemeenteraad.

 

Artikel 2 Toelage raadslid onderzoekscommissie

Een raadslid dat lid is van een onderzoekscommissie als bedoeld in artikel 155a, derde lid, van de Gemeentewet wordt voor de duur van de activiteiten van die commissie ten laste van de gemeente een toelage toegekend van € 250 per maand. De toelage is per jaar nooit hoger dan driemaal de maandelijkse vergoeding voor de werkzaamheden, bedoeld in artikel 3.1.1, eerste lid van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.

 

Artikel 3 Vergoeding voor de leden van de rekenkamer

  • 1.

    Aan de leden van de rekenkamer wordt een vergoeding toegekend van € 250, - per vergadering naast een tegemoetkoming in de reiskosten.

  • 2.

    Indien de rekenkamer een onderzoek in eigen beheer uitvoert, zal er in de vergadering van de rekenkamer een budget, gekoppeld aan het aantal onderzoekuren, worden vastgesteld. De vergoeding voor de gemaakte uren zal worden afgeleid van de vergadervergoeding, waarbij uit gegaan wordt van een minimum van drie onderzoekuren.

  • 3.

    Het beheer van het onderzoekbudget zal plaatsvinden door de voorzitter en/of de niet onderzoekende rekenkamerleden. Indien er een budgetoverschrijding plaats vindt, zullen de onderzoeken de rekenkamerleden dit verantwoorden in de vergadering van de rekenkamer.

  • 4.

    De in dit artikel bedoelde vergoedingen en tegemoetkomingen komen ten laste van het budget van de rekenkamer.

 

Artikel 4 Reis- en verblijfkosten raads- en commissieleden voor reizen buiten de gemeente

 

  • 1.

    Voor reizen buiten het grondgebied van de gemeente ter uitvoering van een beslissing van het gemeentebestuur als bedoeld in artikel 97 van de Gemeentewet worden aan een raads- of commissielid vergoed:

  • a.

    de kosten voor het gebruik van openbaar vervoer;

  • b.

    bij gebruik van een eigen auto het maximumbedrag dat door een werkgever aan een werknemer per afgelegde kilometer onbelast kan worden verstrekt.

  • 2.

    Voor reizen buiten het grondgebied van de gemeente, ter uitvoering van een beslissing van het gemeentebestuur, worden aan een raadslid of commissielid bij gebruik van eigen auto tevens de parkeer-, veer- en tolkosten vergoed.

  • 3.

    Boetes en naheffingsaanslagen voor parkeren worden niet vergoed.

  • 4.

    Als een raadslid of commissielid een tijdelijke functionele beperking heeft, kan voor reizen als bedoeld in het eerste lid, een voor de beperking geschikte vervoersvoorziening worden vergoed of ter beschikking gesteld.

  • 5.

    De noodzakelijke en redelijkerwijs gemaakte werkelijke verblijfkosten die een raadslid of commissielid maakt in verband met reizen buiten het grondgebied ter uitvoering van een beslissing van het gemeentebestuur worden ten laste van de gemeente vergoed.

 

Artikel 5 Nadere regels niet-partijpolitiek georiënteerde scholing raads- en commissieleden

 

  • 1.

    Een raads- of commissielid dat wil deelnemen aan niet-partijpolitiek georiënteerde scholing in verband met de vervulling van zijn functie als bedoeld in artikel 3.3.3 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers, dient daartoe vooraf een gemotiveerde aanvraag in bij de fractievoorzitter.

  • 2.

    Deze aanvraag gaat vergezeld van stukken met inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie.

  • 3.

    De vergoeding van de scholing vindt plaats uit het fractiebudget. De fractie kan een maximale vergoeding per jaar voor scholing van een raads- of commissielid vaststellen.

  • 4.

    De fractievoorzitter beslist op de aanvraag op basis van de overlegde stukken.

 

Artikel 6 Verhoging vergoeding commissieleden (niet-raadsleden) voor het bijwonen van commissievergaderingen i.v.m. bijzondere deskundigheid of zwaarte taak

 

  • 1.

    De leden van de Commissie bezwaarschriften en de Klachtencommissie ontvangen, gezien hun deskundigheid alsmede de zwaarte van hun taak, een vergoeding die maximaal 250% bedraagt van de vergoeding waarop zij overeenkomstig artikel 3.4.1, eerste lid van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers aanspraak op maken. Voor de voorzitters van de genoemde commissies bedraagt dit percentage 300%.

  • 2.

    Het college stelt jaarlijks de feitelijke vergoeding vast.

 

Artikel 7 Tabletcomputer raads- en commissieleden en overgangsbepaling

  • 1.

    Een raads- of commissielid tekent een bruikleenovereenkomst wanneer hem ten laste van de gemeente voor de duur van de uitoefening van zijn functie een tabletcomputer ter beschikking worden gesteld bedoeld in artikel 3.3.2 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers. Het college stelt het model van de bruikleenovereenkomst vast.

  • 2.

    Een raads- of commissielid levert na beëindiging van zijn functie de ter beschikking gestelde tabletcomputer in bij de gemeente.

  • 3.

    Zolang een raads- of commissielid niet is afgetreden, ontslagen of herbenoemd, blijft voor hem het desbetreffende artikel van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden, zoals dat luidde voor 1 januari 2019, en de op dat artikel gebaseerde nadere regels, van toepassing, indien hem in 2018 een tegemoetkoming of een vergoeding op grond van dat artikel is verleend.

 

Artikel 8 Aanwijzing als eindheffingsbestanddeel

  • 1.

    Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in artikel 3.3.8 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.

  • 2.

    Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden verder aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in deze verordening, voor zover deze worden gerekend tot een vergoeding, tegemoetkoming of verstrekking als bedoeld in artikel 31a, tweede lid, onderdelen a tot en met h, van de Wet op de Loonbelasting 1964.

 

Artikel 9 Betaling vaste vergoedingen

Tenzij het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers of de Rechtspositieregeling decentrale politieke ambtsdragers anders bepalen, vindt de betaling van de vergoeding van commissieleden, bedoeld in artikel 3.4.1 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers maandelijks plaats met inachtneming van een vergoeding per bijgewoonde vergadering.

 

Artikel 10 Betaling en declaratie van onkosten

  • 1.

    Tenzij het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers of de Rechtspositieregeling decentrale politieke ambtsdragers anders bepalen, vindt de betaling van kosten die op grond van deze verordening voor vergoeding of tegemoetkoming in aanmerking komen plaats door:

  • a.

    betaling uit gemeentelijke middelen, op basis van een rechtstreeks aan de gemeente toegezonden factuur, of

  • b.

    betaling vooruit uit eigen middelen

  • 2.

    Een aanvraag om een vergoeding van de onkosten als bedoeld in dit artikel gaat vergezeld van een declaratieformulier en bewijsstukken.

  • 3.

    Het declaratieformulier en de bewijsstukken worden binnen twee maanden na factuurdatum of betaling door raads- of commissieleden ingediend bij de griffier.

  • 4.

    De declaraties worden geaccordeerd door de voorzitter van de raad en de griffier.

  • 5.

    Voor zover van toepassing draagt de gemeente er zorg voor dat de betaling aan raadsleden binnen de eerstvolgende loonbetaling en voor commissieleden binnen veertien dagen na het indienen van de aanvraag wordt overgemaakt.

 

Artikel 11 Intrekking oude verordening

De verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden gemeente Kapelle 2017, vastgesteld door de raad in zijn openbare vergadering van 24 januari 2017, wordt ingetrokken.

 

Artikel 12 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na de datum van publicatie van het Gemeenteblad waarin deze verordening wordt geplaatst en werkt, behoudens artikel 4, terug tot en met 1 januari 2019. Artikel 4 treedt in werking met ingang van de eerste dag van de kalendermaand na de datum van publicatie van het Gemeenteblad waarin deze verordening wordt geplaatst.

 

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening rechtspositie raads- en commissieleden gemeente Kapelle 2019.

 

De gemeenteraad van Kapelle,

Vastgesteld in de raadsvergadering van de gemeente Kapelle op 28 mei 2019,

 

De griffier, De voorzitter,

H.J. Meijer - Horden, mr. H.B. Hieltjes