Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Nijkerk

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Nijkerk houdende regels omtrent individuele inkomenstoeslag (Verordening individuele inkomenstoeslag 2019)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieNijkerk
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening van de gemeenteraad van de gemeente Nijkerk houdende regels omtrent individuele inkomenstoeslag (Verordening individuele inkomenstoeslag 2019)
CiteertitelVerordening individuele inkomenstoeslag 2019
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Verordening Inkomenstoeslag.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 8, eerste lid, van de Participatiewet
  2. artikel 8, tweede lid, van de Participatiewet
  3. artikel 36 van de Participatiewet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

04-06-2019nieuwe regeling

27-05-2019

gmb-2019-135526

2019-034A

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Nijkerk houdende regels omtrent individuele inkomenstoeslag (Verordening individuele inkomenstoeslag 2019)

De raad van de gemeente Nijkerk;

 

gelezen het collegevoorstel van 26 maart 2019;

 

gelet op artikel 8 lid 1 sub b, artikel 8 lid 2 en artikel 36 van de Participatiewet;

 

 

b e s l u i t :

 

 

vast te stellen de Verordening individuele inkomenstoeslag 2019

Artikel 1 - Betekenis van begrippen

  • 1.

    In deze verordening bedoelen wij met:

    • -

      inkomen: loon, uitkering, pensioen en alimentatie;

    • -

      langdurig laag inkomen: een inkomen dat in de hele referteperiode maandelijks niet uitkomt boven 101% van de toepasselijke bijstandsnorm;

    • -

      peildatum: de datum, hooguit drie maanden voor de aanvraag, waarop de inwoner aan alle voorwaarden voor de individuele inkomenstoeslag voldoet;

    • -

      referteperiode: de onafgebroken periode van 24 maanden direct vóór de peildatum;

    • -

      uitzicht op inkomensverbetering: een inwoner heeft uitzicht op inkomensverbetering als er op de peildatum sprake is van

      • *

        een getekend arbeidscontract, of

      • *

        een toezegging voor een arbeidscontract waarmee het inkomen zou uitkomen boven 101% van de toepasselijke bijstandsnorm.

    • Ook heeft een inwoner uitzicht op inkomensverbetering als hij op de peildatum of in de referteperiode:

      • *

        een uitkering op grond van de Werkloosheidswet (WW) heeft, of

      • *

        een tegemoetkoming op grond van de Wet studiefinanciering 2000 (WSF) heeft, of

      • *

        een tegemoetkoming op grond van de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten (Wtos) heeft.

  • 2.

    Overige begrippen die in deze verordening gebruikt worden, hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet en de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 2 - Het recht op en de hoogte van de individuele inkomenstoeslag

  • 1.

    Een inwoner heeft recht op een individuele inkomenstoeslag als hij

    • -

      een langdurig laag inkomen heeft; en

    • -

      op de peildatum geen vermogen hoger dan bedoeld in artikel 34 Participatiewet heeft; en

    • -

      geen uitzicht op inkomensverbetering heeft.

  • 2.

    De individuele inkomenstoeslag is voor:

    • a.

      een alleenstaande: € 400,00

    • b.

      een alleenstaande ouder: € 500,00

    • c.

      gehuwden/samenwonenden: € 910,00

    • d.

      een alleenstaande of alleenstaande ouder die in een inrichting woont: € 150,00

    • e.

      gehuwden/samenwonenden die in een inrichting wonen: € 225,00

  • 3.

    Als één van de gehuwden/samenwonenden op grond van artikel 11 of 13 lid 1 Participatiewet op de peildatum geen recht heeft op een individuele inkomenstoeslag, heeft de ander recht op een individuele inkomenstoeslag zoals deze voor hem als alleenstaande (ouder) zou gelden.

Artikel 3 - Slotbepalingen

  • 1.

    De Verordening Inkomenstoeslag, vastgesteld op 18 december 2014, geldt niet meer zodra de Verordening individuele inkomenstoeslag 2019 geldt.

  • 2.

    Wij maken dit besluit bekend in het elektronisch gemeenteblad. De verordening treedt in werking de dag na bekendmaking.

  • 3.

    Wij noemen deze verordening: Verordening individuele inkomenstoeslag 2019.

Vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Nijkerk d.d. 27 mei 2019,

de griffier,

Mevrouw A.G. Verhoef-Franken

de voorzitter,

de heer mr. drs. G.D. Renkema

Artikelsgewijze toelichting Verordening individuele inkomenstoeslag 2019

 

Artikel 1. Begrippen

Als er sprake is van beslag op het inkomen, een minnelijk schuldhulpverleningstraject of toepassing van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen (WSNP), telt het feitelijke inkomen dat de inwoner ontvangt en niet het inkomen dat de inwoner zou ontvangen als er bijvoorbeeld geen beslag was gelegd.

Een inwoner moet over de gehele referte-periode een inkomen van maximaal 101% van de relevante bijstandsnorm ontvangen om voor de individuele inkomenstoeslag (IIT) in aanmerking te kunnen komen.

 

Als er een tijdelijke inkomensvrijlating is toegepast op de uitkering, heeft dit geen gevolgen voor het recht op IIT.

 

De doelgroep met een combinatie van WW, WSF of Wtos met een aanvullende bijstandsuitkering voor de algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan zien wij als doelgroep met uitzicht op inkomensverbetering.

 

De begripsbepalingen sluiten zo veel mogelijk aan bij de Participatiewet en de Algemene wet bestuursrecht. Als de inhoud van een begrip bij de toepassing van deze verordening niet eenduidig blijkt te zijn, bepalen wij de nadere uitleg van dit begrip.

 

Artikel 2. Het recht op en de hoogte van de individuele inkomenstoeslag

Gehuwden/samenwonenden moeten allebei aan alle voorwaarden voor IIT voldoen.

 

Als één van beiden uitgesloten is door bijvoorbeeld detentie, ontvangt de ander de IIT naar de norm aangepast aan de persoonlijke situatie: alleenstaande of alleenstaande ouder. Het gaat hierbij dus alléén over uitsluiting van het recht op IIT als gevolg van artikel 11 of 13 Participatiewet, niet over het niet in aanmerking komen voor IIT om andere redenen.

 

Als een inwoner een co-ouder is, leveren wij maatwerk met betrekking tot de hoogte van de IIT.

 

Artikel 3. Slotbepalingen

Er is geen overgangsrecht. Op aanvragen waarop nog niet besloten is op de datum dat deze verordening geldt, wordt besloten op grond van deze (nieuwe) verordening. Deze is op geen enkel punt ongunstiger voor inwoners dan de (oude) Verordening inkomenstoeslag.