Organisatie | Ermelo |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Ermelo houdende regels omtrent bezwaarschriften (Reglement inzake de behandeling van bezwaarschriften Ermelo 2018) |
Citeertitel | |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Verordening inzake de behandeling van bezwaarschriften 2002.
Deze regeling bevat de vroegst mogelijke datum van inwerkingtreding.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-07-2019 | nieuwe regeling | 26-03-2019 | Nr. e180024486 |
Hoofdstuk 2. BEHANDELING VAN DE BEZWAARSCHRIFTEN
Het horen kan worden opgedragen aan de voorzitter en een lid van de commissie. Indien het horen is opgedragen aan de voorzitter en een lid van de commissie wordt in het advies vermeld welke leden betrokken zijn geweest bij de totstandkoming van het advies van de commissie. Een advies van de commissie wordt uitgebracht door ten minste drie leden waaronder begrepen de (plaatsvervangend) voorzitter.
Artikel 12. Niet-deelneming aan de behandeling
De voorzitter en de leden van de commissie nemen niet deel aan de behandeling van een bezwaarschrift, indien daarbij hun onpartijdigheid in het geding kan zijn.
De leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden kunnen binnen een week na verzending van de in het eerste lid bedoelde nadere informatie, aan de voorzitter van de commissie een verzoek richten tot het beleggen van een nieuwe hoorzitting. De voorzitter beslist omtrent een dergelijk verzoek;
Indien naar het oordeel van de secretaris van de commissie de termijn van twaalf weken, als bedoeld in artikel 7:10, eerste lid, van de wet ontoereikend is voor achtereenvolgens het uitbrengen van een advies door de commissie en het nemen van een beslissing verzoekt hij het college van burgemeester en wethouders tijdig de beslissing te verdagen;
De commissie brengt jaarlijks verslag uit van de werkzaamheden aan het college en doet zo nodig aanbevelingen die zij met het oog op een deugdelijke uitvoering van de gemeentelijke bestuurstaak nodig acht.
Vastgesteld in de vergadering van 26 maart 2019
Het college van burgemeester en wethouders van Ermelo,
A.M. Weststrate,
secretaris,
A.A.J. Baars,
burgemeester,
De commissie voor bezwaarschriften behandelt alle bezwaarschriften, met uitzondering die zijn genoemd in artikel 2, tweede lid, van dit reglement. Het gaat hier om besluiten die door het college of door de burgemeester zijn genomen.
In 1998 is reeds besloten om in Ermelo een commissie te benoemen, bestaande uit onafhankelijke leden, om het college te adviseren inzake de behandeling van bezwaarschriften. De argumenten om een dergelijke commissie te benoemen zijn nog steeds relevant. Zo kan de commissie een onafhankelijke en deskundige advisering garanderen. Door inschakeling van een onafhankelijke commissie kan recht worden gedaan aan de daarmee samenhangende keuze voor distantie ten opzichte van de oorspronkelijke besluitvorming en aan de rechtszekerheid. Het beginsel van de bezwaarschriftenprocedure, dat het orgaan dat het bestreden besluit had genomen daarop na heroverweging een nieuw besluit dient te nemen wordt daardoor niet aangetast.
Ook blijkt dat door inschakeling van een onafhankelijke commissie de zeefwerking van de bezwaarschriftenprocedure toeneemt. De bezwaarde partij voelt zich meer serieus genomen als het bestuursorgaan zich eveneens ten opzichte van de onafhankelijke commissie dient te verantwoorden.
In dit artikel zijn slechts die begripsbepalingen opgenomen die niet in de Algemene wet bestuursrecht voorkomen. Zo ontbreekt een omschrijving van het begrip bestuursorgaan, hoewel dat op meerdere plaatsen in het reglement voorkomt.
Bij “verwerend orgaan” wordt gedoeld op het college van burgemeester en wethouders van Ermelo, dan wel de burgemeester van de gemeente Ermelo.
Het eerste lid van dit artikel verwijst naar artikel 1:5 van de Awb waarin is omschreven wat onder het maken van bezwaar dient te worden verstaan.
In het derde lid is de bevoegdheid opgenomen voor het college om te besluiten dat in het kader van formele intergemeentelijke samenwerking de commissie niet langer bevoegd is om advies uit te brengen. In dat geval dient een integrale onafhankelijke commissie in het samenwerkingsverband te zijn ingesteld.
Artikel 3 Samenstelling van de commissie
De voorzitter en de leden van de commissie moeten beschikken over voldoende juridische deskundigheid. De hoorzittingen kunnen alleen doorgang vinden als de meerderheid van de leden aanwezig is (zie ook artikel 11). Van belang is dat de voorzitter en leden op geen enkele wijze onderdeel uitmaken van, dan wel werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van een van de bestuursorganen, de gemeenteraad, het college van burgemeester en wethouders of de burgemeester. De adviescommissie dient volledig onafhankelijk en objectief te kunnen adviseren.
Hier is aangegeven wie de secretaris van de commissie is. Dit is een medewerker van het intergemeentelijke samenwerkingsverband Meerinzicht, die door het college van burgemeester en wethouders wordt aangewezen. De secretaris maakt geen onderdeel uit van de commissie. De secretaris draagt zorg voor de administratieve procesgang en zal de commissie adviseren.
In dit artikel is bepaald dat de leden van de commissie 5 jaar hun functie kunnen vervullen. Deze termijn kan telkens verlengd worden met 5 jaar indien het lid voldoende functioneert. Hiervan kan worden afgeweken indien de situatie zoals beschreven in artikel 2 lid 3 van dit reglement zich voordoet. Met andere woorden, indien er een integrale commissie binnen Meerinzicht is ingericht, kan deze commissie worden opgeheven.
Een lid van de commissie kan ook zelf ontslag nemen. Hij kan zelf het tijdstip van dat ontslag bepalen. Hij kan ook een later tijdstip kiezen om zodoende eventueel nog bij de afhandeling van lopende zaken betrokken te kunnen zijn. Een ontslagnemend lid kan niet gedwongen worden ook feitelijk de functie te blijven vervullen.
Artikel 6 Ingediend bezwaarschrift
Duidelijk zal moeten zijn wanneer een bezwaarschrift binnenkomt. Door de datum van binnenkomst op het bezwaarschrift aan te tekenen kan de ontvankelijkheidsvraag worden beantwoord. Het bezwaarschrift zal vervolgens in handen moeten worden gesteld van de commissie zodat deze hierover kan adviseren. Het in handen stellen van de relevante stukken geschiedt via de secretaris van de commissie.
In de ontvangst bevestiging van het bezwaarschrift wordt vermeld dat een commissie het bestuursorgaan zal adviseren omtrent het bezwaar en dat een beslistermijn van 12 weken (gerekend vanaf het moment dat de bezwaartermijn is verstreken) geldt.
Artikel 7 Uitoefening bevoegdheden
In dit artikel is bepaald dat de secretaris van de commissie bevoegd is tot het stellen van een termijn indien er aan een bezwaarschrift een formeel gebrek kleeft. Tevens is de secretaris bevoegd tot het verzoeken om een machtiging en het vertrekken van stukken aan de betrokken partijen.
Aan de voorzitter wordt de bevoegd toegekend om bepaalde stukken niet ter inzage te leggen wegens gewichtige redenen dan wel belanghebbenden afzonderlijk te horen.
Het spreekt voor zich dat de voorzitter van de commissie er zorg voor dient te dragen dat al het noodzakelijke wordt gedaan om de behandeling van het bezwaarschrift genoegzaam voor te bereiden. Dat geldt zowel intern bij de gemeente - hij krijgt de bevoegdheid alle gewenste inlichtingen in te winnen - als ook extern. Zo moet het mogelijk zijn om met de klager in contact te treden om nadere informatie in te winnen of bijv. hem bij kennelijke niet-ontvankelijkheid in overweging te geven het bezwaarschrift in te trekken.
De activiteiten van de commissie of van haar voorzitter bij de voorbereiding van de te behandelen zaken kunnen kosten met zich meebrengen. Indien de commissie het wenselijk acht dat een externe deskundige wordt ingehuurd, zal dat kosten met zich meebrengen. Met het inhuren van externe deskundigen dient voorzichtig te worden omgesprongen.
De secretaris nodigt belanghebbenden uit voor de hoorzitting. Wanneer het horen achterwege blijft, omdat het bezwaarschrift kennelijk gegrond, ongegrond of niet ontvankelijk is, zal de voorzitter belanghebbenden en het verwerend orgaan hieromtrent informeren. Het is ook mogelijk dat een bezwaarmaker heeft aangegeven niet gehoord te willen worden of de antwoordkaart niet (tijdig) retourneert.
Artikel 10 Uitnodiging zitting
Ingevolge het eerste lid van deze bepaling wordt ook het verwerend orgaan uitgenodigd voor de zitting. Het is van groot belang dat het college van burgemeester en wethouders of de burgemeester zich ook ter zitting laat vertegenwoordigen. Daarmee kan worden voorkomen dat er, vanwege de inbreng van de bezwaarmaker, een eenzijdig beeld ontstaat.
Voorts is het voor de commissie van groot belang van de bestuurlijke zijde te vernemen hoe een beslissing tot stand is gekomen. Anders kan het voor de commissie moeilijk worden om ter zake een goede afweging te maken.
Dit artikel spreekt voor zich.
Artikel 12 Niet-deelneming aan de behandeling
Dit artikel spreekt voor zich.
Artikel 13 Openbaarheid zitting
Het uitgangspunt is, dat de hoorzitting openbaar is. Uitzondering op deze regel blijft mogelijk. Het kan bijvoorbeeld voorkomen dat er tijdens de zitting persoonlijke gegevens en omstandigheden, financiën, medische gegevens of andere vertrouwelijke zaken worden uitgewisseld. In die situaties is het niet altijd gewenst om deze in openbaarheid te bespreken. Indien de voorzitter van de commissie, dan wel een van haar leden, dan wel een belanghebbende verzoekt of de deuren worden gesloten, wordt dit verzoek achter gesloten deuren behandeld. Indien de commissie van oordeel is dat er gewichtige redenen zijn die zich tegen een openbare behandeling verzet, blijft de deur gesloten. Bezwaarde kan zich uiteraard laten vergezellen van een derde ter ondersteuning.
Indien de commissie echter van oordeel is dat er geen gewichtige redenen zijn, dan wordt de hoorzitting hervat in de openbaarheid.
Het bepaalde in het eerste lid hoeft niet zo ver te strekken dat van al het aanwezige publiek naam en hoedanigheid wordt opgenomen. Wel zal uit het verslag duidelijk moeten blijken wie namens welke partij aanwezig was en wat door hen naar voren is gebracht.
Een nader onderzoek kan feiten of omstandigheden aan het licht brengen die op het moment van de zitting nog niet bekend waren. Dit kan aanleiding zijn om belanghebbenden en het verwerend orgaan opnieuw te horen. De onderhavige bepaling voorziet in de mogelijkheid de commissie te verzoeken daartoe een nieuwe zitting te houden. Indien het in voor bedoeld geval feiten of omstandigheden betreft die voor de op bezwaar te nemen beslissing van aanmerkelijk belang kunnen zijn, dit aan belanghebbenden wordt meegedeeld en dat zij opnieuw in de gelegenheid worden gesteld te worden gehoord.
Artikel 16 Raadkamer en advies
De beraadslaging vindt net als de zitting zelf, achter gesloten deuren plaats. In de raadkamer bespreekt de commissie welk advies zij gaat uitbrengen. Omdat tijdens de beraadslaging persoonlijke en vertrouwelijke informatie besproken kan worden, valt deze bespreking tevens onder de geheimhoudingsplicht. De secretaris van de commissie neemt deel aan de beraadslagingen in de Raadkamer.
Indien er een verslag van de hoorzitting is opgesteld, maakt dit onderdeel uit van het advies van de commissie. Deze bepaling is analoog aan het gestelde in artikel 7:13 zesde lid van de Awb. Bij de beslissing op het bezwaarschrift zal het advies van de commissie worden meegezonden.
Indien een adviescommissie is ingesteld, bedraagt de beslistermijn voor het bestuursorgaan twaalf weken, gerekend vanaf de dag waarop de termijn voor het indienen van een bezwaarschrift is verstreken. Indien naar het oordeel van de secretaris het niet mogelijk is om binnen deze termijn een beslissing op het bezwaarschrift te nemen, zal deze het bestuursorgaan verzoeken de beslistermijn te verdagen met zes weken.
Dit artikel spreekt voor zich.
Dit reglement treedt in werking op 11 oktober 2018. Vanaf deze datum wordt de Verordening inzake de behandeling van bezwaarschriften 2002 ingetrokken.
Wanneer een bezwaarschrift is binnengekomen voor 1 januari 2018 die voor behandeling van de commissie voor bezwaarschriften in aanmerking komt, dient helder te zijn hoe hiermee moet worden omgegaan.
De bepalingen ten aanzien van de behandeling van een bezwaarschrift zijn nagenoeg gelijk aan die van de Verordening inzake de behandeling van bezwaarschriften 2002.