Aanwijzingsbesluit toezichthouders Participatiewet, IOAW en IOAZ 2019

De concerndirecteur van het cluster Werk en Inkomen van de gemeente Rotterdam,

gelezen het voorstel van 26 april 2019 van de afdelingsmanager Toetsing en Toezicht van het cluster Werk en Inkomen;

gelet op:

• –

  titel 5.2 van de Algemene wet bestuursrecht;

• –

  artikel 3.3, achtste lid, van het Besluit mandaat, volmacht en machtiging Rotterdam 2016;

• –

  artikel 3 van het Besluit ondermandaat, ondervolmacht en ondermachtiging van de algemeen directeur 2016;

• –

  artikel 76a van de Participatiewet;

• –

  artikel 53 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW);

• –

  artikel 53 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ);

• –

  artikel 13, eerste lid van de Verordening maatregelen en handhaving Participatiewet, IOAW en IOAZ;

overwegende dat:

• –

  het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam gehouden is tot het houden van toezicht op de rechtmatigheid in het kader van zowel de Participatiewet als de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers en de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen, en hiertoe toezichthouders dient aan te wijzen;

• –

  de toezichthouders voor het houden van toezicht op de rechtmatigheid zijn gepositioneerd bij de unit Bijzondere Onderzoeken van de afdeling Toetsing en Toezicht van het cluster Werk en Inkomen;

• –

  de bevoegdheid van de aanwijzing van toezichthouders (mede) berust bij de concerndirecteur Werk en Inkomen;