Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Veere

Regeling rechtspositie burgemeester en wethouders 2019

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieVeere
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingRegeling rechtspositie burgemeester en wethouders 2019
CiteertitelRegeling rechtspositie burgemeester en wethouders 2019
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpRegeling rechtspositie burgemeester en wethouders 2019

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 44, tweede lid, van de Gemeentewet
  2. artikel 44, derde lid, van de Gemeentewet
  3. artikel 66, tweede lid, van de Gemeentewet
  4. artikel 66, derde lid, van de Gemeentewet
  5. https://wetten.overheid.nl/BWBR0041522/2019-03-28
  6. https://wetten.overheid.nl/BWBR0041573/2019-04-10
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2019Nieuwe regeling

21-05-2019

gmb-2019-130976

19b.02958

Tekst van de regeling

Intitulé

Regeling rechtspositie burgemeester en wethouders 2019

Het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Veere;

gelet op de artikelen 44 en 66, tweede en derde lid van de Gemeentewet;

gelet op het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers;

gelet op de Rechtspositieregeling decentrale politieke ambtsdragers;

 

b e s l u i t :

 

vast te stellen de Regeling rechtspositie burgemeester en wethouders 2019

Hoofdstuk I Begripsomschrijvingen

Artikel 1  

In deze verordening wordt verstaan onder:

a. college: college van burgemeester en wethouders

b. Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers: het Koninklijk Besluit van 15 oktober 2018, Stb. 386;

c. Rechtspositieregeling decentrale politieke ambtsdragers: het Koninklijk Besluit van 23 november 2018, Stcrt. 66006 en het Koninklijk Besluit van 14 februari 2019, Stcrt. 7580;

d. Reisregeling binnenland: het besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken van 16 maart 1993, nr. AB93/U280, Stcrt. 56;

e. Reisregeling buitenland: het besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken van 12 september 1994, nr. AD94/U1011, Stcrt. 181;

f. burgemeester: voorzitter van het college van burgemeester en wethouders.

g. wethouder: lid van het college van burgemeester en wethouders.

h. gemeentesecretaris: de secretaris, bedoeld in artikel 102 van de Gemeentewet.

 

Hoofdstuk II Voorzieningen voor burgemeester en wethouders

Artikel 2 Onkostenvergoeding

  • 1.

    De vergoeding voor aan de uitoefening van het burgemeesterschap verbonden kosten is gelijk aan het bedrag vermeld in artikel 3.2.6, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.

  • 2.

    De vergoeding voor aan de uitoefening van het wethouderschap verbonden kosten is gelijk aan het bedrag vermeld in artikel 3.2.6, tweede lid, van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.

  • 3.

    De wethouder die met toepassing van artikel 36, tweede lid, van de Gemeentewet de functie in deeltijd uitoefent, ontvangt de vergoeding, bedoeld in artikel 16, tweede lid, naar evenredigheid met de vastgestelde tijdsbestedingsnorm, bedoeld in artikel 36, vierde lid, van de Gemeentewet.

  • 4.

    Wanneer de burgemeester of de wethouder in de loop van een maand is benoemd of in de loop van een maand is afgetreden, ontslagen of overleden, wordt de vergoeding, bedoeld in het eerste onderscheidenlijk tweede lid, voor die maand naar evenredigheid van de periode van uitoefening van het ambt in die maand genoten.

 

Artikel 3 Reiskosten woon-werkverkeer

De tegemoetkoming voor het reizen tussen zijn woning en de plaats van tewerkstelling van de burgemeester of wethouder is gelijk aan de vergoeding bedoeld in artikel 3.6, van de Rechtspositieregeling decentrale politieke ambtsdragers.

 

Artikel 4 Zakelijke reiskosten

Aan de burgemeester of wethouder wordt naast de tegemoetkoming, bedoeld in artikel 15 een vergoeding verleend voor reiskosten ter zake van andere dan de in artikel 15 bedoelde reizen ten behoeve van de gemeente gemaakt.

De vergoeding betreft:

a. bij gebruik van openbare middelen van vervoer en van een taxi: een volledige vergoeding van de reiskosten;

b. bij gebruik van een eigen personenauto: de vergoeding als bedoeld in artikel 3.2.9, van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.;

c. een vergoeding van de noodzakelijke en redelijkerwijs gemaakte verblijfkosten;

d. op aanvraag worden de reiskosten voor de zakelijke reizen van de burgemeester of wethouder gesaldeerd overeenkomstig de regeling voor gemeentelijk personeel. Indien geen regeling als bedoeld in de eerste volzin is vastgesteld vindt op aanvraag saldering van de reiskosten voor de zakelijke reizen van de burgemeester of wethouder plaats overeenkomstig artikel 4a van de Reisregeling binnenland, artikel 2a van de Reisregeling buitenland.

 

Artikel 5 Buitenlandse dienstreis

  • 1.

    Indien de burgemeester of wethouder in het gemeentelijk belang een reis buiten Nederland maakt worden de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reis- en verblijfkosten vergoed.

  • 2.

    Voor een reis in het gemeentelijk belang buiten Nederland, niet zijnde een reis naar een Europese instelling, is vooraf toestemming van het college vereist. De gemeenteraad kan aan deze toestemming voorwaarden verbinden.

 

Artikel 6 Cursus, congres, seminar of symposium

  • 1.

    De kosten van deelname van een burgemeester of wethouder aan cursussen, congressen, seminars en symposia die in het gemeentelijk belang door of namens de gemeente worden aangeboden of verzorgd komen voor rekening van de gemeente.

  • 2.

    De burgemeester of wethouder die wil deelnemen aan een cursus, congres, seminar of symposium dat niet door of namens de gemeente wordt aangeboden of verzorgd, dient daartoe een gemotiveerde aanvraag in. De aanvraag gaat vergezeld van inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie. De kosten komen voor rekening van de gemeente als deelname van algemeen belang is in verband met de uitoefening van het ambt van wethouder.

 

Artikel 7 Informatie- en communicatievoorzieningen

  • 1.

    De burgemeester of de wethouder tekent een bruikleenovereenkomst wanneer hem ten laste van de gemeente voor de duur van de uitoefening van zijn functie informatie- en communicatievoorzieningen ter beschikking worden gesteld als bedoeld in artikel 3.3.2 Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.

  • 2.

    De Burgemeester of de wethouder levert na beëindiging van zijn functie de ter beschikking gestelde informatie- en communicatievoorzieningen in bij de gemeente.

 

Artikel 8 Reis- pensionkosten en verhuiskosten bij benoeming

De burgemeester of wethouder die bij benoeming nog niet over woonruimte in de gemeente beschikt heeft ten laste van de gemeente aanspraak op vergoeding van:

a. reis- en pensionkosten overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.2.7 Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.

b. verhuiskosten in verband met de benoeming als burgemeester of wethouder overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.2.7 Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.

 

Artikel 9 Aanwijzing als eindheffingsbestanddeel

  • 1.

    Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in artikel 3.3.8 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.

  • 2.

    Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden verder aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in deze regeling, voor zover deze worden gerekend tot een vergoeding, tegemoetkoming of verstrekking als bedoeld in artikel 31a, tweede lid, onderdelen a tot en met h, van de Wet op de loonbelasting 1964.

 

Hoofdstuk III De procedure van declaratie

Artikel 10 Betaling van kosten

Betaling van kosten op grond van deze verordening vindt plaats door

a. betaling uit eigen middelen; of

b. rechtstreekse toezending van de factuur aan de gemeente.

 

Artikel 11 Declaratie van vooruit betaalde kosten

  • 1.

    Voor de vergoeding van de kosten, bedoeld in de artikelen 4 en 5 wordt gebruik gemaakt van een (digitaal) declaratieformulier, waarvan het model door het college is vastgesteld, indien deze kosten uit eigen middelen vooruit zijn betaald.

  • 2.

    Het declaratieformulier wordt volledig ingevuld. De burgemeester of wethouder dient het declaratieformulier binnen 2 maanden bij de gemeentesecretaris of een door hem aangewezen ambtenaar in, onder bijvoeging van de originele bewijsstukken.

 

Artikel 12 Rechtstreekse facturering bij de gemeente

  • 1.

    De vergoeding van kosten, bedoeld in de artikelen 4, 5, 6 en 8 kan plaatsvinden door rechtstreekse toezending van de door de burgemeester of wethouder voor akkoord ondertekende factuur aan de gemeente.

  • 2.

    De burgemeester of wethouder dient het begeleidingsformulier en de factuur binnen 2 maanden in bij de gemeentesecretaris of de door hem aangewezen ambtenaar.

 

Hoofdstuk lV Citeertitel en inwerkingtreding

Artikel 13 Intrekking oude verordening

Bij vaststelling van deze regeling, wordt de Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2007, ingetrokken.

 

Artikel 14 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op 21 mei 2019 en werkt terug tot en met 1 januari 2019.

 

Artikel 15 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling rechtspositie burgemeester en wethouders 2019.

 

 

 

 

 

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Veere, 21 mei 2019

De secretaris, De burgemeester,

J.F.M. Steinbusch drs. R.J. van der Zwaag