Organisatie | Amsterdam |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam houdende regels omtrent Subsidie op weg naar een Circulaire Stad (Op weg naar een Circulaire Stad - Renovatie en transformatie van corporatie-bezit) |
Citeertitel | Op weg naar een Circulaire Stad - Renovatie en transformatie van corporatie-bezit |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
30-05-2019 | 09-11-2019 | nieuwe regeling | 23-04-2019 |
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
Brengen ter algemene kennis dat zij in hun vergadering van 23 april 2019 hebben besloten:
Burgemeester en wethouders voornoemd,
Hoofdstuk 1 - Algemene bepalingen
Artikel 1 – Begripsomschrijvingen
In deze regeling wordt verstaan onder:
Artikel 2 - Toepasselijkheid ASA 2013
De Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2013 is van toepassing, tenzij daarvan in deze regeling uitdrukkelijk wordt afgeweken.
Artikel 3 - Doel subsidieregeling
Het doel van de subsidieregeling is het ontwikkelen van praktijkervaring en kennis op gebied van circulaire bouw bij de transitie naar een circulaire én aardgas-vrije woningvoorraad Amsterdam. Van corporaties wordt verwacht dat zij hier de komende jaren een belangrijke bijdrage aan gaan leveren. De subsidieregeling ondersteunt de corporaties in het onderzoeken en implementeren van circulaire principes in renovatie, sloop-nieuwbouw, en transformatie.
Artikel 5 - Hoogte van de subsidie
Voor activiteiten zoals bedoeld in artikel 4, onder a, ten behoeve van het uitvoeren van een haalbaarheidsonderzoek resulterend in een plan van aanpak voor het circulair uitvoeren van een renovatie, transformatie of sloop-nieuwbouw van een woning of complex van woningen, bedraagt de subsidie tot 100% van de werkelijke kosten, tot een maximum van € 10.000.- per consortium.
Voor activiteiten zoals bedoeld in artikel 4, onder b, ten behoeve van het uitvoeren van het plan van aanpak en vastleggen van de resultaten van het circulair uitvoeren van een renovatie, transformatie of sloop-nieuwbouw van een woning of complex van woningen, bedraagt de subsidie tot 50% van de werkelijke kosten, tot een maximum van € 50.000.- per consortium.
Het college stelt voor de activiteiten die volgens deze subsidieregeling voor subsidie in aanmerking komen het subsidieplafond vast:
In het geval dat er meer dan 5 aanvragen zijn voor het haalbaarheidsonderzoek die twee of meer scoren op alle gestelde criteria, zoals gesteld onder artikel 7, lid 2, dan kan het college, op voordracht van de jury, bepalen dat het beschikbare subsidieplafond/budget evenredig wordt verdeeld tussen de aanvragers.
Artikel 7 - Verdeelsleutel subsidieplafond
Hoofdstuk 3 - Subsidieaanvraag
Artikel 9 - Bij de subsidieaanvraag in te dienen gegevens
In aanvulling op artikel 5, tweede lid, van de ASA 2013 worden bij de subsidieaanvraag voor de haalbaarheidsstudie, voor de activiteiten zoals genoemd in artikel 4, lid 1, gevraag om een Visiedocument van maximaal 3 pagina’s A4 en maximaal 1250 woorden, met daarin verwerkt de aandachtspunten en andere criteria zoals genoemd in artikel 7, tweede lid.
In aanvulling op artikel 5, tweede lid, van de ASA 2013 worden bij de subsidieaanvraag voor de uitvoering van het Plan van Aanpak, voor de activiteiten zoals genoemd in artikel 4, lid 2, gevraagd om een Plan van Aanpak van maximaal 6 pagina’s A4 en maximaal 2500 woorden, met daarin verwerkt een (aangescherpte) visie en ambitie, én de aandachtspunten en andere criteria zoals genoemd in artikel 7, derde lid;
Hoofdstuk 5 - Verplichtingen van de subsidieontvanger
Artikel 12 - Aanvullende verplichtingen
Naast de verplichtingen op grond van artikel 11 van de ASA 2013, zijn aan de subsidie de volgende verplichtingen verbonden:
de woningcorporatie administreert de netto kosten, bedoeld in artikel 5 van het DAEB-vrijstellingsbesluit, die zijn verbonden met de activiteiten bedoeld in artikel 4, op een zodanige wijze dat inzicht kan worden verkregen in de hoogte van deze kosten, zulks afgescheiden van de reguliere bedrijfsvoering, in relatie tot de voor deze activiteiten verstrekte subsidie;
Amsterdam heeft de ambitie om in 2050 circulair te zijn. Gebouwen en wegen zijn verantwoordelijk voor naar schatting 60% van het totale materiaalgebruik op aarde, en daarnaast komt in Nederland zo’n 25% van de CO2 emissies uit de gebouwde omgeving. Deze uitdaging biedt ook nieuwe kansen op gebied van werkgelegenheid. Op de korte termijn ligt er een enorme uitdaging in het circulair renoveren en transformeren van bestaande woningvoorraad. Er is weinig kennis en ervaring op gebied van circulaire bouw en renovatie. Ook ontbreekt het aan een circulaire economie en markt waarin circulariteit vanzelfsprekend zou zijn.
De gemeente Amsterdam heeft geld beschikbaar gemaakt voor het versnellen van de circulaire economie. Eén van de instrumenten die beschikbaar is, is het ontwikkelen van een prijsvraag rondom circulaire bouw in relatie tot/combinatie met het aardgasvrij maken van woningen. Het is vertaald in een programma dat kan worden gezien als een vorm van ‘pressure cooker’, waarin partijen worden ondersteund in een co-creatie proces, resulterend in concrete en uitvoerbare plannen van aanpak. Deze subsidieregeling vormt de formeel-juridische grond voor dit programma en prijsvraag.
De circulaire economie draait om het slim gebruiken van grondstoffen, producten en goederen, zodat deze oneindig hergebruikt kunnen worden: een gesloten kringloop. Voor gebouwen betekent 'circulair' bijvoorbeeld dat materialen hergebruikt worden, maar ook dat het gebouw flexibel ingezet kan worden. 1 Vaak speelt hernieuwbare energie ook een belangrijke rol, en daarnaast staat systeemdenken, en het ontwikkelen en inzetten van systeemoplossingen centraal (Korhonen et al. 2018 2 ). Dit houdt onder meer in dat bij ontwerpvraagstukken zowel korte als lange termijn consequenties en de volledige waardeketen mee worden genomen, en dat er gestreefd wordt naar het creëren van een meer veerkrachtig en adaptief systeem, dat effectief is op elke schaal.
Doelgroep: Waarom corporaties?
Corporaties beheren een belangrijk aandeel van de Amsterdamse woningen, circa 42% van de bestaande woningvoorraad. 3 Hier liggen grote kansen én uitdagingen, met name in het kader van de renovatie-opgave omtrent Amsterdam Aardgasvrij en Klimaatneutraal. Via deze regeling willen we de woningcorporaties faciliteren in het vinden van nieuwe samenwerkingspartijen die met hen invulling kunnen geven het werken aan een klimaat-neutrale en circulaire woningvoorraad.
De eerste stappen zijn al gezet, enkele corporaties zijn al actief bezig met het ontwikkelen van expertise en organisatievermogen op gebied van circulaire bouw, en ook landelijk zijn er corporaties die hierin experimenteren.
Corporaties zijn georganiseerd in grote organisaties met een sterke band met de gemeente. Juist zij kunnen een partner zijn in het op schaal toepassen van circulaire principes en het verder ontwikkelen van de gemeentelijke en landelijke ambities. Door hun grote vastgoedportefeuille kan schaal ontstaan aan de vraagkant van de markt. Bij andere doelgroepen, zoals VvE’s en particuliere verhuurders, wordt dit al een stuk moeilijker omdat dit partijen zijn die op veel kleinere schaal opereren.
Middels deze subsidie wil de gemeente een positieve stimulans bieden en ondersteuning aan corporaties om nuttige, nieuwe inzichten en ervaringen op gebied van circulaire bouw te laten opdoen, en om relevante partijen in de context van circulaire bouw met elkaar in contact te laten komen. In het proces wordt met diverse deelnemers gestreefd naar de ontwikkeling en uitvoering van realistische plannen die circulaire oplossingen en benaderingswijzen integreren.
In het programma kunnen coalities (corporaties en hun samenwerkende partijen) hun eigen (circulaire) opgave definiëren en daarmee verbindingen leggen met creatieve en inhoudelijke partijen. Het proces faciliteert vervolgens in het ontwikkelen van realistische concepten en biedt winnaars financiële ondersteuning in het implementatieproces. Het programma leidt tot het realiseren van concrete en haalbare circulaire projecten die schaalbaar zijn bij andere corporaties en nieuwe samenwerkingen van corporaties met innovatieve partijen die hen kunnen helpen in de transitie richting een circulaire bouw-economie. Het bestaat uit drie fases:
Artikel 1. Begripsomschrijvingen
In dit artikel zijn definities opgenomen van begrippen die in de regeling gebruikt worden.
Artikel 2. Algemene subsidieverordening
De Algemene subsidieverordening Amsterdam 2013 (ASA) is te vinden op www.amsterdam.nl.
Artikel 3. Doel subsidieregeling
Om in 2050 een (nagenoeg) circulaire economie te hebben, is het essentieel dat de bouwsector hierin een proactieve rol in speelt. Aangezien er al veel ontwikkelingen gaande zijn op gebied van nieuwbouw, is deze subsidieregeling alleen gericht op bestaande woningen, bestaand maatschappelijk vastgoed of, als bijzondere categorie, nieuwe woningen binnen kleinschalige transformatie. Nieuwbouw (op kavel) is dus uitgesloten van deze regeling, met uitzondering van sloop-nieuwbouw projecten.
Het doel van de regeling is daarom het stimuleren van het uitvoeren van maatregelen hiertoe. Met een robuuste en laagdrempelige subsidieregeling wordt het voor corporaties, waarvan enkelen al wat ervaring hebben opgedaan in circulaire bouw, het makkelijker gemaakt stappen te zetten.
De transitie naar Aardgasvrij is één van de drijvende factoren achter grote renovatieprojecten in de komende decennia, en staat daarmee centraal aan de transitie naar een circulaire bouweconomie. Zoals in de uitsluitingscriteria, onder artikel 11, lid 1c, blijkt, wordt Aardgasvrij als uitgangspunt gezien voor de in te dienen projectplannen. Wanneer een projectplan niet een daadwerkelijke ‘Aardgasvrij-renovatie’ betreft, moet de relevantie van de oplossing voor Aardgasvrij zeer helder worden verwoord in de inzending en moet antwoord geven op de vraag welke rol circulariteit kan en moet spelen bij grootschalige renovaties. Op deze manier wordt ruimte gelaten voor oplossingen en projecten die bijdragen aan een circulaire woningvoorraad in Amsterdam en tegelijkertijd relevant is voor de transitie naar Aardgasvrij.
Artikel 4 - Subsidiabele activiteiten
In dit artikel is bepaald welke activiteiten subsidiabel zijn. Het doel van de subsidie is dat de winnende ideeën tot uitvoering in 2019-2021 leiden. De gemeente wil met de toekenning in de totstandkoming en uitvoering van de winnende ideeën investeren. Het resultaat van de haalbaarheidsstudie is een plan van aanpak; deze bevat onder meer een (aangescherpte) visie en een beschrijving van de doelen, resultaten, en beoogde effecten, afbakening, fasering en projectrisico’s, projectplanning, en begroting voor de uitvoering van het voorgestelde circulaire concept of ingreep. Ook consortia die in eerste instantie niet geselecteerd waren, kunnen alsnog een plan van aanpak indienen. Het prijzengeld voor totstandkoming en uitvoering van fase 2 is €150.000 exclusief BTW, verdeeld over maximaal 3 winnende consortia.
In alle gevallen kan subsidie gecombineerd worden met andere subsidies; van de gemeente Amsterdam, maar ook van het rijk of vanuit Europa. Via de RVO is bijvoorbeeld een aantal verduurzamingssubsidies voor verschillende doelgroepen beschikbaar.
Artikel 5 - Subsidiabele kosten
De in aanmerking komende kosten zijn de kosten die worden gemaakt voor het uitvoeren van de subsidiabele activiteiten. Uitgekeerd wordt een totaalbedrag. Of BTW teruggevorderd kan worden door de aanvrager, doet voor de gemeente niet ter zake.
Omdat met deze regeling het doel, en niet de techniek, centraal gesteld wordt, kunnen de maatregelen divers zijn. Maatregelen en kosten worden daarom niet nader gespecificeerd; zo min mogelijk maatregelen worden dan uitgesloten.
De gemeente behoudt het recht voor om externe expertise in te schakelen voor de beoordeling van de kosten en haalbaarheid van de aanvraag.
Onderdeel d: Het is de eigen verantwoordelijkheid van de aanvrager om te voldoen aan alle wettelijke verplichtingen of minimum kwaliteitseisen. De gemeente wil hiermee uitsluiten dat zij daaraan mee betaalt, terwijl het aan de Aanvrager zelf is om dit gat te dichten alvorens subsidie wordt aangevraagd op grond van deze regeling. De maatregelen moeten verder gaan dan het moeten voldoen aan wettelijke verplichtingen of gangbare minimum kwaliteitseisen. Het gaat erom dat de aanvrager die extra stap zet naar circulaire, aardgasvrije, of aardgasvrij-ready woningen, die zonder subsidie niet was gezet.
Artikel 5 - Hoogte van de subsidie
Voor fase 1 is er een maximum van €10.000,- exclusief BTW per aanvragend consortium.
Voor fase 2 is er een maximum van €50.000,- exclusief BTW per aanvragend consortium.
De subsidie mag gecombineerd worden met andere subsidieregelingen. Dit kunnen andere subsidies van de gemeente Amsterdam zijn, maar ook subsidies van andere overheden. Als voorwaarde geldt dat het totaal van subsidies niet de totale subsidiabele kosten mogen overschrijden. Meldplicht van reeds ontvangen en nog te ontvangen subsidies ligt bij de aanvrager.
Voor woningen, complex van woningen of transformatie is in totaal €200.000.- beschikbaar gesteld. Dit kan tussentijds worden aangepast door het college.
Daarmee wordt uitvoering gegeven aan de wens om te borgen dat de verschillende middelen goed te volgen blijven. De vervaldatum voor dit plafond, zoals bepaald in artikel 11, tweede lid, valt samen met die van de dekking die op 19 december 2018 door het college met het Versnellingspakket 4 Versnellingsmiddelen Duurzaamheid is verleend.
Artikel 7 - Verdeelsleutel subsidieplafond
Amsterdam heeft de ambitie om 50% minder grondstofverbruik in 2030 te realiseren en om in 2040 volledig aardgasvrij te zijn. Gevraagd wordt om een visie waarin duidelijk wordt hoe de oplossing hieraan gaat bijdragen.
De inzending wordt beoordeeld op de volgende punten:
Doeltreffendheid en visie. Mate waarin de visie en de ambitie bijdraagt aan de doelstelling van deze subsidieregeling. In het visiedocument worden de circulaire ambities en focusgebieden genoemd waarop het consortium zich in de haalbaarheidsstudie wilt gaan richten. Hierbij wordt gerefereerd aan de genoemde ‘Roadmap Circulaire Gronduitgifte’ (2017) met als specifieke aandachtspunten “Materialen” en “Adaptiviteit en veerkracht”. 4 Verder kan er ook worden verwezen naar de andere onderdelen uit de Roadmap (deelgebieden water, energie, en ecosystemen) en zelfs andere relevante thema’s die vaak in de context van circulaire economie worden genoemd, bijvoorbeeld het in de praktijk brengen van de transitie van bezit naar gebruik, duurzame mobiliteitsconcepten, en de relatie tussen circulariteit en (consumenten)gedrag. Aanvrager gebruikt de in de Roadmap Circulaire Gronduitgifte genoemde criteria niet als checklist: het is voldoende om enkele criteria waar de focus ligt goed te onderbouwen dan om elk criterium op te nemen in de visie. De Roadmap wordt in deze subsidieregeling als hulpmiddel en kader beschouwd bij het opstellen van een visie en bij het maken en uitwerken van bepaalde ‘circulaire’ keuzes. De jury bepaalt de score voor dit onderdeel aan de hand van de onderbouwing voor de gekozen criteria, waarbij in ieder geval de thema’s “Materialen” en/of “Adaptiviteit en veerkracht” vermeld worden.
Buurt en bewoners. Mate waarin de visie en de ambitie ingaat op het betreffende gebied of buurt, en de kennis van de verschillende stakeholders, zoals bewoners, andere corporaties en vastgoedeigenaren, en hoe dit vertaald wordt naar de visie en het haalbaarheidsonderzoek. Aanvrager wordt geacht een goed begrip te hebben van het betreffende gebied of buurt. Ook circulair bewustzijn of stimuleren of logisch maken van duurzaam (circulair) gedrag valt hieronder. Concrete oplossingsrichtingen hoeven niet te worden gepresenteerd, meer een onderbouwd begrip van de buurt en de invloed hiervan op de visie. Ook kan het haalbaarheidsonderzoek zich (ten dele) richten op het onderzoeken hoe iets in een buurt kan worden ingezet of geïmplementeerd.
Volledigheid en samenhang. De volledigheid en samenhang van de visie en de genoemde ambities waaruit een goed en realistisch begrip van het concept van circulariteit blijkt in relatie tot het gekozen gebied/project. De onderbouwing en de visie i) moet volledig zijn, waarbij gebruikte concepten zijn helder beschreven en waar nodig voorzien van een afbeelding, ii) met een logische samenhang tussen de genoemde uitdaging en de opzet van de voorgestelde haalbaarheidsstudie, iii) en waarbij de uitkomsten van het haalbaarheidsonderzoek duidelijk zijn vermeld.
Kwaliteit en capaciteit consortium. De Aanvrager wordt gevraagd de rol en verantwoordelijkheid van de betrokken partners te beschrijven. Hierbij wordt gelet op de mate van expertise en ervaring in circulaire bouw en/of relevante onderwerpen. Het is toegestaan een aanvraag in te dienen met bestaande samenwerkingspartners, zolang tenminste één van de partijen in het consortium, niet de corporatie, een overtuigend track record heeft op circulair gebied in relatie tot het in het Visiedocument beschreven concept. Corporaties worden aangemoedigd alle voor het aan het voorstel gerelateerde concept relevante stakeholders en samenwerkingspartners te beschrijven en toe te voegen aan het consortium.
Hierbij gelden dezelfde uitgangspunten als bovenstaand, waarbij het hier gaat om het plan van aanpak, waarin de uitwerking van een bepaalde benadering, concept, of oplossing. Het Plan van Aanpak bevat onder meer een visie op circulaire bouw en de rol die de corporatie (als trekker van het consortium) in de transitie (mogelijk) wilt spelen. Het bevat verder een zoveel mogelijk geconcretiseerd projectplan toegespitst op een renovatie-, transformatie, of sloop-nieuwbouw project. Het visiestuk is een aangescherpt stuk ten opzichte van het eerder ingediende stuk voor de haalbaarheidssubsidie waarin de resultaten van de haalbaarheidsstudie verwerkt zijn. Het Plan van Aanpak wordt beoordeeld op de volgende punten:
Doeltreffendheid en visie. Mate waarin de visie, ambitie, én voorgestelde oplossing(en) gerelateerd zijn aan de doelstellingen van deze subsidieregeling. De indiener wordt gevraagd te verwijzen naar de relevante criteria uit de ‘Roadmap Circulaire Gronduitgifte’ (2017). Hierin moeten in ieder geval de categorieën “Materialen” en/of “Adaptiviteit en veerkracht” van de Roadmap benoemd worden.
Buurt en bewoners. De Aanvrager gevraagd om in de visie een ambitie te verwoorden waarin wordt ingegaan op het betreffende gebied of buurt, en de rol van de verschillende stakeholders, zoals bewoners, andere corporaties, VvE’s en vastgoedeigenaren in het betreffende gebied, in de oplossing of het proces.
Opschaalbaarheid. De Aanvrager moet aangeven op welke manier het concept opschaalbaar of toepasbaar op andere contexten wordt gemaakt, bijvoorbeeld middels het beschikbaar stellen van Intellectueel Eigendom, het publiceren van inzichten, integrale en transparante ketensamenwerking of andere vormen van open innovatie. In het plan geeft de Aanvrager aan hoe dit kan worden bereikt en hoe de subsidie hieraan kan bijdragen. Indien relevant, geeft de Aanvrager aan welke technologische, juridische, en/of beleidsmatige ontwikkelingen er nodig zijn om op termijn kostenneutraal te kunnen functioneren.
Volledigheid, samenhang, en financiering. De Aanvrager levert ook een begroting voor het Plan van Aanpak waaruit onder andere blijkt welke middelen het bij aanvang zelf zal inzetten in de uitvoering van het Plan van Aanpak (cofinanciering van tenminste 50%). De in het Plan van Aanpak genoemde activiteiten zijn realistische en effectief begroot.
Alleen consortia, zoals gedefinieerd onder Artikel 1, mogen een aanvraag doen voor deze subsidie. Binnen het consortium dient een corporatie als penvoerder de aanvraag namens het consortium in en draagt de verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de beschikking
Artikel 9 - Bij de subsidieaanvraag in te dienen gegevens
De inschrijving gebeurt via een online formulier waarin de Aanvrager ook wordt gevraagd duidelijk een project aan te wijzen waar het concept in de haalbaarheidsstudie op wordt toegespitst. Het betreft dus een visie en concept gericht op een concreet (renovatie/transformatie/sloop-nieuwbouw) project.
Toestemmingsverklaring opdrachtgever/eigenaar
De aan het consortium deelnemende corporatie(s) kunnen één of meerdere projecten toewijzen waar de circulaire plannen op worden uitgevoerd. De toestemmingsverklaring bevat onder meer een handtekening van een tekenbevoegde waarin de intentie om daadwerkelijk tot implementatie over te gaan is geconcretiseerd. Als het gaat om meerdere geoormerkte renovatie, transformatie, of sloop-nieuwbouw projecten met verschillende tekenbevoegden, bijvoorbeeld bij meerdere aan een consortium deelnemende corporaties, zijn er meerdere toestemmingsverklaringen nodig.
Deze subsidie is onderdeel van het programma ‘Op weg naar een Circulaire Stad - Renovatie en transformatie van corporatie-bezit’ waarbij een proces wordt ingezet dat corporaties ondersteund in het vinden van de juiste partners om circulaire ambities mee te ontwikkelen en uit te voeren. De genoemde data zijn onderhavig aan dit programma en kunnen in uitzonderlijke gevallen worden aangepast. Er kan tweemaal een subsidieaanvraag worden gedaan, eenmaal voor de haalbaarheidssubsidie en eenmaal voor de uitvoering van het plan van aanpak.
Artikel 11 - Weigeringsgronden
In dit artikel zijn de gronden opgenomen die als basis dienen voor een weigering van de subsidie. De gemeente acht deze gronden van dermate belang dat zij in die gevallen geen subsidie verstrekt of de subsidie naar beneden bijstelt.
De subsidie is bedoeld ter stimulering van het nemen van fysieke maatregelen voor circulair uitvoeren van renovatie (en evt. ook sloop-nieuwbouw of transformatie) van woningen én het daarmee ontwikkelen van een circulaire bouwsector in Amsterdam. Daarom is in het eerste lid, onder a, bepaald dat de maatregelen niet al uitgevoerd zijn voordat de aanvraag is ontvangen; en onder b, bepaald dat het consortium een circulaire samenwerkingspartner moet gaan zoeken, en zo de kans te vergroten dat nieuwe, circulaire partijen expertise inbrengen in de bouwsector.
Het aangevraagde subsidiebedrag moet redelijk in verhouding staan tot het resultaat dat hiermee bereikt kan worden. Het totale bedrag aan kosten moet proportioneel zijn. Bovendien moet het zover mogelijk duidelijk gemaakt worden dat het plan van aanpak ook daadwerkelijk wordt uitgevoerd, én bijdraagt aan de doelstellingen van de subsidieregeling.
Artikel 12 - Aanvullende verplichtingen
Conform de ASA worden voor de aanvrager verplichtingen gesteld.
Onderdeel a: Binnen één jaar na de beschikkingsdatum dienen de activiteiten te zijn gestart. Gezien de lange looptijd van grootschalige renovatie-trajecten, wordt er een relatief lange looptijd voorgesteld. Er zijn situaties denkbaar waarbij zelfs dit, bijvoorbeeld door externe factoren, niet haalbaar is. De aanvrager is verplicht om dit bij de subsidieaanvraag kenbaar te maken. Het college kan in dat geval akkoord gaan met de afwijkende uitvoeringsperiode. In het tweede lid is opgenomen dat indien na het afgeven van de beschikking blijkt dat door onvoorziene omstandigheden de activiteiten niet binnen één jaar kunnen worden uitgevoerd, de aanvrager dit bij het college dient te verzoeken. Het college kan hiermee akkoord gaan.
Onderdeel e: Aan het verkrijgen van vergunningen voor de activiteiten zoals genoemd in artikel 5, kan bijvoorbeeld aan de omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen gedacht worden. Of en welke vergunning vereist is, zal sterk afhangen van het gekozen project. De verantwoordelijkheid voor het aanvragen van vergunningen ligt bij de Aanvrager.
Artikel 13 - Verantwoording en vaststelling van de subsidie
Bij het doen van een verzoek tot vaststelling van de subsidie zal de aanvrager de in dit artikel en de in artikel 13 van de ASA 2013 opgenomen documenten moeten overleggen.