Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Hoorn

Verordening op de heffing en invordering van Toeristenbelasting 2019 (Verordening Toeristenbelasting 2019)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHoorn
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en invordering van Toeristenbelasting 2019 (Verordening Toeristenbelasting 2019)
CiteertitelVerordening Toeristenbelasting 2019
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

De datum van ingang van de heffing is 1 juni 2019

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 224 van de Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

25-05-201901-01-2020nieuwe regeling

07-05-2019

gmb-2019-129590

1661033

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van Toeristenbelasting 2019 (Verordening Toeristenbelasting 2019)

 

Zaaknummer: 1661033

 

De Raad van de gemeente Hoorn;

 

- gelezen het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders d.d. 26 maart 2019;

 

- gelet op artikel 224 van de Gemeentewet;

 

- besluit vast te stellen de:

 

Verordening op de heffing en de invordering van toeristenbelasting 2019 (Verordening Toeristenbelasting 2019)

 

Artikel 1 Begripsbepaling

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    vakantieonderkomens: woningen, stacaravans en andere verblijven, niet zijnde mobiele kampeeronderkomens, in hoofdzaak bestemd voor en gebezigd als verblijf voor recreatieve doeleinden;

  • b.

    mobiele kampeeronderkomens: tenten, vouwwagens, kampeerauto's, toercaravans, caravans en soortgelijke onderkomens dan wel soortgelijke voertuigen welke zijn bestemd voor dan wel worden gebezigd als verblijf voor recreatieve doeleinden;

  • c.

    niet beroepsmatig verhuurde ruimten: woningen en andere verblijven of gedeelten daarvan, niet-zijnde mobiele kampeeronderkomens, welke niet in hoofdzaak zijn bestemd als verblijf voor recreatieve doeleinden, doch wel in bepaalde perioden van het jaar voor die doeleinden worden verhuurd dan wel te huur aangeboden;

  • d.

    vaste standplaats: een terrein of terreingedeelte dat is bestemd voor het gedurende een seizoen of een jaar plaatsen van eenzelfde mobiel kampeeronderkomen of stacaravan.

  • e.

    Bed & Breakfast: het gedeeltelijk gebruiken van een zelfstandige woonruimte voor verblijf in de zin van art. 2 van deze verordening bij de hoofdbewoner van die woonruimte, al dan niet met ontbijt.

  • f.

    Dag: een aaneengesloten tijdvak van 24 uren.

  • g.

    vaste ligplaats: een ligplaats die naar plaatselijk gebruik, dat ter beoordeling van het college van burgemeester en wethouders, is bestemd voor het regelmatig afmeren of ter anker leggen van een zelfde vaartuig gedurende een periode van ten minste een maand

 

Artikel 2 Aard van de belasting en belastbaar feit

  • 1.

    Ter zake van het houden van nachtverblijf binnen de gemeente tegen vergoeding, in welke vorm dan ook, in hotels, pensions, Bed & Breakfast, appartementen, vakantieonderkomens, mobiele kampeeronderkomens, niet beroepsmatig verhuurde ruimten, op vaste standplaatsen wordt onder de naam nachttoeristenbelasting een directe belasting geheven.

  • 2.

    Ter zake van het houden van verblijf binnen de gemeente op vaartuigen waarvoor wegens de aanwezigheid in het watergebied van de gemeente in welke vorm dan ook een vergoeding wordt betaald door personen, die niet als ingezetene in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens van de gemeente zijn opgenomen, wordt onder de naam watertoeristenbelasting een directe belasting geheven.

 

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1.

    Belastingplichtig is degene die gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in art. 2.

  • 2.

    De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene terzake van wiens verblijf de belasting wordt verschuldigd.

  • 3.

    Indien met toepassing van het eerste lid geen belastingplichtige is aan te wijzen, is belastingplichtig degene verblijf houdt.

 

Artikel 4 Vrijstellingen

  • 1.

    De nachttoeristenbelasting wordt niet geheven ter zake van het verblijf door degene die:

  • a.

    als verzorgde in een van overheidswege erkende inrichting tot verzorging van zieken, gebrekkigen, hulpbehoevenden dan wel bejaarden verblijft;

  • b.

    jonger zijn dan 13 jaar.

  • 2.

    De watertoeristenbelasting wordt niet geheven ter zake van het verblijf op de volgende vaartuigen:

  • a.

    kano’s, roei en volgboten;

  • b.

    motor- en zeilboten met een lengte van ten hoogste 4 meter;

  • c.

    een vaartuig dat zich op last of bevel van de overheid in het gemeentelijke watergebied bevindt;

  • d.

    jonger zijn dan 13 jaar.

 

Artikel 5 Maatstaf van heffing

  • 1.

    De nachttoeristenbelasting wordt geheven over:

  • a.

    het aantal personen waaraan nachtverblijf is geboden in een belastingjaar.

  • b.

    In afwijking van het in letter a. gestelde van dit artikel geldt voor mobiele parkeeronderkomens dat als maatstaf wordt gehanteerd: het aantal verhuurde standplaatsen waarmee nachtverblijf wordt geboden aan mobiele parkeeronderkomens in een belastingjaar.

  • c.

    In afwijking van het in letter a. gestelde van dit artikel kan in geval voor niet beroepsmatig verhuurde ruimten het aantal personen waaraan nachtverblijf wordt geboden op 50 personen per kalenderjaar worden gesteld.

  • 2.

    De watertoeristenbelasting voor het houden van verblijf op een vaartuig wordt geheven:

  • a.

    over het aantal personen waaraan verblijf op een vaartuig is geboden in een dag.

  • b.

    voor vaartuigen met een vaste ligplaats naar het gemiddeld aantal personen dat in een belastingjaar verblijf houdt op het vaartuig. Het gemiddeld aantal personen dat in een kalenderjaar verblijf houdt, is gesteld op 24.

 

Artikel 6 Opteren voor niet-forfaitaire maatstaf van heffing

  • 1.

    In afwijking van het bepaalde in artikel 5, lid 1, letter c en lid 2, letter b. wordt op een door de belastingplichtige bij de aangifte gedane aanvraag de maatstaf van heffing vastgesteld op het werkelijke aantal etmalen dat verblijf is gehouden, indien blijkt dat dit aantal lager is dan het op de voet het bepaalde in artikel 5, lid 1, letter c en lid 2, letter b. berekende aantal.

  • 2.

    Het in het eerst lid bedoelde verzoek kan desgewenst per ligplaats worden gedaan.

 

Artikel 7 Tarieven

  • 1.

    Het tarief voor de nachttoeristenbelasting bedraagt:

  • a.

    Voor elke vorm van nachtverblijf, niet zijnde mobiele parkeeronderkomens, per persoon per dag € 2,50.

  • b.

    Voor nachtverblijf met mobiele parkeeronderkomens per persoon per dag € 1,25.

  • 2.

    Het tarief voor de watertoeristenbelasting bedraagt per persoon per dag € 2,00.

  • 3.

    Een gedeelte van een dag wordt aangemerkt als een volle dag.

 

Artikel 8 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

 

Artikel 9 Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

 

Artikel 10 Termijn van betaling

  • 1.

    De aanslag moet worden betaald binnen één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 2.

    In afwijking van het bepaalde in het eerste lid is een voorlopige aanslag invorderbaar in zo veel gelijke termijnen als er na de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld, nog maanden van het jaar overblijven, met dien verstande dat het aantal termijnen tenminste twee bedraagt.

  • 3.

    Met betrekking tot een ingevolge art. 2, tweede lid, onderdeel c, van de Invorderingswet1990 met een belastingaanslag gelijkgestelde beschikking inzake een bestuurlijke boete is het eerste lid van overeenkomstige toepassing, voor zover deze gelijktijdig wordt opgelegd met de vaststelling van de genoemde aanslagen.

  • 4.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

 

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de toeristenbelasting.

 

Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag volgend op die van de bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 juni 2019.

  • 3.

    Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening Toeristenbelasting 2019".

 

Artikel 13 Bekendmaking

Deze verordening zal worden bekendgemaakt door het plaatsen van de verordening in het gemeenteblad.

 

Hoorn, 7 mei 2019

 

De griffier,                                                      de voorzitter,

 

 

Bekendmaking:

 

  • via www.officielebekendmakingen.nl

  • door opname in het Gemeenteblad