Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Zoetermeer

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zoetermeer houdende regels omtrent subsidiekader 2020 gemeente Zoetermeer

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieZoetermeer
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBesluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zoetermeer houdende regels omtrent subsidiekader 2020 gemeente Zoetermeer
CiteertitelSubsidiekader 2020 gemeente zoetermeer
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

http://decentrale.regelgeving.overheid.nl/cvdr/xhtmloutput/Historie/Zoetermeer/CVDR404294/CVDR404294_1.html

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-06-201904-07-2020nieuwe regeling

14-05-2019

gmb-2019-129536

Tekst van de regeling

Intitulé

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zoetermeer houdende regels omtrent subsidiekader 2020 gemeente Zoetermeer

Burgemeester en wethouders van Zoetermeer,

Overwegende dat het gewenst is overeenkomstig artikel 2 van de Algemene subsidieverordening Zoetermeer 2016 nadere regels te stellen ter uitwerking van artikel 2.3.2 van de Subsidieregeling 2016 gemeente Zoetermeer; om voor de jaarsubsidies 2020 vast te leggen welke aspecten betrokken worden bij de beoordeling van het belang van activiteiten voor de uitvoering van gemeentelijk beleid:

 

1 Inleiding

 

De gemeente Zoetermeer wil met de inzet van subsidies maatschappelijke doelstellingen bereiken. Als u in aanmerking wil komen voor een subsidie dan vraagt u deze bij de gemeente aan. In het Subsidiekader 2020 leest u meer over wat de gemeente wil bereiken met subsidies. In de aanvraag voor subsidie moet u laten zien hoe uw activiteit bijdraagt aan de doelen van de gemeente.

Het Subsidiekader 2020 is geen handleiding voor het aanvragen van een subsidie. Wel is het een belangrijk hulpmiddel bij het aanvragen van een subsidie. Op de gemeentelijke internetpagina wordt uitgebreid uitgelegd hoe u subsidies aanvraagt en welke formulieren u daarvoor dient te gebruiken:

www.zoetermeer.nl-> inwoners -> online regelen -> meer online regelen -> S -> subsidies.

Of u vult de zoekterm ‘subsidies’ in.

Op de gemeentelijke internetpagina treft u ook verwijzingen naar de regels die horen bij het subsidieproces. Het gaat om de Algemene subsidieverordening 2016, de Subsidieregeling 2016 en het Subsidiekader 2020.

De periode waarin subsidie kan worden aangevraagd voor 2020 start op 1 juni 2019 en loopt door tot en met 31 augustus 2019. Op deze manier heeft u na de bekendmaking van het Subsidiekader 2020 voldoende tijd voor het indienen van een aanvraag. De gemeente heeft dan ook voldoende tijd om uw aanvraag te behandelen. Uiterlijk 30 november 2019 neemt het college van B&W een besluit over al de subsidies, zodat u ook tijdig weet waar u aan toe bent.

De gemeente beoordeelt de aanvraag aan de hand van criteria. In de formulieren die bij de aanvraag horen komen deze criteria aan de orde. Het is voor u dan ook belangrijk goed kennis te nemen van deze criteria en in de aanvraag duidelijk antwoorden te geven op de vragen over deze criteria (verderop meer hierover). Het is immers niet zo dat iedereen die een subsidie aanvraagt deze ook krijgt. De budgetten daarvoor zijn begrensd, dus de gemeente moet prioriteiten stellen bij het verdelen van het subsidiebudget.

Bent u er niet helemaal gerust op over hoe nu een subsidie aan te vragen? Neem dan contact op met het subsidiebureau van de gemeente. Wij helpen u graag verder. Het subsidiebureau is te bereiken via het algemene nummer van de gemeente (14079).

Het subsidiekader.

Het subsidiekader wordt jaarlijks opgesteld op basis van de ontwikkelingen binnen de verschillende programmaonderdelen. Het subsidiekader is een aanvulling op de programmabegroting en het coalitieakkoord. Het maakt duidelijk welke criteria betrokken worden als de gemeente beoordeelt hoe de subsidie die u aanvraagt bijdraagt aan het gemeentelijk beleid. Hierdoor kunnen organisaties met hun gesubsidieerde activiteiten beter aansluiten bij het gemeentelijk beleid. Per programma is ingegaan op doelen, effecten en speerpunten.

 

Het subsidieplafond

Een onderdeel van het subsidiekader is inzage in de budgetten die beschikbaar zijn. Dit noemen wij het subsidieplafond. Een subsidieplafond maakt duidelijk hoeveel subsidie beschikbaar is voor de realisatie van een doelstelling. Hierdoor is duidelijk dat de financiële middelen begrensd zijn. Zo weet u dat dat er geen sprake is van een open-einderegeling en dat er dus een risico bestaat van een niet toegekende subsidie wegens het bereiken van het subsidieplafond.

Aanvragen die het meest bijdragen aan de realisatie van de gemeentelijke doelstellingen maken de meeste kans op subsidie.

Maatschappelijke effecten

In de verdere tekst wordt zoals aangegeven ingegaan op de doelen, de effecten en speerpunten van het beleid. Er wordt een indeling gebruikt die is gebaseerd op de maatschappelijke doelen die overeenkomen met de programma’s in de gemeentelijke begroting.

Naast het subsidiekader zijn er nog twee documenten met daarin regels en bepalingen over subsidies. Deze regels vindt u op de gemeentelijke internetpagina.

De Algemene Subsidieverordening 2016 (Asv)

De Asv betreft de lokale uitwerking van de Algemene wet bestuursrecht. De Algemene wet bestuursrecht is een Nederlandse wet die de algemene regels bevat voor de verhouding tussen de overheid en de individuele burgers, bedrijven en dergelijke. Een deel van deze regels heeft betrekking op subsidies. In de Asv worden deze regels vertaald naar de Zoetermeerse situatie.

De subsidieregeling

In de subsidieregeling zijn nadere regels opgenomen die van toepassing zijn op het subsidieproces. Deze regels geven aan hoe de gemeente haar afwegingen maakt bij het beslissen over subsidies. Zo worden enkele begrippen duidelijk gemaakt, is aangegeven welke activiteiten en doelgroepen door de gemeente worden gesubsidieerd, wordt er aangegeven hoe de subsidieaanvragen worden beoordeeld en zijn er nadere bepalingen opgenomen over verschillende onderwerpen.

 

2 Algemene notities

2.1 Gemeentelijke sturing op maatschappelijke effecten

Het coalitieakkoord geeft een visie op de gewenste situatie in onze gemeente. Onder meer in de programmabegroting 2019-2022 waarin deze visie verder is uitgewerkt in beleidsdoelen. In de programmabegroting is opgenomen wat het mag kosten om de doelen te bereiken.

Door de doelstellingen te koppelen aan effectindicatoren is het mogelijk om deze te evalueren. Dat wil zeggen dat de doelen specifiek, meetbaar en tijdgebonden zijn. Door het zicht op de relatie tussen middelen en doelen wordt voor de betrokkenen duidelijk in welke mate de inspanning van gesubsidieerde instellingen bijdraagt (of bij heeft gedragen) aan het realiseren van deze doelstellingen.

De mate waarin een subsidie bijdraagt aan de realisatie van de gemeentelijke doelstellingen is gegeven bij de beoordeling van uw subsidieverzoek. De gemeente gebruikt hiervoor een puntensysteem. Totaal zijn er honderd punten te behalen. Maximaal zestig daarvan zijn er te behalen als score voor de bijdrage die de te subsidiëren activiteit(en) levert aan de realisatie van gemeentelijke doelstellingen. Een aanvraag komt in aanmerking voor behandeling als 70 of meer punten worden gescoord. (De behandeling van uw aanvraag leidt er niet automatisch toe dat subsidie wordt verleend).

De gemeente streeft naar een evenwichtige verdeling van de beschikbare subsidiegelden. Dit betekent dat als twee of meer voorstellen met dezelfde strekking voor subsidiering in aanmerking zouden komen, er alleen subsidie verleend wordt aan de hoogst scorende aanvrager. Het is dus zaak voor u om een aanvraag in te dienen die zo hoog mogelijk scoort.

Uiteraard moet de aanvraag wel realistisch blijven. Als na het subsidiejaar door de gemeente wordt vastgesteld dat uw daadwerkelijk uitgevoerde activiteiten achter zijn gebleven bij de voorstelling van zaken uit de aanvraag, dan kan dat gevolgen hebben. Uw subsidie zou dan lager vastgesteld kunnen worden, met mogelijk een (gedeeltelijke) terugvordering als gevolg.

Artikel 2.3 lid 2 ‘Beoordeling en prioritering’ geeft inzicht in de opbouw van de totale score. Bij het indienen van uw aanvraag wordt u specifiek gevraagd op de vragen in te gaan. De toekenning van punten vindt plaats door tenminste twee ter zake deskundige medewerkers van de gemeente.

De vragen en de verdeling van te behalen punten is als volgt.

60p

Hoe groot is het belang van de activiteiten voor de uitvoering van gemeentelijk beleid?

10p

Is de hoogte van het gevraagde subsidiebedrag redelijk in relatie tot de te verrichten activiteiten, te leveren prestaties en de overige financieringsbronnen?

10p

Is sprake van aantoonbare samenwerking met andere organisaties?

10p

Is kwaliteit van door de aanvrager uit te voeren activiteiten geborgd?

5p

Geeft de aanvrager er blijk van rekening te houden met nieuwe ontwikkelingen?

5p

Is de aanvrager maatschappelijk verantwoord ondernemend?

 

2.2 Mogelijke beleidsverandering vanaf het jaar 2020

De gemeente Zoetermeer heeft te kampen met uitdagende financiële omstandigheden en zal bezuinigingsmaatregelen moeten treffen op verschillende beleidsterreinen. De gemeenteraad en het college van B&W buigen zich nog over (structurele) bezuinigingsvoorstellen die met ingang van het jaar 2020 in werking treden.

 

Daarnaast bestaat de mogelijkheid dat ontwikkelingen op het gebied van bijvoorbeeld (preventieve) jeugdhulp en WMO (maar mogelijk ook andere gebieden) gevolgen hebben voor de wijze waarop vanaf het jaar 2020 te subsidiëren activiteiten moeten worden uitgevoerd. Te denken valt aan het belang van de versterking van ketenafspraken en gebiedsgericht werken (zie ook de volgende alinea). Ook deze ontwikkelingen kunnen gevolgen hebben voor afwegingen die met betrekking tot subsidiering worden gemaakt en ertoe leiden dat uw organisatie vanaf 1 januari 2020 geen of minder subsidie ontvangt.

 

In dit subsidiekader wordt aangegeven wat de voorlopige subsidieplafonds zijn voor het jaar 2020. Het is niet mogelijk hierbij al vooruit te lopen op eventuele bezuinigingen. Wij willen daarom duidelijk zijn over de status van de plafonds. Mogelijk heeft besluitvorming van de gemeenteraad nog gevolgen voor de hoogte van de plafonds. Er is niet uit te sluiten dat dit ook gevolgen heeft voor sommige subsidies. De plafonds worden dus bekend gemaakt onder voorbehoud. In uw aanvraag behoeft u overigens geen rekening te houden met de plafonds.

2.3 Verkenning gebiedsgerichte sturing sociaal domein

Het college van B&W heeft in maart 2019 besloten om te onderzoeken of het model van gebiedsgerichte sturing toepasbaar is voor onderdelen van het sociaal domein. Besloten is om te starten met delen van de Wmo.

In 2015 is een aantal taken in het sociaal domein overgedragen aan de gemeente, met als doel om deze taken efficiënter en effectiever te organiseren. Vanuit het oogpunt van zorg continuïteit zijn deze taken op dit moment veelal nog net zo georganiseerd als vóór de decentralisatie.

Inmiddels zien we in de Wmo en de jeugdhulp ontwikkelingen die druk leggen op het huidige ondersteuningsaanbod:

 

  • -

    Er is een toename van het aantal inwoners dat een beroep doet op ondersteuning;

  • -

    Er is een toename van de zwaarte van de ondersteuning.

 

Om de ondersteuning zowel kwalitatief als financieel toekomstbestendig te maken kan het nodig zijn om de ondersteuning in het sociaal domein anders te organiseren. Hoe we dat gaan aanpakken wordt dit jaar onderzocht.

Het onderzoek richt zich op het verkennen van gebiedsgericht werken en start met een aantal Wmo-voorzieningen die een logische samenhang hebben en waarvan de verwachting is dat het meerwaarde kan hebben om deze gebiedsgericht te organiseren. Het gaat om de nieuwe Wmo-taken begeleiding en dagbesteding, de gesubsidieerde algemene welzijnsvoorzieningen en een deel van de taken die nog naar de gemeente toe gaan komen op het gebied van maatschappelijke opvang en beschermd wonen. In de verkenning kijken we ook naar de ‘randen’ van de Wmo en de aansluiting met andere onderdelen van het sociaal domein, zoals jeugd en activiteiten op het gebied van armoedebestrijding.

2.4 Subsidieaanvragen en huurindexatie

Instellingen die accommodaties huren van de gemeente kunnen bij de aanvraag van de subsidie rekening houden met aanpassing van huurprijzen door inflatie. Het percentage waarmee huren stijgen wordt aangepast met de zogenaamde Consumenten Prijs Index van september. De gemeente verzoekt u in dat geval rekening te houden met een stijging van 2 procent. In de subsidiebeschikking, en later ook in de vaststelling, wordt de subsidie berekend op basis van de werkelijke stijging van de huur.

2.5 Gebundelde aanvragen

De gemeente streeft na dat aanvragen van instellingen in samenhang worden beoordeeld. Daarom vragen wij instellingen die aanvragen voor meerdere activiteiten indienen, dit in een enkele aanvraag te bundelen. Een gebundelde aanvraag van meer dan € 100.000 brengt met zich mee dat aan het eind van het subsidiejaar een controleverklaring bij uw financiële verantwoording afgegeven dient te worden door een accountant. Dit brengt kosten met zich mee. Deze kunnen in de begroting opgenomen worden en zijn dus subsidiabel.

Als blijkt dat van één instelling verscheidene subsidieaanvragen binnen komen dan zullen wij deze zo mogelijk gebundeld behandelen.

2.6 Schooljaarsubsidies

Met ingang van 2020 zijn de schooljaarsubsidies afgeschaft. De redenen voor het stoppen van deze wijze van subsidiering is het streven naar een eenduidige systematiek. De huidige begrotingscyclus is berekend op een kalenderjaar. Schooljaarsubsidies kennen een ander tijdsvlak en wijken daarmee af van het gebruikelijke proces.

Daarnaast zijn (rijks)budgetten voor de tweede helft van een schooljaar nog niet bekend op het moment dat de subsidies voor schooljaren beschikbaar worden gesteld. Om deze reden werd de subsidie voor de tweede helft van het schooljaar telkens onder voorbehoud beschikbaar gesteld. Dat voorbehoud is nu niet (meer) nodig.

3 Beleidsdoelstellingen per programma nader toegelicht

 

Het subsidiebudget wordt verdeeld op basis van een kwalitatieve integrale beoordeling en rangschikking van de subsidieaanvragen. De beoordelingscriteria en het systeem van toekennen van punten is vastgelegd in artikel 2.3. Van de Subsidieregeling 2016 gemeente Zoetermeer. Ter uitwerking van dit artikel worden hieronder o.a. aangegeven welke speerpunten worden betrokken bij de beoordeling van de subsidieaanvragen voor het jaar 2020.

De onderstaande toelichting vult de teksten uit de programmabegroting en het coalitieakkoord aan. De programmabegroting en het coalitieakkoord kunt u vinden op de gemeentelijk internetpagina.

3.1 Maatschappelijk effect: Iedereen werkt, speelt en/of doet naar vermogen mee.

Doelstellingen ‘Bijdragen aan maatwerk in spelen en leren’ en ‘Beperken uitval in het onderwijs’.

De subsidies die verstrekt worden in deze programmaonderdelen dragen bij aan het leveren van maatwerk in spelen en leren, of het beperken van de uitval in het onderwijs. Onder andere voor speel(taal)huizen, onderwijsachterstandenbeleid, Brede Schoolactiviteiten, schoolmaatschappelijk werk, woonbegeleiding voor jongeren en volwasseneneducatie zijn in voorgaande jaren subsidies verstrekt.

Subsidieaanvragen die een relatie hebben met het aanbod op scholen dienen in afstemming met het Samenwerkingsverband Passend Onderwijs, betrokken schoolbesturen en/of het mbo ingediend te worden. Een deel van het subsidiebudget is gericht op het voorkomen van onderwijsachterstanden. Deze subsidies worden uit rijksmiddelen bekostigd, waarvoor aanvullende voorwaarden gelden.

Doelen en effecten:

In deze programmaonderdelen wil de gemeente de volgende twee doelstellingen bereiken:

Maatwerk in spelen en leren

Voor ieder kind, iedere jongere of volwassene wordt gezocht naar een passende speel- of leeromgeving zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen. De subsidies onder deze doelstelling worden met name preventief ingezet. Een deel van het subsidiebudget is bestemd voor het uitvoeren van wettelijke taken waar de gemeente een Rijksbijdrage voor ontvangt. Dit subsidiebudget kan alleen besteed worden aan activiteiten die voldoen aan de wettelijke criteria. Het gaat hierbij om activiteiten voor het bestrijden van onderwijsachterstanden, het aanbieden van voor- en vroegschoolse educatie en uitvoering leerplicht en RMC.

Effecten:

  • 1.

    Gelijke en betere ontwikkelkansen voor kinderen en jongeren van nul tot 27 jaar;

  • 2.

    meer kinderen en jongeren ontwikkelen zich tot een voor hen zo hoog mogelijk niveau, zo mogelijk met een startkwalificatie;

  • 3.

    kinderen in de leeftijd van 2 tot 12 jaar met een (taal)ontwikkelingsachterstand boeken extra leerwinst zodat de achterstand verkleind wordt;

  • 4.

    het kinderopvang- en/of onderwijsaanbod en huisvesting is kwalitatief goed en wordt behouden of verhoogd;

  • 5.

    voldoende basisvaardigheden voor alle inwoners van de gemeente Zoetermeer.

Beperken uitval in het onderwijs

Voor ieder kind en iedere jongere kan (maatwerk) begeleiding ingezet worden zodat voorkomen wordt dat hij of zij uitvalt in het onderwijs.

Effecten:

  • 1.

    Gelijke en betere ontwikkelingskansen voor elk kind en elke jongere, die daarvoor de juiste ondersteuning ontvangt;

  • 2.

    de uitval in het onderwijs wordt beperkt;

  • 3.

    de doorstroom binnen het onderwijs en naar de arbeidsmarkt wordt bevorderd;

  • 4.

    ouders zijn actief betrokken bij de ontwikkeling van hun kind;

  • 5.

    de samenwerking met andere organisaties wordt geoptimaliseerd voor een integrale aanpak.

Speerpunten 2020

Bij de beoordeling van de subsidieaanvragen 2020 wordt binnen het onderdeel onderwijs belang gehecht aan de volgende activiteiten:

  • 1.

    activiteiten die gericht zijn op het bieden van gelijke ontwikkelkansen van kinderen en jongeren;

  • 2.

    activiteiten die aantoonbaar effectief zijn;

  • 3.

    activiteiten die in samenwerking met verschillende partijen aangeboden worden, die de ouderbetrokkenheid bevorderen.

Doelstelling ‘Voorzien in noodzakelijke middelen van bestaan’.

De subsidies die in dit programmaonderdeel verstrekt worden dragen eraan bij dat schulden en problemen als gevolg van armoede worden voorkomen of opgelost.

Binnen dit programmaonderdeel verstrekken we jaarlijks subsidies voor activiteiten gericht op:

  • administratieve ondersteuning van inwoners bij het op orde krijgen en houden van hun geldzaken;

  • preventie van problematische schulden door vroeg-signalering en voorlichting;

  • materiële ondersteuning gericht op minimale voedingsbehoeften en andere (noodzakelijke) basisbehoeften;

  • materiële ondersteuning gericht op kinderen uit gezinnen in armoede.

  • het ondersteunen en bijdragen aan een rustige en veilige omgeving voor een goede ontwikkeling van kinderen uit gezinnen in armoede.

Aan het verstrekken van subsidie stellen we in ieder geval als voorwaarde dat er een aantoonbare samenwerking is met relevante maatschappelijke partners en dat er gezorgd wordt voor kwaliteit en continuïteit in de dienstverlening door:

  • aantoonbare onderlinge afstemming over activiteiten zodat deze complementair zijn, zich richten op preventie en maatschappelijk rendement hebben;

  • deelname aan het breed overleg armoedebestrijding (BAOZ);

  • participatie in projecten en activiteiten op het terrein van armoede en schulden, op verzoek van de gemeente georganiseerd of uitgevoerd;

  • relevante scholing van professionals en vrijwilligers op het terrein van geldzaken;

  • als het gaat om activiteiten gericht op volwassenen is de inzet gericht op het financieel redzaam maken van cliënten.

3.2 Maatschappelijk effect: Vergroten zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie.

Doelstelling ‘Bevorderen vroegtijdige, toegankelijke, passende en effectieve jeugdhulp’.

Doelen en effecten

Binnen deze programmaonderdelen wil de gemeente het effect en de kwaliteit van het preventieve aanbod opvoed- en opgroeiondersteuning vergroten, zodat vroegtijdig, passende hulp wordt geboden aan jeugdigen en gezinnen. De ondersteuning is gericht op het snel kunnen signaleren van en het anticiperen op risico’s, zodat problemen bij het opvoeden en opgroeien snel verminderen en de instroom in (specialistische) jeugdhulp wordt voorkomen.

Bij gezinnen waar al zorg ingezet wordt, kijken organisaties of de hulpverlening afgeschaald kan worden. De leefwereld van kinderen en hun ouders staat centraal. Juist het benutten en versterken van de kracht van het gezin is het startpunt van de hulpverlening. Om deze redenen wordt de ondersteuning aangeboden op de belangrijkste vindplaatsen namelijk binnen het onderwijs, thuis, in de wijk en/of op de (sport)vereniging.

Speerpunten 2020

Aansluiten bij de thematische focus voor 2020

Om oplossingsgericht te kunnen werken, wordt van organisaties verwacht dat zij met hun preventieve ondersteuningsaanbod aansluiting vinden bij het tegengaan van de meest voorkomende risico’s. Voor 2020 ligt voor vroeg-signalering en preventie hierbij de focus op aandacht voor ouderschap, de aansluiting onderwijs-jeugdhulp en psychosociale problematiek – in het bijzonder depressie – bij jeugdigen van twaalf jaar en ouder.

De gemeente hecht belang aan de beschikbaarheid van passend en onderling afgestemd aanbod in relatie tot al deze thema’s. Dit betekent dat er in 2020 een budgettaire verschuiving kan plaatsvinden om het aanbod in de gemeente hier meer op te laten aansluiten.

Versterken eigen kracht

Van organisaties wordt verwacht dat zij gezinnen, jeugdigen en hun sociale omgeving ondersteunen bij het oplossen en beheersbaar maken van kwetsbaarheid en het versterken van de eigen mogelijkheden. De strategie hiertoe moet duidelijk terug te vinden zijn in de subsidie aanvraag. Om de eigen kracht van jongeren en gezinnen te versterken en te normaliseren wordt ingezet op de volgende onderdelen:

  • 1.

    vergroten van de toegankelijkheid tot informatie en advies;

  • 2.

    werken vanuit een rechtenbenadering (dit betekent dat we erop gericht zijn om kinderen toe te rusten om zelf voor hun rechten en belangen op te komen);

  • 3.

    versterken van jongerenparticipatie;

  • 4.

    vergroten van de inzet van ervaringsdeskundigheid.

 

Integraal werken

Integraal werken betreft niet alleen de afstemming van hulpverlening rond de jeugdigen, maar ook het gezinsgericht werken dat van professionals verwacht wordt. Uitgangspunt is om te kijken naar wat het hele gezin nodig heeft en daaropin te spelen, zodat de impact van de probleemsituatie zo gering mogelijk blijft. Hierbij is het soms nodig om andere (externe) professionals mee te laten kijken (en anders om ook). Integraal werken sluit ook aan bij het wijkgericht werken in het sociale domein. Samenwerking met collega’s op andere beleids- en uitvoeringsterreinen binnen het sociaal domein is daarbij onontbeerlijk. Dit betreft onder meer samenwerking tussen preventiepartners, jeugdhulppartners, volwassenenzorg en veiligheidspartners, maar ook verbinding tussen beleidsterreinen WMO, jeugdhulp, participatiewet, etc.

In 2020 wordt verwacht dat organisaties nog meer inzetten op het vernieuwen en afstemmen van aanbod, gericht op een doelstelling m.b.t. de bovengenoemde thema’s. Dat betekent dat van organisaties verwacht wordt dat de subsidieaanvraag de onderlinge afspraken en afstemming hierover reflecteert. Indien mogelijk vragen organisaties gezamenlijk een subsidie aan om een overkoepelende doelstelling te bereiken. De beoordeling van de subsidieaanvragen en de gesprekken hierover tussen de gemeente en de organisaties zullen vanuit dit uitgangspunt ook (deels) groepsgewijs plaatsvinden.

Effectiviteit van preventie

De aanvraag moet aannemelijk maken dat de resultaten van de geboden activiteiten bijdragen aan het vinden van oplossingen m.b.t. de thematische prioriteit(en) zoals hierboven zijn weergegeven, waar mogelijk bewezen door praktijkervaring. Organisaties dienen in hun subsidie aanvraag aan te geven welke methoden gebruikt worden om monitoring en resultaatmeting vorm te geven. Er wordt hierbij vooral belang gehecht aan erkende methoden die gerichte sturing op basis van opgedane ervaring in het preventieve veld bewerkstelligen. De gemeente Zoetermeer werkt vanuit deze uitgangspunten samen met organisaties die deze visie in partnerschap met de gemeente willen verwezenlijken.

 

Doelstellingen ‘Langer zelfstandig wonen’, ‘Bevorderen gezondheid, veiligheid en welbevinden’ en ‘Meedoen naar vermogen, ongeacht aard van de beperking’.

De subsidies die verstrekt worden in dit programma dragen bij aan langer zelfstandig wonen, aan het bevorderen van gezondheid, veiligheid en welbevinden, en het naar vermogen meedoen aan het dagelijks leven. Wij verstrekken in 2020 onder andere subsidie voor maatschappelijke dienstverlening, mantelzorgondersteuning, cliëntondersteuning, vrijwilligersondersteuning, participatie en integratie bijzondere groepen, opvang verwarde personen, zorg en ondersteuning aan mensen met een psychische kwetsbaarheid, psychosociale dienstverlening, wijk – en buurtactiviteiten in wijkgebouwen, welzijnsactiviteiten en ondersteuning voor het verkleinen van gezondheidsverschillen.

Sterke sociale basis

De gemeente streeft naar een inclusieve samenleving waar iedereen tot zijn recht komt, ongeacht leeftijd, achtergrond of beperking. Iedereen doet mee, we helpen elkaar en doen dat in iedere wijk. Een stevige sociale basis zorgt ervoor dat mensen meedoen, het naar hun zin hebben en omkijken naar anderen. De sociale basis bestaat uit drie onderling nauw verbonden pijlers: 1) de inwoner zelf, 2) de eigen netwerken en 3) de meer formele, maar ook informele georganiseerde algemene basisvoorzieningen. Samendragen deze bij aan een inclusieve, betrokken en vitale samenleving. Dit heeft een belangrijke preventieve functie en verkleint de behoefte aan zwaardere (zorg)voorzieningen.

Er is extra aandacht voor bewoners die (tijdelijk) kwetsbaar zijn. Dat mensen met psychische, fysieke of verstandelijke beperkingen (structurele) ondersteuning nodig hebben is logisch. Maar dat geldt ook voor mensen die tot op hoge leeftijd zelfstandig thuis blijven wonen, mensen die moeite hebben met sociale contacten, eenzaam zijn, of nog maar net in Nederland zijn, mensen die (langdurig) mantelzorg bieden, en/of dagelijks kampen met (geld)stress. Ook geldt dit voor alle kinderen die in dergelijke omstandigheden opgroeien.

De gemeente wil de zelfredzaamheid van haar inwoners bevorderen door hun sociale basis te versterken. Dit doet zij door hulp en ondersteuning te bieden aan inwoners op alle levensterreinen. De gemeente focust zich op ouderen met een beperking en een mindere mate van zelfredzaamheid, en inwoners met een psychische kwetsbaarheid. Tegelijkertijd heeft de gemeente ook oog voor inwoners die nu (nog) voldoende zelfredzaam zijn, maar wel een risico lopen op verminderde zelfredzaamheid. Speciale nadruk krijgt eenzaamheidsbestrijding.

Ook een goede gezondheid, veiligheid en welbevinden zijn belangrijk voor iedereen. De gemeente beschouwt gezondheid op een positieve manier: ‘gezondheid als het vermogen om je aan te passen en je eigen regie te (blijven) voeren, in het licht van de sociale, fysieke en emotionele uitdagingen van het leven’.

Speerpunten 2020

Preventief gezondheidsbeleid

Speerpunten zijn: vitaal ouder worden, gelijke kansen op gezond leven, lekker in je vel en samenwerken aan (positieve) gezondheid.

  • a.

    De gemeente Zoetermeer zal sterk gaan vergrijzen, daarom vinden we het belangrijk dat inwoners vitaal ouder worden.

  • b.

    Voor sommige inwoners is een gezonde leefstijl een moeilijke keuze. We denken hierbij aan inwoners met een lage(re) sociaaleconomische status (SES), inwoners die laaggeletterd zijn of statushouders. Zij leven gemiddeld minder lang en in minder goede gezondheid dan inwoners met een hoge(re) SES. De gemeente vindt het belangrijk om die gezondheidsverschillen te verkleinen.

  • c.

    Voor veel inwoners geldt dat hun psychosociale gezondheid te wensen overlaat: ruim één derde heeft een verhoogd risico op een angststoornis/depressie. Daarnaast ervaren veel inwoners eenzaamheid of een gevoel van stress. Belangrijke thema’s binnen deze prioriteit vormen depressiepreventie, stressreductie en de aanpak van pestgedrag (bijvoorbeeld via sociale media). Doel is om de vaardigheden van inwoners te vergroten zodat ze met deze uitdagingen om kunnen (leren) gaan.

  • d.

    Gezondheid is meer dan alleen maar gezond eten en bewegen. Gezondheid heeft ook te maken met sociale contacten, psychisch welbevinden een gezonde levensstijl, met de leefomgeving, zowel binnen- als buitenshuis en met andere leefgebieden zoals jeugd, onderwijs, sport en werk. Een gezonde leefstijl raakt aan al deze gebieden en vindt de gemeente van belang voor haar inwoners.

 

Vrijwilligersondersteuning

Verenigingen en vrijwilligers spelen een belangrijk rol in het goed laten functioneren van de samenleving en de gemeente wil hun activiteiten daarom zoveel mogelijk faciliteren. In 2020 gaat de gemeente het ondersteuningsaanbod vernieuwen. Netwerkvorming tussen verenigingen en vrijwilligers, om de onderlinge samenwerking en daadkracht te versterken, zal in deze nieuwe aanpak een belangrijk uitgangspunt zijn.

Vanaf 2020 wordt een Verenigingenfonds opgericht voor ondersteuning van vrijwilligers.

Verenigingen die werken met vrijwilligers kunnen onder bepaalde voorwaarden een aanvraag indienen voor ondersteuning voor hun vrijwilligers (bijvoorbeeld voor coördinatie van vrijwilligers of opleiding). Het gaat om ondersteuning waarvoor verenigingen niet al gefinancierd worden door de gemeente of een fonds. Nadere informatie zal te zijner tijd worden gepubliceerd op de gemeentelijke website.

Sociale cohesie en wijkactivering

Ontmoetingen en activiteiten door en voor de buurt dragen bij aan een sterke(re) sociale basis in de wijken en buurten van de gemeente. Om de sociale cohesie in de wijken en buurten te bevorderen en eenzaamheid te voorkomen door sociale contacten in de wijk en buurt aan te gaan, zijn de volgende speerpunten van belang bij de subsidiebeoordeling 2020:

  • 1.

    Buurtbewoners ondersteunen en faciliteren bij het creëren van gezamenlijke ontmoetingen en activiteiten, waarbij de goede ideeën en initiatieven vanuit de buurt centraal staan.

  • 2.

    Samenwerking met in de wijk aanwezige organisaties, zoals de wijk- en buurtverenigingen.

  • 3.

    Buurtbewoners kortdurend ondersteunen en begeleiden bij het oplossen van knelpunten in het samenleven in hun straat of buurt.

  • 4.

    Ondersteunen van (groepen) inwoners die voor de buurt activiteiten willen opzetten of gebruik willen maken van de mogelijkheden in de wijk/stad.

  • 5.

    Stimuleren van netwerkvorming met andere (welzijns- en zorg)organisaties in de wijken.

  • 6.

    Verbinding leggen tussen vitale wijkbewoners en mensen met achterstanden of een beperking.

  • 7.

    Stimuleren van contacten tussen jonge en oude(re) wijkbewoners.

  • 8.

    Stimuleren van samenwerking tussen vrijwilligersorganisaties en professionele organisaties in de wijk.

  • 9.

    Waar mogelijk zorgen voor verbinding tussen welzijn en zorg.

 

Effecten

 

In deze programmaonderdelen wil de gemeente de volgende effecten bereiken:

  • (kwetsbare) inwoners zijn weer zelfredzamer geworden;

  • (kwetsbare) inwoners hebben weer regie op hun eigen leven;

  • (kwetsbare) inwoners hebben hun netwerk versterkt;

  • (kwetsbare) inwoners zijn ondersteund bij het vinden/organiseren/zelf uitvoeren van activiteiten om hun welzijn te bevorderen;

  • eenzame inwoners voelen zich minder eenzaam;

  • meer inwoners maken gebruik van informele hulp of lichte ondersteuning in plaats van formele zorg;

  • de betrokkenheid, leefbaarheid en samenhang binnen de buurt of wijk zijn versterkt;

  • mantelzorgers en zorgvrijwilligers voelen zich ondersteund, zodat zij zich optimaal kunnen richten op het bieden van informele zorg;

  • mantelzorgers voelen zich gewaardeerd door de gemeente voor hun verleende zorg;

  • de hulpvraag van (kwetsbare) inwoners is verhelderd en de inwoner is naar passende hulp geleid;

  • vrijwilligers(organisaties) die bijdragen aan de doelen van dit programma zijn /voelen zich ondersteund / gefaciliteerd;

  • meer inwoners ervaren een goede gezondheid.

3.3 Maatschappelijk effect: Stimuleren vrije tijdsklimaat.

Subsidies binnen dit programma dienen bij te dragen aan het stimuleren van het vrije-tijdsklimaat op het gebied van cultuur, sport, groen en spelen en evenementen. Doel van de subsidies om initiatieven op het gebied van cultuur, sport, groen en spelen en evenementen, die het actieve karakter van het vrije-tijdsklimaat bevorderen te versterken. Daarnaast wil de gemeente de verenigingen die in deze sector veelal door vrijwilligers gestuurd worden ondersteunen in deze belangrijke taak.

Doelstelling ‘Bevorderen laagdrempelig toegankelijke cultuur-, sport-, groen en speelvoorzieningen’.

Binnen dit programma worden laagdrempelige voorzieningen - waaronder de negen culturele basisinstellingen – ondersteund. Deze voorzieningen moeten eraan bijdragen dat inwoners zich kunnen ontwikkelen, veel kunnen beleven en elkaar kunnen ontmoeten.

Cultuur

Negen culturele voorzieningen worden gezien als basisvoorzieningen op grond van de volgende criteria:

  • het zijn stedelijke voorzieningen, waarbij binnen de kerntaken geen overlap is met andere aanbieders;

  • het aanbod is divers en gericht op de behoeften van verschillende doelgroepen;

  • het aanbod vindt het hele jaar door plaats en heeft niet als enig doel het organiseren van uitvoeringen of evenementen.

De negen culturele basisvoorzieningen zijn:

  • Bibliotheek Zoetermeer

  • CKC

  • Cultuurpodium Boerderij

  • Historisch genootschap Oud Zoetermeer

  • Filmhuis Cameo

  • Museum de Voorde

  • Stadstheater Zoetermeer

  • Terra Art Projects (vanaf 2020 Franx)

  • Zoetermeer FM

 

Doelen en effecten

  • Voorzien in een breed en toegankelijk cultuuraanbod, passend bij een stad van de orde van Zoetermeer;

  • een stevige en gezonde culturele basis, die bovendien laagdrempelig toegankelijk is;

  • middels de subsidiestructuur de basisvoorzieningen faciliteren en de programmering en het aanbod zowel in de breedte als in de diepte mogelijk maken.

Sport

Als sportieve stad streeft de gemeente naar een aantrekkelijk en toegankelijk sportaanbod, waardoor zoveel mogelijk Zoetermeerders plezier beleven aan sport en bewegen. Voor de meeste inwoners zijn deze voorzieningen toereikend en is het aanbod genoeg. Echter niet voor alle Zoetermeerders is sporten een vanzelfsprekendheid, bijvoorbeeld omdat er sprake is van een lichamelijke of geestelijke beperking, chronische ziekte of sociale achtergrond. De gemeente wil zoveel mogelijk inwoners aan het sporten krijgen en daar mogen beperkingen geen belemmeringen zijn.

Daarnaast streeft de gemeente naar het optimaal benutten van de maatschappelijke waarde van sport. Sport biedt veel kansen om doelen te realiseren binnen het sociaal domein en leefbaarheid.

Voor initiatieven waar (eenmalig) extra middelen voor nodig zijn om te zorgen dat sporten toegankelijk wordt voor Zoetermeerders die nu vaak langs de kant staan, kunnen sportaanbieders een subsidie aanvragen. Hierbij wordt samenwerking met maatschappelijke organisaties gewaardeerd. Hiervoor is een aparte subsidieregeling opgesteld, te weten ‘Sport als supporter van Zoetermeer’. Bijzonder aan deze regeling is dat deze uitgaat van vooraf geformuleerde ‘voorzetten’ die sportaanbieders samen met maatschappelijke partners kunnen ‘inkoppen’. Een ‘voorzet’ is een opdracht die bijdraagt aan het realiseren van een maatschappelijke doelstelling. De aanvrager die het beste idee heeft om de voorzet ‘in te koppen’, ontvangt het subsidiebedrag (maximaal € 5.000) om het idee daadwerkelijk uit te voeren. Net als in 2018 en 2019 zal deze regeling ook in 2020 van kracht zijn. De voorzetten worden nog bekend gemaakt. Alle sportaanbieders die ingeschreven staan in het sportloket van de gemeente, zullen een mail ontvangen als de voorzetten voor 2020 bekend worden gemaakt.

Doelen en effecten

  • Verhoging sportdeelname binnen de doelgroepen jeugd, ouderen, mensen met een beperking en mensen in een achterstandssituatie;

  • realisatie van vernieuwende concepten om sportdeelname van jeugd, ouderen, mensen met een beperking en/of mensen in een achterstandssituatie te stimuleren;

  • het versterken van de maatschappelijke inzet van de sportaanbieders;

  • het versterken van de verbinding en samenwerking tussen sport en maatschappelijke organisaties.

 

Doelstelling ‘Bevorderen levendige stad’.

Binnen dit programma worden met name initiatieven ondersteund die bijdragen aan de citymarkting thema’s: actieve leefstijl en (buiten)sport. Daaronder vallen ook evenementen met aandacht voor vernieuwing. Het Brandfilter met de kernwaarden ‘Maakbaar, Actief en Speels’ is daarbij een belangrijke richtlijn.

Daarnaast valt de ondersteuning van het Zoetermeerse verenigingsleven, veelal gedragen door vrijwilligers onder dit programma.

Cultuur

Zoetermeerse amateurverenigingen en andere culturele initiatieven op het gebied van cultuur kunnen terecht bij het Cultuurfonds Zoetermeer, dat een zelfstandige rol heeft in het beoordelen en toekennen van deze subsidies.

Meer informatie over het Cultuurfonds en de subsidievoorwaarden vindt u op: https://cultuurfondszoetermeer.nl/

Doelstellingen en effecten

  • Het bevorderen van de levendigheid van de stad middels evenementen en andere activiteiten die hieraan bijdragen;

  • het steunen van evenementen en andere activiteiten die bijdragen aan de citymarketing van de stad;

  • het steunen van culturele activiteiten van Zoetermeerse amateurverenigingen;

  • het creëren van ontplooiingsmogelijkheden voor de inwoners via mogelijkheden tot vrijwilligerswerk;

  • het ondersteunen van vernieuwende initiatieven op het gebied van cultuur en evenementen.

  • Het ondersteunen van vernieuwende initiatieven op het gebied van cultuur en evenementen

Sport

Zoetermeerse sportaanbieders kunnen een subsidie aanvragen als bijdrage voor een topsportevenement. Evenementen die in aanmerking komen voor een bijdrage, zijn de evenementen die bijdragen aan een consistente profilering van Zoetermeer op het gebied van (winter)sport & Leisure. Denk aan Nederlandse Kampioenschappen namens een officiële sportbond of internationale toernooien.

Doelen en effecten

  • Zoetermeer staat lokaal, regionaal en waar mogelijk nationaal bekend als sportstad;

  • Zoetermeerders worden door evenementen geïnspireerd en gestimuleerd door evenementen om te gaan sporten.  

4 De subsidieplafonds

 

Het Subsidiekader valt binnen de kaders van de meerjarenbegroting. Om te sturen op de inzet van middelen en voor de transparantie wordt gewerkt met subsidieplafonds. Het bedrag aan te verlenen subsidies kan per programma niet hoger zijn dan het plafond dat voor dat programma is vastgesteld.

De vaststelling van de plafonds vind bij de vaststelling van het subsidiekader plaats. Dat is ruim voordat de gemeenteraad de meerjarenbegroting vaststelt. Daarom maken burgemeester en wethouders op basis van artikel 3 een begrotingsvoorbehoud: als de behandeling van de meerjarenbegroting daartoe aanleiding geeft, dan mogen burgemeester en wethouders de plafonds aanpassen.

De plafonds worden als volgt vastgesteld:

 

Programma 1:

Onderwijs, economie en arbeidsparticipatie

€ 7.836.896

Programma 2:

Samenleven en ondersteunen

€ 14.985.344

Programma 4:

Vrije tijd

€ 11.193.014

 

Eindtotaal

€ 34.015.254

 

Dit besluit treedt in werking op 1 juni 2019.