Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Boxmeer

Regeling rechtspositie burgemeester en wethouders Boxmeer 2019.

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieBoxmeer
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingRegeling rechtspositie burgemeester en wethouders Boxmeer 2019.
CiteertitelRegeling rechtspositie burgemeester en wethouders Boxmeer 2019
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpRegeling rechtspositie Burgemeester en Wethouders

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

N.v.t.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201901-01-2019Vervanging

14-05-2019

gmb-2019-125087

Z/18/680626 – D/19/775005

Tekst van de regeling

Intitulé

Regeling rechtspositie burgemeester en wethouders Boxmeer 2019.

 

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Boxmeer,

gelezen het voorstel van 14 mei 2019 Z/18/680626 – D/19/770306;

gelet op de artikelen 44 en 66 van de Gemeentewet en de artikelen3.3.2, 3.3.3, tweede lid en 3.3.8 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers en artikel 3.8 van de Rechtspositieregeling decentrale politieke ambtsdragers;

besluit vast te stellen de volgende regeling: Regeling rechtspositie burgemeester en wethouders Regeling rechtspositie burgemeester en wethouders Boxmeer 2019.

 

Artikel 1. Definitiebepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

a . college : college van burgemeester en wethouders.

b . burgemeester : voorzitter van het college van burgemeester en wethouders.

c . secretaris : de secretaris bedoeld in artikel 107 van de Gemeentewet.

b . wethouder : lid van het college van burgemeester en wethouders.

 

Artikel 2. Nadere regels niet-partijpolitiek georiënteerde scholing burgemeester en wethouders

1. De burgemeester of de wethouder die willen deelnemen aan niet-partijpolitiek georiënteerde scholing bedoeld in artikel 3.3.3 Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers in verband met de vervulling van hun functie dienen daartoe vooraf een gemotiveerde aanvraag in bij de secretaris.

2. Deze aanvraag gaat vergezeld van stukken met inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie.

3. Het college beslist op de aanvraag op basis van de overlegde stukken.

Artikel 3. Informatie- en communicatievoorzieningen

1. De burgemeester of de wethouder tekent een bruikleenovereenkomst wanneer hem ten laste van de gemeente voor de duur van de uitoefening van zijn functie informatie- en communicatievoorzieningen ter beschikking worden gesteld als bedoeld in artikel 3.3.2 Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers. Het college stelt het model van de bruikleenovereenkomst vast.

2. De burgemeester of de wethouder levert na beëindiging van zijn functie de ter beschikking gestelde informatie- en communicatievoorzieningen in bij de gemeente.

Artikel 4. Aanwijzing als eindheffingsbestanddeel

1 . Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in artikel 3.3.8 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.

2 . Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden verder aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in deze regeling, voor zover deze worden gerekend tot een vergoeding, tegemoetkoming of verstrekking als bedoeld in artikel 31a, tweede lid, onderdelen a tot en met h, van de Wet op de Loonbelasting 1964.

Artikel 5. Betaling en declaratie van onkosten

1 . Tenzij het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers of de Rechtspositieregeling decentrale politieke ambtsdragers anders bepalen, vindt de betaling van kosten die op grond van deze regeling voor vergoeding of tegemoetkoming in aanmerking komen plaats door:

  • a.

    betaling uit gemeentelijke middelen, op basis van een rechtstreeks aan de gemeente toegezonden factuur,

  • b.

    betaling vooruit uit eigen middelen of

  • c.

    betaling ten laste van de gemeentelijke creditcard.

2 . Een aanvraag om een vergoeding van de onkosten als bedoeld in dit artikel gaat vergezeld van een declaratieformulier en bewijsstukken.

3 . Het declaratieformulier en de bewijsstukken worden binnen 2 maanden na factuurdatum of betaling door de burgemeester of wethouder ingediend bij de secretaris.

4 . Voor zover van toepassing draagt de gemeente er zorg voor dat de betaling aan burgemeester of wethouders, afhankelijk van wijze waarop de declaratie is ingediend, binnen 1 maand na het indienen van de aanvraag wordt overgemaakt of bij de eerstvolgende salarisbetaling.

Artikel 6. Intrekking oude verordening

De Verordening rechtspositie wethouders Boxmeer 2014 wordt ingetrokken.

Artikel 7. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van [de dag na de datum van publicatie van het Gemeenteblad waarin deze regeling wordt geplaatst en werkt terug tot en met] 1 januari 2019.

Artikel 8. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling rechtspositie burgemeester en wethouders Boxmeer 2019.

 

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Boxmeer,14 mei 2019,

De burgemeester,

De secretaris,