Organisatie | Dalfsen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | beleidsregels leerlingenvervoer 2019 |
Citeertitel | Beleidsregels leerlingenvervoer 2019 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | onderwijs |
Eigen onderwerp |
Geen
N.v.t.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
23-05-2019 | 01-08-2020 | Nieuwe regeling | 14-05-2019 | Z/19/600995 |
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Dalfsen;
gelezen het voorstel van de eenheid Maatschappelijke Ondersteuning d.d. 24 april 2019, nummer Z/19/600995;
overwegende dat voor de uitvoering van het leerlingenvervoer beleidsregels zijn vastgesteld;
gelet op de Verordening leerlingenvervoer gemeente Dalfsen 2014;
gelet op noodzakelijke aanpassingen in verband met het toevoegen vaneen beoordelingshandleiding en het toekennen van vergoedingen ;
vast te stellen “beleidsregels leerlingenvervoer 2019” en in te trekken “beleidsregels leerlingenvervoer 2018”
beleidsregels leerlingenvervoer 2019
1 Dichtstbijzijnde toegankelijke school
Voor de toekenning van een vergoeding wordt uitgegaan van de kosten van het vervoer naar de dichtstbijzijnde voor de leerling toegankelijke school.
Om voor een vergoeding in aanmerking te komen gelden er afstandscriteria:
Voor het meten van de afstand wordt gebruik gemaakt van google maps (www.google.nl/maps). Bij vervoermiddel wordt gekozen voor de kortste afstand per fiets.
Op grond van de verordening leerlingenvervoer kennen wij de volgende onderwijssoorten:
Bij de beoordeling van de aanvraag wordt aan de hand van onderstaand overzicht bepaald welk soort vervoer/vergoeding wordt toegekend:
2.1 Eigen vervoer per fiets of openbaar vervoer
Uitgangspunt is eigen vervoer per fiets of openbaar vervoer.
2.1.a. eigen vervoer per fiets
Getoetst wordt of de leerling in staat is om zelfstandig of onder begeleiding met de fiets de school te bezoeken:
Bij de beoordeling wordt in overweging genomen: de handicap van de leerling, de veiligheid van de route en de afstand. Indien nodig kan een medisch advies betrokken worden bij de beoordeling.
Getoetst wordt of de leerling in staat is om zelfstandig of onder begeleiding met het openbaar vervoer te reizen. Bij de beoordeling wordt in overweging genomen: de handicap van de leerling, de veiligheid van de route en de afstand. Indien nodig kan een medisch advies betrokken worden bij de beoordeling.
Ouders/verzorgers komen in aanmerking voor een vergoeding van kosten van aangepast vervoer, indien:
Ad 4. Ouders/verzorgers moeten in dit geval recente medische informatie (niet ouder dan twee jaar), diagnose(s) en verklaring(en) van een specialist/behandelend arts (niet de huisarts) en/of orthopedagoog/psycholoog/psychiater toe te voegen ter onderbouwing.
Daarnaast is het mogelijk, dat ouders/verzorgers in aanmerking komen voor een vergoeding als zij hun kind(eren) zelf wensen te vervoeren.
Bij vergoeding kosten vervoer wordt uitgegaan van 200 dagen per schooljaar.
Er wordt van ouders/verzorgers een drempelbedrag verlangd wanneer hun belastbaar verzamelinkomen over het peiljaar meer bedraagt dan de, door de VNG jaarlijks geïndexeerde, inkomensgrens. Voor het schooljaar 2019-2020 bedraagt de inkomensgrens € 26.550,00 (peiljaar 2017).
De bijdrage is van toepassing bij bezoek aan een school voor basisonderwijs of een school voor speciaal basisonderwijs per leerling en is gebaseerd op de kosten van het openbaar vervoer. Vanaf schooljaar 2018-2019 geldt voor de kosten van het openbaar vervoer het gereduceerd tarief dat geldt voor personen van 4 t/m 11 jaar voor het reizen per ov-chipkaart twee keer per dag per bus gedurende 200 schooldagen over de drempelafstand van 6 kilometer. Voor het schooljaar 2019-2020 betekent dit een bedrag van € 527,50.
Voor het basisonderwijs en speciaal basisonderwijs geldt het drempelbedrag voor maximaal één kind per gezin. De genoemde drempelbedragen zijn op jaarbasis.
Indien ouders/verzorgers aangeven dat hun belastbaar gezinsinkomen in het peiljaar hoger ligt dan de inkomensgrens zijn zij niet verplicht een kopie van het definitieve aanslagbiljet inkomstenbelasting of een inkomensverklaring (voorheen IB 60 verklaring) aan ons over te leggen.
Indien ouders/verzorgers aangeven dat hun belastbaar gezinsinkomen in het peiljaar lager ligt dan de inkomensgrens zijn zij verplicht een kopie van één van bovengenoemde documenten aan ons over te leggen.
4 Aanvullende draagkrachtafhankelijke bijdrage
Indien de te bezoeken school op meer dan 20 kilometer van de woning ligt en het belastbaar gezinsinkomen van de ouders/verzorgers over het peiljaar meer bedraagt dan de inkomensgrens, moeten zij een aanvullende draagkrachtafhankelijke bijdrage betalen. Als die situatie zich voordoet, wordt het belastbaar gezinsinkomen opgevraagd.
5 Afwijken van bepalingen en gevallen waarin de regeling niet voorziet
In het leerlingenvervoer zal zich een aantal concrete gevallen voordoen, waarin de verordening niet voorziet. Te denken valt onder andere aan:
Indien het gaat om individuele aanvragen worden deze op de gebruikelijke wijze afgehandeld.
In de hardheidsclausule is bepaald dat het college in bijzondere gevallen voor het vervoer naar het onderwijs ten gunste van de ouders kan afwijken van de bepalingen in de verordening. Voorbeelden hiervan zijn als:
sprake is van een voor het kind onaanvaardbare onderwijsinhoudelijke dan wel onhoudbare praktische situatie op de dichtstbij gelegen toegankelijke school. Indien daarvan sprake is - de bewijslast daarvan ligt bij de ouders - kan bekostiging volgen van de kosten van vervoer naar een verder gelegen toegankelijke school;