Organisatie | Amsterdam |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam houdende regels omtrent het binnenwater (Regeling op het binnenwater 2019) |
Citeertitel | Regeling op het binnenwater 2019 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | milieu |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Regeling Passagiersvaart Amsterdam 2013.
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
23-05-2019 | 24-12-2019 | nieuwe regeling | 26-03-2019 |
Hoofdstuk 3 Algemene regels voor vergunningen
Paragraaf 2 Wijziging van een exploitatievergunning voor vervoer van personen
Artikel 3.2.1 Wijziging van een vergunning op aanvraag
De gevallen, bedoeld in artikel 2.2.6, tweede lid, van de verordening waarin een vergunning op aanvraag wordt gewijzigd zijn:
permanente vervanging van het vaartuig: indien het vervangende vaartuig tot hetzelfde segment behoort en kleiner is dan of even groot is als het oorspronkelijk vergunde vaartuig en voldoet aan alle overige (milieu)eisen en aan de specifieke vergunningsvoorschriften die voor het oorspronkelijk vergunde vaartuig van toepassing zijn;
verbouwing van het vaartuig: indien het vaartuig na verbouwing tot hetzelfde segment behoort als het oorspronkelijk vergunde vaartuig, en even groot blijft als of kleiner dan het oorspronkelijk vergunde vaartuig en ook voldoet aan alle eisen die op grond van deze regeling en de specifieke vergunningsvoorschriften voor het oorspronkelijk vergunde vaartuig van toepassing zijn;
Voor de werking van het eerste lid, onderdelen b tot en met d, worden de volgende segmenten onderscheiden:
Bemand groot: bemand passagiersvaartuig langer dan 14m en/of breder dan 3,75m en korter dan of gelijk aan 20m en/of smaller dan of gelijk aan 4,25m, en voorzien van een overkapping die ten minste 55% van het oppervlak van het vaartuig beslaat en die nagelvast is aangebracht;
Bemand gesloten: bemand passagiersvaartuig korter dan of gelijk aan 14m en smaller dan of gelijk aan 3,75m, en voorzien van een overkapping die ten minste 55% van het oppervlak van het vaartuig beslaat en die nagelvast is aangebracht;
Bemand open: bemand passagiersvaartuig korter dan of gelijk aan 10m en smaller of gelijk aan3,15m, zonder (vaste) overkapping;
Onbemand: onbemande passagiersvaartuig korter dan of gelijk aan 5,50m en smaller dan of gelijk aan 2m;
Waterfiets: waterfiets korter dan of gelijk aan 3,85m en smaller dan of gelijk aan 1,55m.
Per 1 juni 2019 is de Verordening op het binnenwater 2010 gewijzigd. Deze wijzigingen zijn onderdeel van het gemeentelijke beleid dat is gericht op het tegengaan van drukte en overlast op en aan het water. Een deel van de wijzigingen in de Verordening op het binnenwater 2010 aangebrachte wijzigingen biedt een basis om maatregelen die zijn aangekondigd in de Nota Varen deel 1 uit te voeren. De overige maatregelen maken deel uit van een modernisering van de verordening. Met deze regeling worden een van de in de Nota Varen deel 1 aangekondigde maatregelen vastgelegd. Het betreft een verbod om te varen met meer dan 13. Deze maatregel wordt in paragraaf 2 separaat toegelicht.
Deze regeling is een kaderregeling. Wanneer de overige regels, die voornamelijk zien op vergunningverlening, worden vastgesteld krijgen deze een plek in deze regeling. Daarom zijn hoofdstuk 2, paragraaf 2 van hoofdstuk 3 en hoofdstuk 4 gereserveerd voor deze inhoud.
Op dit moment geldt de Regeling uitgifteronde 2022 voor exploitatievergunningen passagiersvaart. Die regeling bepaalt dat vergunningen slechts worden uitgegeven indien daarvoor een aanvraag is ingediend in maart 2020. Regels voor het toetsen van aanvragen en het verdelen van vergunningen worden op een later moment aan deze regeling toegevoegd. In de tussenliggende periode moeten echter wel worden bepaald in welke gevallen reeds verleende vergunningen kunnen worden gewijzigd. Deze regels waren tot inwerkingtreding van deze regeling opgenomen in de Regeling passagiersvaart Amsterdam 2013. Er is voor gekozen de inhoud van deze regels over te nemen uit die regeling zoals die luidde tot daarin wijzigingen werden aangebracht ter uitvoering van de uitgifteronde in 2016. In deze artikelen is verduidelijkt wat wordt verstaan onder een overkapping, omdat daarover in de praktijk onduidelijkheid bleek te bestaan.
Eén van de in de Nota Varen deel 1 opgenomen maatregelen is een verbod op het varen met meer dan 13 personen aan boord, met een uitzondering voor houders van een exploitatievergunning voor het vervoeren van personen. Het gewijzigde artikel 2.1.1 van de Verordening op het binnenwater 2010 vormt de juridische basis voor deze maatregel. Dat artikel bepaalt dat het verboden is te varen met “een vaartuig of object waarop meer dan een door het college vastgesteld of omschreven aantal personen aanwezig is”. Het maximaal toegestane aantal aanwezige personen wordt door het college vastgesteld, evenals eventuele beperkingen van het gebied waar de maatregel geldt. Het verbod is in beginsel alléén van toepassing is op de binnenwateren en niet in het havengebied. Verder heeft het college op grond van het tweede lid van artikel 2.1.1 (nieuw) de bevoegdheid om de reikwijdte van het verbod te beperken.
Met deze regeling wordt bepaald dat het maximale aantal 13 personen is. Met dit aantal is aansluiting gezocht bij het Binnenvaartbesluit en de Binnenvaartregeling, waarin ook een onderscheid wordt gemaakt tussen vaartuigen bestemd of gebruikt voor vervoer van meer dan 12 personen. Omdat uit die rijksregelingen bijvoorbeeld verplichtingen voortvloeien met betrekking tot het verplichte vaarbewijs, wordt in deze wijziging omwille van de duidelijkheid voor gebruikers hetzelfde aantal gehanteerd. In tegenstelling tot deze rijksregelingen wordt met deze regeling geen onderscheid gemaakt tussen bemanning en passagiers. Omdat de commerciële vaart is uitgezonderd van het verbod raakt deze regel voornamelijk de pleziervaart. Met deze kleinere vaartuigen is het onderscheid tussen passagiers en bemanning meestal niet te maken. Uitgaande van het feit dat het besturen van deze vaartuigen meestal zal plaatsvinden door één persoon is ervoor gekozen in deze regel een maximum van 13 te hanteren om feitelijk hetzelfde resultaat te borgen als in de genoemde rijksregelingen.
Na inwerkingtreding van deze regeling kunnen handhavers volstaan met het tellen van het aantal personen dat zich op een vaartuig bevindt. Voor het constateren van een overtreding is dan niet van belang of de vaarbeweging tegen betaling plaatsvindt. Daardoor wordt het veel eenvoudiger om handhavend op te treden tegen degenen die thans illegaal, dus zonder vergunning, passagiersvervoer of vaartochten aanbieden.
Burgemeester en wethouders voornoemd,
Femke Halsema,
burgemeester
Peter Teesink,
gemeentesecretaris