Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Albrandswaard

VERORDENING RECHTSPOSITIE RAADS- EN COMMISSIELEDEN ALBRANDSWAARD 2019

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieAlbrandswaard
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVERORDENING RECHTSPOSITIE RAADS- EN COMMISSIELEDEN ALBRANDSWAARD 2019
CiteertitelVERORDENING RECHTSPOSITIE RAADS- EN COMMISSIELEDEN ALBRANDSWAARD 2019
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpVerordening rechtspositie raads- en commissieleden Albrandswaard

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Intrekking met terugwerkende kracht per 1 januari 2019 van de Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2016 Albrandswaard

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 95, eerste lid, van de Gemeentewet
  2. artikel 95, tweede lid, van de Gemeentewet
  3. artikel 96, eerste lid, van de Gemeentewet
  4. artikel 96, tweede lid, van de Gemeentewet
  5. artikel 97 van de Gemeentewet
  6. artikel 98 van de Gemeentewet
  7. artikel 99 van de Gemeentewet
  8. artikel 3.1.3, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers
  9. artikel 3.1.4, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers
  10. artikel 3.3.2 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers
  11. artikel 3.3.3, tweede lid, van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers
  12. artikel 3.4.1, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers
  13. artikel 3.3.8 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

21-05-201901-01-2019Nieuwe regeling

06-05-2019

gmb-2019-122752

58431

Tekst van de regeling

Intitulé

VERORDENING RECHTSPOSITIE RAADS- EN COMMISSIELEDEN ALBRANDSWAARD 2019

De raad van de gemeente Albrandswaard,

 

gezien het voorstel van het presidium van 25 maart 2019;

 

overwegende dat een verordening, waarin bepalingen zijn opgenomen inzake de rechtspositie van raadsleden en leden van de gemeentelijke commissies, noodzakelijk is;

 

gelet op de artikelen 95 eerste en tweede lid, 96 eerste en tweede lid, en 97, 98, 99 van de Gemeentewet en de artikelen 3.1.3, eerste lid, 3.1.4, eerste lid, 3.3.2, 3.3.3, tweede lid, 3.4.1, eerste lid, en 3.3.8 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers;

BESLUIT:

vast te stellen de

 

VERORDENING RECHTSPOSITIE RAADS- EN COMMISSIELEDEN ALBRANDSWAARD 2019

Artikel 1. Definitiebepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    agendacommissie: als bedoeld in artikel 3.1 van de Organisatieregeling Albrandswaard 2018.

  • b.

    commissielid: benoemd burgerlid, bedoeld in artikel 3.3 van de Organisatieregeling Albrandswaard 2018, of lid van een commissie als bedoeld in de artikelen 82, 83 en 84 van de Gemeentewet, dat niet tevens raadslid is of ambtenaar die als zodanig tot lid van een commissie is benoemd.

  • c.

    griffier: de griffier, als bedoeld in artikel 107 van de Gemeentewet.

  • d.

    raadslid: lid van de gemeenteraad.

Artikel 2. Vergoeding voor de werkzaamheden van raads- en commissieleden

  • 1.

    De raadsleden ontvangen vergoedingen zoals opgenomen in het Rechtspositiebesluit en de Rechtspositieregeling decentrale politieke ambtsdragers voor raadsleden.

  • 2.

    De commissieleden ontvangen vergoedingen zoals opgenomen in het Rechtspositiebesluit en de Rechtspositieregeling decentrale politieke ambtsdragers voor commissieleden.

Artikel 3. Toelage lid onderzoekcommissie en bijzondere commissie van raadsleden

  • 1.

    Een raadslid dat lid is van een onderzoekscommissie als bedoeld in artikel 155a, derde lid, van de Gemeentewet wordt voor de duur van de activiteiten van die commissie ten laste van de gemeente een toelage per maand toegekend van 1/4e deel van de maandelijkse vergoeding voor de werkzaamheden, bedoeld in artikel 3.1.1, eerste lid, Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.

  • 2.

    Een raadslid dat lid is van een bijzondere commissie als bedoeld in artikel 3.1.4, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers wordt voor de duur van de activiteiten van de commissie een toelage toegekend van € 120,- per maand. Als de bezoldiging van het personeel in de sector Rijk wijziging ondergaat, wordt dit bedrag bij ministeriële regeling overeenkomstig gewijzigd.

  • 3.

    Een bijzondere commissie als bedoeld in lid 2 van dit artikel is de agendacommissie.

Artikel 4a. Reis- en verblijfkosten raads- en commissieleden voor reizen binnen de gemeente

  • 1.

    Voor het bijwonen van vergaderingen van de gemeenteraad en commissies alsmede voor reizen binnen de gemeente, gemaakt voor de uitoefening van de functie, worden of wordt aan een raad- of commissielid vergoed:

    • a.

      de kosten voor het gebruik van openbaar vervoer;

    • b.

      bij gebruik van een eigen auto het maximumbedrag dat door een werkgever aan een werknemer per afgelegde kilometer onbelast kan worden verstrekt.

  • 2.

    Voor het bijwonen van vergaderingen van de gemeenteraad en commissies worden aan een raads- of commissielid bij gebruik van een eigen auto tevens de veer- en tolkosten vergoed.

  • 3.

    Voor het reizen binnen de gemeente, gemaakt voor de uitoefening van de functie, worden aan een raadslid of commissielid bij gebruik van eigen auto tevens de parkeer-, veer- en tolkosten vergoed;

  • 4.

    Boetes en naheffingsaanslagen voor parkeren worden niet vergoed.

  • 5.

    Indien een raadslid of commissielid een tijdelijke functionele beperking heeft, kan voor reizen voor woon-werkverkeer en voor reizen binnen de gemeente, gemaakt voor de uitoefening van de functie, een voor de beperking geschikte vervoersvoorziening worden vergoed of ter beschikking gesteld.

  • 6.

    De noodzakelijke en redelijkerwijs gemaakte werkelijke verblijfkosten die een raadslid of commissielid maakt in verband met reizen binnen de gemeente voor de uitoefening van de functie, worden ten laste van de gemeente vergoed.

Artikel 4b. Reis- en verblijfkosten raads- en commissieleden voor reizen buiten de gemeente

  • 1.

    Voor reizen buiten het grondgebied van de gemeente ter uitvoering van een beslissing van het gemeentebestuur als bedoeld in artikel 97 Gemeentewet worden aan een raads- of commissielid vergoed:

    • a.

      de kosten voor het gebruik van openbaar vervoer;

    • b.

      bij gebruik van een eigen auto het maximumbedrag dat door een werkgever aan een werknemer per afgelegde kilometer onbelast kan worden verstrekt.

  • 2.

    Voor reizen buiten het grondgebied van de gemeente, ter uitvoering van een beslissing van het gemeentebestuur, worden aan een raadslid of commissielid bij gebruik van eigen auto tevens de parkeer-, veer- en tolkosten vergoed;

  • 3.

    Boetes en naheffingsaanslagen voor parkeren worden niet vergoed.

  • 4.

    Als een raadslid of commissielid een tijdelijke functionele beperking heeft, kan voor reizen als bedoeld in het eerste lid, een voor de beperking geschikte vervoersvoorziening worden vergoed of ter beschikking gesteld.

  • 5.

    De noodzakelijke en redelijkerwijs gemaakte werkelijke verblijfkosten die een raadslid of commissielid maakt in verband met reizen buiten het grondgebied ter uitvoering van een beslissing van het gemeentebestuur worden ten laste van de gemeente vergoed.

Artikel 5. Verzekering raadsleden voor arbeidsongeschiktheid, ouderdom en overlijden

Niet van toepassing.

Artikel 6. Loopbaanoriëntatie raadsleden

Niet van toepassing.

Artikel 7. Nadere regels niet-partijpolitiek georiënteerde scholing raads- en commissieleden

  • 1.

    Raads- of commissieleden die willen deelnemen aan niet-partijpolitiek georiënteerde scholing in verband met de vervulling van zijn functie als bedoeld in artikel 3.3.3. Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers, dienen daartoe vooraf een gemotiveerde aanvraag in bij de griffier.

  • 2.

    Deze aanvraag gaat vergezeld van inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie.

  • 3.

    De griffier beslist op de aanvraag op basis van bewijsstukken, overeenkomstig het tweede lid.

  • 4.

    In voorkomende gevallen beslist het presidium op basis van meerderheid van stemmen.

Artikel 8. Verhoging vergoeding commissieleden (niet-raadsleden) voor het bijwonen van commissievergaderingen i.v.m. bijzondere deskundigheid of zwaarte taak

Niet van toepassing.

Artikel 9. Informatie- en communicatievoorzieningen raads- en commissieleden

  • 1.

    Raads- en commissieleden aan wie, ten laste van de gemeente, voor de duur van de uitoefening van zijn functie informatie- en communicatievoorzieningen (iPad/tablet) ter beschikking worden gesteld zoals bedoeld in artikel 3.3.2 Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers, ondertekenen hiervoor een bruikleenovereenkomst met de gemeente.

  • 2.

    Een raads- of commissielid levert na beëindiging van zijn functie de ter beschikking gestelde informatie- en communicatievoorzieningen in bij de gemeente.

Artikel 10. Aanwijzing als eindheffingsbestanddeel

  • 1.

    Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in artikel 3.3.8 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.

  • 2.

    Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden verder aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in deze verordening, voor zover deze worden gerekend tot een vergoeding, tegemoetkoming of verstrekking als bedoeld in artikel 31a, tweede lid, onderdelen a tot en met h, van de Wet op de Loonbelasting 1964.

Artikel 11. Betaling vaste vergoedingen

Tenzij het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers of de Rechtspositieregeling decentrale politieke ambtsdragers anders bepalen, vindt de betaling van de vergoeding van commissieleden, bedoeld in artikel 3.4.1 het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers maandelijks plaats met inachtneming van een vergoeding per bijgewoonde vergadering.

Artikel 12. Betaling en declaratie van onkosten

  • 1.

    Tenzij het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers of de Rechtspositieregeling decentrale politieke ambtsdragers anders bepalen, vindt de betaling van kosten die op grond van deze verordening voor vergoeding of tegemoetkoming in aanmerking komen plaats door:

    • a.

      betaling uit gemeentelijke middelen, op basis van een rechtstreeks aan de gemeente toegezonden factuur of

    • b.

      betaling vooruit uit eigen middelen.

  • 2.

    Een aanvraag om een vergoeding van de onkosten als bedoeld in dit artikel gaat vergezeld van een (digitaal) declaratieformulier en bewijsstukken.

  • 3.

    Het (digitale) declaratieformulier en de bewijsstukken worden uiterlijk binnen drie maanden na factuurdatum of betaling door raads- of commissieleden ingediend bij de griffier of een daartoe aangewezen ambtenaar.

Artikel 13. Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na de bekendmaking en werkt terug tot en met 1 januari 2019.

  • 2.

    Op het moment van inwerkingtreding wordt de Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2016 Albrandswaard met terugwerkende kracht per 1 januari 2019 ingetrokken.

     

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Albrandswaard in zijn openbare vergadering van 6 mei 2019.

De griffier,

drs. LeendertGroenenboom

De voorzitter,

drs. Hans-ChristophWagner