Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Arnhem

Verordening Burgerinitiatief en Burgeragendering 2019

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieArnhem
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening Burgerinitiatief en Burgeragendering 2019
CiteertitelVerordening op het burgerinitiatief en burgeragendering gemeente Arnhem
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpVerordening op het burgerinitiatief en burgeragendering gemeente Arnhem

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 147 van de Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

18-05-2019Nieuwe regeling

20-05-2019

gmb-2019-122664

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening Burgerinitiatief en Burgeragendering 2019

Artikel 1 Definitie

  • 1.

    In deze verordening wordt verstaan onder een burgeragendering: een verzoek van een initiatiefgerechtigde om een onderwerp op de agenda van de Politieke Avond te plaatsen.

  • 2.

    In deze verordening wordt verstaan onder een burgerinitiatief: een verzoek van een initiatiefgerechtigde om een voorstel op de agenda van de Politieke Avond te plaatsen.

  • 3.

    De raad: de gemeenteraad van de gemeente Arnhem.

     

Artikel 2 Agendering

De Agendacommissie plaatst een verzoek op de agenda van de Politieke Avond, indien daartoe door een initiatiefgerechtigde een geldig verzoek is ingediend.

Ongeldig is het verzoek dat:

  • a.

    burgerinitiatief: niet door ten minste 100 initiatiefgerechtigden wordt ondersteund; burgeragendering: niet door ten minste 50 initiatiefgerechtigden wordt ondersteund.

  • b.

    een onderwerp als bedoeld in artikel 4 bevat; of

  • c.

    niet voldoet aan de voorwaarden, gesteld in artikel 5.

     

Artikel 3 Initiatiefgerechtigde

  • 1.

    Initiatiefgerechtigd zijn degenen die kiesgerechtigd zijn voor de verkiezing van de leden van de gemeenteraad, alsmede ingezetenen van de gemeente van twaalf jaar en ouder, die met uitzondering van hun leeftijd voldoen aan de vereisten voor het kiesrecht voor de leden van de gemeenteraad.

  • 2.

    Voor de beoordeling of aan de vereisten voor initiatiefgerechtigdheid is voldaan, is de toestand op de dag van indiening van het verzoek bepalend.

     

Artikel 4 Uitsluitingen

  • 1.

    Een burgeragendering of een burgerinitiatief kan geen betrekking hebben op:

    • a.

      een onderwerp dat niet behoort tot de bevoegdheid van de raad;

    • b.

      een vraag over het gemeentelijke beleid;

    • c.

      een klacht in de zin van hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht;

    • d.

      een bezwaar in de zin van hoofdstuk 7 van de Algemene wet bestuursrecht; of

    • e.

      een onderwerp waarover korter dan twee jaar voor indiening van het burgerinitiatief of burgeragendering door de raad een besluit is genomen, behoudens in het geval van substantiële en voldoende concrete nieuwe feiten of omstandigheden die ten tijde van de beraadslaging over het onderwerp in de raad niet bekend waren.

    • f.

      individuele kwesties, zoals benoemingen, schorsingen, kwijtscheldingen of schenkingen, geldelijke voorzieningen voor ambtsdragers, gewezen ambtsdragers dan wel hun nagelaten betrekkingen of hun rechthebbenden.

  • 2.

    Indien de Agendacommissie een verzoek afwijst wegens strijd met het gestelde in het vorige lid onder a, maar het onderwerp valt wel onder de bevoegdheid van het college van B&W of Burgemeester, zal door de raad, eventueel vergezeld van zijn advies, worden doorgezonden.

     

Artikel 5 Wijze van indiening

  • 1.

    Een verzoek wordt schriftelijk ingediend bij de voorzitter van de Agendacommissie. Daarnaast kan een verzoek digitaal worden ingediend via www.petities.nl .

  • 2.

    Het verzoek bevat ten minste:

  • a. een nauwkeurige omschrijving van het onderwerp van burgerinitiatief of burgeragendering;

  • b. een aanleiding en een doel van bespreking, een voorstel voor de wijze van bespreken en wat de bespreking volgens de indieners van een verzoek zou moeten opleveren;

  • c. de achternaam, de voornamen, adres, de geboortedatum en de handtekening van de indiener(s) en plaatsvervanger(s); en

  • d. een lijst met de voornamen, achternamen, adressen, geboortedata en handtekeningen van de initiatiefgerechtigden die het verzoek ondersteunen.

     

Artikel 6 Ontvangstbevestiging; aanvulling van het verzoek

  • 1.

    De voorzitter van de Agendacommissie bevestigt de ontvangst van een verzoek schriftelijk aan de indiener van het verzoek.

  • 2.

    Indien een verzoek niet voldoet aan de eisen bedoeld in de artikel 2, sub a en c , artikel 4 , eerste lid en artikel 5 stelt de voorzitter van de Agendacommissie de indiener van het verzoek gedurende een termijn van ten hoogste vier weken in de gelegenheid om de vastgestelde gebreken te herstellen.

  • 3.

    De voorzitter van de Agendacommissie doet van de ontvangst van een verzoek en van een besluit als bedoeld in het vorige lid schriftelijk mededeling aan de raad.

  • 4.

    De termijn bedoeld in het tweede lid vangt aan met ingang van de datum van dagtekening van de schriftelijke mededeling bedoeld in het derde lid.

     

Artikel 7 Behandeling door de raad

  • 1.

    Zo spoedig mogelijk na ontvangst van een verzoek of, indien toepassing is gegeven aan artikel 6, tweede lid, na ontvangt van de aanvullende gegevens, plaatst de Agendacommissie het verzoek op de agenda van de Politieke Avond.

  • 2.

    De voorzitter van de Agendacommissie nodigt de indieners schriftelijk uit voor de vergaderingen waarvoor het verzoek is geagendeerd. De indiener(s) of zijn plaatsvervanger(s) heeft tijdens deze vergaderingen de gelegenheid om het verzoek mondeling nader toe te lichten.

  • 3.

    Bij een burgerinitiatief vindt beraadslaging en besluitvorming plaats binnen twaalf weken met uitzondering van de maanden juli en augustus. Bij een burgeragendering wordt aan het eind van de behandeling, die binnen twaalf weken plaatsvindt, de conclusies aan de indiener(s) bekendgemaakt.

  • 4.

    Een besluit wordt voorts bekendgemaakt op de in de gemeente gebruikelijke wijze, waarbij in begrijpelijk Nederlands wordt uiteengezet welke aspecten hebben bijgedragen tot het genomen besluit.

     

Artikel 8 Evaluatie

De Agendacommissie brengt tweejaarlijks een evaluatie uit over de werking van het recht van burgerinitiatief en burgeragendering in de praktijk.

 

Artikel 9 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    Op het moment van inwerkingtreding van deze verordening wordt de Verordening op het Burgerinitiatief gemeente Arnhem ingetrokken.

     

Artikel 10 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: “Verordening op het burgerinitiatief en burgeragendering gemeente Arnhem”.

 

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 15 mei 2019.

 

Artikelsgewijze toelichting

 

Artikel 1  

De term “burgerinitiatief” wordt gehanteerd voor de aanduiding van een voorstel dat door een burger bij de gemeenteraad kan worden ingediend. De modelverordening van de VNG kent twee alternatieve begripsomschrijvingen ter nadere invulling van deze term. Zo kan worden geopteerd voor de mogelijkheid dat de burger alleen een concreet voorstel kan aandragen of ruimer: het aandragen van een onderwerp. In de vorige verordening was enkel het concrete voorstel geregeld. Om de burger beter te kunnen bedienen is in deze verordening ook de burgeragendering opgenomen, in de geest van het aandragen van een onderwerp zoals in de modelverordening VNG is opgenomen.

 

Artikel 2  

Uit dit artikel volgt dat de gemeenteraad een burgerinitiatief of burgeragendering op de agenda van een raadsvergadering moet plaatsen indien er sprake is van een geldig verzoek, ingediend door een initiatiefgerechtigde. De gemeenteraad committeert zich dan aan besluitvorming over het burgerinitiatief. Een burgeragendering wordt na geldig verzoek geagendeerd. Van een geldig verzoek is sprake als het onderwerp niet in artikel 4 is uitgezonderd en aan de in artikel 5 en artikel 6 gestelde procedurele voorwaarden wordt voldaan.

 

Artikel 3  

Het ligt voor de hand het initiatiefrecht toe te kennen aan kiesgerechtigden voor de gemeenteraadsverkiezingen, vanuit de gedachte dat het burgerinitiatief een instrument is om burgers bij de besluitvorming van de raad te betrekken en die te beïnvloeden. Wie kiesgerechtigd is, is vastgelegd in de Kieswet. Om ook jongeren bij de gemeentelijke politiek te betrekken is de leeftijdsgrens voor het initiatiefrecht verlaagd naar 12 jaar. Voor de toetsing of aan de vereisten voor initiatiefgerechtigdheid is voldaan, is het moment van indiening van het verzoek het meest aangewezen. Het verzoek vindt immers formeel op dit moment plaats.

Artikel 4  

De beperkingen die dit artikel stelt aan de inhoud van een burgerinitiatief of burgeragendering vloeien vooral voort uit doelmatigheidsoverwegingen. Het is bijvoorbeeld weinig efficiënt om de raad te belasten met de beraadslaging over een onderwerp waarover het gemeentebestuur uiteindelijk geen beslissende bevoegdheid heeft. Een ander argument is, dat de afstand tussen burger en bestuur alleen maar zou worden vergroot als de burger na het doorlopen van de procedure te horen krijgt dat de raad niets kan doen, omdat hij er niet over gaat.

Ook moet voorkomen worden dat het burgerinitiatief of burgeragendering andere procedures zoals de bezwaar- of de klachtprocedure doorkruist. Met het oog hierop is bepaald dat het burgerinitiatief of burgeragendering geen bezwaar tegen een genomen besluit of een klacht over een gedraging van het gemeentebestuur kan inhouden. Hiervoor heeft de burger andere rechtsmiddelen.

Het is evenmin de bedoeling dat zaken die recent nog in de raad aan de orde zijn geweest opnieuw onderwerp van bespreking worden als gevolg van een burgerinitiatief. Dit zou de besluitvorming in de raad te zeer kunnen frustreren.

Tot slot lenen idividuele kwesties zich naar hun aard niet voor de inzet van burgerinitiatief of burgeragendering.

 

Artikel 5 en Artikel 6

In deze artikelen is bepaald hoe een verzoek en steunbetuigingen kunnen worden ingediend. In overeenstemming met de uitspraak van de Kiesraad van augustus 2015 worden digitaal gezette handtekeningen (via muis, trackpad of computerpen) geaccepteerd. Aan het verzoek zal een aantal minimumvereisten gesteld moeten worden. Verzoeker zal naast het voorstel plus toelichting, in ieder geval zijn personalia en die van zijn plaatsvervanger moeten aangeven. Ook de initiatiefgerechtigden die het verzoek ondersteunen zullen uiteraard vermeld moeten worden. Om fraude met namen te voorkomen kan naar personalia gevraagd worden als adressen en geboortedata. Op grond van deze gegevens kan de gemeente onderzoeken of het verzoek de steun van voldoende daartoe gerechtigde personen heeft.

 

Artikel 7  

Het ligt voor de hand een burgerinitiatief of burgeragendering zoveel mogelijk te behandelen als alle andere voorstellen. Voor de behandeling, zowel in de raadscommissie als in de raad, worden de indieners uitgenodigd en in de gelegenheid gesteld het woord te voeren om hun verzoek uit te leggen en het te verdedigen.