Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Modulaire gemeenschappelijke regeling sociaal domein centraal Gelderland

Mandaat- en volmachtbesluit MGR SDCG 2019

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieModulaire gemeenschappelijke regeling sociaal domein centraal Gelderland
OrganisatietypeRegionaal samenwerkingsorgaan
Officiële naam regelingMandaat- en volmachtbesluit MGR SDCG 2019
Citeertitel
Vastgesteld doordagelijks bestuur
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

N.v.t.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

31-01-2019

31-01-2019

bgr-2019-496

Tekst van de regeling

Intitulé

Mandaat- en volmachtbesluit MGR SDCG 2019

Het dagelijks bestuur van de gemeenschappelijke regeling Modulaire Gemeenschappelijke Regeling Sociaal domein Centraal Gelderland ( MGR SDCG) ;

gelet op:

BESLUIT:

vast te stellen het volgende mandaat- en volmachtbesluit MGR SDCG 2019.

In dit besluit wordt, naast het bepaalde in artikel 1 van de regeling MGR SDCG, verstaan onder:

Titel 10.1 Algemene wet bestuursrecht;

de Gemeenschappelijke Regeling MGR SDCG;

Artikel 1 Begripsbepaling

  • a.

    ambtelijke organisatie: de ambtelijke organisatie van de MGR SDCG;

  • b.

    DB: het dagelijks bestuur van de MGR SDCG;

  • c.

    voorzitter: de voorzitter van de MGR SDCG, bedoeld in artikel 15 van de regeling;

  • d.

    directie: de directie van de MGR SDCG, bedoeld in artikel 23 van de regeling;

  • e.

    ambtenaar: hij die door of vanwege MGR SDCG is aangesteld om in openbare dienst werkzaam te zijn, alsmede met wie een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht is aangegaan, bedoeld in artikel 22 van de regeling.

Artikel 2 Algemeen

Bij de uitoefening van de bevoegdheden in mandaat wordt het daaromtrent gestelde bij of krachtens wetten, verordeningen, regelingen, besluiten, aanwijzingen en richtlijnen, hoe ook genaamd, van Europese, rijks, provinciale en gemeentelijke wetgevers of andere bestuursorganen in acht genomen.

Artikel 3 Mandaat

  • 1. Het DB en de voorzitter mandateren aan de directie, ieder voor zover het zijn bevoegdheid betreft, de bevoegdheid tot het nemen van besluiten op verzoeken om toepassing van de Wet openbaarheid van bestuur, de Wet hergebruik Overheidsinformatie en van de Wet bescherming persoonsgegevens voor zover het om autonome bevoegdheden van MGR SDCG gaat, met inbegrip van besluiten waarbij een verzoek geheel of gedeeltelijk wordt geweigerd.

  • 2. Het DB mandateert aan de directie de bevoegdheid tot:

  • a.

    het benoemen, schorsen en ontslaan van functionarissen van de ambtelijke organisatie, alsmede het nemen van andere individuele rechtspositionele besluiten met betrekking tot ambtenaren – niet zijnde de directie;

  • b.

    het nemen van besluiten op grond van de Wet verbetering poortwachter en de

  • c.

    Arbeidsomstandighedenwet.

  • d.

    het beslissen tot het aangaan van arbeidsovereenkomsten bedoeld in artikel 7:610 BW;

  • e.

    het beslissen tot het aangaan van detacheringsovereenkomsten;

  • f.

    het beslissen tot het aangaan van overeenkomsten of aansprakelijkheidsstellingen tot maximaal

  • g.

    € 200.000 (passend binnen de begroting) ten behoeve van de bedrijfsvoering van de MGR SDCG.

  • 3. Onder functionarissen van de ambtelijke organisatie als bedoeld in het tweede lid aanhef en onder a, worden mede die functionarissen verstaan met wie een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht is aangegaan.

  • 4. Het DB mandateert aan de directie de bevoegdheid tot het voorbereiden en uitvoeren van bestuurs-besluiten met betrekking tot het taakgebied van de MGR SDCG met inbegrip van de correspondentie daarover.

  • 5. Het DB mandateert aan de directie de bevoegdheid tot het nemen van conservatoire maatregelen, het voeren van rechtsgedingen en het instellen van beroep.

  • 6. Het DB mandateert aan de directie de bevoegdheid tot het nemen van besluiten over de toepassing van regelingen inzake sectorale en decentrale secundaire arbeidsvoorwaarden op de direct en indirect ondergeschikte medewerkers en het accorderen van de uitvoering daarvan.

  • 7. Het DB mandateert aan de directie de bevoegdheid tot het doen van aangifte van strafbare feiten waarvan het DB kennis heeft genomen.

  • 8. Het DB mandateert aan de directie de bevoegdheid tot het afhandelen van klachten van derden van feitelijke aard over de taakuitvoering van de organisatie (bejegeningsklachten).

  • 9. Het DB mandateert aan de directie de bevoegdheid tot het vaststellen van declaraties van bestuurs-leden.

  • 10. Het DB mandateert aan de directie de bevoegdheid tot het nemen van besluiten/overeenkomsten voortkomende uit en in samenhang met de uitvoering van de Samenwerkingsmodule WGSW.

Artikel 4 Volmacht en machtiging

De voorzitter verleent aan de directie de volmacht tot:

  • a.

    het vertegenwoordigen van de MGR SDCG in rechte;

  • b.

    het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen namens de MGR SDCG.

Artikel 5 Reikwijdte mandaat, volmacht- of machtigingsverstrekking

  • 1. Indien het DB of de voorzitter mandaat, volmacht of machtiging verleent ten aanzien van de uitvoering van een bevoegdheid, geschiedt deze verlening voor zover direct te maken hebbend met de opgedragen taken en onverminderd het bepaalde in artikel 2.

  • 2. De uitoefening van bevoegdheden in mandaat, verleend bij of krachtens dit besluit, geschiedt met inachtneming van de ter zake schriftelijk vastgelegde instructies per geval of in algemene zin van het DB dan wel de voorzitter.

  • 3. Waar mandaat is verleend tot het besluiten dan wel volmacht is verleend tot het verrichten van een privaatrechtelijke rechtshandeling aan een gemandateerde respectievelijk gevolmachtigde, wordt daarmee ook de bevoegdheid verleend tot bewaking van uitvoering van die rechtshandeling, waartoe o.a. worden gerekend ingebrekestelling, ontbinding, vorderen van nakoming, opzegging van een overeenkomst en alle andere besluiten, die hiermee verband (kunnen) houden.

Artikel 6 Kaders uitoefening bevoegdheden, mandaat, volmacht- of machtigingsverstrekking

  • 1. De directie maakt van de aan hem verleende bevoegdheden geen gebruik indien:

  • a.

    het besluit genomen moet worden met toepassing van de in artikel 4:84 van de Algemene wet bestuursrecht vervatte inherente afwijkingsbevoegdheid;

  • b.

    de financiële consequenties van het besluit naar verwachting het daartoe in de door het DB vastgestelde begroting bestemde budget overschrijden;

  • c.

    er persoonlijke betrokkenheid van de gemandateerde bij het te nemen besluit bestaat;

  • d.

    de uitoefening van de bevoegdheden ingrijpende gevolgen voor de MGR SDCG kan hebben.

  • 2. Indien de directie van de aan hem verleende bevoegdheden gebruik wenst te maken en het DB verzoekt vooraf om inlichtingen, treedt de directie hierover voorafgaande aan de besluitvorming in overleg met het DB.

Artikel 7 Informatieplicht

  • 1. De directie informeert het DB dan wel de voorzitter bij zwaarwegende omstandigheden en gebeurtenissen die betrekking hebben op de bij of krachtens dit besluit gemandateerde bevoegdheden. In de gevallen bedoeld in de vorige volzin verschaft de directie tijdig alle benodigde informatie en voert hij overleg met het DB dan wel de voorzitter alvorens de bewuste bevoegdheid uit te oefenen. In dit overleg wordt in ieder geval bepaald wie het besluit neemt.

  • 2. Onverminderd het bepaalde in het eerste lid verschaft de directie het DB dan wel de voorzitter gevraagd of ongevraagd informatie over de uitvoering van de bij of krachtens dit besluit gemandateerde bevoegdheden.

  • 3. De directie en het DB dan wel de voorzitter overleggen regelmatig over de kwaliteit van de te nemen en reeds genomen besluiten door de directie namens het DB of de voorzitter.

Artikel 8 Ondermandaat

  • 1. Ondermandaat is toegestaan, voorzover in de mandatenlijst aangegeven en onder de eventuele nadere voorwaarden als aangeven in de mandatenlijst.

  • 2. Ondermandatering geschiedt bij schriftelijk besluit door de mandataris en dient voldoende gespecificeerd te zijn. De oorspronkelijke mandataris blijft verantwoordelijk voor de uitvoering van de ondergemandateerde bevoegdheden.

  • 3. De oorspronkelijke mandataris brengt de ondermandaten ter kennis van het DB c.q. de voorzitter.

  • 4. Het in strijd handelen met het bepaalde in het derde lid van dit artikel doet niets af aan de rechtsgeldigheid van het in ondermandaat genomen besluit.

Artikel 9 Afwezigheid mandatarissen, volmachtontvangers of machtigingverkrijgers

Ingeval van afwezigheid van de mandatarissen worden de verleende bevoegdheden uitgeoefend door hun plaatsvervangers. Deze plaatsvervangers zijn schriftelijk aangewezen door de mandataris. Deze schriftelijke aanwijzing is niet noodzakelijk indien het plaatsvervangerschap als zodanig in de functieomschrijving van de plaatsvervanger is opgenomen. De mandatarissen blijven evenwel verantwoordelijk voor de uitvoering van de bevoegdheid door hun plaatsvervanger, behalve indien de mandataris in rang lager is dan de plaatsvervanger.

Artikel 10 Ondertekening

In de ondertekening dient tot uitdrukking te worden gebracht dat het besluit is genomen krachtens mandaat of volmacht. Hierbij wordt de volgende formulering aangehouden:

“Namens het DB van de MGR SDCG,

de directie van de MGR SDCG,

gevolgd door de handtekening, functie en naam van de gemandateerde, gevolmachtigde of gemachtigde.

Artikel 11 Inwerkintreding

  • 1. Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2019 en vervangt het “Mandaat- en volmachtbesluit MGR SDCG” zoals vastgesteld in de vergadering van het dagelijks bestuur van 20 december 2017

  • 2. Dit besluit wordt aangehaald als: ‘Mandaat- en volmachtbesluit MGR SDCG 2019’.

Aldus besloten in de vergadering van het Dagelijks Bestuur op 31 januari 2019

De voorzitter, de directie,

J.Goossen H.Wiselius