Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Veenendaal houdende regels omtrent handhaving afvalstoffen (Beleidsregel handhaving onjuist aangeboden (huishoudelijke) afvalstoffen)

Artikel 1 Begripsbepalingen

a. (huishoudelijke) afvalstoffen: (huishoudelijke) stoffen, materialen en/of producten waarvan de eigenaar zich heeft ontdaan of waarvan de eigenaar van plan is zich te ontdoen.

b. Overtreding: iedere constatering van een eenheid onjuist aangeboden huishoudelijke afvalstoffen welke herleidbaar is tot één persoon, huishouden of bedrijf waarbij een eenheid bestaat uit één tot en met drie huisvuilzakken, dozen of emmers.

c. Overtreder: de persoon die of het bedrijf dat (huishoudelijke) afvalstoffen te vroeg, te laat of onjuist buiten heeft gezet of heeft gedeponeerd in de openbare ruimte en tot wie de aangetroffen afvalstoffen kunnen worden herleid, bijvoorbeeld aan de hand van de tussen het afval gevonden poststuk, adreswikkel enz.

Artikel 2 Handhaving

Bij het onjuist aanbieden van (huishoudelijke) afvalstoffen wordt de volgende beleidslijn in acht genomen:

• 1.

  Indien een overtreding wordt geconstateerd, kan het college van burgemeester en wethouders een waarschuwing geven bij de eerste overtreding.

• 2.

  Spoedeisende bestuursdwang kan worden toegepast bij het niet op heterdaad ontdekken van te vroeg, te laat of op onjuiste wijze aanbieden van (huishoudelijke) afvalstoffen.

• 3.

  Spoedeisende bestuursdwang kan worden toegepast bij het op heterdaad ontdekken van te vroeg, te laat of op onjuiste wijze aanbieden van (huishoudelijke) afvalstoffen indien de overtreder weigert de (huishoudelijke) afvalstoffen direct op correcte wijze af te voeren.

• 4.

  Bij spoedeisende bestuursdwang als bedoeld in lid 2 en 3 worden bij de overtreder kosten in rekening gebracht, tenzij de overtreder aannemelijk kan maken dat hij/zij geen wettelijk voorschrift heeft overtreden.

• 5.

  De beschikking tot oplegging van spoedeisende bestuursdwang, gebaseerd op een door een toezichthouder opgesteld rapport van bevindingen met daarin opgenomen minimaal twee foto’s van de geconstateerde overtreding, wordt na ongedaanmaking van de overtreding zo spoedig mogelijk door de gemeente aan de overtreder toegezonden.

Artikel 3 Kostenverhaal

• 1.

  De met toepassing van spoedeisende bestuursdwang gemaakte kosten als bedoeld in artikel 5:25 van de Algemene wet bestuursrecht zijn door het college van burgemeester en wethouders vastgesteld op € 110,- per eenheid

• 2.

  Voor afval anders dan in de vorm genoemd in lid 1, of indien meer dan drie huisvuilzakken, emmers of dozen aangetroffen worden die te herleiden zijn tot één persoon, huishouden of bedrijf en het onder lid 1 genoemde bedrag de lading niet dekt, wordt een toeslag in rekening gebracht. De toeslag is afhankelijk van het formaat, het soort afval en wie het afval moet opruimen; dit kan de gemeente zelf zijn maar ook Afvalcombinatie de Vallei of een gespecialiseerd bedrijf (bijvoorbeeld in geval van asbesthoudend afval of chemicaliën).

• 3.

  In geval van recidive wordt het in rekening te brengen bedrag stapsgewijs verhoogd tot de maximaal te verhalen kosten zoals gespecificeerd in tabel 1. Bij de tweede overtreding binnen een jaar na de eerste overtreding wordt het bedrag van € 125,- verhaald en bij de derde overtreding binnen een jaar na de eerste overtreding wordt het bedrag van € 138,48 verhaald.

• 4.

  Bij niet betaling van deze kosten vindt invordering/inning van het bedrag plaats overeenkomstig het bepaalde in titel 4.4 (bestuurlijke geldschulden) van de Algemene wet bestuursrecht.

   

Tabel 1

Artikel 4 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op de dag na openbaarmaking hiervan.

Deze regeling wordt aangehaald als: “Beleidsregel handhaving onjuist aangeboden (huishoudelijke) afvalstoffen”