Organisatie | Roermond |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Roermond houdende regels omtrent zonne-energie en monumenten (Beleidsregel zonne-energie en monumenten) |
Citeertitel | Beleidsregel zonne-energie en monumenten |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | milieu |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
22-05-2019 | nieuwe regeling | 07-05-2019 | 48826-2018 |
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Roermond;
gelet op artikel 8 van de Erfgoedverordening 2018 in samenhang met artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder b, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
gelet op artikel 3.1.2, tweede lid, aanhef en onder a, van het Besluit ruimtelijke ordening in samenhang met artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
overwegende dat op 12 maart 2019 door het College van burgemeester en wethouders de Beleidsnotitie zonne-energie en monumenten is vastgesteld;
besluit vast te stellen de volgende beleidsregel:
HOOFDSTUK 2 REGELS MET BETREKKING TOT HET PLAATSEN VAN ZONNE-ENERGIESYSTEMEN EN HET GEBRUIK VAN ZONNEBOUWMATERIALEN BINNEN BESCHERMDE GEZICHTEN
Artikel 2 Zonne-energiesystemen
Voor de plaatsing van zonne-energiesystemen binnen de grenzen van beschermde gezichten kan, voor zover het bestemmingplan daarin voorziet, een omgevingsvergunning worden verleend, mits:
HOOFDSTUK 3 REGELS MET BETREKKING TOT HET BEVESTIGEN VAN ZONNE-ENERGIESYSTEMEN EN HET GEBRUIK VAN ZONNE-BOUWMATERIALEN OP OF AAN MONUMENTEN
Artikel 5 Zonne-energiesystemen op of aan monumenten
Voor het plaatsen van zonne-energiesystemen op of aan een monument kan een omgevingsvergunning worden verleend, mits:
deze, wanneer sprake is van een schuin dakvlak, evenwijdig aan de nok en de aandaken van het dakvlak geplaatst worden en de afstand tot frontons, kil- en hoekkepers, dakranden e.d. minstens een meter bedraagt en mits deze in aantal afgestemd worden op de reeds aanwezige voorzieningen zoals dakkapellen, dakvensters, loggia’s etc.;