Organisatie | Peel en Maas |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Damoclesbeleid Peel en Maas |
Citeertitel | Damoclesbeleid Peel en Maas |
Vastgesteld door | burgemeester |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp | Damoclesbeleid |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
11-05-2019 | 05-11-2019 | nieuwe regeling | 07-05-2019 |
DE BURGEMEESTER VAN PEEL EN MAAS
Gelet op het bepaalde in artikel 4:81 Algemene wet bestuursrecht;
Gelet op het bepaalde in artikel 13b Opiumwet;
Dat artikel 13b, eerste lid, van de Opiumwet de burgemeester de bevoegdheid geeft om bestuursdwang toe te passen indien in lokalen of woningen, dan wel in of op bij woningen of zodanige lokalen behorende erven, een middel als bedoeld in lijst I of II wordt verkocht, afgeleverd of verstrekt dan wel daartoe aanwezig is;
Dat tot de middelen waarop de bevoegdheid betrekking heeft, gelet op lijst II bij de Opiumwet, eveneens behoort elk deel van de plant van het geslacht Cannabis (hennep), waaraan de hars niet is onttrokken, met uitzondering van de zaden;
Dat het wenselijk is beleidsregels vast te stellen hoe de burgemeester invulling geeft aan deze bevoegdheid en de contractpartners van het regionale hennepconvenant Limburg 2012 eenduidig beleid voeren;
Dat het regionale hennepconvenant Limburg 2012 zorgt voor een effectieve aanpak tegen georganiseerde hennepteelt. Het Damoclesbeleid lokalen en woningen 2012 sluit aan bij de uitgangspunten zoals vermeld in het regionale hennepconvenant Limburg 2012;
Dat de bevoegdheid tot toepassing van bestuursdwang aanwezig wordt geacht indien er sprake is van een handelshoeveelheid verdovende middelen, danwel (bij hennepplanten) van beroeps- of bedrijfsmatige hennepteelt, voor de uitleg waarvan aansluiting wordt gezocht bij het daartoe gestelde in de Aanwijzing Opiumwet;
Dat bij de toepassing van deze bevoegdheid gekozen wordt voor het opleggen van een last onder bestuursdwang en niet voor het in plaats daarvan opleggen van een last onder dwangsom. Bestuursdwang is een directer middel dat in tegenstelling tot de dwangsom op termijn tot feitelijke beëindiging van de overtreding zal leiden. Van een dwangsom mag in de meeste gevallen weinig effect worden verwacht, gelet op het feit dat het financiële gewin in het verdovende middelen-circuit dusdanig groot is dat met een dwangsom naar verwachting niet zal worden bereikt dat een overtreding ophoudt of niet meer wordt herhaald;
Dat bij het toepassen van bestuursdwang gekozen wordt voor het opleggen van een last tot sluiting van de woning/het lokaal, gelet op het feit dat dit als de meest effectieve maatregel wordt beschouwd om de met de Opiumwet strijdige situatie te doen beëindigen en herhaling ervan te voorkomen;
Dat bij het vaststellen van de sluitingsduur in overweging is genomen:
Dat voorkomen moet worden dat de verschillende illegale drugsmarkten zich verplaatsen van stedelijke gebieden naar plattelandsgemeenten met uitgestrekte buitengebieden;
Dat genoemde aanpak noodzakelijk is gelet op het feit dat in Peel en Maas sprake is van verschillende illegale drugsmarkten waarop soft-, hard- en synthetische drugs worden geproduceerd en verhandeld, welke handel overlast en een grote mate van onveiligheid bij burgers in de directe omgeving tot gevolg heeft;
Dat de met de bevoegdheidsuitoefening in het algemeen belang nagestreefde doeleinden, zoals hierboven beschreven, bij de belangenafweging in concreto zwaar zullen wegen;
Dat bij harddrugs in lokalen, vanwege de zeer ernstige inbreuk op de openbare orde en het feit dat ook nietsvermoedende bezoekers hieraan worden bloot gesteld, met toepassing van artikel 5:31 van de Algemene wet bestuursrecht geen voorafgaande last zal worden opgelegd;
In deze beleidsregel en de daarop berustende bepalingen wordt verstaand onder:
woning: een woning is een pand dat in hoofdzaak dient tot woning dan wel dienstbaar is aan het wonen. Hieronder valt zowel een koopwoning als een huurwoning. Het is de plaats waar een persoon zijn privaat huishoudelijk leven leidt. Dit wordt niet zonder meer bepaald door uiterlijke kenmerken zoals de bouw en aanwezigheid van bed en ander huisraad, maar ook door daadwerkelijk daaraan gegeven bestemming. Een tijdelijke afwezigheid van de bewoner leidt er niet toe dat de ruimte het karakter van woning verliest. Een persoon die incidenteel overnacht in een woning en niet op dat adres in het BRP staat ingeschreven, wordt niet aangemerkt als bewoner. Een voor bewoning bestemde ruimte die niet gebruikt wordt als woning wordt aangemerkt worden als lokaal. Een woonlocatie (bv. vakantiehuisje, chalet, caravan) waar permanente bewoning niet is toegestaan wordt eveneens aangemerkt als lokaal;
Deze houdt in dat de woning / het lokaal wordt gesloten voor de desbetreffende periode. Indien er feitelijk tot sluiting wordt overgegaan zal de woning/het lokaal voor publiek ontoegankelijk worden gemaakt. Dit betekent dat niemand meer in de woning/het lokaal aanwezig mag zijn en/of worden toegelaten en dat eventuele bewoners al dan niet tijdelijk moeten verhuizen. Ook de eigenaar kan gedurende de sluiting niet over zijn eigendom beschikken. De kosten van de toepassing van bestuursdwang worden op basis van de Algemene wet bestuursrecht op de overtreder(s) verhaald.
Artikel 3 Wijziging huursituatie
Een wijziging in de huursituatie wordt als niet ter zake doende beschouwd. De ratio hierachter is dat de verhuurder niet met het plaatsen van andere huurders onder de toepassing van bestuursdwang kan uitkomen. Het is immers op dat moment nog steeds noodzakelijk om de bekendheid van een dergelijk pand in het criminele circuit weg te nemen. Het enkel plaatsen van nieuwe huurders leidt niet tot het voorkomen van herhaling van een met de wet strijdige situatie. Eerdere waarschuwingen/maatregelen ten aanzien dezelfde exploitant/persoon/huurder/verhuurder en/of dezelfde woning/lokaal blijven hun gelding houden.
Artikel 4 Begunstigingstermijn
Als begunstigingstermijn wordt bij lokalen een periode van 36 uur aangehouden waarbinnen betrokkene zelf in de gelegenheid is om gehoor te geven aan de opgelegde last. Bij lokalen geldt dat binnen het eerste uur van deze 72 uur de klanten uit de inrichting dienen te worden verwijderd. Bij woningen wordt de begunstigingstermijn gesteld op 72 uur.
Artikel 7 Andere wettelijke bepalingen
Deze beleidsregel laat onverlet dat het college van burgemeester en wethouders van Peel en Maas, dan wel de burgemeester van Peel en Maas, tevens andere bevoegdheden op grond van bijvoorbeeld de Drank- en Horecawet, Gemeentewet, de Woningwet (Wet Victor / Wet bijzondere maatregelen grootstedelijke problematiek), Wet ernstige woonoverlast en de APV Peel en Maas kunnen inzetten.
Artikel 8 Inschrijving kadaster (Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen)
Iedere sluiting wordt ingeschreven in de openbare registers (Kadaster). Iedereen kan, voordat hij een pand in gebruik neemt, kennis hebben van een eventuele eerdere sluiting en het risico bij ingebruikname van het pand. Voor informatie over een eventuele eerdere sluitingen dan wel waarschuwingen van een pand kan men terecht bij de gemeente.
Uiterlijk drie jaar voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze nieuwe beleidsregels gedane waarschuwingen en/of beëindigde sluitingsmaatregelen behouden hun gelding en kunnen worden gebruikt bij eventueel getrapt handhavingsbeleid. Deze termijn sluit aan bij de gekozen geldigheidsduur van een opgelegde maatregel. Hij valt voor wat betreft duur als redelijk aan te merken en biedt rechtszekerheid aan de overtreder(s).