Uitvoeringsbesluit algemene begraafplaatsen gemeente Leeuwarden

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leeuwarden,

- gelet op de Wet op de lijkbezorging;

- gelet op het Besluit op de lijkbezorging;

- gelet op de Beheersverordening algemene begraafplaatsen Gemeente Leeuwarden;

besluit vast te stellen de volgende nadere regels voor de graven, asbezorging en gedenkplaatsen.

Artikel 1 Begripsbepalingen

Deze bepalingen zijn vermeld in artikel 1 van bovengenoemde Beheersverordening en gelden onverkort voor dit uitvoeringsbesluit.

Artikel 2 Openingstijden begraafplaatsen

De begraafplaatsen zijn voor een ieder dagelijks toegankelijk tussen zonsopkomst en zonsondergang.

Artikel 3 Tijden van begraven en asbezorging

• 1.

  Het begraven van lijken, het bijzetten van asbussen en het verstrooien van as geschiedt op werkdagen van 10.00 tot en met 15.00 uur op hele uren. Het laatst mogelijke tijdstip voor de aanvang van een plechtigheid is om 15.00 uur.

• 2.

  Het begraven van lijken, het bijzetten van asbussen en het verstrooien van as geschiedt op zaterdagen van 10.00 uur tot en met 12.00 uur op hele uren. Het laatst mogelijke tijdstip voor de aanvang van een plechtigheid is om 12.00 uur.

• 3.

  Genoemde en vastgelegde tijdstippen zijn de aankomsttijden op de begraafplaats.

• 4.

  Voor een plechtigheid zonder gebruikmaking van de aula wordt standaard 1 uur gereserveerd.

• 5.

  In voorkomende gevallen kan – ter beoordeling aan de beheerder - meer dan één plechtigheid op hetzelfde tijdstip worden gepland.

• 6.

  Op andere dagen en tijdstippen kunnen – ter beoordeling aan de beheerder - op aanvraag eveneens begrafenissen, asbezorgingen of andere plechtigheden plaatsvinden. Voor de bepaling van het begrip feestdagen worden Goede Vrijdag en 5 mei daartoe gerekend.

Artikel 4 Tijdsduur gebruik aula, gebruik geluidsinstallatie

• 1.

  Het gebruik van de ontvangstruimten wordt per half uur vastgelegd.

• 2.

  Het gebruik van de geluidsinstallatie(s) met randapparatuur en overige dienstverlening wordt per plechtigheid vastgelegd.

• 3.

  Bij afwijking of overschrijding van de vastgestelde tijdstippen (meer dan 15 minuten) wordt de extra personeelsinzet eveneens in rekening gebracht.

• 4.

  Uiterlijk om 12.00 uur van de werkdag voorafgaande aan die waarop de dienst in de aula plaatsvindt, dienen een draaiboek en de eventuele muziekkeuze op een voor de geluidsapparatuur geschikte gegevensdrager te zijn aangeleverd.

Artikel 5 Indeling begraafplaatsen, categorieën van graven, asbussen en asverstrooiingen

• 1.

  De particuliere graven op de Noorderbegraafplaats worden onderverdeeld in 2 afdelingen, een 1e en een 2e afdeling. De Huizumerbegraafplaats en de gemeentelijke begraafplaatsen te Grou, Jirnsum, Reduzum, Warten en Wergea kennen alleen een 2e afdeling.

• 2.

  Op de Stadsbegraafplaats wordt niet begraven, worden geen asbussen bijgezet en worden geen graven uitgegeven. Hier kunnen slechts asverstrooiingen plaatsvinden.

• 3.

  Binnen de 2e afdeling op de Noorderbegraafplaats zijn vakken aangewezen voor het uitsluitend begraven van islamieten, kinderen en foetussen, alsmede voor het bijzetten van urnen (in urnengraven en urnenruimten). Ook zijn op deze begraafplaats gedeelten aangewezen voor het verstrooien van as en het plaatsen van grafkelders.

• 4.

  In particuliere graven op de Noorder- en Huizumerbegraafplaats worden maximaal 2 lijken begraven. Alleen op de Noorderbegraafplaats is het in bepaalde vakken mogelijk om in particuliere graven 3 lijken te begraven. In particuliere graven op de begraafplaatsen te Grou, Jirnsum, Reduzum, Warten en Wergea kan één lijk worden begraven.

• 5.

  In alle categorieën particuliere graven kunnen meerdere asbussen worden bijgezet; op deze graven mogen ook urnen worden geplaatst, mits het deksel goed is afgesloten en de urn stevig op de ondergrond is bevestigd.

• 6.

  In de particuliere urnenruimten kunnen maximaal 2 asbussen worden bijgezet.

• 7.

  In of op particuliere graven kunnen meerdere asverstrooiingen plaatsvinden.

Artikel 6 Maatvoering graven

• 1.

  De afmetingen van graven zijn 2 x 1 meter. Uitzondering hierop zijn de graven op enkele gedeelten op de Noorderbegraafplaats –de nieuwe afdeling 01 en afdeling 02 G ged. en H - de maten van graven aldaar zijn 2 x 1,3 meter.

• 2.

  De afmetingen van particuliere kindergraven zijn 1,2 x 0,8 meter. Uitzondering hierop zijn de graven op de oude kinderafdeling van de Noorderbegraafplaats, die zijn 1,2 x 0,7 meter.

• 3.

  De afmetingen van particuliere urnengraven zijn 0,75 x 0,75 meter.

• 4.

  Bij uitgifte van nieuwe grafrechten kan de beheerder een aangepaste maatvoering vaststellen voor zover dat dienstbaar is aan een doelmatig gebruik van de begraafplaats.

Artikel 7 Grafbedekkingen, naamplaatjes, grafkelders

• 1.

  Voor het hebben van een grafkelder is een schriftelijke vergunning nodig van het college.

• 2.

  Voor het hebben van een grafbedekking of van winterharde grafbeplanting, die afwijkt van de in dit uitvoeringsbesluit vermelde voorschriften betreffende maatvoering en/of materiaalgebruik, is een schriftelijke vergunning nodig van het college.

• 3.

  Voor grafbedekking en winterharde grafbeplanting die onder de in dit uitvoeringsbesluit vermelde voorschriften vallen dan wel voor de naamplaatjes als bedoeld in artikel 12 van dit uitvoeringsbesluit geldt dat een voorafgaande melding aan de beheerder vereist is.

• 4.

  De aanvraag dan wel melding voor een grafbedekking, gedenkteken of naamplaatje dient voor zover van toepassing vergezeld te gaan van een werktekening waarop ten minste dienen voor te komen:

  • a.

    een boven-, voor- en zijaanzicht met alle hoogte-, breedte-, dikte- en lengtematen;

  • b.

    de soort en bewerking van de te gebruiken materialen;

  • c.

    de vermelding of de letters en dergelijke ingehakt, opgehakt, van metaal of van ander materiaal zijn;

  • d.

    de aan te brengen tekst.

• 5.

  Naamplaatjes op de gedenkzuilen mogen daarop gedurende 15 jaren aanwezig blijven.

• 6.

  Grafkelders dienen te worden opgebouwd uit deugdelijk materiaal en water- en luchtdicht te worden afgesloten met een betonplaat. Grafkelders kunnen slechts worden aangebracht op die plaatsen waar de graven minimaal 1.30 m uit elkaar liggen. Indien een (enkelvoudige) grafkelder op een andere plaats wordt gewenst, dienen 2 graven naast elkaar te worden uitgegeven. Indien twee grafkelders naast elkaar op een andere plaats worden gewenst, dienen 3 graven naast elkaar te worden uitgegeven. De locatie van de graven en het aantal benodigde graven wordt door de beheerder vastgesteld.

• 7.

  Vergunningen voor grafkelders en grafbedekkingen dan wel toestemmingen tot het hebben van grafbedekkingen worden verleend voor de tijd waarvoor het uitsluitend recht op het graf is verkregen.

• 8.

  Het (doen) plaatsen of het (doen) verwijderen van grafbedekkingen of afsluitplaten is niet toegestaan zonder voorafgaande toestemming van de beheerder; direct na (her)plaatsing dient een digitale foto van de grafbedekking of afsluitplaat te worden verstrekt aan de beheerder; de foto kan worden gestuurd naar begraafplaatsen@leeuwarden.nl.

• 9.

  Het plaatsen van grafkelders of afwijkende gedenktekens zonder vergunning of het aanbrengen van een naamplaatje zonder melding aan de beheerder is niet toegestaan.

• 10.

  Als afsluitplaten op de urnenruimten kunnen uitsluitend dienen de platen die door de beheerder worden verstrekt. Desgewenst kunnen deze in overleg met de beheerder worden voorzien van een door rechthebbende gewenste tekst.

• 11.

  De rechthebbende dient de in dit artikel bedoelde vergunningen dan wel toestemmingen aan te vragen.

Artikel 8 Maatvoering grafbedekkingen, inrichting grafomrandingen

• 1.

  De maximale maten van grafbedekkingen zijn (lengte x breedte x hoogte):

  • a.

    op particuliere graven: 2 x 0,8 x 1 m (op de gedeelten met ruimere grafmaten max. 1 m breed);

  • b.

    op particuliere kindergraven: 1,2 x 0,60 x 0,85 m;

  • c.

    op particuliere urnengraven: 0,75 x 0,75 x 0,75 m of de gehele ruimte binnen de buxushaagjes

  • d.

    (maximaal 0,75 m hoog).

• 2.

  Staande natuurstenen grafbedekkingen voor particuliere graven dienen minimaal 8 cm dik te zijn; voor kinder- en urnengraven is dit 5 cm.

• 3.

  Liggende zerken dienen minimaal 4 cm dik te zijn.

• 4.

  Natuurstenen grafranden dienen minimaal 6 cm hoog en 12 cm breed te zijn; de ruimte binnen de grafrand mag worden opgevuld.

• 5.

  In alle gevallen waar wordt gekozen voor het toepassen van grind, split, stenen, keien en vergelijkbaar materiaal dient het graf te worden afgebakend met grafranden van duurzaam materiaal binnen de maten van het graf.

• 6.

  Op het algemene deel voor foetussen mogen grafstenen worden aangebracht overeenkomstig model en uitvoering als aanwezig op het ‘Monument voor bijzondere kinderen’.

Artikel 9 Plaatsen grafbedekkingen, grafkelders en gedenktekens

• 1.

  Alle grafbedekkingen dienen zodanig te worden geplaatst dat de hoofdeinden op één lijn liggen, tenzij het vanwege het gekozen ontwerp niet redelijk is dit te verlangen; in geval van twijfel beslist de beheerder.

• 2.

  Het (her-)plaatsen en opknappen van grafbedekkingen en het plaatsen, openen en sluiten van grafkelders geschiedt uitsluitend op werkdagen tussen 8.00 en 16.30 uur; slechts met toestemming van de beheerder kan van deze tijd worden afgeweken. Tijdens plechtigheden mogen geen werkzaamheden in de nabijheid plaatsvinden, zulks ter beoordeling van de beheerder.

• 3.

  Op een grafbedekking mag geen reclameteken worden aangebracht.

Artikel 10 Materiaalgebruik grafbedekkingen, afdekplaten urnenkelders en gedenktekens

• 1.

  Voor grafbedekkingen (uitgezonderd beplanting) mogen alleen duurzame materialen worden gebruikt.

• 2.

  Als fundering voor grafbedekkingen (uitgezonderd beplanting) dient een gewapend betonnen fundatie te worden aangebracht met dezelfde lengte en breedte als het monument en met een dikte van minimaal 5 cm. De grafbedekking dient onlosmakelijk te zijn verbonden aan de fundering van gewapend beton. Het gebruik van funderingspalen is niet toegestaan.

• 3.

  Ook bij het gebruik van grind, split, stenen, keien en vergelijkbaar materiaal binnen de grafomranding dient een fundering van gewapend beton te worden aangebracht.

• 4.

  Indien de grafbedekking bestaat uit meerdere onderdelen dan moeten deze deugdelijk aan elkaar verbonden zijn.

• 5.

  Staande grafmonumenten dienen goed verankerd te zijn op een voetstuk, grondplaat of rand en van roestvrijstalen doken van minimaal 10 cm lengte te zijn voorzien; per staande steen dienen minimaal 2 doken te zijn aangebracht.

• 6.

  Met het oog op een deugdelijke constructie kunnen aanvullende eisen worden gesteld.

• 7.

  Voor (winterharde) grafbeplantingen geldt het bepaalde in artikel 13.

Artikel 11 Nadere regels omtrent het openen en sluiten van het graf en grafkelder

• 1.

  Indien bij een begraving gebruik wordt gemaakt van een extra grote lijkkist of van een ander lijkomhulsel dan een kist, dient daarvan gelijktijdig bij de aanvraag voor de begraving kennis te worden gegeven aan de beheerder, onder vermelding van de bijzonderheden met betrekking tot maatvoering en materiaalgebruik. Indien deze bijzonderheden niet tijdig worden doorgegeven en er dientengevolge aanpassingen aan het graf moeten worden verricht, is de beheerder bevoegd deze extra werkzaamheden bij de aanvrager of de uitvaartondernemer in rekening te brengen.

• 2.

  Bij een begraving of bijzetting dient eventueel aanwezige grafbedekking uiterlijk op een door de beheerder te bepalen tijdstip in opdracht en voor rekening van de aanvrager volledig te worden afgevoerd van de begraafplaats.

• 3.

  Bij een begraving of bijzetting in een grafkelder dient het lichten en/of herplaatsen van een deksel van een grafkelder uiterlijk op een door de beheerder te bepalen tijdstip in opdracht en voor rekening van de aanvrager door een professioneel bedrijf te worden uitgevoerd.

Artikel 12 Naamplaatjes op de gedenkzuilen

• 1.

  Op de gedenkzuilen die op de Noorderbegraafplaats aanwezig zijn kunnen met goedkeuring van de beheerder naamplaatjes worden aangebracht. De hoogte van de plaatjes is 5 cm; de positionering van de plaatjes op een van de zuilen op het strooiveld wordt per geval in overleg met de aanvrager vastgesteld door de beheerder.

• 2.

  De plaatjes worden door de beheerder aangebracht en verwijderd.

Artikel 13 Winterharde gewassen, onderhoud beplanting en los materiaal, overige materialen, afval

• 1.

  Het onderhoud aan winterharde gewassen, niet-blijvende beplanting of los materiaal op de graven dient te geschieden door en voor rekening van de rechthebbenden, gebruikers of nabestaanden.

• 2.

  Alle beplanting moet door snoei binnen de vastgestelde maten van de grafbedekking blijven, met een maximale hoogte van 2,00 m. Het planten van bomen is niet toegestaan.

• 3.

  Doodgegane, sterk verwaarloosde of hinderlijke beplanting kan worden verwijderd.

• 4.

  Indien de gekozen grafbeplanting, op het graf geplaatst los materiaal of beschadigingen aan de grafbedekking het normaal onderhoud van de grafsteen onmogelijk maakt, ligt het risico daarvoor bij de rechthebbende van het graf.

• 5.

  Indien de rechthebbende er voor kiest binnen de maten van het graf doch buiten de grafbedekking beplanting aan te brengen (eenjarige planten, bolgewassen e.d.) is dat geheel op eigen risico. Los materiaal of beplating buiten de maatvoering van de grafbedekking is niet toegestaan.

• 6.

  Losse vazen, ongebruikte bloempotten en ander materiaal mag niet achter de grafbedekking worden achtergelaten.

• 7.

  Indien men na de begrafenis linten, siervazen, kransen en dergelijke voorwerpen wil bewaren of wil veiligstellen, dient men dat voorafgaand aan de begrafenis bij de beheerder aan te geven.

• 8.

  Afval dient dezelfde dag te worden afgevoerd.

Artikel 14 Onderhoud grafbedekkingen

De rechthebbende is verplicht de grafbedekking en -beplanting in een goede staat te houden of te brengen, ter beoordeling van de beheerder.

Hieronder wordt verstaan:

• het schoonmaken van de grafbedekking;

• het opnieuw stellen van de grafbedekking bij aanzienlijke verzakking;

• het opnieuw verven van de letters of andere opschriften zodat de tekst weer goed leesbaar is;

• het herstellen en opnieuw vastzetten van losse onderdelen van de grafbedekking;

• het herstellen en opnieuw invoegen van losliggende staande en/of liggende stenen;

• het onkruidvrij houden van het graf;

• het aanvullen van los materiaal;

alles indien en voor zover nodig.

Indien de gemeente thans de onderhoudsplicht van een bestaand graf heeft dan omvat deze alleen de eerste drie hiervoor genoemde punten. Indien een dergelijk graf vol staat met kleine en/of kwetsbare spullen waardoor het te plegen onderhoud wordt belemmerd en de rechthebbende niet bereid is deze spullen weg te halen, dan zal de gemeente niet gehouden zijn het graf te onderhouden.

Artikel 15 Opgraving en ruiming

• 1.

  Voorafgaand aan een opgraving dient de aanvrager een nieuwe lijkkist ter beschikking te stellen. De lijkkist kan op aanvraag en tegen betaling ook door de beheerder ter beschikking worden gesteld. Een opgegraven lijk dient op de dag van opgraving te worden opgehaald.

• 2.

  Bij het ‘schudden’ van een graf kan op verzoek van de aanvrager een lijk- of knekelkist ter beschikking worden gesteld.

Artikel 16 Slotbepalingen

• 1.

  Dit uitvoeringsbesluit treedt in werking gelijktijdig met de Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen Leeuwarden 2018.

• 2.

  Dit besluit kan worden aangehaald als: ‘Uitvoeringsbesluit gemeentelijke begraafplaatsen Leeuwarden 2018’.

• 3.

  Met de inwerkingtreding van dit uitvoeringsbesluit vervalt het Uitvoeringsbesluit begraafplaatsen 2015, vastgesteld op 15 september 2015.