Organisatie | Breda |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Breda houdende nadere regels omtrent handhaving kwaliteit straattaxivervoer Nadere regels handhaving kwaliteit straattaxivervoer Breda 2019 |
Citeertitel | Nadere regels handhaving kwaliteit straattaxivervoer Breda |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
03-05-2019 | nieuwe regeling | 05-02-2019 | 2019-2279 |
Burgemeester en wethouders van Breda;
Overwegende dat de uitvoering van de Verordening Kwaliteitskeurmerk Straattaxivervoer Breda 2018 het noodzakelijk maakt om nadere regels vast te stellen ten aanzien van de verbetering van de kwaliteit van het straattaxivervoer in de opstapmarkt.
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze nader regels wordt verstaan onder:
Artikel 2 Aanvullende aanvraag vereisten Keurmerk Certificaat
De aanvraag voor een Keurmerk wordt vergezeld van de volgende bescheiden/informatie:
Artikel 2a Aanvullende aanvraag vereisten Taxivergunning
De aanvraag voor een taxikeurmerk wordt daarnaast vergezeld van de volgende bescheiden/informatie:
Artikel 3 Toelatingseisen Keurmerk
Om in aanmerking te kunnen komen voor een Keurmerk dient de chauffeur een door het college georganiseerde workshop ‘Stad en Stratenkennis’ (inclusief elementen uit de WP2000, de Verordening en nadere regels) te volgen en de bijbehorende toets met goed gevolg af te leggen. De inhoud van de toets wordt mede bepaald op basis van het bijbehorende hand- en werkboek.
Na een niet met goed resultaat afgelegde workshop of toets zoals bedoeld in lid 1 en 2 van dit artikel wordt maximaal tweemaal een herkansing geboden. Hieraan zijn opnieuw kosten verbonden. Na een driemaal met ongunstig resultaat afgelegde workshop of toets volgt een periode van een half jaar waarin geen workshops of toetsen mogen worden afgelegd.
Artikel 4 Toets eisen Stad- en Stratenkennis
Het doel van de workshop en de toets ‘Stad- en Stratenkennis’ is om de aanvrager van het Keurmerk te scholen in stad en stratenkennis van Breda (theorie), het kwaliteitshandvest (kwaliteitsregels), de landelijke taxiwetgeving en de lokale taxiregelgeving waardoor de houder van het Keurmerk in Breda beschikt over basiskennis van de Bredase taxiregels en in staat is om ook zonder navigatiesysteem klanten op de meest voordelige wijze naar de bestemming te brengen.
De vrijstelling vervalt in het geval de houder van het Keurmerk tot drie maal toe het Kwaliteitshandvest (gedragsregels, normen en waarden) heeft geschonden. In dat geval is de houder van het Keurmerk alsnog verplicht om binnen 6 maanden te voldoen aan het bepaalde in artikel 3, tweede lid van de nadere regels. Na voldoening daarvan voldoet de chauffeur opnieuw aan de vereisten. Een schending van het Kwaliteitshandvest / de kwaliteitsregels blijft tot twee jaar na dato van kracht.
Chauffeurs die een Keurmerk aanvragen en in loondienst werken voor een loondienstbedrijf dat beschikt over een landelijk TX keur, kunnen in aanmerking komen voor een vrijstelling van de workshop en toets ‘Stad en stratenkennis’ onder de voorwaarde dat vooraf schriftelijk door TX Keur aangetoond wordt dat de desbetreffende chauffeur niet langer dan 2 jaar voorafgaand aan de aanvraag voor het Keurmerk een toets Bredase stratenkennis met goed gevolg heeft afgelegd.
De kosten voor het in behandeling nemen van de aanvraag van het Keurmerk, het bijwonen en volgen van de in artikel 3 genoemde workshop(s) / toets(en) en de bijbehorende kosten voor het werkboek en het taxikeurmerkcertificaat (inclusief de administratiekosten) bedragen per chauffeur totaal 140 euro (ex btw).
Alle bij het taxikeurmerk Breda aangesloten chauffeurs zijn verplicht een maandelijkse kwaliteitsbijdrage te betalen van 15 euro per chauffeur om het keurmerksysteem in stand te houden. Voor (middel)grotere taxibedrijven met chauffeurs in loondienst zijn er staffel kortingen beschikbaar omdat die al in ruime mate een bijdrage leveren aan het kwaliteit systeem. Zie hiervoor artikel 10 van de nadere regels.
Artikel 8 Kwaliteitsregels waar houder Keurmerk zich aan dient te houden
Levende dieren mogen worden meegevoerd in een gemakkelijk draagbare mand, tas of een dergelijk voorwerp welke kan worden neergezet of op schoot gehouden. Honden mogen evenwel ook op andere wijze worden meegevoerd, mits kort aangelijnd. Voornoemde dieren mogen niet worden meegenomen, indien deze op enigerlei wijze voor de reiziger of voor de bestuurder lastig of hinderlijk kunnen zijn of lijden aan een ernstige ziekte.
Hulphonden, zoals blindengeleidehonden dienen onder alle omstandigheden te worden meegenomen. Indien een Bestuurder allergisch is, dient hij/zij binnen 15 minuten voor vervangend vervoer te zorgen.
is verplicht om, conform artikel 73 van het Besluit Personenvervoer en artikel 1c van de Ministeriële Regeling Maximumtarief en Bekendmaking tarieven taxivervoer, de klant (de Reiziger) een automatisch gegenereerd schriftelijk ritbewijs aan te bieden waarop tenminste de in genoemd artikel 1c voorgeschreven gegevens staan, zoals de ritprijs en daarbij toegepaste tarieven, de gereden afstand, naam, adres en nummer vergunning van het bedrijf, kenteken voertuig, datum en begin- en eindtijdstip van de rit;
Artikel 10 Hoogte kwaliteitsbijdragen voor taxibedrijven
Voor loondienstbedrijven die beschikken over het landelijke TX-keur en die meer dan vijf chauffeurs in dienst hebben en tevens meer dan vijf chauffeurs in aanmerking willen laten komen voor het Keurmerk wordt een staffel vastgesteld ten aanzien van de verplichte maandelijkse kwaliteitsbijdragen aan de stichting volgens onderstaand schema.
Artikel 11 Meldingen en constateringen
De melding dient schriftelijk te gebeuren, op papier of per mail, onder vermelding van de naam en contactgegevens van de indiener (m/v) en zoveel mogelijk andere relevante gegevens van de situatie. De Stichting Kwaliteitstaxi Breda is gemachtigd om deze meldingen in ontvangst te nemen namens het college.
Bevindingen van de in opdracht van of namens het college uitgevoerde mystery-guest onderzoeken worden tevens aangemerkt als meldingen en constateringen. Voor zover deze meldingen en constateringen onder te brengen zijn bij elementen uit het Kwaliteitshandvest, tellen deze mee als schendingen van het Kwaliteitshandvest conform het bepaalde in artikel 5.
Artikel 12 Onvoorziene omstandigheden
In alle gevallen waarin deze nadere regels niet voorzien, beslist het college.
Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van Burgemeester en wethouders van Breda van 5 februari 2019
, Burgemeester
, Secretaris,
De objectieve certificering en monitoring van de kwaliteit vraagt om specifieke kennis van de taxibranche. Er zijn weinig onafhankelijke bedrijven en organisaties die deze kennis beschikbaar hebben. Gelet op de relatief kleine doelgroep in de Bredase opstapmarkt is 'het in huis' organiseren van deze kennis kostbaar en niet effectief. Om die reden maakt de gemeente gebruik van een op te richten Stichting Kwaliteitstaxi Breda, de SKB, die in opdracht van burgemeester en wethouders kwaliteitsbeleid inzake taxivervoer binnen die kaders uitvoert, op basis van de door de gemeenteraad op 25 oktober 2018 vastgestelde taxiverordening.
De SKB draagt door het inschakelen van deskundige en door de gemeente erkende trainers op een verantwoorde manier zorg voor de verplichte certificeringsonderdelen. Wanneer de chauffeur aantoont op een onderdeel van de vereisten te voldoen, kan vrijstelling voor het betreffende onderdelen worden verleend.
Handhaving vormt het sluitstuk van de regelgeving, en is onontbeerlijk. De monitoring en sanctionering zijn gericht op het handhaven en bevorderen van de kwaliteit van dienstverlening door chauffeurs. De handhaving door gemeente en aangewezen toezichthouders is gericht op het bevorderen van het naleefgedrag door taxichauffeurs. Concrete handhavingsmaatregelen en sancties worden beschreven in een ander kader (de handhavingsmatrix), niet in voorliggende Nadere Regels.
Artikel 3 lid 2 en artikel 5Workshop “Houding en gedrag” en vrijstelling
De essentie van dit artikel is dat chauffeurs die tot driemaal de kwaliteits- / gedragsregels hebben overtreden, verplicht zijn alsnog een workshop (in de taxiverordening “opleiding” genoemd) “Houding en gedrag” te gaan volgen. Het KTB-keurmerkcertificaat en de KTB-vergunning behouden in deze situatie hun geldigheid.
Uitvoering hiervan geschiedt door de Stichting Kwaliteitstaxi Breda. Strafrechtelijke overtredingen van chauffeurs en daarmee gepaard gaande sancties, boetes e.d. zijn niet van toepassing op dit artikel.
Voor de workshop “Houding en gedrag” wordt vooraf een generieke en voorwaardelijk vrijstelling verleend zoals omschreven in artikel 5.
Artikel 7Herkenbaarheid van het voertuig
Op grond van de Wet Personenvervoer mag de gemeente eisen stellen aan de herkenbaarheid van het voertuig en de gemeente Breda doet dit dan ook in de vorm van een gespecificeerd taxi-daklicht. Het is een goede manier om de taxichauffeur uit de anonimiteit te proberen te halen: voor zowel de gemeente, de handhavers als de klanten.
De herkenbaarheid is voor de consument belangrijk om bij aanvang van de rit te kunnen zien dat de chauffeur over een KTB-vergunning beschikt en dat de klant derhalve uit mag gaan van een bepaalde vervoerskwaliteit. Daarnaast is er een uniek nummer -- gekoppeld aan de KTB-vergunning en duidelijk zichtbaar op het voertuig -- dat voor de klant van belang om is naderhand gericht een klacht te kunnen indienen als dit aan de orde is.
Het is om praktische redenen pas mogelijk om dit in te voeren per 1 oktober 2019: er moet rekening worden gehouden met voorbereidings- en ‘incubatie’-tijd. E.e.a. vergt namelijk ook nadere afstemming met de taxibranche (over uitvoeringsaspecten) en de handhavingsinstanties (optimale herkenbaarheid).
In dit artikel zijn gedragsregels opgenomen die minimaal passen bij een professionele en gastvrije dienstverlening voor taxichauffeurs. Deze gedragsregels zijn zorgvuldig opgesteld met gebruikmaking van diverse informatiebronnen, incl. informatie vanuit eerder overleg met de Bredase taxibranche.
Deze gedragsregels zijn apart vastgelegd in een kwaliteitshandvest. Door ondertekening van dat kwaliteitshandvest verklaart de chauffeur expliciet hiervan kennis genomen te hebben en hiernaar te handelen.
Het betreft geen uitputtend overzicht van gedragsregels, maar kan in samenspraak met de taxibranche aangepast en aangevuld worden als ontwikkelingen dat nodig maken.
Artikel 10 lid 1 Hoogte kwaliteitsbijdragen voor grote taxibedrijven met TX keur (staffel)
Taxiondernemingen die beschikken over landelijk TX-keur en met chauffeurs in loondienst die tevens meer dan 5 chauffeurs in aanmerking willen laten komen voor het KTB-keurmerkcertificaat en de KTB-vergunning, krijgen een staffelkorting op de verplichte maandelijkse kwaliteitsbijdragen per chauffeur te voldoen aan de stichting SKB, waarmee de totale kosten voor participatie aan genoemd keurmerkcertificaat en vergunning te overzien blijven. Het landelijke TX-keur zorgt tevens voor een bepaalde kwaliteit, zij het dat deze anders gedefinieerd is dan bij het KTB-keurmerkcertificaat. De stichting (SKB) is verantwoordelijk voor een correcte uitvoering van deze bepaling.
Artikelen 11 Meldingen en constateringen
Een adequate informatie-uitwisseling tussen handhavende diensten is van groot belang voor een zorgvuldige uitvoering en handhaving van het beleid. Het is voor de gemeente van belang om te beschikken over actuele informatie over gecertificeerde chauffeurs.
Behoudens wettelijke beperkingen (Politiewet 2012, algemene verordening gegevensbescherming) wordt enkel informatie uitgewisseld die het belang van handhaving van de Verordening en deze uitvoeringsregels. Daartoe worden afspraken met de handhavingspartners (politie, Inspectie Leefomgeving & Transport) vastgelegd voorzover noodzakelijk.
Overtreding van een aantal verplichtingen in artikel 4 van deze regels is voor geüniformeerde handhavers nauwelijks te controleren. Dergelijke overtredingen vinden plaats in de interactie tussen taxichauffeur en klant. Daarom worden periodiek mystery guest onderzoeken uitgevoerd. De constateringen van deze mystery guests zijn van belang voor de monitoring van de kwaliteit van het taxivervoer, en kunnen leiden tot dossieropbouw en daarmee meer gerichte waarnemingen en controles door handhavers op straat. Ook kunnen deze constateringen leiden tot dossieropbouw inzake het gestelde onder de workshop en vrijstelling “Houding en gedrag”.
****************************************************************************************.