Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Krimpen aan den IJssel

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Krimpen aan den IJssel houdende regels omtrent het terrassenbeleid

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieKrimpen aan den IJssel
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBesluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Krimpen aan den IJssel houdende regels omtrent het terrassenbeleid
CiteertitelTerrassenbeleid van de gemeente Krimpen aan den IJssel
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

02-05-2019nieuwe regeling

23-04-2019

gmb-2019-103452

Tekst van de regeling

Intitulé

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Krimpen aan den IJssel houdende regels omtrent het terrassenbeleid

Inleiding

 

Terrassen kunnen aantrekkelijk zijn voor de bedrijfsvoering van horecaondernemers, een verlevendiging van het straatbeeld vormen en bijdragen aan de aantrekkelijkheid van de openbare ruimte. Daar staat tegenover dat terrassen voor geluidsoverlast kunnen zorgen, het (voetgangers)verkeer kunnen hinderen en door hun vormgeving de beeldkwaliteit van de omgeving kunnen beïnvloeden. De gemeente Krimpen aan den IJssel heeft daarom regels opgesteld voor terrassen, zodat de openbare ruimte aantrekkelijk blijft, zijn openbare karakter behoudt en hinder en overlast zoveel mogelijk worden voorkomen.

 

Om een zeker kwaliteitsniveau van de openbare ruimte en het leefklimaat te garanderen worden in dit beleidsdocument regels vastgelegd waarbinnen horecaondernemers een terras in de openbare ruimte kunnen exploiteren. Hierbij valt te denken aan regels met betrekking tot de inrichting van een terras (meubilair, terrasschermen e.d.), maar ook regels over bijvoorbeeld geluid en openingstijden.

 

Daarnaast gaan we in dit beleidsdocument in op de voorwaarden, die worden gesteld aan de verkrijging van een terrasvergunning en een huurovereenkomst voor de terrasruimte.

1. Aanleiding opstellen beleid

 

De aanleiding voor het opstellen van dit beleid is enerzijds het feit dat er nog niet eerder beleidsregels zijn vastgesteld voor terrassen in Krimpen aan den IJssel. Anderzijds is de aanleiding geweest dat horecaondernemers onder meer hebben gevraagd of zij vaste in plaats van verplaatsbare terrasschotten mochten neerzetten en de mogelijkheid om gevelzitjes te creëren.

 

Door dit beleidsdocument wordt getracht duidelijkheid en zekerheid te scheppen over wat wel en niet is toegestaan bij terrassen en gevelzitjes. Alle regels hierover staan nu bij elkaar in één document. 

2. Begripsomschrijving

 

Beheerder: natuurlijke persoon die de onmiddellijke feitelijke leiding uitoefent in de

inrichting of het bedrijf;

 

Exploitant: natuurlijke persoon of rechtspersoon, voor wiens rekening en risico de inrichting wordt gedreven, en de bestuurders van de rechtspersoon of hun gevolmachtigden, met uitzondering van de bestuurders van een rechtspersoon als bedoeld in artikel 4 Drank- en Horecawet;

 

Gevelzitje: het zitje bevindt zich voor de gevel van een horeca-inrichting en kan bestaan uit een of meer bankjes of stoeltjes met een maximale diepte van 1 meter.

 

(Openbare) inrichting: een hotel, restaurant, pension, café, cafetaria, snackbar, discotheek, Buurthuis, clubhuis of elke andere voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was logies wordt verstrekt of dranken worden geschonken of rookwaren of spijzen voor directe consumptie ter plaatse worden verstrekt of bereid; tevens een buiten de besloten ruimte van de openbare inrichting liggend deel daarvan waar sta- of zitgelegenheid kan worden geboden en waar tegen vergoeding dranken kunnen worden geschonken of spijzen voor directe consumptie ter plaatse kunnen worden bereid of verstrekt.

 

Terras: een buiten de besloten ruimte van de openbare inrichting liggend deel daarvan, waar sta- of zitgelegenheid kan worden geboden en waar tegen vergoeding dranken kunnen worden geschonken of spijzen voor directe consumptie ter plaatse kunnen worden verstrekt.

 

Terrasmeubilair: stoelen, banken, tafels, parasols, terrasschotten / -afscheidingen, andere objecten; waaronder reclame- of menuborden, plantenbakken en alle overige objecten die op het terras geplaatst zijn ten dienste van het terras en/of het overige deel van de inrichting. Terrasschotten - afscheidingen zijn toegestaan tot een bouwhoogte van maximaal 2 meter, met dien verstande dat het deel boven een bouwhoogte van 1 meter transparant dient te worden uitgevoerd.

 

Terrasseizoen: termijn waarbinnen een terras mag worden geëxploiteerd, mocht de exploitant of beheerder ervoor kiezen niet het gehele jaar het terras geopend te hebben. Het seizoen loopt dan van 1 april tot en met 30 september.

 

Vergunning: exploitatievergunning voor het exploiteren van een terras bij een openbare inrichting op grond van artikel 2.28 van de APV van de gemeente Krimpen aan den IJssel.

3. Juridische grondslag

 

De regels in dit document komen voort uit de volgende juridische documenten:

3.1 De APV

In de APV van de gemeente Krimpen aan den IJssel is in artikel 2:10 lid 3 bepaald dat het college nadere regels kan stellen in belang van de openbare orde ten aanzien van o.a. terrassen.

 

Volgens artikel 2:28 lid 9 van de APV wordt een terras geweigerd:

  • a.

    indien het beoogde gebruik schade toebrengt aan de weg dan wel gevaar oplevert voor de bruikbaarheid van de weg of voor het doelmatig en veilig gebruik daarvan;

  • b.

    indien dat gebruik een belemmering kan worden voor het doelmatig beheer en onderhoud van de weg;

  • c.

    indien het gebruik afbreuk doet aan andere publieke functies van openbare ruimte, inclusief de bescherming van het uiterlijk aanzien daarvan.

Op de specifieke voorwaarden wordt in hoofdstuk 4 ingegaan.

3.2 Omgevingsvergunning

Wanneer een onderdeel van een terras omschreven kan worden als een bouwwerk, kan er naast een exploitatievergunning ook een omgevingsvergunning vereist zijn. Dit is wanneer er sprake is van een terrasafscheiding hoger dan 1 meter. Er dient een omgevingsvergunning voor te worden aangevraagd. Plannen worden dan getoetst aan onder andere het bestemmingsplan en de welstandsnota. Hieronder kunnen onder andere terrasschermen, zonneschermen en parasols met een vaste verankering in de bestrating vallen.

3.3 Bestemmingsplan

Het bestemmingsplan is ook een grondslag voor het wel of niet toestaan van een terras. Dit is afhankelijk van de bestemming die de grond heeft. Op de plaatsen waar het bestemmingsplan het toestaat is het mogelijk om een terras te plaatsen.

 

3.3.1 Veeg-bestemmingsplannen

 

Terrassen

In de veeg-bestemmingsplannen ‘Kortland’ en ‘Langeland’ zijn terrassen op bepaalde plekken in de gemeente en onder bepaalde voorwaarden toegestaan. Omdat terrassen veelal op gemeentegrond worden geplaatst, heeft de gemeente zelf in de hand waar, hoe groot en onder welke condities terrassen worden toegestaan. Terrasafscheidingen zijn toegestaan tot een bouwhoogte van maximaal 2 meter, met dien verstande dat het deel van de afscheiding boven 1 meter transparant dient te worden uitgevoerd.

3.4 Welstandsnota

In de huidige welstandsnota wordt het volgende bepaald over terrassen:

 

“Terrassen zijn sfeerbepalend en hebben daardoor grote invloed op de uitstraling van een stad of dorp. Goed ingerichte terrassen vormen een verlevendiging van het straatbeeld en dragen bij aan de aantrekkelijkheid van de openbare ruimte. Daar staat tegenover dat terrassen voor geluidsoverlast kunnen zorgen, het verkeer kunnen hinderen en door hun

vormgeving de beeldkwaliteit kunnen verminderen. Daarnaast kunnen door het gebruik van het voor hen bestemde gedeelte van de openbare weg door voetgangers, rolstoelgebruikers en mensen met kinderwagens in het nauw komen. Vaak moeten zij uitwijken naar de rijbaan,

wat gevaarlijke situaties kan opleveren. Ook de bereikbaarheid voor hulpdiensten, zoals ambulance en brandweer, moet te allen tijde zijn gewaarborgd. Zij moeten een wettelijk ongehinderde doorgang hebben van 3,5 meter.”

 

Algemene criteria

  • -

    De schotten en het terrasmeubilair dienen van goede kwaliteit te zijn en ze moeten goed worden onderhouden, zodat het terras een nette uitstraling heeft.

  • -

    De voorzijde van het terras moet een open aanzicht geven.

  • -

    Terrasschotten van hoger dan 1 meter mogen tot 1 meter hoogte dicht zijn, daarboven moeten ze doorzichtig zijn (bijv. doorzichtig glas). Hierbij moeten de regels van het bestemmingsplan in acht worden genomen.

  • -

    Er moet voldoende loopruimte overblijven in het openbaar gebied bij het terras en het terras mag een goede doorstroming van voetgangers, rolstoelgebruikers, voetgangers met kinderwagens en overige daarmee gelijk te stellen gebruikers, verzorgend en bevoorradend

  • -

    Het terras mag het verkeer en calamiteitenverkeer niet hinderen.

  • -

    Het terras mag geen onevenredige hinder of overlast veroorzaken. Hierbij gaat het om de volgende vormen van hinder of overlast:

    • geluidhinder voor bewoners in de omgeving;

    • belemmering van winkelend publiek en overige gebruikers van de weg;

    • belemmering van de toegang tot woningen en andere gebouwen;

    • belemmering van de toegang tot etalages van winkels;

    • belemmering van de (nood)uitgangen van een horecapand waartoe het terras behoort;

    • belemmering van in- en uitgangen van boven- of naastliggende woon- of winkelpanden.

  • -

    Het terras mag het beheer en onderhoud van de weg niet belemmeren. Daarom mag de grond niet worden bedekt met bijvoorbeeld vlonders.

  • -

    Objecten (buffetkar, menubord, planten, etc) bevinden zich altijd op het terras en niet buiten de vergunde of gemelde afmeting.

  • -

    Indien er sprake is van een onwenselijke situatie kan het college van Burgemeester en Wethouders toepassing geven aan de excessenregeling op grond van de geldende welstandsnota.

  • -

    Fluorescerende kleuren in de terrasschotten zijn niet toegestaan.

Indien de huidige welstandsnota wordt aangepast / vervangen door een nieuwe welstandsnota dan gelden de criteria van de welstandsnota die op dat moment van kracht is.

4. Exploitatievergunning

 

Bepalend voor de vergunningplicht voor een terras is, of een terras bedrijfsmatig wordt geëxploiteerd. Het maakt daarbij niet uit of een terras op het eigen terrein is gesitueerd of op gemeentegrond. Als het terras voor het publiek toegankelijk is, is er een vergunning nodig. Dat geldt eveneens voor terrassen aan de achterzijde van het perceel en terrassen die op afgesloten terreinen liggen. Het terras valt dan onder de exploitatievergunning.

 

Als er een exploitatievergunning wordt verleend, wordt daarin (indien van toepassing) ook melding gemaakt van het exploiteren van een terras.

 

  • Het hierboven beschreven terras is toegestaan met inachtneming van de onderstaande voorschriften:

  • de aanwezigheid van het terras mag in geen geval mens, dier en/of goederen in gevaar brengen;

  • het terras mag in gebruik zijn van 07.00 uur tot 23.00 uur;

  • mechanisch of elektrisch versterkte muziek of live muziek is niet toegestaan op het terras;

  • buitenverkooppunten en buitenbars zijn op het terras niet toegestaan;

  • de eventuele aanwezige brandkranen, brandputten en andere ondergrondse infrastructuur, riolering, energiedragers, waterleidingen e.d. moeten te allen tijde bereikbaar blijven;

  • het is niet toegestaan wijzigingen of aanpassingen in bestrating aan te brengen, vlonders, schotten of terraselementen aan bomen, beplanting of straatmeubilair te bevestigen;

  • als langere van het terras geen gebruik wordt gemaakt moeten het terrasmeubilair en de terrasschotten worden verwijderd of ten minste zodanig te worden geplaatst dat de weg zoveel mogelijk wordt vrijgemaakt;

  • indien er sprake is van een onwenselijke situatie kan het college van burgemeester en wethouders toepassing geven aan de excessenregeling op grond van de geldende welstandsnota;

  • op of in de onmiddellijke nabijheid van het terras moeten een of meerdere afvalbakken worden geplaatst, deze afvalbakken moeten tijdig worden geleegd;

  • het terras en het omliggende terrein moeten iedere dag na sluitingstijd schoon worden achtergelaten;

  • in verband met uitvoering van openbare werken moet een terras op eerste aanzegging van het daartoe bevoegde gezag worden verwijderd.

Deze voorschriften worden ook in de vergunning opgenomen. 

5. Privaatrechtelijke zaken

 

Nadat een aanvraag voor een terras is ingediend, wordt beoordeeld of deze kan worden toegekend. Een exploitant/horecaondernemer kan zowel te maken krijgen met een exploitatievergunning voor zijn inrichting en terras als een huurovereenkomst voor de grond onder het terras, indien die grond bij de gemeente in eigendom is.

 

Komt het terras namelijk op gemeentegrond te liggen, dan volgt er een beoordeling of de uitgifte wel of niet mogelijk is. Blijkt dit mogelijk te zijn, dan wordt er een huurovereenkomst voor de grond onder het terras afgesloten en kan in de exploitatievergunning een passage worden opgenomen over het terras.

5.1 Beoordeling en huurovereenkomst

Als de exploitant een terras wil realiseren op gemeentegrond en de aanvraag wordt toegekend, dan wordt er ook een huurovereenkomst voor die grond aangegaan.

 

Allereerst wordt echter gekeken of de aanvraag om aanleg van een terras op gemeentegrond kan worden gehonoreerd. Dit gebeurt aan de hand van de volgende criteria:

 

  • 1.

    De aanwezigheid van kabels en leidingen, die een eventuele grondverhuur kunnen belemmeren.

  • 2.

    Er wordt gekeken of de grond (in de toekomst) nodig is voor een herstratingsproject.

  • 3.

    Indien het om een groenstrook gaat, wordt gekeken naar de groenfunctie en de groenstatus (1e, 2e of 3e orde). Zie hiervoor in bijlage 2 de voorwaarden uit het beleid uitgifte gemeentegrond en in gebruik genomen gemeentegronden.

  • 4.

    De verkeersveiligheid wordt negatief beïnvloed door uitgifte van de grond.

  • 5.

    De sociale veiligheid en de leefbaarheid van een wijk of straat worden negatief beïnvloed door uitgifte van de grond.

  • 6.

    De grond heeft een duidelijk openbaar karakter, bijvoorbeeld als de wijk destijds zo door de architect is ontworpen.

  • 7.

    Het beoogde gebruik/de bouwplannen past/passen niet binnen het bestemmingsplan.

  • 8.

    Het belang/de privacy van omwonenden wordt aangetast door uitgifte van de grond.

  • 9.

    Er blijft een te smalle strook openbare ruimte over voor passanten.

Bij een positieve uitkomst van de beoordeling wordt aan het Ingenieursbureau Krimpenerwaard (IBKW) gevraagd om een tekening op te stellen en het aantal vierkante meters te berekenen.

 

De huurprijs bedraagt € 46,54 per m² per jaar voor het jaar 2019. Deze prijs is gerelateerd aan het marktgeld en wordt jaarlijks verhoogd.

 

Een voorbeeld van een terrasovereenkomst is opgenomen in bijlage 2.

5.2 Extra voorwaarden terras op gemeentegrond

Na een positieve beoordeling door de gemeente wordt bij de bepaling van de afmetingen van het terras en de ligging rekening gehouden met de volgende aanvullende voorwaarden/bepalingen, waaronder ook specifieke bepalingen met betrekking tot vaste terrasschotten:

 

  • Gebruik, beheer en onderhoud van de openbare weg (inclusief kabels en leidingen) blijven zonder meer mogelijk.

  • Nooduitgangen, brandtrappen en brandkranen worden vrijgehouden van obstakels.

  • De eventuele aanwezige brandkranen, brandputten en andere ondergrondse infrastructuur, riolering, energiedragers, waterleidingen e.d. moeten te allen tijde bereikbaar blijven.

  • Passanten en gebruikers van in de nabijheid gelegen panden worden niet gehinderd.

  • Vlonders zijn niet toegestaan, tenzij dit aantoonbaar noodzakelijk is in verband met de ongelijkheid of helling van de openbare ruimte.

  • De afmeting is onder meer afhankelijk van de mogelijkheden en beperkingen van de situatie ter plaatse, waarbij onder andere moet worden gedacht aan de verkeersveiligheid en bereikbaarheid van buurpanden.

  • Terrassen worden voor de gevel(s) van het betreffende pand geplaatst, dus niet voor de gevel van een ander pand.

  • Een tussenpad vrijhouden voor de verkeersdoorstroming kan noodzakelijk zijn.

  • Op trottoirs blijft er een obstakelvrije doorloopruimte behouden van 1.80 meter.

  • Voor een terras moet minimaal 4,5 meter vrije doorgang overblijven voor hulpdiensten.

  • Als de exploitant een terras met vaste schotten wil (dus schotten die aan de grond bevestigd worden), wordt de huurovereenkomst hierop aangepast naar een overeenkomst voor één jaar, waarna deze kan worden verlengd. De huurprijs wordt daarop ook aangepast.

  • Wil de exploitant een terras met verwijderbare schotten (dus schotten die niet aan de grond bevestigd worden), dan kan hij kiezen voor een terrasseizoen van een heel jaar (zoals onder 1.), maar hij kan ook kiezen voor een terrasseizoen, dat loopt van 1 april tot en met 30 september. Na deze periode dient het terrasmeubilair, de terrasschotten en overige materialen verwijderd te worden en mag er geen gebruik meer worden gemaakt van het terras.

  • De schotten en het terrasmeubilair dienen van goede kwaliteit te zijn en ze moeten goed worden onderhouden, zodat het terras een nette uitstraling heeft.

  • Aan de voorzijde van het terras mogen geen schotten worden geplaatst om een open aanzicht te geven. De schotten aan de voorzijde van het terras mogen niet hoger zijn dan 1 meter.

  • Terrasschotten van hoger dan 1 meter mogen tot 1 meter hoogte dicht zijn, daarboven moeten ze doorzichtig zijn (bijv. doorzichtig glas). Hierbij moeten de regels van het geldende bestemmingsplan en de geldende welstandsnota in acht worden genomen.

  • Er moet voldoende loopruimte overblijven in het openbaar gebied bij het terras en het terras mag een goede doorstroming van voetgangers, rolstoelgebruikers, voetgangers met kinderwagens en overige daarmee gelijk te stellen gebruikers, verzorgend en bevoorradend verkeer en calamiteitenverkeer niet hinderen.

  • Indien het terrasmeubilair, tijdens de uren dat het terras niet wordt geëxploiteerd, buitenstaat, dient dit deugdelijk te zijn opgestapeld en/of te zijn verankerd.

  • Zonwering: Maximaal mag 80% van het terras overdekt zijn. Wanneer meer dan dit percentage overdekt wordt met parasols, gaat het teveel op een overkapping lijken en die zijn niet toegestaan. De (openbare) ruimte moet zo transparant mogelijk blijven. Parasols moeten kunnen worden ingeklapt;

  • Vanwege het plaatsgebonden karakter van parasols met vaste verankering in de bestrating is hier een omgevingsvergunning voor nodig. 

6. Gevelzitplaatsen

 

Het is ook wenselijk om naast de regels voor een volledig terras, regels te formuleren voor gevelzitplaatsen.

6.1 Wat zijn gevelzitplaatsen?

Een gevelzitplaats bevindt zich voor de gevel van een horeca-inrichting en kan bestaan uit een of meer bankjes of stoeltjes.

6.2 Achtergrond en regeling gevelzitplaatsen

Het toestaan van een gevelzitplaats is vergelijkbaar met het uitstallen van goederen bij een winkel en het is daarom niet bezwaarlijk dat we de regeling, zoals die in Rotterdam is vastgesteld, volgen. Een horecaondernemer kan dus met inachtneming van de voorschriften, zoals opgenomen in paragraaf 3 van dit hoofdstuk, tegen de gevel van de inrichting een bankje of stoeltjes voor klanten plaatsen.

6.3 Regels gevelzitplaatsen

Het plaatsen van een bankje of stoeltjes voor de gevel van een horeca-inrichting is officieel niet toegestaan. De gemeente Krimpen aan den IJssel wil het echter mogelijk maken voor horecaondernemers om een vergunningvrije gevelzitplaats neer te zetten.

 

Hieraan worden de volgende voorwaarden verbonden:

  • -

    de uitstalling van de zitplaatsen reikt niet verder dan de breedte van de gevel (aan de voorzijde) van de inrichting;

  • -

    op de stoep (breedte van de gevel van de inrichting) dient een obstakelvrije ruimte gewaarborgd te blijven van 1.80 meter;

  • -

    de uitstalling van de zitplaatsen beslaat maximaal een ‘diepte’ van 1 meter, gerekend vanaf de gevel van de inrichting;

  • -

    de uitstalling wordt conform de winkeltijdenwet na 22.00 uur niet meer gebruikt en wordt door de horecaondernemer verwijderd en in de inrichting opgeslagen.

  • -

    er mogen geen tafeltjes worden geplaatst.

  • -

    Indien men een terras aansluitend aan de gevel wenst, dan moet de daarvoor bestemde procedure worden gevolgd.

  • -

    het gebruik moete passen binnen het geldende bestemmingsplan.

7. Inwerkingtreding en overgangsbepaling

 

Een bestaand gevestigd horecabedrijf met een geldige terrasvergunning op het moment van

inwerkingtreding van dit beleid heeft het recht op voortzetting van de exploitatie van dat terras voor de duur van de geldigheid van de vergunning.

 

Vanaf het moment dat dit (nieuwe) beleid is vastgesteld en volgens de daartoe geldende regels is gepubliceerd en dus in werking is getreden, zijn deze (nieuwe) regels van toepassing voor aanvragen voor terrasvergunningen of verlengingen van bestaande en/of wijzigingen van (aflopende) terrasvergunningen.

Bijlagen

  • 1.

    artikel 2.28 van de APV

 

Artikel 2:28 Exploitatie openbare inrichting

  • 1.

    Het is verboden een openbare inrichting te exploiteren zonder vergunning van de burgemeester.

  • 2.

    De burgemeester weigert de vergunning indien:

    • a.

      de exploitatie van de openbare inrichting in strijd is met een geldend bestemmingsplan, beheersverordening, exploitatieplan of voorbereidingsbesluit;

    • b.

      de exploitant of de beheerder onder curatele staat;

    • c.

      de exploitant of de beheerder van de inrichting is ontzet uit de ouderlijke macht of voogdij;

    • d.

      de exploitant of de beheerder van de inrichting niet de leeftijd van achttien jaar heeft bereikt;

    • e.

      de exploitant of de beheerder van de inrichting in enig opzicht van slecht levensgedrag is.

  • 3.

    Een exploitatievergunning wordt afgegeven voor een periode van vijf jaar, tenzij in de exploitatievergunning anders is vermeld;

  • 4.

    Een afschrift van de exploitatievergunning is in de inrichting aanwezig.

  • 5.

    In afwijking van het bepaalde in artikel 1:8 kan de burgemeester de vergunning geheel of gedeeltelijk weigeren, tijdelijk of voor onbepaalde tijd geheel of gedeeltelijk intrekken, tijdelijk opschorten of wijzigen, indien naar zijn oordeel moet worden aangenomen;

    • a.

      naar zijn oordeel de openbare orde gevaar loopt of het woon- of leefklimaat in de omgeving van de inrichting door de aanwezigheid van de inrichting nadelig wordt beïnvloed;

    • b.

      aannemelijk is dat de exploitant of beheerder betrokken is, of hem ernstige nalatigheid kan worden verweten bij activiteiten in of vanuit de inrichting, die gevaar kunnen veroorzaken voor de openbare orde of een bedreiging vormen voor het woon- of leefklimaat in de omgeving van de inrichting,;

    • c.

      de exploitant of beheerder strafbare feiten pleegt in de inrichting, dan wel toestaat of gedoogt dat in zijn inrichting strafbare feiten worden gepleegd,

    • d.

      de exploitant of de beheerder zich schuldig maakt aan discriminatie;

    • e.

      zich in of vanuit de inrichting anderszins feiten hebben voorgedaan die de vrees wettigen dat het geopend blijven van de inrichting gevaar kan veroorzaken voor de openbare orde of een bedreiging vormt voor het woon- of leefklimaat in de omgeving van de inrichting,

    • f.

      er sprake is van een gewijzigde exploitatie, met uitzondering van een wijziging in het beheer als bedoeld in artikel 2:30c, tweede lid, of een wijziging in de exploitant, waarvoor geen nieuwe exploitatievergunning is aangevraagd;

    • g.

      de exploitant of beheerder in enig opzicht van slecht levensgedrag is;

    • h.

      er aanwijzingen zijn dat in de openbare inrichting personen werkzaam zijn of zullen zijn in strijd met het bij of krachtens de Wet arbeid Vreemdelingen of Vreemdelingenwet 2000 bepaalde.

    • i.

      de exploitant of de beheerder het bij of krachtens de bepalingen in deze paragraaf, dan wel de voorschriften behorende bij de vergunning, overtreedt;

  • 6.

    Bij de toepassing van de in het vijde lid genoemde weigeringsgrond houdt de burgemeester rekening met het karakter van de straat en de wijk, waarin het horecabedrijf is gelegen of zal zijn gelegen, de aard van de openbare inrichting, de spanning, waaraan het woonmilieu ter plaatse reeds blootstaat of bloot zal komen te staan door de exploitatie van de openbare inrichting en de wijze van bedrijfsvoering door de exploitant of beheerder van de inrichting in deze of andere openbare inrichtingen.

  • 7.

    In afwijking van het bepaalde in artikel 2.1.5.1 beslist de burgemeester in geval van een vergunningaanvraag die ook betrekking heeft op een of meer bij de openbare inrichting

  • 8.

    behorende terrassen voor zover deze zich op de weg bevinden over de ingebruikneming van die weg ten behoeve van het terras.

  • 9.

    Onverminderd het gestelde in het derde en vierde lid kan de burgemeester de in het vijfde lid bedoelde ingebruikneming van die weg ten behoeve van een of meer bij de openbare inrichting horende terrassen weigeren:

    • a.

      indien het beoogde gebruik schade toebrengt aan de weg dan wel gevaar oplevert voor de bruikbaarheid van de weg of voor het doelmatig en veilig gebruik daarvan;

    • b.

      indien dat gebruik een belemmering kan worden voor het doelmatig beheer en onderhoud van de weg.

    • c.

      indien het gebruik afbreuk doet aan andere publieke functies van de openbare ruimte, inclusief de bescherming van het uiterlijk aanzien daarvan

  • 7.

    Het bepaalde in het vijfde en zesde lid geldt niet voor zover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door de Wet beheer rijkswaterstaatwerken of de Wegenverordening Zuid-Holland.

  • 8.

    Paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) is niet van toepassing op de vergunning bedoeld in het eerste lid.

2.standaard huurovereenkomst

 

Ondergetekenden:

 

De heer M.W. Vroom, burgemeester der gemeente Krimpen aan den IJssel, die gemeente krachtens artikel 171 van de Gemeentewet rechtens vertegenwoordigende,

hierna te noemen "de gemeente”, dan wel “de verhuurder",

 

en

 

De heer/mevrouw AAAAAAA, wonende ADRES + HUISNR, POSTCODE, te Krimpen aan den IJssel, exploitant van horecagelegenheid/eetcafé NAAM, gevestigd aan ADRES + HUISNR, POSTCODE te Krimpen aan den IJssel,

hierna te noemen "de huurder",

 

 

In aanmerking nemende dat:

  • -

    de huurder een horecaonderneming exploiteert op het adres ADRES te Krimpen aan den IJssel;

  • -

    de huurder aan de verhuurder heeft verzocht om huur van een strook gemeentegrond, gelegen nabij zijn horecaonderneming, ten behoeve van de exploitatie van een terras;

  • -

    de huurder aan burgemeester en wethouders een exploitatievergunning heeft op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening.

  • -

    Indien van toepassing: de huurder naast een exploitatievergunning ook een omgevingsvergunning heeft voor de exploitatie van het terras.

 

verklaren als volgt te zijn overeengekomen:

 

De verhuurder geeft aan de huurder ten gebruike en in huur een strook grond, ter grootte van ongeveer 000 m², kadastraal bekend Gemeente Krimpen aan den IJssel, sectie C, nummer 0000 (ged.), gelegen aan ADRES te Krimpen aan den IJssel, zoals aangeduid op tekening nr. GK 0000-2 d.d. 00-00-2018, hierna verder te noemen: “het gehuurde”;

 

Partijen zijn geheel bekend met het gehuurde en aanvaarden het in de staat waarin dit zich bij aanvang van de overeenkomst bevindt. Zij behoeven daarvan geen nadere omschrijving of aanwijzing.

 

Deze overeenkomst wordt aangegaan onder de bij huur en verhuur gebruikelijke bepalingen en bedingen en voorts onder de volgende bijzondere voorwaarden:

 

  • 1.

    De overeenkomst gaat in op 1 april 2018 en eindigt op 30 september 2018; na afloop van deze periode eindigt deze overeenkomst zonder opzegging.

    FACULTATIEF: De overeenkomst wordt aangegaan voor de huur van 5 jaar en eindigt op 30 september 2023.

    FACTULTATIEF: De overeenkomst gaat in op 1 april 2018 en wordt aangegaan voor onbepaalde tijd.

  • 2.

    De huurprijs voor het jaar 2018 bedraagt € 45,85 per m² per jaar, derhalve voor de periode 1 april 2018 tot en met 30 september 2018 in totaal € 0.000,00 (zegge: DUIZENDEURO EN EUROCENT); de totaal verschuldigde huurprijs dient door de huurder te worden voldaan binnen 30 dagen na ontvangst van de nota.

  • 3.

    Het gehuurde mag uitsluitend worden gebruikt voor de inrichting van een voor publiek toegankelijk terras. Er mag, behoudens schriftelijke toestemming van het college van burgemeester en wethouders, geen bebouwing van welke aard dan ook op plaatsvinden.

  • 4.

    De gemeente behoudt zich het recht voor om tot een andere verdeling van de beschikbare ruimte te komen, overigens zonder dat zulks consequenties heeft voor het aantal hierbij aan de huurder verhuurde vierkante meters grond.

  • 5.

    Tussentijdse opzegging van de overeenkomst kan geschieden door beide partijen, zulks met inachtneming van een opzegtermijn van één maand. Opzegging geschiedt via een aangetekende brief.

  • 6.

    Bij beëindiging van de overeenkomst voor het einde van de in artikel 1 genoemde huurperiode, vindt restitutie plaats van de reeds betaalde huurprijs over het nog niet verstreken gedeelte van die periode, zulks met uitzondering van het geval dat artikel 13 van deze overeenkomst van toepassing is.

  • 7.

    Deze overeenkomst kan door de gemeente terstond worden beëindigd, zonder dat de huurder daarvoor enige schadevergoeding zal kunnen vorderen, indien:

    • a.

      de huurder de uitoefening van zijn horecabedrijf in het pand ADRES te Krimpen aan den IJssel, staakt c.q. beëindigt;

    • b.

      zulks naar het oordeel van de gemeente in het algemeen belang noodzakelijk is geworden;

    • c.

      de huurder de op hem rustende verplichtingen voortvloeiende uit deze overeenkomst niet, niet volledig en/of niet tijdig nakomt en ondanks ingebrekestelling;

    • d.

      een verleende publiekrechtelijke vergunning als vermeld in artikel 30 van deze overeenkomst, welke vereist is in verband met de op het gehuurde door de huurder uit te oefenen activiteiten, ophoudt te gelden;

    • e.

      de huurder een akkoord buiten faillissement aanbiedt of indien beslag wordt gelegd op goederen van de huurder.

  • 8.

    De huurder is gehouden om aan de gemeente te vergoeden alle schade, kosten en interesten als gevolg van een in artikel 7 bedoelde omstandigheid, uitgezonderd het bepaalde in artikel 7, sub b., en als gevolg van tussentijdse beëindiging van deze overeenkomst, ook in geval van faillissement.

  • 9.

    Door het hierboven bepaalde wordt niet uitgesloten de bevoegdheid van de gemeente om gebruik te maken van haar overige rechten, waaronder haar recht om nakoming met schadevergoeding te vorderen.

  • 10.

    Bij de beëindiging van deze overeenkomst zal de huurder het gehuurde weer ter beschikking stellen aan de verhuurder. De huurder zal het gehuurde opleveren in dezelfde staat als waarin het zich bevond bij aanvang van deze overeenkomst, dan wel vanaf het moment dat het gehuurde eerder in gebruik is genomen, of in een toestand tot genoegen van het college van burgemeester en wethouders, hetgeen blijkt uit een door haar afgegeven schriftelijke instemming, bij gebreke waarvan de nodige voorzieningen, na een ingebrekestelling, vanwege de gemeente geschieden op kosten van de huurder, onverminderd diens verplichting tot schadevergoeding.

  • 11.

    Bij beëindiging van deze overeenkomst is vergoeding verschuldigd tot het moment, waarop de grond in een toestand tot genoegen van het college van burgemeester en wethouders is opgeleverd.

  • 12.

    Bij het eindigen van deze overeenkomst is hetgeen wat nog is verschuldigd, terstond opeisbaar. Hetgeen teveel mocht zijn betaald wordt binnen twee weken terugbetaald.

  • 13.

    De huurder verplicht zich in geval van beëindiging van zijn bedrijf hiervan bij de verhuurder onverwijld schriftelijk melding te maken.

  • 14.

    Het is de huurder uitdrukkelijk niet toegestaan deze overeenkomst of het feitelijk gebruik van het gehuurde geheel of gedeeltelijk (tijdelijk) aan derden af te staan of over te dragen, behoudens schriftelijke toestemming van de verhuurder.

  • 15.

    De huurder dient zelf zorg te dragen voor het tijdig aanvragen en verkrijgen van de vereiste vergunningen of ontheffingen. Het aangaan van deze huurovereenkomst houdt uitdrukkelijk geen toezegging in dat de benodigde vergunningen en/of ontheffingen daadwerkelijk zullen worden verleend.

  • 16.

    De huurder dient zich als een goed huurder te gedragen. Het gehuurde mag niet worden beschadigd.

  • 17.

    De huurder dient schriftelijke toestemming van het college van burgemeester en wethouders te verkrijgen, alvorens tot een eventuele, door de huurder gewenste, wijziging in de inrichting van zijn terras over te gaan. Eerst nadat de gemeente schriftelijk in het (aanvullende) verzoek van de huurder heeft toegestemd, kan door huurder tot de goedgekeurde veranderingen worden overgegaan.

  • 18.

    Het gehuurde dient te voldoen aan het geldende bestemmingsplan en aan de geldende welstandsnota.

  • 19.

    Indien de gemeente het nodig oordeelt om aan, in of op het gehuurde reparaties of andere werkzaamheden te doen verrichten, zal de huurder de personen nodig voor het verrichten van die werkzaamheden op eerste schriftelijke aanzegging op het gehuurde toelaten en die reparaties en werkzaamheden gedogen, zonder daarvoor enige schadevergoeding of vermindering van betalingsverplichting te kunnen vorderen, behoudens het bepaalde in artikel 24 en met uitzondering van de op de gemeente rustende verplichting het gehuurde terug te brengen in de staat gelijkwaardig aan die waarin deze zich bevond vóór aanvang van vorenbedoelde werkzaamheden.

  • 20.

    Indien zich in het gehuurde kabels, leidingen en/of rioleringen bevinden, zal de huurder gedogen dat de gemeente of de rechthebbende op genoemde kabels, leidingen en/of rioleringen, daaraan de nodige reparaties of andere daarop betrekking hebbende werkzaamheden zal verrichten, zonder daarvoor enige schadevergoeding of vermindering van betalingsverplichting te kunnen vorderen.

  • 21.

    De gemeente spant zich in om de werkzaamheden, als bedoeld in de artikelen 20 en 21, indien mogelijk buiten de in artikel 1 genoemde huurperiode uit te voeren.

  • 22.

    De gemeente behoudt zich het recht voor om in het gehuurde kabels, leidingen en/of rioleringen te doen aanbrengen dan wel de aanleg daarvan door (een) derde(n) toe te staan, zonder dat de huurder daarvoor enige schadevergoeding of vermindering van betalingsverplichting kan vorderen van de gemeente.

  • 23.

    In afwijking van het gestelde in de artikelen 20 en 21 kan de gemeente een reductie toepassen op het door de huurder ingevolge deze overeenkomst verschuldigde bedrag indien als gevolg van de in die artikelen bedoelde werkzaamheden de huurder gedurende een periode langer dan een week geen gebruik kan maken van het gehuurde; de reductie is evenredig aan bovenbedoelde tijdsduur.

  • 24.

    Ten behoeve van de uitvoering van de in de artikelen 20 en 21 bedoelde werkzaamheden zal de huurder op eerste aanschrijving de op het gehuurde aanwezige zaken verwijderen en het gehuurde opleveren als omschreven in artikel 12 van deze overeenkomst.

  • 25.

    De huurder is aansprakelijk voor alle schade aan derden of eigendommen van derden, bijvoorbeeld schade ten gevolge van glas- en porseleinbreuk, welke ontstaat in het gebied tussen de horecazaak van huurder en het terras. De huurder is eveneens aansprakelijk voor alle schade aan werken en/of eigendommen van de gemeente, verbandhoudende met of voortvloeiende uit het gebruik van deze overeenkomst, zo mede voor alle schade aan de eventueel in het gehuurde gelegen kabels, leidingen en/of rioleringen, ontstaan door schuld of nalatigheid van of vanwege de huurder, dan wel van met zijn goedvinden op het gehuurde aanwezige derden, of voortvloeiende uit werkzaamheden ten behoeve van of in opdracht van de huurder door derden verricht. De huurder vrijwaart de verhuurder voor alle vorderingen, welke derden mochten kunnen doen gelden tot vergoeding van schade, welke met het gebruik van deze overeenkomst in enigerlei verband staat. Het vorenstaande is niet van toepassing indien de schade is ontstaan door of de vordering voortkomend uit grove schuld aan de zijde van de gemeente.

  • 26.

    De (eventuele) ophoging wordt uitgevoerd door verhuurder. De kosten die verband houden met de ophoging zijn voor rekening van huurder

  • 27.

    Onder "gebrek" als bedoeld in artikel 7:204, tweede lid, van het Burgerlijk Wetboek wordt in deze overeenkomst niet verstaan eventuele losliggende, ongelijke of kapotte elementverharding of andere terreinoneffenheden van het gehuurde.

  • 28.

    Kleine herstellingen van het gehuurde, als bedoeld in artikel 7:217 van het Burgerlijk Wetboek, moeten deugdelijk worden uitgevoerd en mogen niet tot gevolg hebben dat elementverharding of het type tegel of de kleur daarvan verandert.

  • 29.
    • a.

      Bij elke niet-nakoming of overtreding van één of meerdere verplichtingen voortvloeiende uit deze overeenkomst, verbeurt de huurder, na ingebrekestelling en na verloop van de in die ingebrekestelling bepaalde termijn, ten behoeve van de gemeente een onmiddellijk opeisbare boete van € 100,- per dag (zegge: honderd euro), met een maximum boete van in totaal € 3.000,- (zegge: drieduizend euro).

    • b.

      De boete moet worden betaald binnen tien dagen na daartoe strekkende aanmaning van het college van burgemeester en wethouders.

    • c.

      Op het niet naleven van de voorwaarden uit de vergunning, als bedoeld in artikel 2.28 van de Algemeen Plaatselijke Verordening 2018, is de Algemene wet bestuursrecht van toepassing.

    • d.

      Naast de in sub a. van dit artikel bedoelde boete wordt een boete verbeurd van € 100,- (zegge: honderd euro) voor elke dag, dat de niet-nakoming of de overtreding voortduurt, zulks met een maximum van € 3.000,- (zegge: drieduizend euro).

    • e.

      Een opgelegde boete laat onverminderd de rechten van de gemeente op nakoming van de overeenkomst en/of het vorderen van een aanvullende schadevergoeding.

    • f.

      Alle kosten van het invorderen van de boete – waaronder begrepen de buitengerechtelijke invorderingkosten - zijn voor rekening van de huurder.

  • 30.

    Deze overeenkomst is aangegaan onder de opschortende voorwaarde dat het college van burgemeester en wethouders aan de huurder een vergunning op grond van artikel 2.28 van de Algemene Plaatselijke Verordening 2018 heeft verleend die onherroepelijk is geworden. Indien niet aan deze voorwaarde is voldaan, mag huurder het gehuurde niet in gebruik nemen.

  • 31.

    Vernietiging van enige bepaling uit deze huurovereenkomst heeft geen gevolgen voor het resterende gedeelte van de overeenkomst.

  • 32.

    Partijen kiezen ter zake van deze overeenkomst en al haar gevolgen domicilie ten gemeentehuize van Krimpen aan den IJssel.

  • 33.

    Op de overeenkomst is Nederlands recht van toepassing.

 

Aldus opgemaakt en ondertekend in tweevoud te Krimpen aan den IJssel d.d.

 

De huurder,

NAAM.

 

De verhuurder,

M.W. Vroom.