Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Sint-Michielsgestel

Verordening van de raad van de gemeente Sint-Michielsgestel houdende regels inzake de raadscommissie ‘Praat met de raad’ (Verordening raadscommissie Praat met de raad Sint-Michielsgestel 2019)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieSint-Michielsgestel
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening van de raad van de gemeente Sint-Michielsgestel houdende regels inzake de raadscommissie ‘Praat met de raad’ (Verordening raadscommissie Praat met de raad Sint-Michielsgestel 2019)
CiteertitelVerordening raadscommissie Praat met de raad Sint-Michielsgestel 2019
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpraadscommissie

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 82, eerste lid, van de Gemeentewet

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-05-2019Nieuwe regeling

11-04-2019

gmb-2019-100993

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening van de raad van de gemeente Sint-Michielsgestel houdende regels inzake de raadscommissie ‘Praat met de raad’ (Verordening raadscommissie Praat met de raad Sint-Michielsgestel 2019)

De raad van de gemeente Sint-Michielsgestel;

 

gelezen het advies van het presidium van 18 maart 2019;

 

gelet op artikel 82, eerste lid, van de Gemeentewet;

 

overwegende dat de werkgroep Raad in ontwikkeling positief heeft geadviseerd over betreffende verordening;

 

b e s l u i t :

 

vast te stellen de volgende regeling:

 

Verordening van de raad van de gemeente Sint-Michielsgestel houdende regels inzake de raadscommissie ‘Praat met de raad’ (Verordening raadscommissie Praat met de raad Sint-Michielsgestel 2019)

 

Hoofdstuk 1. Algemene Bepalingen

 

Artikel 1. Begripsbepalingen

 

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • -

    college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Sint-Michielsgestel;

  • -

    commissiegriffier: griffier van de raadscommissie of diens plaatsvervanger;

  • -

    commissielid: lid van de raadscommissie;

  • -

    commissievoorzitter: voorzitter van de raadscommissie;

  • -

    griffier: griffier van de raad of diens plaatsvervanger;

  • -

    raadscommissie: de raadscommissie ‘Praat met de raad’.

Artikel 2. Instelling raadscommissie

 

  • 1.

    Er is een raadscommissie, genaamd ‘Praat met de raad’.

  • 2.

    De werkzaamheden van de raadscommissie betreffen alle voorkomende onderwerpen. Deze bestaan in ieder geval uit de agendapunten voor de raadsvergadering van de betreffende cyclus.

  • 3.

    De raadscommissie komt bijeen, ongeveer twee weken voor de maandelijkse raadsvergadering.

 

Artikel 3. Taken

 

De raadscommissie:

  • a.

    kan het college verzoeken om een korte toelichting te geven op raadsvoorstellen zoals geagendeerd voor de raadsvergadering in de betreffende cyclus. Het college kan dit ook aanbieden;

  • b.

    stelt burgers in staat om in te spreken;

  • c.

    faciliteert de ontmoeting tussen raadsleden en inwoners in de context van de vergadering, dat wil zeggen voorafgaand en na afloop van de vergadering;

  • d.

    kan een separate luisterzitting houden waarin belanghebbenden en/of deskundigen hun mening geven over een onderwerp. De artikelen 2, tweede en derde lid, 7, 8,11 en 12 zijn hierop niet van toepassing.

Artikel 4. Samenstelling; benoeming commissievoorzitters

 

  • 1.

    De raadscommissie bestaat uit de leden van de gemeenteraad.

  • 2.

    Er zijn geen anderen dan raadsleden lid van de raadscommissie.

  • 3.

    De gemeenteraad benoemt uit zijn midden vier (roulerende) commissievoorzitters.

  • 4.

    Het presidium van de gemeenteraad wijst de voorzitters aan de bijeenkomsten van de raadscommissie toe.

 

Artikel 5. Zittingsduur

 

De zittingsperiode van een commissielid en –voorzitter eindigt:

  • a.

    in ieder geval met het einde van de zittingsperiode van de raad;

  • b.

    als niet meer wordt voldaan aan de vereisten voor het raadslidmaatschap;

  • c.

    als het raadslidmaatschap om enige reden eindigt.

Artikel 6. De commissiegriffier

 

  • 1.

    De griffier wijst ter ondersteuning van de raadscommissie een op de griffie werkzame ambtenaar aan als commissiegriffier.

  • 2.

    De commissiegriffier is aanwezig in vergaderingen van de raadscommissie.

  • 3.

    Bij verhindering of afwezigheid wordt de commissiegriffier vervangen door een door de griffier aangewezen op de griffie werkzame ambtenaar of, in samenspraak met de gemeentesecretaris, een niet op de griffie werkzame ambtenaar.

  • 4.

    De commissiegriffier kan op uitnodiging van de commissievoorzitter het woord voeren in de raadscommissie over aangelegenheden van organisatorische of procedurele aard.

 

Hoofdstuk 2. Vergaderingen

 

Paragraaf 1. Voorbereiding

 

Artikel 7. Oproep en agenda

 

  • 1.

    De commissievoorzitter zendt ten minste zeven dagen voor een vergadering de commissieleden een schriftelijke oproep en de voorlopige agenda met de daarbij behorende stukken.

  • 2.

    De stukken die het betreft, kunnen alleen de stukken zijn voor de betreffende raadsvergadering in de cyclus.

  • 3.

    Op de agenda worden de raadsvoorstellen met bijbehorende stukken vermeld, waarover op grond van artikel 3 onder a of b, een toelichting wordt gegeven, dan wel wordt ingesproken.

  • 4.

    In spoedeisende gevallen kan de commissievoorzitter na het verzenden van een schriftelijke oproep, een aanvullende agenda opstellen. Zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk 48 uur voor aanvang van de vergadering, wordt deze met de daarbij behorende stukken aan de leden gezonden.

  • 5.

    Op de agenda worden de namen vermeld van degenen die willen inspreken, met daarbij het onderwerp, op het moment dat deze bekend zijn. Dit is mogelijk tot 36 uur voor aanvang van de vergadering.

  • 6.

    De agenda wordt bij aanvang van een vergadering door de raadscommissie vastgesteld.

 

Artikel 8. Bekendmaking van stukken

 

  • 1.

    Stukken die ter toelichting van de onderwerpen of voorstellen op een agenda dienen, worden gelijktijdig met het verzenden van de schriftelijke oproep op het gemeentehuis ter inzage gelegd. Als na het verzenden van de schriftelijke oproep stukken ter inzage worden gelegd, wordt hiervan mededeling gedaan aan de leden van de raadscommissie en zo mogelijk door middel van openbare kennisgeving.

  • 2.

    Elektronisch beschikbare stukken worden op de website van de gemeente geplaatst.

  • 3.

    Stukken waaromtrent op grond van artikel 86, eerste of tweede lid, van de Gemeentewet geheimhouding is opgelegd, blijven in afwijking van het eerste en tweede lid onder berusting van de commissiegriffier, die de commissieleden op verzoek inzage verleent.

 

Artikel 9. Openbare kennisgeving

 

  • 1.

    Vergaderingen worden ter openbare kennis gebracht door aankondiging in een lokaal nieuwsblad en op de gemeentelijke website.

  • 2.

    In spoedeisende gevallen kan de openbare kennisgeving uitsluitend langs elektronische weg plaatsvinden.

 

Paragraaf 2. Vergadering

 

Artikel 10. Presentielijst

 

  • 1.

    De commissiegriffier draagt zorg voor het bijhouden van presentielijsten van vergaderingen.

  • 2.

    Bij binnenkomst in de vergaderzaal tekenen commissieleden de presentielijst die aan het einde van elke vergadering door de commissievoorzitter en de commissiegriffier door ondertekening wordt vastgesteld.

 

Artikel 11. Toelichting door of namens college

 

  • 1.

    Een lid van het college, of namens haar een ambtenaar, kan een toelichting geven op een raadsvoorstel dat is geagendeerd voor de raadsvergadering in de betreffende cyclus.

  • 2.

    Het presidium van de gemeenteraad bepaalt welke onderwerpen hiertoe worden geagendeerd, hetzij op verzoek van het presidium zelf, hetzij op voorstel van het college.

  • 3.

    Over elk geagendeerd onderwerp kan maximaal vijf minuten worden gesproken.

  • 4.

    De spreker voert het woord, nadat de commissievoorzitter hem dat heeft verleend.

  • 5.

    Nadat de spreker zijn inbreng heeft geleverd, kunnen commissieleden nadere vragen aan hem stellen.

  • 6.

    Dit onderdeel duurt in totaal maximaal één uur.

 

Artikel 12. Spreekrecht burgers

 

  • 1.

    Burgers kunnen in de vergadering het woord voeren over geagendeerde, dan wel niet-geagendeerde onderwerpen.

  • 2.

    Het woord kan niet gevoerd worden over:

    • a.

      een besluit van het gemeentebestuur waartegen bezwaar of (hoger) beroep openstaat den wel waartegen bezwaar of (hoger) beroep is ingesteld;

    • b.

      benoemingen, keuzen, voordrachten of aanbevelingen van personen;

    • c.

      een gedraging waarover een klacht op grond van artikel 9:1 van de Algemene wet bestuursrecht kan of kon worden ingediend.

  • 3.

    Degene, die van het spreekrecht gebruik wil maken, meldt dit uiterlijk 36 uur voor aanvang van de vergadering aan de commissiegriffier. Hij vermeldt daarbij zijn naam, e-mailadres en telefoonnummer en het onderwerp, waarover hij het woord wil voeren.

  • 4.

    De commissievoorzitter geeft het woord op indeling van onderwerp, daarbinnen op volgorde van aanmelding. Hij kan van de volgorde afwijken, indien dit in het belang is van de orde van de vergadering.

  • 5.

    Elke spreker krijgt maximaal vijf minuten het woord.

  • 6.

    De spreker voert het woord, nadat de commissievoorzitter hem dit heeft verleend.

  • 7.

    De spreker kan zijn inbreng ondersteunen met audiovisuele middelen.

  • 8.

    Nadat de spreker zijn inbreng heeft geleverd, kunnen de commissieleden nadere vragen aan hem stellen.

  • 9.

    In vervolg op de vergadering, bepaalt het presidium van de gemeenteraad op welke manier de inbreng van de burger verder wordt behandeld.

 

Artikel 13. Handhaving van orde en schorsing

 

  • 1.

    De commissievoorzitter handhaaft de orde van de vergadering.

  • 2.

    De commissievoorzitter kan de raadscommissie voorstellen aan een commissielid dat door zijn gedragingen de geregelde gang van zaken belemmert, het verdere verblijf in de vergadering te ontzeggen. Over het voorstel wordt niet beraadslaagd. Na aanneming daarvan verlaat het commissielid de vergadering onmiddellijk. Zo nodig doet de commissievoorzitter hem verwijderen. Bij herhaling van gedrag kan het commissielid bovendien voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering worden ontzegd.

  • 3.

    De commissievoorzitter kan ter handhaving van de orde de vergadering voor een door hem te bepalen tijd schorsen en, als na de heropening de orde opnieuw wordt verstoord, de vergadering sluiten.

  • 4.

    De commissievoorzitter roept sprekers tot de orde als deze zich in beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen uitlaten, afwijken van het in behandeling zijnde onderwerp, andere sprekers herhaaldelijk interrumperen, dan wel anderszins de orde verstoren. Sprekers die hieraan geen vervolg geven, kunnen door hem het woord ontnomen worden over het aanhangige onderwerp.

 

Artikel 14. Voorstellen van orde

 

Commissieleden kunnen tijdens een vergadering mondeling een voorstel van orde betreffende de vergadering doen. De raadscommissie beslist hier terstond over.

 

Paragraaf 3. Toehoorders en pers

 

Artikel 15. Toehoorders en pers

 

  • 1.

    Toehoorders en vertegenwoordigers van de pers wonen openbare vergaderingen uitsluitend bij op de voor hen bestemde plaatsen.

  • 2.

    Het blijkgeven van tekenen van goed -of afkeuring dan wel op andere wijze verstoren van de orde is hen verboden.

  • 3.

    De commissievoorzitter is bevoegd, wanneer de orde in de vergadering op enigerlei wijze door toehoorders wordt verstoord, deze en zo nodig andere toehoorders te doen vertrekken.

  • 4.

    De commissievoorzitter is bevoegd toehoorders die bij herhaling de orde in de vergadering verstoren voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering te ontzeggen.

 

Artikel 16. Geluid- en beeldregistraties

 

Degenen die van een openbare vergadering geluid- of beeldregistraties willen maken, doen hiervan mededeling aan de commissievoorzitter en gedragen zich naar diens aanwijzingen. Alleen wegens zwaarwegende redenen kan de commissievoorzitter bepalen dat een registratie achterwege gelaten dient te worden.

 

Hoofdstuk 3. Slotbepalingen

 

Artikel 17. Inwerkingtreding en citeertitel

 

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op 1 mei 2019.

  • 2.

    Deze verordening wordt aangehaald als ‘Verordening raadscommissie Praat met de raad Sint-Michielsgestel 2019’.

 

 

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 11 april 2019.

De griffier,

N.A. Hoogerbrug – van de Ven

De voorzitter,

mr. J.C.M. Pommer