Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Utrecht

Beleidsregel Scoutingactiviteiten gemeente Utrecht

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieUtrecht
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregel Scoutingactiviteiten gemeente Utrecht
CiteertitelBeleidsregel Scoutingactiviteiten gemeente Utrecht
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpBeleidsregel Scoutingactiviteiten gemeente Utrecht

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

N.v.t.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

25-04-2019gewijzigde regeling

23-04-2019

gmb-2019-100285

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregel Scoutingactiviteiten gemeente Utrecht

Burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht;

 

Gelet op:

 

artikel 3 lid 2 van de Algemene Subsidieverordening 2014 en artikel 4:81 Algemene wet bestuursrecht,

 

Overwegende dat:

 

• Utrechters zelfstandig activiteiten organiseren en voor hun omgeving en competenties hebben ontwikkeld om de civil society te ondersteunen en vorm te geven;

 

• Utrechters zo min mogelijk drempels moeten ervaren, fysiek of sociaal, om deel te nemen aan het dagelijkse leven;

 

• In het coalitieakkoord ingezet wordt om meer ruimte te geven bij het eigen beheer van voorzieningen;

 

 

Besluiten:

vast te stellen de navolgende beleidsregel Scoutingactiviteiten gemeente Utrecht.

 

 

 

Artikel 1 Beleidsregel

Dit zijn Beleidsregels als bedoeld in artikel 3, tweede lid, van de Algemene subsidieverordening (ASV); de bepalingen van de ASV zijn dan ook van toepassing.

 

Artikel 2 Begripsbepalingen

In deze Beleidsregels wordt verstaan onder:

 

1. koepelorganisatie scouting: rechtspersoon (stichting of vereniging), vertegenwoordiger van de Utrechtse scoutingverenigingen;

2. scoutingvereniging: rechtspersoon (vereniging met leden), die scoutingactiviteiten organiseert voor haar jeugdige leden die woonachtig zijn in de gemeente Utrecht;

3. jeugdlid: een bij Scouting Nederland geregistreerd jeugdlid jonger dan 21 jaar. Het aantal jeugdleden is het geregistreerde aantal jeugdleden in het jaar voorafgaande aan het jaar van subsidieaanvraag, conform de opgave van Scouting Nederland.

 

Artikel 3 Beleidsdoelstelling

Het doel van de subsidieverstrekking op basis van deze beleidsregel is: het stimuleren van de organisatie van activiteiten voor jeugdige inwoners van de gemeente Utrecht door middel van het scoutingspel. 

 

Artikel 4 Definitie aanvrager subsidie

1 De subsidie voor de scoutingactiviteiten wordt mede namens de scoutingverengingen aangevraagd door en verstrekt aan de koepelvereniging van de Utrechtse scoutingverenigingen.

2 De koepelorganisatie vraagt tegelijk met de subsidieaanvraag voor de aangesloten

scoutingverenigingen tevens subsidie aan voor haar eigen huisvestings-en organisatiekosten.

 

Artikel 5 Vaststelling subsidieplafond

Het college stelt jaarlijks het subsidieplafond vast in de subsidiestaat.

 

Artikel 6 Subsidie eisen

1 Elke scoutingvereniging dient aangesloten te zijn bij Scouting Nederland.

 

2 Elke scoutingvereniging dient in haar jaarlijkse activiteitenplan aan de koepelorganisatie vooraf aan te geven welke activiteiten zij gaat uitvoeren met een daarbij behorende begroting.

2.a Elke scoutingvereniging verstrekt vervolgens jaarlijks aan de koepelorganisatie een inhoudelijk

jaarverslag en een financiële verantwoording.

 

3 Indien het jaarlijkse activiteitenplan van een scoutingvereniging naar het oordeel van de koepelorganisatie onvoldoende is dan wel als uit het jaarlijkse activiteitenverslag blijkt dat er onvoldoende activiteiten zijn uitgevoerd, kan de financiële bijdrage ofwel niet worden verleend dan wel (deels) worden teruggevorderd in overleg met de subsidieverstrekker.

 

Artikel 7 Verdeling van de subsidie onder de scoutingverenigingen en de koepelorganisatie

1 De koepelorganisatie Utrecht verdeelt het verleende subsidiebedrag onder de scoutingverenigingen volgens de volgende verdeelsleutels:

De subsidie is beschikbaar voor:

1a de uitvoering van scoutingactiviteiten door de scoutingverenigingen;

1b de huisvestingskosten van de scoutingverenigingen;

1c de organisatie- en huisvestingskosten van de koepelorganisatie.

 

2 Het totale beschikbare bedrag voor de scoutingverenigingen is het beschikbare subsidiebedrag, verminderd met de huisvestings- en organisatiekosten van de koepelorganisatie. De koepelorganisatie en de Utrechtse scoutingverenigingen stellen de verdeling van het beschikbare subsidiebedrag gezamenlijk vast in onderling overleg.

 

3 Het beschikbare bedrag voor de scoutingverenigingen wordt als volgt verdeeld:

Activiteiten:

Twee derde van het beschikbare subsidiebedrag voor de verenigingen is activiteitengeld en is te verdelen in:

- 25 % in gelijke delen toe te kennen aan de Utrechtse Scoutingverenigingen;

- 75 % op basis van het aantal jeugdleden.

- Jeugdleden uit de BE-doelgroep tellen voor twee bij het vaststellen van het aantal jeugdleden ten behoeve van de subsidieverdeling.

 

Huisvesting scoutingverenigingen:

Een derde van het beschikbare subsidiebedrag voor de verenigingen is als huisvestingssubsidie (1b) in gelijke delen toe te kennen aan de Utrechtse Scoutingverenigingen. 

 

Artikel 8 Indiening aanvraag subsidie

1 Het indienen van de subsidieaanvraag (activiteitenplan(-en) plus begroting) vindt plaats door de koepelorganisatie, uiterlijk op 30 september voorafgaand aan het jaar waarvoor subsidie wordt aangevraagd. Dit gebeurt uitsluitend digitaal, en bij voorkeur door middel van een aanvraagformulier op www.utrecht.nl/subsidie. Daarnaast blijft aanvragen per email mogelijk via subsidie@utrecht.nl.

 

2 Scoutingverenigingen kunnen er jaarlijks voor kiezen om, zonder gevolgen voor hun toekomstige subsidieaanspraken, af te zien van de hun toebedeelde activiteiten- en/of huisvestingssubsidie. De methodiek van 2/3, respectievelijk 1/3 subsidieverdeling wordt dan onverkort toegepast op de overblijvende verenigingen, evenals de 25% - 75% verdeling voor het activiteitenbedrag.

 

3 Indien een situatie als in 8.2 zich voordoet, doet de betreffende scoutingvereniging hiervan zo spoedig mogelijk en gemotiveerd melding aan de koepelorganisatie. De koepel stelt de subsidiegever op de hoogte.

 

Artikel 9 Monitoring en evaluatie

Vanaf de inwerkingtreding van de beleidsregel (nadere regel) vindt evaluatie plaats en zo nodig bijstelling in co-creatie met de subsidieontvangers.

 

Artikel 10 Inwerkingtreding en citeertitel

Deze beleidsregel treedt met ingang van datum bekendmaking in werking en wordt aangehaald als ‘Beleidsregel Scoutingactiviteiten’.

 

Artikel 11 Intrekking eerdere beleidsregel

Op het moment van inwerkingtreding van deze beleidsregel wordt de Subsidieregeling Scouting activiteiten gemeente Utrecht, vastgesteld op 26 juni 2012, ingetrokken.

 

 

Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht op 23 april 2019.

De secretaris, De burgemeester,

G.G. H.M. Haanen Mr. J.H.C. van Zanen