Organisatie | Middelburg |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Zeeland 2017 |
Citeertitel | |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp |
Geen
artikel 9 van de Wet veiligheidsregio’s
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
02-05-2019 | 01-01-2018 | 192716 | 28-08-2018 |
De colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Borsele, Goes, Hulst, Kapelle, Middelburg, Noord-Beveland, Reimerswaal, Schouwen-Duiveland, Sluis, Terneuzen, Tholen, Veere en Vlissingen;
overwegende dat de colleges op grond van artikel 9 van de Wet veiligheidsregio’s verplicht zijn een gemeenschappelijke regeling te treffen, waarbij een openbaar lichaam wordt ingesteld met de aanduiding: veiligheidsregio;
dat de bestaande Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Zeeland 2013 dateert uit 2014 en gebaseerd is op de Wet veiligheidsregio’s;
dat de Vereniging van Zeeuwse Gemeenten (VZG) een model-gemeenschappelijke regeling heeft geproduceerd, wat volgens de VZG zoveel mogelijk de basis zou moeten vormen voor het wijzigen van alle gemeentelijke gemeenschappelijke regelingen in Zeeland, zodat er in Zeeland een situatie ontstaat waarin al deze regelingen een zoveel mogelijk uniforme structuur krijgen;
dat de VZG op 25 januari 2017 aan het bestuur van Veiligheidsregio Zeeland heeft verzocht om de bestaande gemeenschappelijke regeling zodanig te wijzigen, dat deze aldus gewijzigde regeling zoveel mogelijk overeenkomt met de model-gemeenschappelijke regeling van de VZG;
dat de gemeenteraden, zoals vereist op grond van artikel 1, tweede en derde lid van de Wet gemeenschappelijke regelingen, de colleges toestemming hebben gegeven om de Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Zeeland 2013 te wijzigen;
dat deze gemeenschappelijke regeling belast wordt met de wettelijke taken genoemd in artikel 10 Wet veiligheidsregio’s;
gelet op de Wet veiligheidsregio’s, de Wet gemeenschappelijke regelingen, de Gemeentewet, de Politiewet 2012, de Wet publieke gezondheid en de Tijdelijke wet ambulancezorg;
de Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Zeeland 2013 met ingang van 1 januari 2018 te wijzigen, waarbij deze als volgt komt te luiden:
HOOFDSTUK 1: ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1: Begripsomschrijvingen
In deze regeling wordt verstaan onder:
crisisbeheersing: het geheel van maatregelen en voorzieningen, met inbegrip van de voorbereiding daarop, dat het gemeentebestuur of het bestuur van een veiligheidsregio in een crisis treft ter handhaving van de openbare orde, indien van toepassing in samenwerking met de maatregelen en voorzieningen die op basis van een bij of krachtens enige andere wet toegekende bevoegdheid ter zake van een crisis worden getroffen;
HOOFDSTUK 2: BELANG, TAKEN EN BEVOEGDHEDEN
Veiligheidsregio Zeeland behartigt de belangen van de deelnemende gemeenten op de volgende terreinen:
Artikel 5: Taken en bevoegdheden
het zorg dragen voor de voorbereiding op de bestrijding van een epidemie van een infectieziekte behorend tot groep A als bedoeld in artikel 1 onder e van de Wet publieke gezondheid, alsmede op de bestrijding van een nieuw subtype humaan influenzavirus, waarbij ernstig gevaar voor de volksgezondheid bestaat;
Veiligheidsregio Zeeland is bevoegd tot het uitvoeren van andere taken dan bedoeld in dit artikel en tot het verlenen van diensten voor één of meer deelnemende gemeenten of voor andere gemeenten, indien deze daarom verzoeken en het algemeen bestuur besluit tot het aangaan van de desbetreffende dienstverleningsovereenkomst;
De uitvoering van de in het vorige lid bedoelde taken en het verlenen van diensten geschiedt op basis van een dienstverleningsovereenkomst tussen Veiligheidsregio Zeeland en de gemeente of gemeenten die het aangaat. In deze dienstverleningsovereenkomst wordt neergelegd welke prestaties Veiligheidsregio Zeeland zal leveren, de kosten die integraal bij de betreffende gemeente(n) in rekening worden gebracht en de voorwaarden voor beide partijen waaronder tot uitvoering van de taken of de dienstverlening wordt overgegaan.
Het algemeen bestuur is bevoegd tot het vaststellen van een verordening als bedoeld in artikel 7:13 van de Algemene wet bestuursrecht.
HOOFDSTUK 3: HET ALGEMEEN BESTUUR
Artikel 9: Bevoegdheden van het algemeen bestuur
Het algemeen bestuur is bevoegd tot regeling en bestuur inzake de aan de Veiligheidsregio Zeeland opgedragen taken, voor zover bij de wet of in deze regeling de bevoegdheid daartoe niet aan het dagelijks bestuur of de voorzitter is toegekend. Het algemeen bestuur kan alle bevoegdheden delegeren aan het dagelijks bestuur, tenzij de aard van de bevoegdheid zich tegen delegatie verzet.
Het algemeen bestuur benoemt, schorst en ontslaat de directeur, de commandant brandweer, de directeur publieke gezondheid en de directeur meldkamer. Laatstgenoemde wordt benoemd na overleg met het bestuur van de regionale ambulancevoorziening en de door de korpschef daartoe aangewezen ambtenaar van politie.
Artikel 10: Werkwijze van het algemeen bestuur
Het algemeen bestuur nodigt voor haar vergaderingen de functionarissen uit als genoemd in artikel 12, eerste lid en artikel 13 van de Wet veiligheidsregio’s alsmede de hoofingenieur-directeur van Rijkswaterstaat. Op grond van artikel 12, tweede lid, Wet veiligheidsregio’s kan het algemeen bestuur ook andere functionarissen uitnodigen om als adviseur aan de vergaderingen deel te nemen. In ieder geval worden de directieleden als vaste adviseur uitgenodigd voor de vergaderingen van het algemeen bestuur.
Artikel 11: Besluitvorming van het algemeen bestuur
ieder een stem uit per 5.000 inwoners waarbij de stemmen naar boven worden afgerond op een veelvoud van 5.000.
Indien de stemmen staken, geeft de stem van de voorzitter de doorslag.
Artikel 16: Taken en bevoegdheden van de voorzitter
In afwijking van het bepaalde in het vorige lid kan het dagelijks bestuur de voorzitter toestaan om de ondertekening van stukken die van het dagelijks bestuur uitgaan op te dragen aan een ander lid van het dagelijks bestuur of de ondertekening te mandateren aan de ambtelijk secretaris van het dagelijks bestuur of aan een ander persoon;
De deelnemende gemeenten vormen een regionale organisatie, bevolkingszorg genaamd, bestaande uit medewerkers die onder de verantwoordelijkheid van deze gemeenten bij een ramp of crisis belast zijn met het uitvoeren van de aan de gemeenten toegewezen processen en belast zijn met de voorbereiding van deze processen.
HOOFDSTUK 10: FINANCIELE BEPALINGEN
Het dagelijks bestuur stuurt jaarlijks voor 15 april de ontwerpbegroting voor het komende kalenderjaar met de beleidsmatige en financiële meerjarenramingen voor de drie daarop volgende jaren van Veiligheidsregio Zeeland aan de raden van de deelnemende gemeenten. Het bepaalde in artikel 190 lid 1 van de Gemeentewet is van toepassing evenals het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV).
In de ontwerpbegroting wordt een analyse opgenomen van de begrotingscijfers ten opzichte van de cijfers uit de laatst opgemaakte jaarstukken. De ontwerpbegroting met de beleidsmatige en financiële meerjarenramingen wordt door de gemeenten voor een ieder ter inzage gelegd en tegen betaling van de kosten algemeen verkrijgbaar gesteld. Het bepaalde in artikel 190 lid 2 en 3 van de Gemeentewet is van overeenkomstige toepassing.
De raden van de deelnemende gemeenten kunnen binnen acht weken na ontvangst van de ontwerpbegroting met de beleidsmatige en financiële meerjarenramingen het dagelijks bestuur hun zienswijze aangeven. Het dagelijks bestuur voegt de commentaren waarin de zienswijze van de raden zijn vervat, bij de ontwerpbegroting met de beleidsmatige en financiële meerjarenramingen, die aan het algemeen bestuur wordt aangeboden.
Het bestuur geeft de deelnemende gemeenten de gelegenheid om wensen en bedenkingen in te geven over begrotingswijzigingen. Een begrotingswijziging blijft achterwege voor uitgaven die binnen een programma van de eigen begroting kunnen worden opgevangen en/of die geen belangrijke beleidswijzigingen betreffen en/of geen structurele gevolgen hebben voor de begroting van het volgende jaar en/of volgende jaren.
Het dagelijks bestuur legt voor 15 april aan het algemeen bestuur verantwoording af over het afgelopen kalenderjaar, onder overlegging van de opgestelde jaarstukken en een berekening van de door de deelnemende gemeenten te betalen bijdragen, naast de controleverklaring en het verslag van bevindingen van de met de controles belaste accountant;
Artikel 27: Verdeelsystematiek
De bijdrage per gemeente in de kosten van de veiligheidsregio bestaat uit 3 componenten:
Een bijdrage per gemeente, op basis van het budget dat beschikbaar was voor de uitvoering van het vòòr 1 januari 2013 door de veiligheidsregio uitgevoerde takenpakket inclusief taken op het gebied van tunnelveiligheid en maritieme veiligheid. Hierna te noemen “bijdrage voor rampenbestrijding, crisisbeheersing, GHOR, meldkamer en de daarbij behorende overheadkosten”.
Artikel 27a: Vaste regionale bijdrage per gemeente, zoals aangegeven in artikel 27, onder 1.
De vaste regionale bijdrage per gemeente is vanaf 2017 als volgt:
Schouwen-Duiveland € 508.057,--
Dit betreft een historisch bepaalde vaste bijdrage voor de betreffende kosten op basis van het Cebeon-rapport 2012. Deze bijdrage kent vanaf begrotingsjaar 2019 eenzelfde indexering als de bijdrage in artikel 27b.
Artikel 27b: Bijdrage voor de kosten voor brandweerzorg en de daarbij behorende overheadkosten, zoals bedoeld in artikel 27, onder 2.
De bijdrage per gemeente voor de kosten voor brandweerzorg en de daarbij behorende overheadkosten bestaat uit het op 20 december 2012 door het algemeen bestuur vastgestelde budget per gemeente zoals deze voor het begrotingsjaar 2017 zijn geactualiseerd op basis van de herverdeeleffecten groot onderhoud gemeentefonds uit de meicirculaire 2015 (versie 4 juni 2015).
Artikel 27c Mitigatiebijdrage en overgangsregeling
Tot en met 2021 vindt een ingroeifase plaats van het per 1 januari 2013 beschikbare budget voor lokale brandweerzorg van de gemeenten naar het becijferde budget op basis van uitkeringsmaatstaf Veiligheid van het gemeentefonds inclusief 30% mitigatiebijdrage.
2017: 50% bijdrage conform budget gemeentelijke begroting 2013 en 50% budget conform artikel 27 onder 1 en 2 tezamen inclusief mitigatiebijdrage;
2018: 37,5% bijdrage conform budget gemeentelijke begroting 2013 en 62,5% budget conform artikel 27 onder 1 en 2 tezamen inclusief mitigatiebijdrage;
2019: 25% bijdrage conform budget gemeentelijke begroting 2013 en 75% budget conform artikel 27 onder 1 en 2 tezamen inclusief mitigatiebijdrage;
2020: 12,5% bijdrage conform budget gemeentelijke begroting 2013 en 87,5% budget conform artikel 27 onder 1 en 2 tezamen inclusief mitigatiebijdrage;
2021: 100% bijdrage budget conform artikel 27 onder 1 en 2 tezamen inclusief mitigatiebijdrage.
HOOFDSTUK 12: TOETREDING, UITTREDING, WIJZIGING EN OPHEFFING
De gemeenschappelijke regeling kan worden gewijzigd bij daartoe strekkende besluiten van ten minste twee derde van de colleges van de deelnemende gemeenten.
HOOFDSTUK 13: SLOT- EN OVERGANGSBEPALINGEN
Artikel 32: Aanwijzing gemeentebestuur
Het bestuur van de gemeente Middelburg wordt aangewezen als het gemeentebestuur zoals bedoeld in artikel 26, eerste lid van de Wet gemeenschappelijke regelingen.
Vaststelling
Overzicht besluiten van de deelnemende colleges van burgemeester en wethouders van vaststelling van de Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Zeeland 2017:
Als vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Borsele op
29-jan-2019, besluitnummer: 19.001.758, na verkregen instemming van de gemeenteraad op
4-okt-2018, besluitnummer: 19.001.758
Als vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Goes op
27-nov-2018, besluitnummer: 001, na verkregen instemming van de gemeenteraad op 20-dec-2018, besluitnummer: 001
Als vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hulst op 27-mrt-2018, besluitnummer: AV/18.0202, na verkregen instemming van de gemeenteraad op 7-jun-2018, besluitnummer: RA/18.0036
Als vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Kapelle op 5-feb-2018, besluitnummer: 2019.01352, na verkregen instemming van de gemeenteraad op
22-jan-2019, besluitnummer: 2018/63a
Als vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Middelburg op 28-aug-2018, besluitnummer: 192716, na verkregen instemming van de gemeenteraad op
8-okt-2018, besluitnummer: 18-172
Als vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Noord-Beveland op 3-apr-2018, besluitnummer: 2, na verkregen instemming van de gemeenteraad op 24-mei-2018, besluitnummer: 7
Als vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Reimerswaal op 12-nov-2018, besluitnummer: 18.019.144, na verkregen instemming van de gemeenteraad op
18-dec-2018, besluitnummer: 18.020.435
Als vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Schouwen-Duiveland op 17-jul-2018, besluitnummer: 81466, na verkregen instemming van de gemeenteraad op 13-sep-2018, besluitnummer: 81466
Als vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Sluis op
10-jul-2018, besluitnummer: 3a5, na verkregen instemming van de gemeenteraad op
17-mei-2018, besluitnummer: 8
Als vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Terneuzen op 22-mei-2018, besluitnummer: 249887, na verkregen instemming van de gemeenteraad op
3-jul-2018, besluitnummer: 249887
Als vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tholen op
3-jul-18, besluitnummer: 122627, na verkregen instemming van de gemeenteraad op
21-jun-2018, besluitnummer: 115430
Als vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Veere op 29-mei-2018, besluitnummer: 18B.02334, na verkregen instemming van de gemeenteraad op 4-jul-2018, besluitnummer: 18B.02333
Als vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Vlissingen op 20-nov-2018, besluitnummer: 840157, na verkregen instemming van de gemeenteraad op
20-dec-2018, besluitnummer: 840157
Tot en met 2012 heeft voor de berekening van de regionale bijdrage het inwoneraantal van de gemeenten als basis gediend. Aangezien de inwoneraantallen binnen de Zeeuwse gemeenten niet veel fluctueren is om redenen van eenvoud gekozen om deze bijdrage als een vaste historische bijdrage op basis van het Cebeon-rapport 2012 te presenteren.
Oorspronkelijk was deze regionale bijdrage gebaseerd op inwoneraantallen (peildatum 1 januari 2012) * € 15,--. Gecorrigeerd voor € 0,12 per inwoner voor GHOR-taken welke naar de GGD zijn overgegaan in 2017.
Voor alle gemeenten is een eenduidige berekening gemaakt op basis van de gegevens van uitkeringsjaar 2016 uit de meicirculaire van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (versie 4 juni 2015);
De uitkeringsfactor (UF) van de Algemene Uitkering is niet meegenomen in deze berekening, omdat deze geen invloed heeft op de verhoudingsgetallen en te veel aan wijzigingen onderhevig is;
In verband met eenvoud/transparantie van de berekening en in verband met de mogelijkheid om bij toekomstige herijkingen van het gemeentefonds de berekeningen zelfstandig te kunnen uitvoeren (zonder inschakeling van adviesbureaus) is ervoor gekozen om de door Cebeon genoemde OEM-factor buiten beschouwing te laten. Deze factor leidt volgens het Cebeon-rapport van 30 januari 2013 slechts tot een marginale andere verdeling over gemeenten.
Als de financiële bijdrage aan VRZ omhoog moet, dan zal het meerdere worden verrekend via de bijdrage genoemd in artikel 27b.
Door het adviesbureau Cebeon is in 2012, in opdracht van het algemeen bestuur, een berekening gemaakt van de bijdrage per gemeente op basis van de Uitkeringsmaatstaf Veiligheid in het gemeentefonds. Hierbij is uitgegaan van een totaal maximaal over te dragen budget vanuit de gemeenten, uiteindelijk per 1 januari 2016, van 23,3 miljoen euro. Vanaf 2017 bedraagt het totaal budget 23,5 miljoen euro, exclusief bevolkingszorg. Dit totaal budget wordt in 2017 gecorrigeerd voor € 47.000,-- in verband met GHOR-taken welke zijn overgedragen aan de GGD.
Deze berekening is door het algemeen bestuur in haar vergadering van 20 december 2012 vastgesteld als verdeelsystematiek voor de nieuwe gemeenschappelijke regeling. Bij de toepassing van de berekeningsmethode bleken er in sommige gevallen grote verschillen tussen de in de gemeentelijke begrotingen aanwezige budgetten en de nieuw te betalen bijdragen te zijn. Ondanks een overgangsregeling waren de verschillen voor sommige gemeenten onacceptabel groot en zijn zij niet toegetreden tot de nieuwe gemeenschappelijke regeling.
Gezien de onwenselijke situatie die hierdoor ontstond is opnieuw gezocht naar een voor alle gemeenten acceptabele financieringssystematiek.
Bij de nieuwe berekening wordt een mitigatiebijdrage verrekend. Hiermee compenseren voordeel gemeenten een gedeelte van de zwaardere lasten van nadeel gemeenten. De overgangsperiode geldt voor een periode van 8 jaar. De mitigatiebijdrage is structureel van aard.
Bij deze herziening van de gemeenschappelijke regeling wordt uitgegaan van een vernieuwde situatie vanaf 2017.