Organisatie | Lingewaard |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Lingewaard houdende regels omtrent handhaving Handhavingsuitvoeringsprogramma HUP 2019 |
Citeertitel | Handhavingsuitvoeringsprogramma HUP 2019 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | algemeen |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
25-04-2019 | nieuwe regeling | 09-04-2019 | 92545 |
“Lingewaard wil een gemeente zijn waarin mensen veilig en gezond kunnen wonen, werken en recreëren in een aantrekkelijke omgeving.”
De gemeente Lingewaard heeft in december 2017 een handhavingsbeleid vastgesteld voor de jaren 2018-2022. Het handhavingsbeleid kent bovenstaande visie en er wordt ingegaan op de prioriteiten per handhavingsdomein. Deze prioriteiten vormen een basis voor het jaarlijks op te stellen handhavingsuitvoeringsprogramma (hierna HUP). Voor u ligt het HUP van 2019.
“We mogen trots zijn op Lingewaard. We kennen een rijk verenigingsleven, een sterke sociale samenhang en daarom wonen we er graag. Het gaat goed met de lokale economie. En als iemand in de knel dreigt te raken kan diegene terugvallen op goede sociale voorzieningen. Als er zich problemen voordoen lossen we die samen op. We zien het als belangrijkste taak dit zo te houden. Samen bouwen we daarom aan een betrouwbaar, ondernemend, betrokken en daadkrachtig Lingewaard.” 1
Het coalitieprogramma 2018-2022 kent een rode draad namelijk dat we trots zijn op Lingewaard. Ook door middel van handhaving zal daaraan een bijdrage worden geleverd. In dit HUP worden de activiteiten voor het komende jaar omschreven.
De kwaliteitseisen voor handhaving op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) zijn opgenomen in hoofdstuk 7 van het Besluit omgevingsrecht (Bor) en hoofdstuk 10 van de Ministeriele regeling omgevingsrecht (Mor). Hierin wordt voorgeschreven dat het handhavingsbeleid jaarlijks in een HUP moet worden uitgewerkt (artikel 7.3 Bor). Het HUP beschrijft welke van de voorgenomen activiteiten het bestuursorgaan het komende jaar uitvoert en wat de daarvoor benodigde en beschikbare personele middelen zijn. Bij het opstellen van het HUP moet onder andere rekening worden gehouden met het vastgestelde handhavingsbeleid 2018-2022.
Het HUP moet volgens artikel 7.3 lid 2 van het Bor worden afgestemd met andere betrokken bestuursorganen en de organen die belast zijn met de strafrechtelijke handhaving. Daarnaast moet het HUP worden uitgewerkt in werkplannen voor de betrokken onderdelen van de organisatie. Volgens artikel 7.5 van het Bor moet systematisch worden nagegaan of voor de uitvoering van het HUP voldoende financiële en personele middelen beschikbaar zijn. Indien nodig, moeten de middelen worden aangevuld of een aanpassing van het HUP en de werkplannen plaatsvinden.
Handhaven is gericht op het doen naleven van wet- en regelgeving. Door het handhaven op de regelgeving worden waarborgen geboden ten aanzien van de veiligheid, gezondheid, leefbaarheid en het milieu. Handhaving wordt meestal slechts gezien als het sanctioneren van overtredingen van wetten en regels. Onder handhaving moet ook worden begrepen het voorkomen van overtredingen. Dat kan door het houden van toezicht en uitvoeren van controles, maar dat kan ook door het geven van voorlichting. Daarnaast is het voor een effectieve handhaving van belang om beleid en regelgeving vooraf goed te toetsen op uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid. Dat houdt bijvoorbeeld ook een zorgvuldige vergunningverlening (inclusief BIBOB-toetsing) en heldere bestemmingsplannen in, waarbij naar alle facetten wordt gekeken.
Binnen de gemeente Lingewaard is de regie op handhaving belegd binnen het team Veiligheid, Toezicht en Handhaving (hierna team VTH). Team VTH heeft als doel haar wettelijke taken op het gebied van handhaving op een professioneel, transparante en eenduidige wijze vorm te geven. Zij doet dit samen met haar ketenpartners de Omgevingsdienst Regio Arnhem (hierna ODRA), de politie en de Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden (hierna VGGM). Een middel om regie op handhaving te bereiken is het realiseren van een HUP. Met de ontwikkeling van dit HUP kan de gemeente Lingewaard de beschikbare capaciteit zo effectief mogelijk benutten, inspelen op de komst van nieuwe wet- en regelgeving en creëren we draagvlak binnen en buiten het team VTH.
In het handhavingsbeleid 2018-2022 is de visie van de gemeente Lingewaard uitgebreid omschreven. Aan deze visie dragen we bij door programmatisch en integraal te handhaven. In het handhavingsbeleid zijn de prioriteiten omschreven. In dit HUP worden alle handhavingsactiviteiten inclusief de prioriteiten besproken. Programmatisch handhaven is een gestructureerde en integrale aanpak van de handhaving, gebaseerd op een integraal HUP. Daarin zijn aan de hand van beleidsmatige keuzes en beschikbare capaciteit, prioriteiten gesteld ten aanzien van wat er het komende jaar concreet aan handhaving wordt gedaan. Bovendien worden de handhavingsactiviteiten hierin zoveel mogelijk op elkaar afgestemd. In een programmatische aanpak wordt beleid en uitvoering van beleid opgevolgd door evaluatie en bijsturing. Daarmee is programmatisch handhaven nadrukkelijk een cyclisch proces, wat wordt nagestreefd. 2
In deze paragraaf is een opsomming gegeven van de belangrijkste partners in handhaving op het gebied van bouwen, milieu, Algemene Plaatselijke Verordening, bijzondere wetten 3 en brandveiligheid. 4 Dit handhavingsprogramma is ook met deze partijen afgestemd.
Team veiligheid, toezicht en handhaving
De handhaving op bovengenoemde domeinen binnen de gemeente Lingewaard is samengebracht binnen het team VTH. Het team bestaat uit medewerkers in de rol van buitengewoon opsporingsambtenaar, vergunningverlener, beleidsmedewerker (o.a. openbare orde en veiligheid en ondermijning) en juridisch adviseur. Handhavingstaken op grond van de onder andere Algemene Plaatselijke Verordening en bijzondere wetten worden uitgevoerd door dit team. Dit betekent dat de activiteiten beschreven in dit plan worden uitgevoerd door het gehele team en niet alleen bijvoorbeeld de inzet van buitengewoon opsporingsambtenaren betreft. Handhavingstaken gerelateerd aan de Wabo met betrekking tot milieu en bouwen zijn bij de ODRA ondergebracht, maar worden vanuit team VTH geregisseerd.
De gemeente Lingewaard heeft handhaving en vergunningverlening op grond van de Wabo ondergebracht bij de ODRA. Dit betreffen wettelijke basistaken, overige Wabo-taken en specialistische niet-Wabo taken. Met de ODRA is een dienstverleningsovereenkomst (DVO) afgesloten. In deze DVO zijn algemene afspraken en werkafspraken gemaakt. Ook maakt een werkprogramma deel uit van dit de DVO dat daarmee jaarlijks wordt gewijzigd. Het algemeen bestuur van de ODRA heeft op 4 oktober 2018 besloten om per 1 januari 2020 over te gaan op outputfinanciering. In 2019 zal er vooral sprake zijn van nacalculatie. De gemeente Lingewaard heeft samen met de ODRA een vergunningen- en nalevingstrategie en een probleem- en risicoanalyse betreffende het omgevingsrecht opgesteld 5 . Er wordt door de ODRA gewerkt conform deze opgestelde strategieën en analysen. In 2019 wordt de vergunningen- en nalevingsstrategie herzien.
Het team VTH werkt nauw samen met de politie. De politie heeft tot taak te zorgen voor de daadwerkelijke handhaving van de rechtsorde en het verlenen van hulp aan hen die deze behoeven. 6 De politie werkt aan de hand van een meerjarig teamplan.
Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden
Ook met de veiligheidsregio is een belangrijke samenwerking binnen de genoemde domeinen. In het bijzonder binnen het domein brandveiligheid is de VGGM een belangrijke partner. Het college van burgemeester en wethouders is immers belast met de brandweerzorg, de rampenbestrijding en de crisisbeheersing en de geneeskundige hulpverlening 7 . Prioriteiten voor de veiligheidsregio komen tot uiting in de meerjarenbegroting van de VGGM. Voor dit HUP is aangesloten bij de kaderbrief 2020 8 .
Zowel het strafrecht als het bestuursrecht richten zich op het bevorderen van normconform gedrag. De bestuursrechtelijke instrumenten die ter beschikking staan, zijn vooral toegesneden op het geheel of gedeeltelijk ongedaan maken of beëindigen van de overtreding en op het herstel van de situatie. De strafrechtelijke instrumenten zijn vooral toegesneden op het straffen van de overtreder, veranderen van diens gedrag, schadeherstel en op het wegnemen van door de dader wederrechtelijk genoten (concurrentie)voordeel. Beide typen instrumenten dienen daarnaast tot ontmoediging (preventie). Bij overtreding van het stelsel van de omgevingsvergunning of het bij of krachtens de betrokken wetten bepaalde kunnen vrijwel al deze aspecten aan de orde zijn. Handhavend optreden door bestuur en OM dient dan ook in samenspel plaats te vinden. Dit samenspel komt voornamelijk tot uiting in het driehoeksoverleg.
1.4 Gebiedsgericht en informatie-gestuurd handhaven samen met wijkplatforms en ondernemersverenigingen
Naast bovengenoemde partners zijn uiteraard ook inwoners en bedrijven een belangrijke partij. Zo spreekt het coalitieprogramma over: “Als er zich problemen voordoen lossen we die samen op” en beschrijft het college uitvoeringsprogramma 2018-2022 hoe we de interactie met de inwoner vormgeven. Om uitvoering te geven aan het onderbouwd, planmatig en transparant handhaven 9 wordt samenwerking gezocht met de wijkplatforms en ondernemersvereniging. 10
Voor het HUP 2018 is aan de wijkplatforms gevraagd naar de belangrijkste handhavingsvraagstukken in de wijken. Op hoofdlijnen komen die vraagstukken overeen met de gestelde prioriteiten. Het vervolg hierop betreft een samenwerking op de uitvoering, een meer gebiedsgerichte handhaving. Doel daarvan is om de inwoners meer te betrekken bij hun leefomgeving en daarmee ook de handhaving in hun leefomgeving. Op de onderwerpen jeugdoverlast en hondenoverlast wordt hier nu ervaring mee opgedaan. De wijkplatforms worden gevraagd welke drie hondenoverlastlocaties (o.a. hondenpoep) en welke drie jeugdoverlastlocaties (handhaving op APV-feiten, afval en alcohol 11 ) binnen hun wijk prioriteit hebben bij handhaving. Hieruit ontstaat een lijst met geprioriteerde locaties. Op deze locaties vindt er vervolgens intensiever handhaving plaats. Zo krijgen de wijkplatforms mogelijkheden om zelf te sturen op de inzet van handhaving.
De wijkplatforms worden zo ook bewust gemaakt dat niet alle handhavingsvraagstukken (direct) kunnen worden opgepakt. De uitvoering van de handhaving wordt vervolgens per wijk gerichter ingezet.
Wanneer blijkt dat een locatie onder controle is of een nieuwe locatie meer aandacht verdient, kan dit in overleg worden aangepast. Hierdoor ontstaat er een dynamische lijst. De wijkplatforms zullen ook op de hoogte worden gebracht van de uitkomsten van de controles. In 2018 is al gestart met deze aanpak bij twee wijkplatforms. Wanneer deze aanpak werkt zal dit ook voor andere handhavingsvraagstukken worden opgezet.
Ook zijn er diverse contacten met de ondernemersverenigingen. Dit verloopt hoofdzakelijk via de accountmanager bedrijven, maar er zijn ook regelmatig informele contacten tussen team VTH en de verschillende ondernemersverenigingen.
Team VTH maakt gebruik van een digitaal systeem (Sigmax) ter ondersteuning van de handhaving. Handhaving wordt hiermee efficiënter uitgevoerd. Daarnaast is het makkelijker om inzicht te krijgen in de hoeveelheid en locaties van ons handhavend optreden. Door ook achteraf deze informatie te onderzoeken, kunnen ook andere middelen worden ingezet. Voorbeeld: indien op jaarbasis blijkt dat op een bepaalde locatie in de blauwe zone regelmatig overtredingen plaatsvinden, dient er wellicht te worden geïnvesteerd in een andere aanpak, zoals die van bewustwording of verduidelijking van de situatie. Op basis van deze informatie wordt handhaving gerichter ingezet.
1.5 Integrale veiligheid en integraal handhaven
Integrale veiligheid en handhaving zijn nauw met elkaar verbonden. De samenwerking wordt daarom naast het handhavingsbeleid 2018-2022 ingegeven vanuit de prioriteiten uit het integraal veiligheidsplan 2017-2020 en de veiligheidsstrategie 2019-2022 12 . Onderstaand de benoemde prioriteiten uit deze beleidsdocumenten.
Integraal veiligheidsplan 2017-2020
Veiligheidsstrategie 2019-2022
In het jaaruitvoeringsplan Integrale Veiligheid is bepaald wie welke verantwoordelijkheid heeft met betrekking tot de daarin uitgewerkte onderwerpen.
Integraal werken op het gebied van handhaving betekent dat de verschillende disciplines binnen de gemeente intensiever met elkaar moeten samenwerken. Daarnaast moet de samenwerking gezocht worden met handhavers buiten de eigen organisatie (politie, brandweer, ODRA, belastingdienst, NVWA, Douane e.a.). Als het gaat om een integrale aanpak, is het van belang te onderzoeken welke samenhangen er zijn tussen de verschillende onderdelen van de handhavingsvraagstukken. De mate van samenhang bepaalt in hoeverre er winst te behalen is door meer integraliteit.
In ieder geval probeert de ODRA de door hen uit te voeren handhaving op bouwen en milieu te combineren. Een ander goed voorbeeld van de integraliteit in handhaving betreft de aanpak van ondermijningscases, waarbij gezamenlijk door meerdere partijen een controle plaatsvindt. Desondanks komt het voor dat controles door verschillende organisatieonderdelen vlak na elkaar plaatsvinden als gevolg van het ontbreken van samenhang. Het doel is een integrale aanpak na te streven waarbij de handhavingscapaciteit veel gerichter wordt ingezet. Hiermee wordt in eerste instantie beoogd handhavers van meerdere disciplines gezamenlijk een controle uit te laten voeren. Dit is vooral gericht op het specialisme van de handhaver. Het zal minder vaak voorkomen dat één handhaver voor meerdere onderdelen wordt ingezet, tenzij de casus dit toelaat. ‘Eenvoudige’ punten zouden wel meegenomen kunnen worden, maar het gaat veel te ver handhavers tot een allrounder op te leiden. Waar het om gaat is dat er uiteindelijk daadkrachtiger, effectiever en efficiënter gehandhaafd wordt. Een belangrijke opgave is om deze samenhangen op te zoeken en zodanig in de uitvoeringsprogramma’s te verankeren, dat de beoogde winst ook daadwerkelijk wordt gerealiseerd.
1.6 Klachten, meldingen en handhavingsverzoeken
Hieronder wordt uitgelegd wat het verschil is tussen klachten en meldingen en wat ermee gedaan wordt. Daarnaast wordt kort uiteengezet wat handhavingsverzoeken zijn. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen klachten en meldingen. Dit wordt expliciet hier behandeld, omdat een groot aantal van deze meldingen en klachten en handhavingsverzoeken het werkpakket vullen van de handhavers.
Een ieder kan een klacht indienen over de wijze waarop een bestuursorgaan zich in een bepaalde aangelegenheid ten opzichte van hem of een ander heeft gedragen. Klachten spelen organisatie breed, kan over elke medewerker gaan en hoeft niet specifiek over handhaving te gaan. Omdat handhaving negatief kan worden ervaren door de inwoners, zal het indienen van een klacht tegen de persoon/ het bestuursorgaan mogelijk wel eerder voorkomen dan op andere terreinen. Een gedraging van een persoon, werkzaam onder de verantwoordelijkheid van een bestuursorgaan, wordt eveneens aangemerkt als een gedraging van dat bestuursorgaan (art. 9:1 Awb). Voor bovengenoemde klachten is de “Verordening klachtadviescommissie Lingewaard” opgesteld.
Voor het indienen van een schriftelijke klacht worden in de Awb eisen gesteld. Een klacht kan door middel van een klachtenformulier of een klaagschrift ingediend worden en bevat ten minste de naam en het adres van de indiener, de dagtekening en een omschrijving van de gedraging waartegen de klacht is gericht (art. 9:4 Awb). Een schriftelijke klacht kan dus niet anoniem.
Een melding heeft betrekking op een verzoek tot aanpassing en/ of ervaren van hinder in de openbare ruimte. Meldingen kunnen bijvoorbeeld gaan over overhangende takken, loslopende honden, losliggende tegels, overlast hangjongeren en parkeeroverlast. Op de website kan een melding worden gedaan. De melder vermeldt daarbij ook de NAW-gegevens. Indien de omschrijving vragen oproept wordt met de melder contact opgenomen om de melding te verduidelijken. Er kan anoniem een melding worden gedaan, maar worden alleen in behandeling genomen wanneer verdere informatie kan worden verkregen. Ervaring leert dat anonieme meldingen vaak voorkomen bij burenruzies of iets dergelijks. Bij een melding van onze inwoners wordt verwacht dat zij hun eigen verantwoordelijkheid nemen en de eerste acties wel hebben gedaan (aanspreken, verzoeken om overtreding op te heffen). 13
Van een handhavingsverzoek is sprake indien een schriftelijk verzoek wordt gedaan om handhavend op te treden. Er dient wel sprake te zijn van een belanghebbende in de zin van artikel 1:2 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Binnen een redelijke termijn, doch uiterlijk binnen acht weken na ontvangst van het handhavingsverzoek, dient hierop een beslissing te zijn genomen. Zo nodig kan het bevoegd gezag binnen acht weken aangeven dat uitsluitsel nog niet mogelijk is en daarbij aangeven wanneer wel een beslissing kan worden verwacht. Een handhavingsverzoek is een aanvraag in de zin van de Awb en moet zijn ondertekend en de naam en adres van de aanvrager, de dagtekening en een aanduiding van de beschikking die wordt gevraagd, bevatten (artikel 4:2 Awb). Ook een handhavingsverzoek kan niet anoniem worden gedaan.
Hoofdstuk 2 Analyses en prioriteiten
In dit hoofdstuk worden de verschillende domeinen uit het handhavingsbeleid als uitgangspunt gehanteerd. Per domein heeft een probleem- en risicoanalyse plaatsgevonden en is naar aanleiding van nieuwe inzichten onderzocht of er nieuwe uitvoeringsprioriteiten zijn. Ook de prioriteiten uit het handhavingsbeleid worden behandeld.
De uitvoering van dit domein is volledig ondergebracht bij de ODRA. In het werkprogramma zijn op basis van de vastgestelde strategieën voor toezicht en handhaving uren opgenomen voor regulier toezicht en handhaving. Daarnaast kunnen voor specifieke projecten uren worden opgenomen in het werkprogramma.
In de probleem- en risicoanalyse betreffende het omgevingsrecht staat de methodiek omschreven hoe bepaald is hoe groot risico’s zijn. De prioriteitenstelling is gebaseerd op een inschatting van die risico’s die aan de verschillende handhavingstaken zijn verbonden, waarbij risico gedefinieerd is als; Risico = Effect van overtreding x Kans dat het effect zich voordoet. De controlefrequentie van bedrijven is hierop afgestemd. Prioritering in dit domein houdt, gelet op de financiering, hoofdzakelijk in dat keuzes gemaakt worden ten aanzien van in te zetten uren “toezicht” en in te zetten uren “bestuursrechtelijke handhaving”.
De ODRA heeft de benodigde uren en financiën voor 2019 nader omschreven in een werkprogramma (bijlage I).
De ODRA zet zich namens de gemeente in om te komen tot een zodanige naleving van de wettelijke voorschriften dat veiligheid, leefbaarheid en duurzaamheid optimaal worden bevorderd. Daartoe houdt ODRA geprogrammeerd toezicht en handhaaft de relevante wettelijke bepalingen. Onder toezicht wordt verstaan het verzamelen van informatie over het feit of een activiteit is toegestaan en/of wordt voldaan aan de overige eerder opgelegde regels/voorschriften al dan niet in vergunningen, meldingen en/of brieven. Bij een overtreding wordt de door de gemeente vastgestelde sanctiestrategie gevolgd en waar nodig een sanctiemiddel toegepast. Heldere en waar mogelijk standaardprocedures en goede afstemming met de gemeente Lingewaard moet onnodige lasten voorkomen. Naast de algemene handhaving op bouw en milieu, wordt er ook inzet geleverd door de ODRA op de benoemde prioriteiten uit het handhavingsbeleid. Hieronder worden deze kort weergegeven. Zie voor de benodigde uren en financiën het werkprogramma (bijlage I).
ODRA zal bijdragen aan de inzet op ondermijning door 15 inrichtingen integraal te controleren op de aspecten briks 14 en milieu. Daarnaast zijn er uren gereserveerd voor juridische handhaving en toezicht er vanuit gaande dat naar aanleiding van deze controles handhavend opgetreden dient te worden.
Asbestdaken en illegale asbestsaneringen
ODRA heeft een voorstel gedaan voor een regionale aanpak asbestdaken 2025. Via die aanpak wordt ernaar gestreefd zoveel mogelijk eigenaren er toe te bewegen een asbestdak te (laten) verwijderen. Dit voorstel wordt beoordeeld door het Algemeen Bestuur. De gemeente Lingewaard heeft al een ‘nulsituatie’ opgemaakt. In 2019 zet ODRA voor Lingewaard 104 uur in voor de aanpak en opsporing op illegale saneringen.
In het kader van de actualisatie van de verschillende oude bestemmingsplannen voor de bedrijventerreinen is er in 2013 één bestemmingsplan Bedrijventerreinen actualisatie 2013 vastgesteld. Een van de uitgangspunten die hierbij is gehanteerd is dat de bedrijventerreinen er voor de bedrijven zijn en dat er dus zo min mogelijk belemmeringen voor de bedrijfsvoering moet optreden. Dit betekent daarmee ook dat de woningen waarvan bekend is dat deze niet als een bedrijfswoning maar als een (afzonderlijke) burgerwoning in gebruik zijn niet worden bestemd als “wonen” maar dat de aanduiding ‘bedrijfswoning’ hierop gehandhaafd blijft. Zodra het bestemmingsplan Bedrijventerrein Veegplan is vastgesteld, zal de handhaving ter hand worden genomen. De verwachting is dat het bestemmingsplan in het eerste half jaar van 2019 wordt vastgesteld.
Er vindt in de gemeente Lingewaard op diverse locaties een illegale bedrijfsmatige stalling van caravans plaats in een door het college vastgesteld intensiveringsgebied. Deze situatie is in strijd met het bestemmingsplan waardoor de overtreding beëindigd dient te worden. Er is geen zicht op legalisatie of een tijdelijke ontheffing. In 2019 zal het reeds ingezette handhavingstraject worden voortgezet door de ODRA om de strijdigheid op te heffen.
Er zijn diverse signalen ontvangen dat er woningen boven winkels in strijd met het bestemmingsplan dan wel bouwregelgeving zijn aangepast. In 2019 zal in ieder geval een inventarisatie van de situatie in de winkelstraat van Huissen plaatsvinden op basis van bij de gemeente bekende gegevens. Doel hiervan is een inschatting te maken van (de ernst van) de situatie.
Gelet op het Gelders Energieakkoord en het duurzaamheidsbeleid 15 zijn in het werkprogramma van ODRA enkele energieprojecten opgenomen 16 .
In 2012 heeft de Europese Commissie de Europese richtlijn Energie Efficiency Directive (EED) vastgesteld. Deze richtlijn draagt bij aan de Europese doelstelling van een 20% lager Europees energieverbruik in 2020. Een onderdeel van de richtlijn bevat de verplichting voor grote ondernemingen voor het opstellen van een energie-audit waarmee zij inzicht krijgen in het energieverbruiksprofiel van de onderneming en mogelijkheden voor kosteneffectieve energiebesparing. Nederland heeft deze verplichting d.d. 15 juli 2015 opgenomen in nationale regelgeving, te weten in de Tijdelijke regeling implementatie artikelen 8 en 14 Richtlijn energie efficiëntie.
De door bedrijven ingediende energie-audits moeten worden getoetst. ODRA voert deze toetsing uit. Bedrijven kunnen ook uitstel of een (gedeeltelijke) vrijstelling aanvragen. ODRA adviseert het bevoegd gezag daarover. Tot slot moeten bedrijven die de richtlijn ontduiken, dan wel achterblijven in de resultaten, worden op- en aangespoord. Binnen de gemeente Lingewaard zijn er zeven bedrijven welke een energie-audit moeten ondergaan.
Het belangrijkste energieproject is het toezicht op de energiebesparingsverplichting van bedrijven door middel van de erkende maatregelen lijst (zogenaamde EML controles). In 2019 gaat de ODRA in Lingewaard 28 controles bij middenverbruikers uitvoeren.
2.2 Domein APV, DHW en openbare ruimte
Dit domein is ondergebracht bij team veiligheid, toezicht en handhaving.
Voor dit domein is een probleem- en risicoanalyse uitgevoerd. Ook bij deze probleem- en risicoanalyse gaat het om de relatie van de ernst van niet-naleving tot de mate waarin de regels worden nageleefd. Voor het stellen van prioriteiten zijn diverse negatieve effecten gebruikt die de overheid met gedragsvoorschriften tracht te voorkomen. Ook voor dit domein is de probleemanalyse vertaald naar een kwantitatieve beoordeling. Hiervoor is gebruik gemaakt van een andere methodiek dan bij het eerste domein, maar deze werkt wel op basis van de formule Risico = Kans X Effect. De prioriteitenstelling is gebaseerd op een inschatting van de risico’s die aan de verschillende handhavingstaken zijn verbonden. In bijlage 2 leest u een uitleg hoe deze uitkomst tot stand is gekomen.
De hieronder staande prioritering is gebaseerd op meerdere factoren. Ten eerste de risicoanalyse die ambtelijk door experts uit het vakgebied is ingevuld. Verder is rekening gehouden met de algemene lijn die door de overheid wordt aangemoedigd en bestuurlijke keuzes uit het verleden. De prioriteiten uit onderstaande tabel corresponderen met de prioriteitenmatrix.
Tabel: Prioritering naar aanleiding van de risicoanalyse
De handhavers opereren in de openbare ruimte. Deze vorm van handhaving wordt het meest gezien door inwoners. Zij zijn dan ook veelal het eerste aanspreekpunt voor de gemeente op straat. Het is dan ook een discipline waarbij veel komt kijken. Inwoners zijn nauw betrokken bij de openbare ruimte en kunnen last ervaren van andere inwoners die de regels niet zo nauw nemen. Naast de inzet van handhavers zet de gemeente Lingewaard ook bestuurlijke maatregelen in zoals de last onder bestuursdwang.
De inzet van handhaving wordt mede bepaald door de mate waarin inwoners, bedrijven en organisaties regels en voorschriften naleven (naleefgedrag). Daarnaast zijn landelijke en gemeentelijke ontwikkelingen en bestuurlijke prioriteiten bepalend. De prioriteiten worden vervolgens vertaald naar de uitvoeringspraktijk. Dit resulteert in het maken van keuzes. De keuzes van de gemeente Lingewaard voor 2019 zijn vastgelegd in dit HUP.
Hieronder gaan we kort in op de benoemde prioriteiten uit het handhavingsbeleid. Daarnaast hebben nieuwe beleidslijnen 17 en nieuwe inzichten binnen de probleem- en risicoanalyse tot gevolg dat daaraan nog een prioriteit aan is toegevoegd.
De meest bekende vorm van hondenoverlast is hondenpoep en loslopende honden. Het hondenbeleid is vooral gebaseerd op de regels uit de Algemene Plaatselijke Verordening. Zo zijn er losloopgebieden en uitlaatstroken aangewezen. Met betrekking tot gevaarlijke honden is ook een beleidsregel 18 vastgesteld. De handhavingscapaciteit wordt hoofdzakelijk voor repressief optreden en projectmatige aanpak ingezet. Daarnaast draagt team VTH bij aan (de voorbereiding op) evaluatie van het hondenbeleid 19 .
Evenementen vormen een belangrijke pijler in de gemeente Lingewaard als het gaat om recreëren in een aantrekkelijke gemeente. Daarbij wil de gemeente een evenwicht vinden tussen de toeristische attractiewaarde van een evenement en de openbare orde, veiligheid, leefbaarheid, milieu en gezondheidszorg rondom een evenement 20 . De burgemeester is belast met het toezicht op evenementen en waakt daarmee over de veiligheid en gezondheid van de bij de evenementen betrokken personen 21 . Enerzijds wordt daarin geïnvesteerd door evenementenorganisatoren te wijzen op eigen verantwoordelijkheid en het voorkomen van overtredingen. Van de vergunningverleners wordt een actieve en ondersteunende houding gevraagd. Anderzijds wordt dit nagestreefd door de inzet van handhaving. In 2019 wordt, conform het JUP 2019-2020, meer ingezet op toezicht van de vergunningsvoorschriften.
We hebben inzicht in de (omvang) van ondermijnende activiteiten en kunnen die daardoor voorkomen en gericht bestrijden 22 . Dit is althans het doel wat we voorstaan. Op die manier willen we de vermenging van boven- met onderwereld aanpakken. We hebben daarbij naast een repressieve rol (bijv. sluiten van panden) ook een duidelijke signalerende rol.
Naar verwachting wordt in 2019 het afvalbeleid “Lingewaard Circulair & Duurzaam 2020-2025” vastgesteld. 23 De inzet van handhaving zal afgestemd worden op dit beleid. Daarnaast zal de handhavingscapaciteit (vraag gestuurd) ingezet worden op afvaldump.
Het beleid is om het parkeren te ordenen met oog voor de ruimtelijke kwaliteit en te streven naar voldoende parkeerplaatsen op acceptabele loopafstand 24 . De acties die daarvoor worden uitgezet vragen om handhavingscapaciteit. Het betreft het regelen van parkeren via blauwe zones, het reguleren van parkeren van caravans, campers, aanhangwagens en grote voertuigen via de APV en het wegslepen van voertuigen als de veiligheid in het geding is.
De omgevingswet is een groot vraagstuk van deze tijd. Na de transformatie in het sociaal domein vraagt de Omgevingswet ten minste dezelfde inspanning. Dat wordt in Lingewaard als een kans gezien. Want de Omgevingswet beoogt inwoners en maatschappelijke vraagstukken zoals gezondheid en duurzaamheid centraal te stellen bij het vormgeven van de ruimte om ons heen. 25 Team VTH zal daarom aansluiting zoeken binnen de organisatie op het Procesontwerp Omgevingswet 2019-2021 26 .
Overlastgevende jeugd(groepen) is als prioriteit benoemd in het integraal veiligheidsplan en nader uitgewerkt in het Jaaruitvoeringsplan Integrale Veiligheid 2019-2020 (verder: JUP 2019-2020). Logischerwijs sluit de handhavingsinzet aan op deze aanpak. De inzet op jeugdoverlast vanuit het team VTH beperkt zich tot handhaving op APV-feiten, afval en alcohol.
In de gemeente Lingewaard zijn handhavers aangewezen om toe te zien op naleving van de Drank- en Horecawet, APV en de Wet op de Kansspelen. Tijdens de controles controleren de handhavers onder meer drank- en horecavergunningen en –ontheffingen, exploitatievergunningen, aanwezigheidsvergunningen, evenementenvergunningen, sluitingstijden, leeftijdsgrens, ‘zuipketen’ en drankgebruik op hangplekken. Een belangrijk speerpunt 27 in het takenpakket van de handhaver is de controle van de leeftijdsgrens van 18 jaar van de Drank- en Horecawet. Ondernemers worden door de handhaver op verschillende manieren ondersteund om deze naleving te verbeteren.
De handhavingstaken kan grofweg toebedeeld worden aan horeca, paracommercie, supermarkten en slijterijen, evenementen, alcoholgebruik op de openbare weg en overig. Gezien de doelstelling van de Drank- en Horecawet blijft het accent liggen op het verminderen van alcoholgebruik onder jongeren. De hoogste prioriteit blijft dan ook controle op de leeftijdsgrens.
Dit domein is ondergebracht bij de VGGM.
De gemeente Lingewaard stelt via vergunningverlening en handhaving eisen aan het brandveilig (ver)bouwen van bouwwerken en het brandveilig gebruik van deze bouwwerken. Controle en handhaving hiervan vinden plaats op grond van het Bouwbesluit 2012. Conform de Wet op de economische delicten (Wed) is een overtreding van de bij of krachtens de Woningwet gegeven voorschriften (w.o. het Bouwbesluit) een strafbaar feit. Het waarborgen van de brandveiligheid in Lingewaard heeft daarom een hoge prioriteit. Ook in 2019 wil de VGGM juist de eisen, welke bij de vergunningverlening gesteld worden, aan het brandveilig gebruik van gebouwen controleren. Alle gebouwen in het toezichtprogramma van de brandweer worden structureel periodiek gecontroleerd. Afhankelijk van de gevaarzetting, zoals blijkt uit een analyse, is dat jaarlijks, 2- of 5- jaarlijks.
De kaderbrief 2020 benoemt diverse ontwikkelingen en de daarbij benoemde ambities van de VGGM. De ambities die van belang zijn voor dit uitvoeringsprogramma worden aangehaald.
Landelijke agenda brandweerzorg 2018-2022 en landelijke herijking Brandveilig Leven
De ontwikkelopgaven waar VGGM, ingegeven door Brandweer Nederland, zich op richt zijn: innovatief samenwerken, risicogericht werken 28 , voor elke taak de juiste maat, vakmanschap versterken, vitale medewerker en organisatie. Vanuit deelnemende gemeenten is aangegeven dat de risicogroep ouderen bijzondere aandacht verdiend. Ook is één van de speerpunten dat gedragsbeïnvloeding alleen onvoldoende is en ook ingezet wordt op innovaties die bijdragen aan brandveiligheid.
De VGGM controleert op brandveiligheid en brandveilig gebruik van diverse gebouwen. Een aantal gebouwen hebben hoge prioriteit, te weten:
Brandveiligheid is een belangrijk facet binnen veilige evenementen 29 . Daarom is de toets hierop nadrukkelijk in het vergunningverleningsproces verwerkt. De VGGM adviseert de burgemeester op dit onderdeel. Ook op het gebied van toezicht op de naleving van de vergunning(voorschriften) of het Besluit brandveilig gebruik en basishulpverlening overige plaatsen ligt er een belangrijke taak bij de VGGM.
Uitgangspunt binnen het handhavingsbeleid betreft het prioriteit geven aan het voorkomen van overtredingen 30 . Wordt communicatie gekoppeld aan handhaving met als doel de naleving te bevorderen, dan spreken we van handhavingscommunicatie. Handhavingscommunicatie is: de planmatige inzet van effectieve communicatie middelen gekoppeld aan handhaving, ter bevordering van de naleving van wet- en regelgeving 31
Door handhavingscommunicatie in te zetten als handhavingsinstrument kan een hoger naleefgedrag worden nagestreefd met een gelijkblijvende of verminderde inzet van fysieke controles. Als gevolg van de handhavingscommunicatie zal een deel van de inwoners en ondernemers de regels beter gaan naleven en zullen uiteindelijk minder corrigerende maatregelen nodig zijn. Het betreft niet alleen het nalevingsgedrag van de gecontroleerde personen maar ook dat van de niet-gecontroleerde personen die gehoord of gelezen hebben over de controles. Handhavingscommunicatie beoogt dan een preventief effect. Deze ‘vrijkomende’ capaciteit kan dan worden ingezet om de overtreders die er nog zijn op te sporen. Handhavingscommunicatie kan de handhaving echter niet vervangen. Er moet altijd sprake zijn van een reële inzet van de handhaving.
Handhavingscommunicatie kan op verschillende momenten en manieren in het HUP worden ingezet. Zo kan er vooraf, tijdens en/of na de handhaving worden gecommuniceerd. Hierbij kan gebruik worden gemaakt van verschillende “mediakanalen”, zoals regionale bladen, social media, vakbladen en televisie. De wijze van inzet van handhavingscommunicatie is bepalend, alsook de afstemming met overige handhavingsinstrumenten. De inzet van de verschillende handhavingsinstrumenten moeten integraal op elkaar worden afgestemd. Handhaving en communicatie moeten één geheel zijn. Om dit te bewerkstelligen is er nauwe samenwerking tussen het team communicatie en het team VTH en zijn beide teams aangesloten in hetzelfde bestuurlijke overleg (PFO).
Om dit instrument succesvol in te kunnen zetten, moet wel aan een aantal randvoorwaarden worden voldaan:
De handhaving moet integraal, transparant en eenduidig zijn en van hoge kwaliteit.
Door te communiceren over de handhaving zorg je voor uitvergroting van de handhavingsactiviteiten binnen de gemeente Lingewaard. Hierdoor zijn alle ogen op de gemeente gericht. Een gemeente kan zich in geen geval missers en grote verschillen in eenduidigheid permitteren, maar dat kan zeker niet voor het oog van de media. Integrale handhaving in deze is een must.
Hoofdstuk 3 Uitvoering en werkplanning
Het is van belang dat de handhavingstaken zo efficiënt en effectief mogelijk worden uitgevoerd en dat de capaciteit daar wordt ingezet waar de risico’s het grootste zijn. Dit betekent dat aan de hand van een risicoanalyse prioriteiten zijn gesteld om dit te bewerkstelligen. Per domein wordt inzicht geboden in de capaciteit en de uit te voeren werkzaamheden, rekening houdend met de prioriteiten.
Zaken die niet binnen de prioriteiten zoals beschreven in het tweede hoofdstuk, kunnen uiteraard nog wel worden uitgevoerd indien daar aanleiding voor is. Maar het stellen van uitgangspunten is noodzakelijk om de capaciteit per jaar zo efficiënt mogelijk in te kunnen zetten. Van belang is dat geconstateerde overtredingen worden geregistreerd, zodat de actie (handhaven of niet handhaven) daarop verantwoord kan worden.
3.3 Domein APV, DHW en openbare ruimte
De werkzaamheden worden uitgevoerd door het team VTH. Waaruit de werkzaamheden bestaan is beschreven in het teamplan 2019. Deze worden ook nader uitgewerkt in individuele werkplannen. De werkzaamheden zijn mede ingegeven door de activiteiten van dit HUP.
Naast de geprioriteerde handhavingstaken (welke in de tabel op pagina 10 zijn weergegeven) is capaciteit geraamd voor:
Capaciteit buitengewoon opsporingsambtenaren
De activiteiten in dit uitvoeringsprogramma worden door het hele team VTH opgepakt en is daarmee meer dan bijvoorbeeld alleen de inzet van buitengewoon opsporingsambtenaren. Er zijn echter wel twee bijzonderheden in 2019 die relevant zijn. Begin 2019 heeft de gemeente Lingewaard 5 fte aan buitengewoon opsporingsambtenaren in dienst (waarvan 0,6 fte beschikbaar is voor handhaving Drank- en Horecawet). De handhaving in het bewoonde deel van de kernen verdient alle aandacht. We vinden dat er ook meer aandacht moet komen voor het gebied buiten de kernen, het zogenoemde buitengebied. In dit gebied is sprake van een andere problematiek en dat vraagt om een ander wijze van handhaven. Hiervoor wordt de capaciteit in 2019 met 1 fte uitgebreid. 32 Naast deze 5 fte is er ook 1 fte voor het Park Lingezegen werkzaam. De uren en kosten hiervan drukken op de begroting van de gemeente Lingewaard, maar worden doorberekend aan het park. Deze buitengewoon opsporingsambtenaar verricht geen andere taken in de openbare ruimte binnen de gemeente Lingewaard.
Alle handhavingsverzoeken worden binnen acht weken afgehandeld. Alleen indien nodig en met een duidelijke motivering wordt de beslistermijn verlengd. Elke bestuurlijke rapportage van de politie dan wel rapportage van handhavers wordt beoordeeld en krijgt waar mogelijk opvolging door middel van bestuursrechtelijke handhaving. Naar verwachting zijn er 30 van deze bestuursrechtelijke maatregelen in 2019;
Alle niet anonieme meldingen worden in behandeling genomen, binnen vijf werkdagen 33 afgehandeld en de melder ontvangt altijd een terugkoppeling (wat niet betekent dat de situatie binnen deze termijn is opgelost);
Handhavend optreden op de geprioriteerde locaties op het gebied van hondenoverlast. In 2020 staat één van de geprioriteerde locaties per wijkplatform op het gebied van hondenoverlast niet meer op de lijst, omdat de overlast niet meer wordt ervaren of als acceptabel kan worden bestempeld (zie paragraaf 1.4);
33% van de evenementen wordt gecontroleerd, door toezicht te houden op de vergunning(voorschriften). Alle terugkerende evenementen worden een keer per drie 34 jaar gecontroleerd;
Parkeeroverlast/verkeersveiligheid
Jeugdoverlast (handhaving op APV-feiten, afval en alcohol)
Handhavend optreden op de geprioriteerde locaties op het gebied van jeugdoverlast. In 2020 staat één van de drie geprioriteerde locaties per wijkplatform op het gebied van jeugdoverlast niet meer op de lijst, omdat de overlast niet meer word ervaren of als acceptabel kan worden bestempeld (zie paragraaf 1.4);
Wanneer tijdens een controle problemen of overtredingen worden geconstateerd er aan de betrokken eigenaar een brief verstuurd met de geconstateerde overtredingen en een termijn om deze op te lossen. Na de gestelde termijn wordt er een her controle gepland en uitgevoerd. Wanneer dan de eerder geconstateerde feiten niet zijn opgelost wordt er een inspectierapport opgesteld en wordt deze aangeboden aan de ODRA. De ODRA zal een handhavingsproces in gang zetten;
Bijlage 2 Probleem- en risicoanalyse APV, DHW en openbare ruimte
Hieronder een toelichting op de probleem- en risicoanalyse van het domein APV, DHW en openbare ruimte.
Bij het stellen van prioriteiten zijn de volgende vragen gesteld.
Feitelijk moet de gemeente al haar wettelijke taken uitvoeren en handhaven op een adequaat niveau.
In de risicoanalyse 37 zijn de taken onderverdeeld in taken met een hoog, gemiddeld of laag risico en de daaruit voortvloeiende hoge, gemiddelde en lage prioriteit. De prioriteiten zeggen nog niets over de daadwerkelijke inzet op de handhavingstaken.
Medebepalend voor de uiteindelijke handhaving inzet, is het minimale adequate handhaving niveau per taak en de beschikbare capaciteit. Dit niveau ligt niet vast in wetten en regels. De gemeente zal het niveau en de inzet per taak zelf moeten aangeven.
Dit hebben we inzichtelijk gemaakt door alle taken uit de risicoanalyse met een hoog, gemiddeld en laag risico bij elkaar te zetten. Daarbij zijn ook de behoeftes, wensen en verwachtingen voor handhaving vanuit de diverse gemeentelijke afdelingen geïnventariseerd. Een hoge prioriteit betekent dat er actief wordt gehandhaafd. Handhavingstaken met een gemiddelde prioriteit worden meestal themagewijs of op projectbasis aangepakt. Handhavingstaken met een lage prioriteit zullen voornamelijk worden opgepakt naar aanleiding van signalen van buiten (o.a. meldingen, geuite vermoedens van overtredingen en concrete handhavingsverzoeken).
Dit wordt bepaald door de beschikbare menskracht. Dat betekent dat er voor de verschillende taakvelden ook binnen de categorie ‘hoge prioriteit’ keuzes gemaakt moeten worden.
Voor het stellen van prioriteiten zijn diverse negatieve effecten gebruikt die de overheid met gedragsvoorschriften tracht te voorkomen, te weten:
Bekeken is wat het effect is van het niet naleven van de regels van de verschillende handhavingstaken. Vervolgens is een inschatting gemaakt van de mate waarin de regels worden overtreden, of omgekeerd: de aanwezige kans dat een van de genoemde effecten daadwerkelijk optreedt. Gekeken is welke beleidsvelden benoemd kunnen worden en welke handhavingstaken daartoe behoren. Vervolgens is per effect bekeken welke beleidsvelden (handhavingstaken) daaronder geschaard kunnen worden.
Onderstaande tabel geeft per thema het effect weer, met bijhorende puntenscore. Daarnaast is de tabel die de kans uitdrukt afgebeeld en de risicomatrix. Een voorbeeld. Een vuurwerkramp scoort hoog (5) ten aanzien van alle thema’s maar de kans dat het plaatsvindt is gering.
Er is een onderverdeling gemaakt in een zestal beleidsvelden, welke weer zijn onderverdeeld in handhavingstaken. In onderstaande tabel staan, per beleidsveld, de handhavingstaken waar de prioriteiten ‘heel hoog’, ‘hoog’ en ‘gemiddeld’ aan gegeven zijn. De overige handhavingstaken worden opgepakt indien daar capaciteit voor beschikbaar is of als er een project voor gestart wordt. Indien een handhaver per toeval op een overtreding met een lage prioritering stuit, wordt hier uiteraard wel handhavend tegen opgetreden. Opgemerkt moet worden dat in de onderstaande tabel de uitkomsten van de risicoanalyse en bestuurlijke wensen zijn door vertaald. Het beleidsveld ‘alcohol’ verdient een nadere toelichting. De leeftijdgrens is enige tijd geleden al gewijzigd waardoor er extra controles plaats blijven vinden op dit onderdeel. Vanwege de Drank- en Horecawet, de waarde die het college hecht aan de aanpak en de (daaruit voortvloeiende) inzet van handhavers DHW, heeft deze een ‘hoge’ prioriteit toebedeeld gekregen.
Uit een risicoanalyse volgt voor elke handhavingstaak een risicoscore, die wordt bepaald door het beoordelen van een viertal criteria: veiligheid, aantasting kwaliteit leefomgeving, aantasting sociale kwaliteit van het leven en volksgezondheid. Het gemiddelde van deze criteria wordt vermenigvuldigd met de kans op spontane naleving, die resulteert in de risicoscore voor de desbetreffende handhavingstaak.