Beleidsregel vrijstelling registratie verkoop van gebruikte en ongeregelde goederen

1. INLEIDING

Uit het oogpunt van misdaadbestrijding is de aanpak van handel in goederen afkomstig van een misdrijf en hieraan gerelateerde strafbare feiten (hierna: heling) van groot belang. De gelegenheid tot het verhandelen van goederen die afkomstig zijn van een misdrijf stimuleert namelijk dit soort misdaadvormen, aangezien de hiermee verworven goederen snel via handelaren kunnen worden omgezet in geld. Opkopers en handelaren die handelen in ongeregelde en gebruikte goederen (hierna: handelaren) vormen daarmee een aantrekkelijke afzetmarkt.

Ter voorkoming van heling is een handelaar verplicht aantekening te houden van alle gebruikte en ongeregelde goederen die hij inkoopt of verkoopt in een doorlopend en een door of namens de burgemeester gewaarmerkt register (het Digitale Opkopersregister (hierna genoemd: DOR)). De verplichting van het inkoopregister is opgenomen in artikel 2 van het Uitvoeringsbesluit van artikel 437, eerste lid onder a, van het Wetboek van Strafrecht (hierna genoemd: WvSR). De verplichting van het verkoopregister is opgenomen in artikel 2:67 van de Algemene plaatselijke verordening Roosendaal (hierna genoemd: APV). In artikel 2:67, tweede lid, van de Algemene verordening Roosendaal is opgenomen dat de burgemeester bevoegd is vrijstelling te verlenen van de verplichting met betrekking tot het verkoopregister. In deze beleidsregel is het beleid opgenomen op grond waarvan de burgemeester met deze bevoegdheid omgaat. Tevens is aangegeven wat het doel is van het verkoopregister.

2. JURIDISCH KADER

In artikel 2:67 (Verplichtingen met betrekking tot het verkoopregister) van de APV is het volgende bepaald:

• 1.

  De handelaar is verplicht aantekening te houden van alle gebruikte of ongeregelde goederen die hij verkoopt of op andere wijze overdraagt, in een door de burgemeester aangewezen digitaal verkoopregister en daarin vermeldt hij onverwijld:

  • a.

    het volgnummer van de aantekening met betrekking tot het goed;

  • b.

    de datum van verkoop of overdracht van het goed;

  • c.

    een omschrijving van het goed, daaronder begrepen - voorzover dat mogelijk is - soort, merk en nummer van het goed;

  • d.

    de verkoopprijs of andere voorwaarden voor overdracht van het goed;

  • e.

    de naam en het adres van degene die het goed heeft verkregen.

• 2.

  De burgemeester is bevoegd vrijstelling te verlenen van deze verplichtingen.

• 3.

  Op de vrijstelling is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) van toepassing.

3. DOEL VERKOOPREGISTER

De hiervoor genoemde wet- en regelgeving schrijft handelaren bepaalde verplichtingen voor bij de uitvoering van hun beroep. Het WvSR beperkt zich voornamelijk tot strafbare feiten die samenhangen met de inkoop van goederen. Regelgeving in de APV richt zich op de verkoop van goederen (artikel 2:67 APV) en de verplichtingen die een handelaar heeft ten aanzien van een meldingsplicht behorend bij de uitoefening van het beroep als handelaar (artikel 2:68 APV). Tezamen doet deze wet- en regelgeving een beroep op de handelaar om te allen tijde een actieve rol te vervullen in het voorkomen van handel in gestolen goederen, het opsporingsonderzoek van de politie naar deze goederen te ondersteunen en een bijdrage te leveren aan het teruggeven van deze goederen aan de rechtmatige eigenaar.

Het verkoopregister heeft daarnaast nog de volgende specifieke doelen:

• a.

  Bewijsvoering: Bij niet unieke goederen komt het vaker voor dat goederen al verkocht zijn. Een proces-verbaal opmaken alleen op basis van de inhoud van het DOR levert bijna altijd een sepot op, omdat niet onomstotelijk vaststaat dat het dezelfde goederen zijn. Via het verkoopregister kan achterhaald worden waar de goederen zijn gebleven;

• b.

  Andersoortige aanwijzingen voor diefstal bij niet-unieke goederen, door aard en samenstelling;

• c.

  De teruggave van gestolen goed of het retentierecht op grond van het burgerlijk wetboek: Als het gaat om een verkoop aan een bedrijf blijft het retentierecht voor de benadeelde van kracht. Die kan hij alleen doen gelden als uit het verkoopregister blijkt aan wie het goed verkocht is.

4. BELEID VERLENEN VRIJSTELLING REGISTRATIE VERKOOP VAN ONGEBRUIKTE EN ONGEREGELDE GOEDEREN

Op grond van artikel 2:67, tweede lid, APV heeft de burgemeester de bevoegdheid vrijstelling te verlenen van (een deel van) de in het eerste lid bedoelde verplichtingen. Deze vrijstellingsmogelijkheid kan onder meer worden ingezet om handelaren voor wie het verplichte gebruik van het verkoopregister onevenredig bezwarend is tegemoet te komen. Een vrijstelling wordt daarbij niet verleend als daardoor de onder hoofdstuk drie genoemde doelen van het verkoopregister niet kunnen worden bereikt, tenzij:

• 1.

  Er sprake is van een zeer beperkte omvang van de handelsactiviteiten;

• 2.

  Er nauwelijks sprake is van handelsactiviteiten van diefstalgevoelige objecten (bijvoorbeeld boeken, kleding).

Aan een eventuele vrijstelling kunnen voorschriften worden verbonden om de beoogde doelstellingen van de registratieverplichting zoveel mogelijk te verwezenlijken. Een vrijstelling moet door de handelaar worden aangevraagd bij de gemeente.

Deze regeling treedt in werking op de derde dag na bekendmaking in het Gemeenteblad.