Organisatie | Neder-Betuwe |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Neder-Betuwe houdende regels omtrent maatschappelijke ondersteuning Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Neder-Betuwe 2019 |
Citeertitel | Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Neder-Betuwe 2019 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | algemeen |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Neder-Betuwe 2018.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-05-2019 | 04-03-2020 | nieuwe regeling | 04-04-2019 | Z/19/061593/RAAD/19/02527 |
De raad van de gemeente Neder-Betuwe,
Overwegende dat de Verordening Maatschappelijke Ondersteuning gemeente Neder-Betuwe 2018 aanpassing behoeft;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;
gelet op de artikelen 2.1.3, 2.1.4, eerste, tweede, derde en zevende lid, 2.1.5, eerste lid, 2.1.6, 2.3.6, vierde lid, en 2.6.6, eerste lid, van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015;
Verordening Maatschappelijke Ondersteuning gemeente Neder-Betuwe 2019
HOOFDSTUK 3 Maatwerkvoorziening
Artikel 10. Persoonsgebonden budget
wordt berekend op basis van een prijs of tarief waarmee redelijkerwijs is verzekerd dat het pgb toereikend is om veilige, doeltreffende en kwalitatief goede diensten, hulpmiddelen, woningaanpassingen en andere maatregelen die tot de maatwerkvoorziening behoren, van derden te betrekken, wordt indien nodig aangevuld met een vergoeding voor onderhoud en verzekering, en bedraagt niet meer dan de kostprijs van de in de betreffende situatie goedkoopst adequate in de gemeente beschikbare maatwerkvoorziening in natura.
Artikel 12. Pgb voor dienstverlening
1. De hoogte van een pgb-tarief voor dienstverlening, niet zijnde hulp bij het huishouden, wordt bepaald op basis van de dienstverlening die anders als zorg in natura zou zijn geleverd. Hierin onderscheidt het college de volgende onderverdeling:
c. De hoogte van het pgb voor dienstverlening uit het sociaal netwerk is gelijk aan:
de tegemoetkoming per kalendermaand voor schoonmaakmiddelen, levensmiddelen, kleding of reiskosten zoals bedoeld in artikel 2ab van de Uitvoeringsregeling Wmo 2015. De tegemoetkoming wordt berekend aan de hand van de door het college vastgestelde vergoedingenlijst die waar mogelijk gebaseerd is op richtbedragen van het Nibud.
Artikel 13. Vrij besteedbaar bedrag
In het pgb is een vrij besteedbaar bedrag opgenomen van 2% van het totale pgb op jaarbasis met een minimum van € 50,- en een maximum van € 500,-.
HOOFDSTUK 5 Kwaliteit en Veiligheid
Artikel 17. Verhouding prijs en kwaliteit levering voorziening door derden
HOOFDSTUK 7 – KLACHTEN, MEDEZEGGENSCHAP EN INSPRAAK
Artikel 22. Betrekken van ingezetenen bij het beleid
1. Het college betrekt ingezetenen van de gemeente, waaronder in ieder geval cliënten of hun vertegenwoordigers, bij de voorbereiding van het beleid betreffende maatschappelijke ondersteuning, overeenkomstig de krachtens artikel 150 van de Gemeentewet gestelde regels met betrekking tot de wijze waarop inspraak wordt verleend.
2. Het college stelt ingezetenen vroegtijdig in de gelegenheid voorstellen voor het beleid betreffende maatschappelijke ondersteuning te doen, advies uit te brengen bij de besluitvorming over verordeningen en beleidsvoorstellen betreffende maatschappelijke ondersteuning, en voorziet hen van ondersteuning om hun rol effectief te kunnen vervullen.
Het college kan jaarlijks per 1 januari de in het kader van deze verordening en daarbij behorende nadere regels geldende bedragen verhogen of verlagen aan de hand van de prijsindex voor de gezinsconsumptie zoals bepaald in artikel 4.5 lid 1 van het Besluit maatschappelijke ondersteuning (Stb. 2006, 450).
Het door het gemeentebestuur gevoerde beleid wordt eenmaal per twee jaar geëvalueerd. Het college zendt hiertoe telkens twee jaar na de inwerkingtreding van de verordening aan de gemeenteraad een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van de verordening in de praktijk.
Artikel 26. Intrekking oude verordening en overgangsrecht
2. Een cliënt houdt recht op een lopende voorziening verstrekt op grond van de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning juli 2015 gemeente Neder-Betuwe dan wel de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Neder-Betuwe 2018, totdat het college een nieuw besluit heeft genomen.