Organisatie | Noordwijk |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Noordwijk houdende regels omtrent werktijdenregelingen Werktijdenregeling gemeente Noordwijk 2019 |
Citeertitel | Werktijdenregeling gemeente Noordwijk 2019 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Deze regeling bevat de vroegst mogelijke datum van inwerkingtreding.
Deze regeling vervangt de Werktijdenregeling gemeente Noordwijk 2016 en van de gemeente Noordwijkerhout 2017.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
17-04-2019 | nieuwe regeling | 26-03-2019 |
Werktijdenregeling gemeente Noordwijk 2019
Indien de medewerker buiten het dagvenster werkzaamheden moet verrichten, komt hij in aanmerking voor de buitendagvenstervergoeding zoals beschreven in artikel 3:12 van de CAR/UWO. De gewerkte uren buiten het dagvenster worden daarnaast in tijd gecompenseerd. De medewerker maakt hierover afspraken met zijn werkgever.
Artikel 6 Beschikbaarheidsdiensten
Indien de medewerker opgeroepen wordt tijdens zijn beschikbaarheidsdienst en werkzaamheden verricht buiten het dagvenster, kom hij in aanmerking voor de buitendagvenstervergoeding zoals beschreven in artikel 3:12 CAR/UWO. Deze vergoeding bedraagt per gewerkt uur een percentage van het uurloon. De gewerkte uren buiten het dagvenster worden ook in tijd gecompenseerd.
Artikel 10 Onvoorziene gevallen
In gevallen waarin deze regeling niet of niet in redelijkheid voorziet, kan de werkgever een bijzondere voorziening treffen.
Artikel 11 Citeertitel en inwerkingtreding
Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2019 en wordt aangehaald als de “Werktijdenregeling gemeente Noordwijk 2019” onder gelijktijdige intrekking van de “Werktijdenregeling gemeente Noordwijk 2016” en de “Werktijdenregeling gemeente Noordwijkerhout 2017”.
Aldus vastgesteld in de vergadering van 26 maart 2019. Het college van burgemeester en wethouders van Noordwijk,
C. Hof
de secretaris
J.H.M. Hermans - Vloedbeld
de burgemeester
Toelichting werktijdenregeling
Op grond van artikel 4:1 van de CAR/UWO is het college verplicht om in overleg met de ondernemingsraad lokaal een werktijdenregeling vaststellen. In deze regeling worden aanvullende regels gesteld, die recht doen aan de lokale situatie.
Voor de begripsomschrijvingen is aansluiting gezocht bij de bepalingen in de CAR/UWO.
Uitgangspunt bij de standaardregeling is dat de medewerker (enige) vrijheid heeft bij het bepalen van zijn reguliere werktijden. De medewerker maakt met het team gezamenlijk afspraken over de planning van de werkzaamheden, over verlof en over zijn aanwezigheid op kantoor. Het maken, bijstellen en evalueren van de afspraken is de verantwoordelijkheid van zowel het team, werkgever als de medewerker, vandaar dat benadrukt wordt dat het een en ander gezamenlijk tot stand komt. Dit geldt ook voor de andere onderwerpen in deze regeling, bijvoorbeeld voor de beschikbaarheidsdiensten.
In artikel 4:2 van de CAR/UWO staat beschreven binnen welke kaders deze afspraken worden gemaakt. Zo verricht de medewerker zijn reguliere werkzaamheden in principe op tijden binnen het dagvenster, dat loopt van maandag tot en met vrijdag tussen 7.00 uur en 22.00 uur. Deze afspraken kunnen gemaakt worden tijdens gezamenlijk teamoverleg en vastgelegd worden in een formulier.
Kern van de bijzondere regeling is dat de werkgever voor de medewerkers die hieronder vallen, de werktijden eenzijdig vaststelt. De medewerker heeft geen of een heel geringe zeggenschap over zijn werktijden. Zie hiervoor ook artikel 4:4 van de CAR/UWO.
Deze artikelen richten zich op onderdelen, die op zowel medewerkers in de standaardregeling als de bijzondere regeling van toepassing zijn.
Artikel 7Formele versus de feitelijke arbeidsduur
De formele arbeidsduur per jaar staat beschreven in artikel 1:1, lid 1 sub j, van de CAR/UWO. In de berekening van de formele arbeidsduur per jaar wordt het aantal werkdagen verminderd met het aantal, niet op zaterdag of zondag vallende, feestdagen per jaar, gecorrigeerd met de kans dat zij periodiek op een zaterdag of een zondag vallen. Het gaat hier gemiddeld om 5 6/7 dag per jaar. De in aanmerking genomen feestdagen zijn Nieuwjaarsdag (gemiddeld per jaar 5/7 dag), 2e Paasdag (7/7), Koningsdag (5/7), Hemelvaartsdag (7/7), 2e Pinksterdag (7/7) en de beide Kerstdagen (10/7). De berekening is dan als volgt: 365,25 dagen x 5/7 – 5 6/7 = 255 dagen.
255 x 7,2 uren (=36 uren : 5) = 1836 uren.
In de lokale regeling is Bevrijdingsdag als feestdag aangewezen. Deze dag moet in mindering worden gebracht op de in dit lid genoemde maximale arbeidsduur. De jaarlijkse arbeidsduur bedraagt dus 1836 minus Bevrijdingsdag (5/7 x 7,2) is 1830,8 uur.
Voor toekenning van studiefaciliteiten worden afspraken tussen medewerker en teamcoach gemaakt. In dit overleg wordt voor de studiedag de werktijd bepaald. De maximale werktijd op een dag is 8,0 uur.
In de loop van een kalenderjaar kan de feitelijke arbeidsduur van een medewerker afwijken van de formele arbeidsduur. Hierdoor kan hij plus- of minuren opbouwen.
Artikel 8Werktijden en bedrijfstijden
De bedrijfstijd (van 7.00 tot 20.00 uur) hoeft niet hetzelfde te zijn dan het dagvenster (7.00 tot 22.00 uur), omdat medewerkers na bedrijfstijd kunnen thuiswerken.
Uitgangspunt is vertrouwen binnen het team en de teamcoach. De teamcoach maakt met de medewerker resultaatafspraken, hier wordt op gestuurd. De medewerker is zelf verantwoordelijk voor de te werken formele arbeidsduur.
Artikel 9Meenemen saldo naar een volgend jaar
Uitgangspunt is dat vakantie en/of verlofuren zoveel mogelijk in het lopende kalenderjaar worden opgenomen. Het is niet gewenst dat de medewerker veel meer of minder uren werkt dan zijn formele arbeidsduur. Op de medewerker rust een verantwoordelijkheid om teveel of te weinig werk tijdig aan te kaarten, zodat de afspraken daarop afgestemd kunnen worden.
Lid 4 en 5 van dit artikel maximeren het aantal plusuren dat meegenomen cq in mindering gebracht worden op een volgend kalenderjaar. Deze plus uren komen niet bij het reguliere verloftegoed.