Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Brunssum

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Brunssum houdende regels omtrent het Uitvoeringsprogramma Vergunningverlening Gemeente Brunssum 2019

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieBrunssum
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBesluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Brunssum houdende regels omtrent het Uitvoeringsprogramma Vergunningverlening Gemeente Brunssum 2019
CiteertitelUitvoeringsprogramma Vergunningverlening Gemeente Brunssum 2019
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp
Externe bijlageUitvoeringsprogramma Gemeente Brunssum 2019

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Wet algemene bepalingen omgevingsrecht

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

16-04-201931-12-2019nieuwe regeling

26-03-2019

gmb-2019-90243

Tekst van de regeling

Intitulé

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Brunssum houdende regels omtrent het Uitvoeringsprogramma Vergunningverlening Gemeente Brunssum 2019

[Deze bekendmaking betreft een rectificatie vanwege het ontbreken van tekst. De oorspronkelijke bekendmaking heeft op 10 april 2019 plaatsgevonden via het Gemeenteblad 2019, 86143.]

 

Het college heeft op 26 maart 2019 het ‘Uitvoeringsprogramma Vergunningverlening Gemeente Brunssum 2019’vastgesteld. Het programma heeft een wettelijke grondslag, namelijk een recente wijziging van de Wabo. Op grond van deze wetswijziging is de gemeente verplicht de doelen die ze zich stelt op het gebied van vergunningverlening vast te leggen in beleid. Aan de doelen moeten activiteiten worden verbonden. Die activiteiten moeten voldoende meetbaar worden uitgewerkt in een jaarlijks uitvoeringsprogramma. Op die manier wordt de vergunningverlening verder georganiseerd en wordt de kwaliteit nog verder verbeterd. Jaarlijks wordt daarom een uitvoeringsprogramma gemaakt om de doelen uit het beleid verder uit te werken.’

 

Uitvoeringsprogramma Vergunningverlening Gemeente Brunssum 2019

 

 

 

Vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders op 26 maart 2019

 

Gebruikte afkortingen 

 

AMvB:

Algemene Maatregel van Bestuur

APV:

Algemene Plaatselijke Verordening

Bor:

Besluit omgevingsrecht

BsGW:

Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen

EVC:

Erkenning van Verworven Competenties

Fte:

fulltime-equivalent

Mor:

Ministeriële regeling omgevingsrecht

R.O.:

Ruimtelijke ordening

RUD ZL:

Regionale Uitvoeringsdienst Zuid-Limburg

Team VTH:

Team Veiligheid, Toezicht & Handhaving

Toetsingsprotocol:

Toetsingsprotocol bouwplannen gemeente Brunssum

Uitvoeringsbeleid:

Uitvoeringsbeleid Vergunningverlening Wabotaken Gemeente Brunssum 2019 - 2022

Uitvoeringsprogramma 2019:

Uitvoeringsprogramma vergunningverlening Gemeente Brunssum 2019

Wabo:

Wet algemene bepalingen omgevingsrecht

Wet Bibob:

Wet Bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur

Wet VTH:

Wet verbetering Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving

 

1 Samenvatting

 

Voor u ligt het ‘Uitvoeringsprogramma Vergunningverlening Gemeente Brunssum 2019’. Het programma is geïnitieerd en opgesteld door het team Vergunningen van de Afdeling Publieksdiensten. Het is het eerste uitvoeringsprogramma dat voor vergunningverlening is gemaakt binnen de organisatie. Het programma vormt de uitwerking van het ‘Uitvoeringsbeleid Vergunningverlening Wabotaken 2019 – 2022’ dat op 4 december 2018 door uw college is vastgesteld.

De bevoegdheid tot vaststelling van het programma ligt bij het college. Het college informeert de raad over het programma.

Waarom wordt dit programma u aangeboden?

Net zoals het vaststellen van het uitvoeringsbeleid, heeft het vaststellen van dit uitvoeringsprogramma ook een wettelijke grondslag. In de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) is onlangs een wijziging opgenomen die bestuursorganen verplicht uitvoeringsbeleid en een uitvoeringsprogramma op het gebied van vergunningverlening vast te stellen. Het uitvoeringsbeleid moet gemotiveerd aangeven welke doelen het bestuursorgaan zich stelt bij de uitvoering van de taken op het gebied van vergunningverlening. Het uitvoeringsprogramma geeft aan welke activiteiten worden uitgevoerd om de doelen te realiseren. Naast het opstellen van het uitvoeringsbeleid heeft het college de verplichting om jaarlijks een uitvoeringsprogramma op te stellen.

Welke onderwerpen zijn van belang voor vergunningverlening?

In het uitvoeringsbeleid zijn de volgende thema’s onderscheiden:

  • 1.

    Omgevingsvergunning bouw, sloop en brandveiligheid;

  • 2.

    Ruimtelijke kwaliteitszorg;

  • 3.

    Bodem, geluid en lucht;

  • 4.

    Monumenten en archeologie;

  • 5.

    Leges omgevingsvergunning.

In het programma wordt het beleid dus uitgewerkt en wordt aangegeven welke acties in 2019 worden uitgevoerd om de doelen uit het beleid te realiseren.

Daarvoor is in hoofdstuk 4 een programma van activiteiten opgenomen.

In hoofdstuk 6 zijn de indicatoren opgenomen, die ervoor zorgen dat de activiteiten meetbaar zijn. Ook dit is gebaseerd op een wettelijke grondslag; de Wabo eist namelijk ook dat een monitoringssystematiek wordt ontwikkeld om te controleren of de activiteiten en doelen worden gerealiseerd.

 

aanvragen worden bij binnenkomst direct ingescand en originele stukken worden naar het archief verzonden

100 %

alle aanvragen worden getoetst aan regels bestemmingsplan / beheersverordening

100 %

besluitvorming eenvoudige aanvragen binnen 4 weken*

80 %

besluitvorming complexe aanvragen binnen 6 weken*

70 %

besluitvorming reguliere aanvragen sneller dan wettelijke termijn (6 i.p.v. 8 weken)

80 %

verleende vergunningen binnen de wettelijke beslistermijn

100 %

aanvragen omgevingsvergunning digitaal ingediend

80 %

ontwikkelen van e-formulieren voor alle aanvraag- en meldingsformulieren APV en Bijzondere Wetten

100 %

Starten intrekkingsprocedure omgevingsvergunning na constateren door VTH dat verleende omgevingsvergunning niet binnen 26 weken wordt uitgevoerd**

100 %

bezwaarschriften afgedaan door middel van premediation

10 %

meldingen Activiteitenbesluit Milieubeheer binnen 2 weken afhandelen

95 %

Bij complexe aanvragen voorloverleg i.p.v. direct aanvraag

50 %

aanvragen evenementen publiceren***

100 %

besluitvorming subsidieaanvragen binnen wettelijke termijn

 95 %

 

  • *

    Het onderscheid tussen eenvoudige en complexe aanvragen vloeit voort uit de kwaliteitscriteria 2.1. In bijlage 1 is een overzicht opgenomen waarin dit onderscheid tussen de eenvoudige en complexe aanvragen nader wordt gedefinieerd.

  • **

    Nauwe samenwerking nodig met team VTH. Voor omgevingsvergunningen die niet binnen 26 weken worden uitgevoerd, wordt een traject ingezet tot intrekking van de omgevingsvergunning.

  • ***

    De aanvragen voor evenementen die vergunningplichtig zijn worden gepubliceerd. De meldingen voor het houden van kleinschalige evenementen niet.

Wie stelt het uitvoeringsprogramma vast?

De bevoegdheid voor vaststelling van het uitvoeringsprogramma ligt bij het college van burgemeester en wethouders. Het college rapporteert hierover periodiek aan de raad.

Voldoet de gemeente Brunssum aan de wettelijke vereisten?

Dit ‘Uitvoeringsprogramma Vergunningverlening Gemeente Brunssum 2019’ geeft invulling aan de wettelijke verplichting en biedt concrete handvaten om de vergunningverlening te sturen. De gemeente Brunssum voldoet hiermee aan de wettelijke eisen.

2 Inleiding

2.1 Aanleiding

In 2016 is de Wet Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving (Wet VTH) in werking getreden. De wet is opgenomen in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). Doel van de Wet VTH is om de vergunningverlening, het toezicht en de handhaving van het omgevingsrecht beter te organiseren. Gemeenten moeten zorgen voor een goede kwaliteit van de taken op het gebied van uitvoering en handhaving. Ze moeten daarom, onder andere, beleid vaststellen op het gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving.

In Brunssum worden taken op het gebied van vergunningverlening uitgevoerd door de Afdeling Publieksdiensten, team Vergunningen. Taken op het gebied van Toezicht & Handhaving worden uitgevoerd door de Afdeling Bestuurszaken, team Veiligheid, Toezicht & Handhaving. De uitvoeringspraktijk is in Brunssum dus gescheiden van taken op het gebied toezicht & handhaving. Dat is ook de reden dat er nu 2 beleidsnotities en programma’s worden opgesteld: één voor uitvoeringsbeleid en één voor handhavingsbeleid.

Op 4 december 2018 heeft het college het ‘Uitvoeringsbeleid Vergunningverlening Wabotaken Gemeente Brunssum 2019 – 2022’ vastgesteld. Het uitvoeringsbeleid vergunningverlening wordt uitgewerkt in dit uitvoeringsprogramma.

Het handhavingsbeleid en –programma worden afzonderlijk aangeboden. Het is overigens de bedoeling dat dit in de toekomst verandert, zodat dan een beleidsnotitie kan worden vastgesteld, waarin zowel de doelen op het gebied van vergunningverlening als van toezicht & handhaving worden opgenomen.

2.2 Status en reikwijdte uitvoeringsprogramma

In het uitvoeringsbeleid is inzichtelijk gemaakt welke taken de gemeente heeft op het gebied van vergunningverlening. Ook is gemotiveerd beschreven welke doelen de gemeente zichzelf stelt bij uitvoering van de Wabo en welke activiteiten de gemeente daarvoor onderneemt. Het beleid biedt daarmee het kader en de uitgangspunten voor de uitvoering van taken op het gebied van vergunningverlening in Brunssum.

Het uitvoeringsbeleid en de taken worden vertaald naar dit uitvoeringsprogramma, waarin de invulling van de taken wordt geconcretiseerd. Het uitvoeringsprogramma bevat, met andere woorden, de concrete acties om de doelen te realiseren. De acties zijn meetbaar en bieden onder andere door middel van indicatoren een methodiek om te bepalen of de gestelde doelen worden bereikt. Dit maakt monitoring mogelijk.

De wet eist dat tevens een uitvoeringsprogramma wordt gemaakt en dat de beleidskeuzes die in het uitvoeringsbeleid worden gemaakt jaarlijks worden geëvalueerd en gemonitord. Hierdoor is het mogelijk bij te sturen als dat noodzakelijk blijkt. De uitvoering van de taken op het gebied van vergunningverlening wordt hierdoor transparant en meer zichtbaar voor de burger en de raad. De monitoring dient er ook voor om het uitvoeringsbeleid te evalueren. Het college zal, via het jaarverslag met behulp van het uitvoeringsprogramma, rapporteren aan de gemeenteraad. In het jaarverslag wordt uiteengezet hoe het college haar taken heeft uitgevoerd en kan de gemeenteraad bepalen of deze uitvoering van taken voldoet aan de norm. Zo nodig kan de raad het college bijsturen.

2.3 Wettelijk kader

Het wettelijk kader voor dit uitvoeringsprogramma wordt gevormd door de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo), het Besluit omgevingsrecht (Bor) en de Ministeriële regeling omgevingsrecht (Mor).

De kwaliteitseisen voor uitvoering (vergunningverlening) zijn opgenomen in het Bor 1 en de Mor 2 . Hierin wordt voorgeschreven dat het uitvoerings- en handhavingsbeleid jaarlijks in een uitvoeringsprogramma moet worden uitgewerkt.

Naast de Wabo, het Bor en de Mor is voor de uitvoeringspraktijk tevens het Bouwbesluit 2012 van belang. Dit vormt immers het kader met voorschriften waar ieder bouwwerk aan moet voldoen.

Bovendien is het gemeentelijk beleid op het gebied van de fysieke leefomgeving van belang. Het gaat dan onder andere om de Structuurvisie, bestemmingsplannen & beheersverordeningen, het Vrijstellingenbeleid en de Welstandsnota. In het uitvoeringsbeleid is dit uitvoerig besproken. Wij volstaan hier met een verwijzing daarnaar.

2.4 Beleidscyclus ‘Big 8’

In de Wabo zijn ook de eisen beschreven die worden gesteld aan de inrichting van processen: de procescriteria. De procescriteria beschrijven de eisen die worden gesteld aan de sluitende beleidscyclus, de Big 8. De cyclus begint met het opstellen van het uitvoeringsbeleid en leidt, via de uitvoering, uiteindelijk tot het bijstellen van het beleid. Door de criteria te volgen, wordt de cyclus gesloten. De Big 8 ziet er als volgt uit:

De verschillende stappen in de bovenste kring, de strategische cyclus, vormen samen het uitvoeringsbeleid. De onderste kring, de operationele cyclus, vormt het uitvoeringsprogramma. De gemeenschappelijke deler is ‘Planning & control’.

Aangezien dit de eerste keer is dat, ten aanzien van vergunningverlening uitvoeringsbeleid en een uitvoeringsprogramma wordt vastgesteld, is de Big 8-cyclus nog niet eerder doorlopen.

Het beleid zal jaarlijks worden geëvalueerd en, waar nodig, tijdig bijgesteld. Op die manier gaat het beleid en de uitvoering daarvan de Big 8-cyclus in de toekomst volgen.

2.5 Opbouw van het uitvoeringsprogramma

 

In dit programma wordt de planning van de vergunningverleningstaken op het gebied van de Wabo en APV/Bijzondere Wetten voor 2019 verwoordt.

In hoofdstuk 2 (Inleiding) wordt om te beginnen de aanleiding voor het uitvoeringsprogramma beschreven. Ook de status en de reikwijdte van het programma worden hier uitgelegd, net als de beleidscyclus.

Daarna komen in hoofdstuk 3 (Uitgangspunten Uitvoeringsbeleid Vergunningverlening Wabotaken Gemeente Brunssum 2019 – 2022) de uitgangspunten van het gemeentelijk uitvoeringsbeleid aan bod. In dit hoofdstuk worden de gemeentelijke doelstellingen beschreven en de thema’s die zijn vastgelegd in het uitvoeringsbeleid.

Verder wordt in dit hoofdstuk het Afdelingsplan Publieksdiensten 2017 – 2018 (verder: Afdelingsplan) besproken. In het Afdelingsplan zijn activiteiten opgenomen die door de Afdeling Publieksdiensten, en meer specifiek, door het team Vergunningen in 2017 en 2018 zijn gepland en (grotendeels) uitgevoerd ten behoeve van de taken en werkzaamheden die het team uitvoert. Een aantal activiteiten zijn nog niet (geheel) uitgevoerd en worden in dit uitvoeringsprogramma opgenomen als activiteit voor 2019.

In hoofdstuk 4 (Uitvoeringsprogramma Vergunningverlening Gemeente Brunssum 2019) wordt het uitvoeringsprogramma voor 2019 gepresenteerd. In onderdeel 4.1 worden activiteiten opgenomen die rechtstreeks voortvloeien of gerelateerd kunnen worden aan de Wabotaken die de gemeente heeft. Daarbij komt eerst het toetsingsprotocol aan bod en vervolgens achtereenvolgens worden per thema uit het uitvoeringsbeleid concrete activiteiten opgenomen die het team Vergunningen in 2019 uitvoert om aan de doelstellingen die in het beleid zijn geformuleerd te voldoen. Daarna worden activiteiten opgenomen die te maken hebben met niet-Wabotaken. In dit onderdeel van het programma komen activiteiten op het gebied van de APV, Bijzondere Wetten, Bibob, subsidies en evenementen, maar ook de legesverordening en het onderdeel rechtsbescherming aan bod.

In dit hoofdstuk wordt bovendien het daadwerkelijke uitvoeringsprogramma voor 2019 opgenomen. Daarin staat exact welke activiteiten worden uitgevoerd in 2019 om de doelen die in het beleid zijn opgenomen te realiseren.

Hoofdstuk 5 (Capaciteit) geeft een overzicht van de werkvoorraad van het team Vergunningen. Daarin worden zowel de uren als de capaciteit beschreven. Vervolgens wordt onderzocht of de organisatie en de medewerkers in staat zijn om de taken en onderliggende activiteiten uit te voeren. Van belang daarbij is de minimaal benodigde deskundigheid voor de uitvoering van deze taken en de continuïteit daarvan.

In hoofdstuk 6 (monitoring, evaluatie en verslaglegging) gaan wij in op de wettelijke verplichting tot monitoring, evaluatie en leggen van verslag over de gestelde doelen en activiteiten. In dit hoofdstuk wordt aangegeven op welke wijze monitoring, evaluatie en verslaglegging plaatsvindt.  

3 Uitgangspunten Uitvoeringsbeleid Vergunningverlening Wabotaken Gemeente Brunssum 2019 – 2022

 

Dit hoofdstuk biedt inzicht in de uitgangspunten die de basis vormen van het uitvoeringsbeleid en daarmee ook van het uitvoeringsprogramma 2019. Wij gaan hierna in op de gemeentelijke doelstellingen en prioriteiten. Vervolgens worden de thema’s uit het uitvoeringsbeleid beschreven. Tenslotte komt in dit hoofdstuk het Afdelingsplan 2017 – 2018 aan de orde. Van belang daarin zijn met name de activiteiten die tot nu toe nog niet zijn gerealiseerd.

3.1 Gemeentelijke doelstellingen en prioriteiten

 

In het uitvoeringsbeleid is aandacht besteed aan de Strategische visie, de visie van de organisatie en de kernwaarden van de afdeling Publieksdiensten. Deze onderwerpen zijn van belang voor dit programma, omdat de visie van de organisatie de basis vormt voor de beleidskeuzes op het gebied van vergunningverlening. Dit programma is de concrete uitwerking van die beleidskeuzes.

In de Strategische visie is de missie van de gemeente Brunssum opgenomen. Deze missie luidt:

“Brunssum beschikt over een prettig en veilig woonmilieu, en heeft een levensvatbaar voorzieningenniveau. Met burgers en andere partners versterkt Brunssum haar functie van aantrekkelijke leefgemeente. Buiten de bebouwde kom is ruimte voor het ontwikkelen van een goede balans tussen economische impulsen uit de toeristische sector, recreatieve mogelijkheden en behoud van waardevolle natuur.”

In het organisatieplan van de gemeente Brunssum zijn de belangrijkste kernwaarden van de organisatie en de medewerkers opgenomen. Deze kernwaarden zijn doorvertaald naar de Afdeling Publieksdiensten (waar het team Vergunningen onderdeel van uitmaakt). Voor 2019 wordt de nadruk binnen het team gelegd op de kernwaarde professionaliteit.

Het coalitieprogramma 2018 – 2022 bepaalt bovendien dat de burger in al zijn facetten centraal staat en uitgangspunt moet zijn van het beleid.

Voorts is de Structuurvisie Brunssum in het beleid aan de orde gekomen. Het belangrijkste doel van de Structuurvisie Brunssum is om de ruimtelijke kwaliteit binnen het gemeentelijk grondgebied te verbeteren en sturing te geven aan toekomstige veranderingsprocessen. Dit kan, volgens de Structuurvisie, onder andere worden bereikt door het versterken van de woon- en leefkwaliteit in de gemeente. Dit is een aspect dat tot uitdrukking kan worden gebracht in de werkprocessen rondom vergunningverlening.

De gemeenschappelijke deler van alle hiervoor genoemde gemeentelijke doelstellingen is dat Brunssum een veilige, gezonde en leefbare gemeente wil zijn, waarbij de ruimtelijke kwaliteit belangrijk is en de burger centraal staat. Het voornaamste doel dat het team Vergunningen nastreeft, is dan ook het waarborgen van de duurzame ruimtelijke kwaliteit van de (bebouwde) leefomgeving en het leveren van een bijdrage aan de woonkwaliteit in Brunssum. Het proces van vergunningverlening dient aan te sluiten bij de behoeften van de burger. Snelheid, duidelijkheid, voorspelbaarheid, efficiency en klantvriendelijkheid zijn daarbij belangrijke thema’s, die vanzelfsprekend onderdeel uitmaken van de gemeentelijke dienstverlening. Ten aanzien van vergunningverlening zijn de activiteiten overwegend reactief, aangezien de gemeente afhankelijk is van ontwikkelingen in de markt.

3.2 Thema’s uitvoeringsbeleid vergunningverlening

 

De belangrijkste doelstelling van vergunningverlening in Brunssum is: Het borgen van een duurzame en veilige ruimtelijke kwaliteit van de (bebouwde) leefomgeving en daarmee een bijdrage leveren aan de woonkwaliteit in Brunssum. Dit doel vormt de basis waarop alle activiteiten op het gebied van vergunningverlening voor de fysieke leefomgeving zijn gericht. De activiteiten zijn in een aantal thema’s onderverdeeld. In het uitvoeringsbeleid zijn de volgende thema’s opgenomen:

Thema: omgevingsvergunning bouw, sloop en brandveiligheid

  • »

    het in behandeling nemen, beoordelen en het nemen van een beslissing op een aanvraag om omgevingsvergunning voor bouwen, slopen en brandveilig gebruik conform wet- en regelgeving

  • »

    het proces van vergunningverlening voor bouwen, slopen en brandveilig gebruik aan te laten sluiten bij de behoefte van de burger. Excellente dienstverlening door snelheid, duidelijkheid, voorspelbaarheid, efficiency en klantvriendelijkheid

  • »

    transparantie en uniformering van het minimale toetsniveau van bouwplannen op basis van prioritering

  • »

    het instandhouden en beschermen van monumenten en beschermde archeologische waarden binnen de gemeente door het voeren van een actief vergunningenbeleid

Thema: ruimtelijke kwaliteitszorg

  • »

    het instandhouden van ruimtelijke kwaliteitszorg en verbeteren van de ruimtelijke, landschappelijke en stedenbouwkundige kwaliteit van onze leefomgeving

  • »

    het instandhouden van de bijzondere karakteristieken van het gebied dat is aangewezen als beschermd dorpsgezicht door toepassing van de regels van het bestemmingsplan ‘Beschermd dorpsgezicht Mijnkoloniën Brunssum’

  • »

    bij de inwerkingtreding van de Omgevingswet minimaal voldoen aan de (implementatie)eisen die ingevolgde deze wet en bijbehorende regelgeving zijn gesteld

  • »

    het vaststellen van ambities om de beleidsopgave implementatie Omgevingswet te realiseren en daarmee invulling te geven aan de veranderopgave die noodzakelijk is om met de Omgevingswet te kunnen werken

Thema: bodem, geluid en lucht

  • »

    alle negatieve gevolgen voor het milieu door bedrijfsmatige activiteiten (van onder de Wet milieubeheer vallende inrichtingen) worden voorkomen of zoveel mogelijk beperkt

  • »

    uitvoering van de Wet milieubeheer en toepassing te geven aan alle andere relevante wet- en regelgeving op het gebied van milieu (bedrijfsmatig)

  • »

    zorg te dragen voor een aangenaam woon- en leefklimaat, door het uitvoeren van taken en voldoen aan normen die voortvloeien uit de Wet geluidhinder en de Wet milieubeheer

  • »

    zoveel mogelijk beperken van geluidsoverlast

  • »

    zorg te dragen voor instandhouding en verbetering van een goede luchtkwaliteit op grond van de Wet milieubeheer

  • »

    zorg te dragen voor instandhouding en verbetering van bodemkwaliteit, door het uitvoeren van taken en voldoen aan normen voortvloeiend uit de Wet bodembescherming en het Besluit bodemkwaliteit

  • »

    zoveel mogelijk beperken van bodemvervuiling

Thema: monumenten en archeologie

  • »

    het instandhouden en beschermen van monumenten binnen de gemeente door het voeren van een actief vergunningenbeleid

  • »

    het instandhouden en beschermen van beschermde archeologische waarden binnen de gemeente door het voeren van een actief vergunningenbeleid

Thema: leges omgevingsvergunning

  • »

    het voeren van een transparant systeem van legesheffing door de kosten en opbrengsten goed in beeld te brengen

  • »

    het bieden van rechtsbescherming door op eenduidige en uniforme wijze leges te heffen

De hiervoor beschreven thema’s, volgen de systematiek in de begroting. Dit beleid loopt daardoor in grote lijnen gelijk met de indeling van de producten die relevant zijn voor het team Vergunningen in Navigus.

 

De hiervoor opgenomen beleidskeuzes, zullen allemaal worden uitgevoerd tegen de achtergrond van actuele landelijke en regionale ontwikkelingen. En natuurlijk vormt het vigerend ruimtelijk beleid altijd het kader voor de beleidskeuzes. De meest belangrijke onderwerpen die gedurende de looptijd van dit uitvoeringsbeleid (en waarschijnlijk ook nog daarna) een rol spelen bij vergunningverlening, zijn:

  • duurzaamheid en energie

  • levensloopbestendig bouwen

  • asbest

  • mijnwater

  • gasvrij bouwen

  • toegankelijkheid van gebouwen (scootmobielen)

  • digitalisering

De ontwikkelingen op deze gebieden zullen nauwlettend worden gevolg door het team Vergunningen en waar nodig en mogelijk direct worden ingepast in de uitvoering van de taken en werkzaamheden.

 

De concrete acties die nodig zijn om de doelstellingen te verwezenlijken, worden uitgewerkt in hoofdstuk 4 van dit uitvoeringsprogramma. Het spreekt voor zich dat in het uitvoeringsprogramma ook de actuele landelijke en regionale ontwikkelingen worden gevolgd. Doordat het uitvoeringsprogramma jaarlijks wordt vastgesteld, kan daarin nog sneller worden ingespeeld op de actualiteit.

3.3 Afdelingsplan Publieksdiensten 2017 – 2018

 

In 2018 is voor het eerst een afdelingsplan voor de Afdeling Publieksdiensten gemaakt. Het afdelingsplan gaat over de periode 2017 en 2018. Het doel van het afdelingsplan is het geven van inzicht in de werkvoorraad van de Afdeling Publieksdiensten en deze af te zetten tegen de beschikbare formatie.

In het afdelingsplan zijn voor de Afdeling Publieksdiensten in het algemeen, en voor het team Vergunningen in het bijzonder, de voor 2018 geplande werkzaamheden beschreven. Daaraan zijn een aantal concrete activiteiten gekoppeld. De activiteiten zijn allemaal gericht op verdere professionalisering en verbetering van de dienstverlening van de afdeling Publieksdiensten. Het afdelingsplan bood hierdoor een eerste mogelijkheid om de uitvoering van de werkzaamheden gedurende het jaar te monitoren. Geconcludeerd kan worden dat de meerderheid van de concrete activiteiten zijn uitgevoerd in 2018. Een klein deel is echter (nog) niet uitgevoerd. Een aantal activiteiten betreffen een voortdurende activiteit binnen de afdeling (bijvoorbeeld excellente dienstverlening).

De activiteiten die betrekking hebben op vergunningverlening zijn opgenomen in een overzicht. Dit overzicht wordt als bijlage bij dit uitvoeringsprogramma gevoegd. Daarin is tevens de actuele stand van zaken van de betreffende activiteit opgenomen. De activiteiten die nog niet zijn uitgevoerd, worden opgenomen in dit uitvoeringsprogramma en worden onderdeel van het programma voor het team Vergunningen voor 2019.

4 Uitvoeringsprogramma Vergunningverlening Gemeente Brunssum 2019

4.1 Wabotaken

 

4.1.1 Toetsingsprotocol

Bij het toetsen van bouwaanvragen wordt getoetst aan het Bouwbesluit 2012, in het toetsingsprotocol is vastgelegd hoe intensief inkomende plannen worden getoetst. Gezien het feit een volledige toetsing aan het Bouwbesluit 2012 wegens financiële en capaciteitsbeperkingen niet mogelijk is, worden er keuzes gemaakt en de meest prioritaire aspecten het meest intensief getoetst.

Het ‘Toetsingsprotocol bouwplannen gemeente Brunssum’ behoeft een actualisering op het gebied van een aantal aspecten (te weten: C-label voor kantoren, asbest en duurzaam bouwen), de Wet kwaliteitsborging in de bouw zal bij deze actualisatie ook een rol spelen. Deze actualisering zal in 2019 plaatsvinden.

4.1.2 Omgevingsvergunning bouw, sloop en brandveiligheid

Door middel van de omgevingsvergunningen voor bouw, sloop en brandveiligheid wordt de kwaliteit van de bebouwde leefomgeving gewaarborgd. Dit alles dient te gebeuren conform wet- en regelgeving en er wordt gestreefd naar excellente dienstverlening middels snelheid, duidelijkheid, voorspelbaarheid, efficiency en klantvriendelijkheid.

Tot de hieraan verbonden acties voor het jaar 2019 behoort onder andere een verbeterde communicatie (bijvoorbeeld via social media) en het afhandelen van vergunningaanvragen in zes weken, in plaats van de wettelijke termijn van acht weken.

Verder zijn enkele beleidstukken toe aan een actualisering, denk hierbij aan het Vrijstellingenbeleid en de beleidsnotitie “Bedrijven en winkels in de woonomgeving”, ook hieraan zal in 2019 gewerkt worden.

4.1.3 Ruimtelijke kwaliteitszorg

Binnen de ruimtelijke kwaliteitszorg wordt aandacht besteed aan het in stand houden en verbeteren van de ruimtelijke, landschappelijke en stedenbouwkundige kwaliteit van de leefomgeving. Bouwplannen worden voorgelegd aan de stadsbouwmeester. Daarnaast is er extra aandacht voor de Mijnkoloniën Brunssum, de karakteristieke waarden van deze wijken wordt onder andere beschermd door het bestemmingsplan ‘Beschermd dorpsgezicht Mijnkoloniën Brunssum’.

Het ruimtelijk beleid vergt actualisatie, met name voor de onderwerpen reclame, zonnepanelen, warmtepompen en airco’s. Daarnaast zal het werkproces over stedenbouwkundige toetsing gestructureerd worden en afgestemd tussen afdelingen Publieksdiensten en ROV.

4.1.4 Bodem, geluid en lucht

Op het gebied van bodem, geluid en lucht is het doel om alle negatieve gevolgen voor het milieu door bedrijfsmatige activiteiten te voorkomen of zoveel mogelijk te beperken. Voor deze onderwerpen komen een aantal taken voort uit de Wet Bodembescherming, het Besluit Bodemkwaliteit Wet Geluidhinder en de Wet Milieubeheer, hiermee wordt zorggedragen voor een aangenaam woon- en leefklimaat. Met de Regionale Uitvoeringsdienst Zuid-Limburg (RUD ZL) en de Provincie worden afspraken gemaakt over de verdeling van taken.

Verder is een goede afstemming met team Veiligheid, Toezicht & Handhaving van belang. Het streven is een snelle afhandeling van meldingen in het kader van het Activiteitenbesluit Milieubeheer, waarbij de termijn van twee weken na ontvangst van de melding wordt aangehouden.

Verder wordt ingestoken op het in stand houden van de huidige luchtkwaliteit en waar mogelijk de verbetering hiervan. Dit door het toetsen van meldingen Activiteiten besluit aan de vigerende regelgeving.

Geluidsoverlast wordt zoveel mogelijk beperkt. Om dit te bereiken worden grote evenementen gemonitord en de geluidsnormen in het evenementenbeleid worden geëvalueerd en waar nodig bijgesteld en de ontwikkelingen rond de Omgevingswet gevolgd. Indien nodig wordt in het kader van de invoering van de Omgevingswet tijdig actie ondernomen om het gemeentelijk beleid hierop aan te passen. Er wordt ook gekeken naar subsidiemogelijkheden voor woningen op de zogenoemde ‘B-lijst’.

Het uitvoeren van bodemtoetsen, verlenen van vergunningen op grond van de Wet Bodembescherming (voor zover de taken niet overgedragen zijn naar de RUD) en in behandeling nemen van meldingen op grond van de Wet Bodembescherming moet zorgen voor het behoud van de bodemkwaliteit. Het digitaliseren van bodemrapportages moet het naslaan van informatie van reeds gedane onderzoeken makkelijker maken. De bodemkaart ‘grond’ zal in 2019 worden geactualiseerd.

Verder zullen de ontwikkelingen rond milieu, het borgen van externe veiligheid en energie(besparing) gevolgd en waar nodig hierop ingesprongen worden.

4.1.5 Monumenten en archeologie

De duurzame ruimtelijke kwaliteit wordt gewaarborgd door het in stand houden en beschermen van monumenten en beschermde archeologische waarden middels het voeren van een actief vergunningenbeleid.

Voor het bereiken hiervan zijn verschillende aspecten van belang, het begint bij het voorlichten en attenderen van burgers. Wanneer zij op de hoogte zijn van de regels die gelden, kan veelal voorkomen worden dat monumentale of archeologische waarden verloren gaan. Bij aanvragen moet bepaald worden of er archeologische waarden te verwachten zijn en indien dit het geval dient vroegtijdig overleg opgestart te worden met de regio-archeoloog.

De erfgoedverordening wordt in 2019 geactualiseerd.

4.1.6 Leges omgevingsvergunning

Het doel van de legesheffing is het deels compenseren van de kosten die gemaakt worden door de gemeentelijke organisatie bij de dienstverlening omtrent vergunningverlening. Gedeeltelijk worden hiermee de materiaal-, personeels-, en huisvestingskosten gedekt. Een overschrijding van de kosten door de legesinkomsten is niet toegestaan. De leges zijn dan ook transparant, eenduidig en uniform. Jaarlijks wordt de legesverordening geactualiseerd.

Er wordt structureel afgestemd met de afdeling Finance & Control voor een correcte gemeentelijke debiteurenadministratie. Voorts adviseert team Vergunningen BsGW in bezwaar- beroeps- en hoger beroepsprocedures naar aanleiding van legesbeschikkingen.

4.2 Niet-Wabotaken

 

4.2.1 APV, Bijzondere wetten en Bibob

De Algemene plaatselijke verordening (APV) is belangrijk voor de leefbaarheid van de gemeente. Dit zal in 2019 niet veranderen. Door het volgen van de ontwikkelingen rond de APV wordt de kennis bij de gemeente op peil gehouden. De APV heeft koppelingen met andere wet- en regelgeving, veelal valt deze wet- en regelgeving onder de ‘Bijzondere wetten’.

Onder deze noemer vallen onder andere de Drank- en Horecawet, Wegenverkeerswet, Wet op de kansspelen, Luchtvaartwet, Winkeltijdenwet, Leegstandswet en de Wet op de lijkbezorging.

Het team vergunningen draagt zorg voor het Bibob-beleid en de Bibob-toets. Het Bibob-beleid is vrij recent opgesteld en zodoende nog up to date, wel dient in de gaten gehouden te worden of het huidige beleid voldoet of met voortschrijdend inzicht aanpassingen behoeft. De Bibob-toetsen worden ook in 2019 uitgevoerd volgens wet- en regelgeving en het gemeentelijk beleid.

4.2.2 Subsidies

Er zijn circa 100 verenigingen in Brunssum waaraan subsidie wordt verstrekt. Team Vergunningen voert, sinds 2017, het onderdeel reguliere subsidies uit van de Algemene Subsidieverordening Brunssum 2018. De werkzaamheden zijn relatief nieuw binnen dit team en in 2018 is de nieuwe subsidieverordening in werking getreden. In 2018 is het subsidieaanvraagproces zoveel mogelijk gedigitaliseerd. In 2019 wordt het werkproces duidelijk beschreven.

4.2.3 Evenementen

In Brunssum worden jaarlijks ongeveer 60 evenementen georganiseerd. Voor ieder evenement is een omgevingsvergunning en een vergunning op grond van de APV nodig. Binnen het team Vergunningen worden de aanvragen voor een evenementenvergunning behandeld. In 2019 begint de gemeente met het gebruik van een applicatie waarop alle bij een evenement betrokken partijen de relevante informatie kunnen verzamelen, delen en bespreken: de evenementenassistent.

4.3 Algemene taken team Vergunningen

 

4.3.1 Legesverordening

De legesverordening wordt jaarlijks geactualiseerd. De afdeling Publieksdiensten, en als onderdeel daarvan het team Vergunningen, heeft daar een belangrijk aandeel in aangezien een fors deel van de leges betrekking hebben op diensten en producten van deze afdeling. Naast het actualiseren van de legesverordening, moeten het gemeentelijk systeem van legesheffing transparant zijn. Dit houdt in dat jaarlijks een kostenonderbouwing van de gehele legesverordening gemaakt wordt. Ook hierin speelt het team Vergunningen een coördinerende rol.

4.3.2 Rechtsbescherming

Binnen de afdeling is juridische capaciteit gereserveerd. Deze juridische capaciteit wordt onder andere ingezet voor bouwplantoetsingen, alle voorkomende juridische procedures, het rapporteren aan en adviseren van BsGW, bekendmakingen, etc. Daarnaast is er ruimte voor ad hoc situaties. Hiermee wordt de rechtsbescherming gewaarborgd.

4.4 Programma

Alle hiervoor beschreven Wabotaken zijn in het Uitvoeringsbeleid Vergunningverlening Wabotaken 2019 – 2022 vastgelegd in thema’s. Voor beschrijving van de taken in dit programma is exact dezelfde benaming en volgorde gevolgd als in het uitvoeringsbeleid. Dat leidt tot eenduidigheid in de doelstellingen van het team Vergunningen en de activiteiten die zullen worden uitgevoerd om deze doelstellingen te realiseren.

Voor het uitvoeringsbeleid zijn alleen de Wabotaken van belang. De taken en werkzaamheden van het team Vergunningen omvatten echter meer dan alleen de Wabotaken. Voor het uitvoeringsprogramma zijn alle taken van het team van belang. Daarom is in dit hoofdstuk ook een paragraaf opgenomen over de niet-Wabotaken.

Hierna volgt het programma van activiteiten die team Vergunningen in 2019 uitvoert om aan de doelstellingen die in het uitvoeringsbeleid zijn opgenomen te voldoen.

5 Capaciteit

5.1 Overzicht werkvoorraad in uren en capaciteit

Om een realistisch uitvoeringsprogramma te hebben, is het van groot belang dat de voorgenomen activiteiten passen binnen de bestaande formatie en werkvoorraad. Daarom zijn eerst de verwachte aantallen en de gemiddelde behandeltijd per categorie werkzaamheden voor 2019 in beeld gebracht. De tabellen die deze aantallen en de behandeltijd weergeven zijn bij dit uitvoeringsprogramma opgenomen als bijlage. Het betreft een gedetailleerde raming van uren, die het mogelijk maakt de uren van eerdere jaren te vergelijken met het jaar 2019.

Hierna worden de uren die in 2018 zijn besteed eerst in een tabel weergegeven. Deze uren zijn de basis voor de prognose van 2019. Daarna volgt een cirkeldiagram, waarin de verschillende taken en de uren op jaarbasis worden weergegeven. Tenslotte wordt de capaciteit voor de uren van 2019 in een tabel weergegeven.

Voor de duidelijkheid en overzichtelijkheid, zijn de diverse tabellen samengevoegd tot één tabel waarin de urenraming voor de belangrijkste taakgroepen zijn opgenomen.

 

 

Formatie en productieve uren op jaarbasis voor het team Vergunningen

Aangezien dit de eerste keer is dat een uitvoeringsprogramma vergunningverlening wordt opgesteld, is de beleidscyclus (Big-8) nog nooit doorlopen voor de uitvoeringstaken op het gebied van vergunningverlening. Er is nog geen monitoringssystematiek die zorgt voor een goede evaluatie van de activiteiten uit het afdelingsplan. Een dergelijke systematiek wordt voor 2019 overigens wel ontwikkeld, waardoor evaluatie in de nabije toekomst wel mogelijk wordt. Voor het bepalen van een raming van de uren voor 2019 zijn de werkelijk bestede uren van 2018 als basis genomen. De raming voor 2019 geeft een waarheidsgetrouw overzicht van de te verwachten aantallen aanvragen, de gemiddelde behandeltijd per aanvraag (in uren) en de capaciteit in uren voor 2019.

In het Afdelingsplan Publieksdiensten 2017 – 2018 is een zeer gedetailleerde urenraming opgenomen. De praktijk leert dat die mate van detaillering niet noodzakelijk en misschien zelfs niet efficiënt is. Er is daarom voor gekozen de raming met ingang van 2019 compacter te maken. De raming biedt een duidelijk overzicht van de taken die het team Vergunningen uitvoert, de uren die per taak (gemiddeld) worden besteed en het totaal aantal uren op jaarbasis voor de betreffende taak.

5.2 Kwaliteitscriteria, Kritieke massa en EVC-Traject

Zoals al is aangegeven in de inleiding van dit uitvoeringsprogramma is de Wabo in 2016 gewijzigd. Naast de verplichting van gemeenten om uitvoeringsbeleid en een uitvoeringsprogramma vast te stellen, zijn in het kader van de wet ook kwaliteitscriteria ontwikkeld. De kwaliteitscriteria zijn bedoeld om de uitvoering van vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH-taken) door gemeenten en provincies in het omgevingsrecht verder te professionaliseren en de kwaliteit in de organisatie te borgen. De criteria gaan over het proces, de inhoud en de kritieke massa.

Het voldoen aan de criteria zorgt ervoor dat de gemeente in staat is om de gewenste kwaliteit en continuïteit te leveren. De kwaliteitscriteria maken inzichtelijk welke kwaliteit van de VTH-taken burgers, bedrijven en instellingen, maar ook overheden mogen verwachten. Door te voldoen aan de criteria zorgt het bevoegd gezag ervoor dat ze in staat is om de gewenste kwaliteit te leveren.

De kwaliteitscriteria zijn op verschillende niveaus beschreven. Deels hebben ze betrekking op de organisatie en deels op de medewerkers. Voor de organisatie betekent dit dat er een sluitende beleidscyclus moet zijn om de kwaliteit te borgen, er een inhoudelijke ondergrens is en de taken worden uitgevoerd door medewerkers die voldoende deskundig zijn om deze taken adequaat uit te kunnen voeren.

De basis voor het leveren van goede kwaliteit, is het afleveren van een zo goed mogelijk product. Hiervoor is vooral vakmanschap nodig. De kwaliteitscriteria voor kritieke massa gaan daarom met name over voldoende opleiding, ervaring, kennis en het onderhouden en borgen daarvan. Als de organisatie aan deze criteria voldoet, is ze in staat om producten af te leveren met de gewenste kwaliteit.

In het kader van Erkenning van Verworven Competenties (EVC) is onderzocht in hoeverre de gemeente Brunssum aan deze eisen voldoet. Binnen het team Vergunningen hebben 9 ambtenaren aan het traject deelgenomen.

In 2019 wordt aan de hand van de kwaliteitscriteria een beleidsnotitie vastgesteld waarin de gemeentelijke kwaliteit van de VTH-taken wordt bepaald. In die beleidsnotitie wordt enerzijds vastgelegd waar wordt voldaan aan de kwaliteitscriteria (‘comply’). Anderzijds wordt vastgesteld waar wordt afgeweken van de kwaliteitscriteria (‘explain’) en wat het plan van aanpak is om, indien gewenst, de kwaliteit te verbeteren.

6 Monitoring, evaluatie en verslaglegging

6.1 Inleiding

De gemeente heeft, behalve het vaststellen van uitvoeringsbeleid en een uitvoeringsprogramma, de verplichting om de resultaten en de voortgang van de uitvoering van het beleid en het programma te monitoren. Monitoring is het laatste onderdeel van de beleidscyclus (Big-8). De monitoringsresultaten worden weergegeven in het jaarverslag en gebruikt voor bijsturing van de operationele cyclus. Bovendien leveren de resultaten van de monitoring input voor de evaluatie van het beleid.

Aangezien de beleidscyclus in 2019 voor het eerst wordt doorlopen ten aanzien van het onderdeel vergunningverlening, zal het monitoringssysteem in de loop van 2019 worden ontwikkeld en een steeds definitievere vorm krijgen. Voor het nu voorliggende uitvoeringsprogramma werken we met ramingen, die zijn gebaseerd op de ramingen van 2018. De ramingen van 2018 zijn opgesteld ten behoeve van het Afdelingsplan 2017 – 2018 en zijn in samenspraak met alle betrokken ambtenaren tot stand gekomen. Aangezien er het afgelopen jaar geen significante wijzigingen in de bedrijfsvoering binnen het team Vergunningen hebben plaatsgevonden, zijn de ramingen nog steeds actueel en kunnen ze dienen als input voor het uitvoeringsprogramma 2019.

Team Vergunningen is voornemens om in 2019 een systematiek te ontwikkelen, waarbij de uren die worden besteed aan de verschillende taken en werkzaamheden nog beter inzichtelijk kunnen worden gemaakt. Gedacht wordt bijvoorbeeld aan een systeem van tijdschrijven, waarbij een gemiddeld cijfer voor het hele jaar wordt verkregen dat als basis kan dienen voor de monitoring. Zoals gezegd, zal de monitoringssystematiek in 2019 definitief vorm krijgen.

6.2 Indicatoren

In het Besluit omgevingsrecht (Bor) is bepaald dat bestuursorganen de resultaten en voortgang bewaken van de gestelde doelen en van het uitvoeringsprogramma 3 . Ten aanzien van vergunningverlening is het niet eenvoudig om indicatoren te stellen, omdat de taken gericht zijn op de aanvragen die worden ingediend. De werkzaamheden zijn afhankelijk van het aantal en de complexiteit van de aanvragen die worden ingediend. Dit proces kan niet worden gestuurd of anderszins beïnvloed; we zijn daarin volledig afhankelijk van de burger.

Om tóch een systematiek te ontwikkelen waarbij de gestelde doelen op het gebied van uitvoering kunnen worden gecontroleerd en de resultaten kunnen worden gemeten, is het van belang dat we indicatoren ontwikkelen. Die indicatoren zijn meetbaar en dragen bij aan de monitoring van het uitvoeringsbeleid en het uitvoeringsprogramma.

De volgende indicatoren zullen in elk geval worden toegepast in 2019 en dienen als ondersteuning bij de monitoring van de werkzaamheden:

Indicatoren:

 

aanvragen worden bij binnenkomst direct ingescand en originele stukken worden naar het archief verzonden

100 %

alle aanvragen worden getoetst aan regels bestemmingsplan / beheersverordening

100 %

besluitvorming eenvoudige aanvragen binnen 4 weken*

80 %

besluitvorming complexe aanvragen binnen 6 weken*

70 %

besluitvorming reguliere aanvragen sneller dan wettelijke termijn (6 i.p.v. 8 weken)

80 %

verleende vergunningen binnen de wettelijke beslistermijn

100 %

aanvragen omgevingsvergunning digitaal ingediend

80 %

ontwikkelen van e-formulieren voor alle aanvraag- en meldingsformulieren APV en Bijzondere Wetten

100 %

Starten intrekkingsprocedure omgevingsvergunning na constateren door VTH dat verleende omgevingsvergunning niet binnen 26 weken wordt uitgevoerd**

100 %

bezwaarschriften afgedaan door middel van premediation

10 %

meldingen Activiteitenbesluit Milieubeheer binnen 2 weken afhandelen

95 %

Bij complexe aanvragen voorloverleg i.p.v. direct aanvraag

50 %

aanvragen evenementen publiceren***

100 %

besluitvorming subsidieaanvragen binnen wettelijke termijn

 95 %

 

  • *

    Het onderscheid tussen eenvoudige en complexe aanvragen vloeit voort uit de kwaliteitscriteria 2.1. Als bijlage is een toelichting op de kwaliteitscriteria opgenomen waarin (onder andere) in hoofdstuk 3.2.6 dit onderscheid tussen de eenvoudige en complexe aanvragen nader wordt gedefinieerd.

  • **

    Nauwe samenwerking nodig met team VTH. Voor omgevingsvergunningen die niet binnen 26 weken worden uitgevoerd, wordt een traject ingezet tot intrekking van de omgevingsvergunning.

  • ***

    De aanvragen voor evenementen die vergunningplichtig zijn worden gepubliceerd. De meldingen voor het houden van kleinschalige evenementen niet.

De indicatoren zorgen ervoor dat een groot deel van de activiteiten die zijn opgenomen in het uitvoeringsprogramma meetbaar worden. In 2019 zullen de activiteiten door het team Vergunningen worden gemonitord en, waar dat mogelijk is, tevens worden gemeten. De resultaten daarvan worden aan de raad, tegelijk met de presentatie van de jaarrekening, aangeboden in de vorm van een jaarverslag. Tussentijds wordt in het kader van de bestuursrapportages aan het college van burgemeester en wethouders verslag gedaan over de uitvoering.

6.3 Registratie

Het Besluit omgevingsrecht geeft aan dat de resultaten en de voortgang van het uitvoeringsbeleid en het uitvoeringsprogramma geregistreerd moeten worden 4 . Dit is mogelijk door gebruik te maken van een geautomatiseerd systeem waarin alle werkzaamheden worden vastgelegd.

Team Vergunningen maakt voor de uitvoeringswerkzaamheden op het gebied van de Wabotaken gebruik van het programma Suite4omgevingsdiensten (Suite). Dit is een zogenaamd ‘workflowsysteem’. In Suite worden alle werkprocessen vastgelegd en worden wettelijke termijnen bewaakt. Uit het systeem kan managementinformatie worden gegenereerd, zoals aantallen aanvragen, soorten producten en doorlooptijden. Ook is informatie beschikbaar over externe adviezen en over legesfacturering.

De voortgang van ondernomen acties wordt in 2019 gemonitord in Excel. In dit systeem worden in 2019 ook de in het kader van de uitvoering verkregen gegevens geregistreerd.

6.4 Periodieke rapportage en evaluatie

In het Besluit omgevingsrecht is de plicht opgenomen dat periodiek gerapporteerd wordt:

  • -

    over het bereiken van de gestelde doelen, en

  • -

    de uitvoering van de voorgenomen activiteiten in relatie tot de gestelde prioriteiten 5

Daarnaast moet jaarlijks worden geëvalueerd of de activiteiten die zijn opgenomen in het uitvoeringsbeleid en het uitvoeringsprogramma vergunningverlening zijn uitgevoerd en in hoeverre de uitvoering hiervan heeft bijgedragen aan het bereiken van de doelstellingen 6 .

Het college van burgemeester en wethouders moet de rapportage en het verslag van de evaluatie bekend maken aan de gemeenteraad 7 .

Hiertoe wordt aangesloten bij de gemeentelijke planning- en controlcyclus; de Big 8. Jaarlijks wordt aan de raad, tegelijk met de presentatie van de jaarrekening, verantwoording afgelegd met behulp van een jaarverslag. Tussentijds wordt in het kader van de bestuursrapportages (tweemaal per jaar) aan het college van burgemeester en wethouders verslag gedaan over de uitvoering.

Op basis van de rapportage en de evaluatie wordt jaarlijks bekeken of er aanleiding is het beleidskader voor vergunningverlening in de fysieke leefomgeving aan te passen. Dit kan neerkomen op het bijstellen van de doelstellingen en activiteiten, de prioriteiten of de in te zetten capaciteit.

7 Conclusie

 

In het Besluit Omgevingsrecht (Bor) is bepaald dat het college uitvoeringsbeleid vaststelt. Dat beleid moet gemotiveerd aangeven welke doelen het college zichzelf stelt bij de uitvoering en welke activiteiten zullen worden uitgevoerd om die doelen te realiseren. Het ‘Uitvoeringsbeleid Vergunningverlening Wabotaken Gemeente Brunssum 2019 – 2022’ is door het college vastgesteld op 4 december 2018. Aan deze wettelijke taak heeft het college voldaan.

Het Besluit Omgevingsrecht (Bor) bepaalt daarnaast dat het college het uitvoeringsbeleid uitwerkt in een jaarlijks uitvoeringsprogramma. In het uitvoeringsprogramma moet worden aangegeven welke van de vastgestelde activiteiten het college het komende jaar zal uitvoeren.

Die activiteiten zijn in dit programma opgenomen. Daarnaast zijn indicatoren vastgelegd die de activiteiten in het programma meetbaar maken. De wet legt het college tevens de verplichting op dat het beleid, en daaruit volgend het uitvoeringsprogramma, jaarlijks wordt geëvalueerd en gemonitord.

Door het vaststellen van dit ‘Uitvoeringsprogramma Vergunningverlening Gemeente Brunssum 2019’ voldoet het college ook aan deze wettelijke taak.

Het college informeert de raad over het programma. Het college zal, via het jaarverslag met behulp van het uitvoeringsprogramma, rapporteren aan de gemeenteraad. In het jaarverslag wordt uiteengezet hoe het college haar taken heeft uitgevoerd en kan de gemeenteraad bepalen of deze uitvoering van taken voldoet aan de norm.


1

Hoofdstuk 7 Bor

2

Hoofdstuk 10 Mor

3

Artikel 7.6 lid 1 Bor

4

Artikel 7.6 lid 2 Bor

5

Artikel 7.7 lid 1 Bor

6

Artikel 7.7 lid 2 Bor

7

Artikel 7.7 lid 3 Bor