Organisatie | De Fryske Marren |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Nadere regels BIBOB Gemeente De Fryske Marren 2019 |
Citeertitel | Nadere regels Bibob gemeente De Fryske Marren 2019 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
De datum inwerkingtreding wijkt af van de in artikel 5.1 genoemde datum.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
13-04-2019 | 13-04-2019 | nieuwe regeling | 01-04-2019 | 194019186 |
De Burgemeester en het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente De Fryske Marren, ieder voor zover het hun bevoegdheid betreft;
Overwegende, dat de Wet bevordering integriteitbeoordelingen door het openbaar bestuur (Wet Bibob) hen beleidsruimte verschaft bij de besluitvorming omtrent het toepassen van hun uit deze wet voortvloeiende bevoegdheden;
Gelet op het bepaalde in de Wet bevordering integriteitsbepalingen door het openbaar bestuur, artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht, de artikelen 3, 27, 30a en 31 van de Drank & Horecawet, de artikelen 2.1 en 2.17 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, artikel 30b van de Wet op de kansspelen, de artikelen 2:25, 2:28, 2:31a, 2:40aa en 3:4 van de Algemene plaatselijke verordening (m.b.t. gemeentelijke vergunningen), en de Algemene Subsidieverordening;
Artikel 1.1 Begripsomschrijvingen
(Generieke) Bibob-toets: de wijze van behandelen van een aanvraag waarbij met toepassing van de wet Bibob door het bestuursorgaan wordt beoordeeld of er redenen aanwezig zijn, ontleend aan de wet, om de aanvraag te weigeren, de beschikking in te trekken, of voorschriften aan de (al dan niet) te nemen beschikking te verbinden;
Eigen onderzoek: de wijze van behandelen (als bedoeld in artikel 3 Wet Bibob) van een aanvraag waarbij met toepassing van de wet door het bestuursorgaan wordt beoordeeld of er redenen aanwezig zijn om de aanvraag te weigeren, respectievelijk de beschikking in te trekken of te beëindigen, daaraan voorschriften te verbinden dan wel een advies bij het Landelijk Bureau Bibob (voortaan het Bureau) aan te vragen;
Artikel 2.1 Toepassingsbereik bij nieuwe aanvragen.
Uitvoering van de Bibob-toets vindt in beginsel plaats bij elke nieuwe aanvraag (van een nieuwe ondernemer) voor een beschikking als bedoeld in:
Artikel 2.1a Toepassing in bijzondere situaties bij alle mogelijke aanvragen voor een beschikking genoemd in artikel 1 Wet Bibob.
er duidelijke aanwijzingen zijn die het vermoeden rechtvaardigen, dat bij de aanvraag sprake is van een ernstige mate van gevaar als bedoeld in artikel 3 van de wet Bibob.
Artikel 2.2 Toepassingsbereik bij reeds verleende beschikkingen
Het bestuursorgaan kan de wet in beginsel toepassen met betrekking tot reeds verleende beschikkingen indien:
bekend wordt, dat tegen betrokkene in een andere gemeente bij een Bibob-toets een ernstige mate van gevaar is geconstateerd en aan betrokkene alhier een soortgelijke beschikking is verstrekt. In geval aan betrokkene in meerdere gemeenten binnen het samenwerkingsverband RIEC eerder al een soortgelijke beschikking is verleend, zal het bestuursorgaan het RIEC om coördinatie in de Bibob-toets verzoeken.
Artikel 2.2a Toepassing bij weigering verschaffen gegevens
Bij een weigering (bij een bestaande beschikking) om de Bibob-vragenformulieren volledig ingevuld te retourneren, zullen allereerst de daartoe gestelde regels van de Algemene wet bestuursrecht toegepast worden. Bij volharding zal de weigering worden beschouwd als een ernstige mate van gevaar als bedoeld in artikel 4 jo 3 van de wet Bibob en zal de bestaande vergunning/beschikking als gevolg daarvan worden ingetrokken.
Artikel 4.1 het Bibob-onderzoek
Betrokkene zal na invulling van de aanvraagformulieren, het door het bestuursorgaan vastgestelde Bibob-vragenformulier volledig ingevuld en van alle nodige/genoemde bijlagen voorzien bij het bestuursorgaan in moeten dienen. In geval van een aanvraag voor een nieuwe beschikking, maken de Bibob-gegevens deel uit van de aanvraag.
Artikel 4.1a Uitvoering Bibob-onderzoek
Als het bestuursorgaan op basis van het eigen onderzoek in het kader van de Wet Bibob genoeg aanwijzingen heeft om in redelijkheid te kunnen aantonen van welke mate van gevaar (geen gevaar, een mindere mate van gevaar, of ernstig gevaar) sprake is, kan zij overeenkomstig een besluit nemen. Wanneer er sprake is van een 'ernstig gevaar' als bedoeld in de Wet Bibob, kan het de vergunning weigeren of intrekken.
2. Stap 2 (adviesaanvraag Bureau)
Een toetsing aan de Wet Bibob met behulp van een advies van het Bureau geldt in beginsel als een uiterst middel om de integriteit van een betrokken (rechts)persoon te controleren. Bij deze zware inbreuk op de privacy moet het bevoegd gezag de eisen van subsidiariteit en proportionaliteit in acht nemen.
In geval een van het Bureau ontvangen advies leidt tot het voornemen om een gevraagde beschikking te weigeren dan wel een eerder verleende beschikking in te trekken, wordt aan betrokkene een kopie van het adviesrapport ter hand gesteld. Betrokkene wordt daarbij door het bestuursorgaan gewezen op zijn geheimhoudingsplicht als bedoeld in artikel 28 van de wet Bibob.
Indien het bestuursorgaan een advies aanvraagt bij het Bureau, wordt op grond van artikel 31 van de wet Bibob, de wettelijke termijn waarbinnen de beschikking dient te worden gegeven, opgeschort voor de duur van de periode die begint met de dag waarop het advies door het Bureau in behandeling wordt genomen en eindigt met de dag waarop het advies is ontvangen, met dien verstande dat deze opschorting niet langer duurt dan de termijn, zoals genoemd in artikel 15 lid 1 van de wet Bibob.