| Organisatie | Limburg |
|---|---|
| Organisatietype | Provincie |
| Officiële naam regeling | Ondermandaatbesluit Concessie Openbaar Vervoer Limburg 2016-2031, onderdeel Maaslijn |
| Citeertitel | Ondermandaatbesluit Concessie Openbaar Vervoer Limburg 2016-2031, onderdeel Maaslijn |
| Vastgesteld door | gedeputeerde staten |
| Onderwerp | bestuur en recht |
| Eigen onderwerp | PB no. 18-2019 |
Geen
afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
|---|---|---|---|---|---|
| 13-04-2019 | Nieuwe regeling | 02-04-2019 | PB no. 18-2019 |
Artikel 1 Ondermandaat clustermanager Mobiliteit
Aan de clustermanager van het cluster Mobiliteit en wordt ondermandaat, -volmacht en -machtiging verleend voor het namens Gedeputeerde Staten van Gelderland nemen van beslissingen en verrichten van rechtshandelingen als bedoeld in het Mandaatbesluit Gedeputeerde Staten provincie Limburg (Provinciaal Blad, 24 december 2018, kenmerk nr. 9736) onder de voorwaarden die aan dat besluit verbonden zijn.
Artikel 2 Ondermandaat aan concessiemanager openbaar vervoer
De clustermanager van het cluster Mobiliteit mag aan de binnen zijn cluster werkzame concessiemanager openbaar vervoer ondermandaat, -volmacht en -machtiging verlenen voor het nemen van beslissingen en het verrichten van rechtshandelingen bedoeld in het eerste lid.
Gedeputeerde Staten voornoemd
de voorzitter,
de heer drs. Th.J.F.M.Bovens
secretaris,
de heer drs. G.H.E.Derks MPA
De Concessie Openbaar Vervoer Limburg 2016-2031 heeft betrekking op alle openbaar vervoer per bus en auto binnen de provincie Limburg en op een aantal gedecentraliseerde vervoersdiensten per trein voor een periode van 15 jaar. Een van de gedecentraliseerde vervoersdiensten is de Maaslijn, de treinverbinding tussen Roermond en Nijmegen. In het decentralisatiebesluit over de Maaslijn (‘Aanwijzing vervoersdienst concessies regionaal openbaar vervoer per trein Nijmegen en Limburg’, Staatscourant 13 oktober 2005, nr. 199) is bepaald dat concessieverlener voor het deeltraject Roermond-Cuijk en Gedeputeerde Staten van Limburg zijn en voor het deeltraject Cuijk-Nijmegen het dagelijks bestuur van het Knooppunt Arnhem Nijmegen de concessieverlener is. Met het opheffen van het Knooppunt Arnhem Nijmegen is laatstgenoemde bevoegdheid bij Gedeputeerde Staten van Gelderland gelegd. De Concessie Openbaar Vervoer Limburg 2016-2031 is daarom op 2 juni 2015 mede door Gedeputeerde Staten van Gelderland verleend.
Omdat tijdens de looptijd van de concessie diverse besluiten en rechtshandelingen door de concessieverleners noodzakelijk zullen zijn, is een slagvaardig concessiemanagement erbij gebaat dat besluiten die (mede) de Maaslijn betreffen niet steeds door beide colleges van Gedeputeerde Staten hoeven te worden genomen. Gedacht kan bijvoorbeeld worden aan jaarlijks terugkerende besluiten zoals het verlenen van de exploitatiebijdrage of het instemmen met het vervoerplan van de concessiehouder. Om het concessiemanagement door de provincie Limburg te faciliteren, hebben Gedeputeerde Staten van Gelderland mandaat, machtiging en volmacht aan Gedeputeerde Staten van Limburg verleend voor het nemen van een groot aantal besluiten en voor verrichten van diverse rechtshandelingen (Besluit van 18 december 2018, Provinciaal Blad 24 december 2018, nr. 9736). Artikel 2, eerste lid, van dat mandaatbesluit geeft Gedeputeerde Staten van Limburg de bevoegdheid om ondermandaat te verlenen ‘aan binnen de provincie Limburg werkzame medewerkers met een functie op minimaal coördinerend niveau’. Met onderhavig besluit wordt van deze bevoegdheid gebruik gemaakt. Ondermandaat wordt verleend aan de clustermanager van het Cluster Mobiliteit. De voorwaarden die aan het door Gedeputeerde Staten van Gelderland verleende mandaat zijn verbonden, gelden ook voor dit ondermandaat. Een van die voorwaarden die Gedeputeerde Staten van Gelderland aan het mandaat hebben verbonden is dat voor bepaalde besluiten eerst ambtelijke overeenstemming nodig is voordat van het mandaat gebruik mag worden gemaakt. In de bijlage bij het mandaatbesluit van Gelderland is bepaald voor welke besluiten dit geldt.
Artikel 2 biedt de mogelijkheid voor de clustermanager Mobiliteit om verder door te mandateren aan de binnen zijn cluster werkzame concessiemanager openbaar vervoer. Het ligt in de rede daarbij aan te sluiten bij de interne mandaatstructuur binnen de provincie Limburg.