Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Tilburg

Wijzigingsbesluit Leidraad invordering gemeentelijke belastingen per 1 januari 2019

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieTilburg
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingWijzigingsbesluit Leidraad invordering gemeentelijke belastingen per 1 januari 2019
CiteertitelWijziging leidraad invordering gemeentelijke belastingen 1e halfjaar 2019
Vastgesteld doorgemandateerde functionaris
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 139 van de Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

12-04-201901-01-201907-11-2019wijziging van de regeling

20-03-2019

gmb-2019-87599

Tekst van de regeling

Intitulé

Wijzigingsbesluit Leidraad invordering gemeentelijke belastingen per 1 januari 2019

Besluit in bestuurlijk mandaat.

 

besluit:

 

De portefeuillehouder heeft besloten om.

De Leidraad invordering gemeentelijke belastingen, besluit van 21-06-2011 (110621- 13), laatstelijk gewijzigd bij besluit van 27-08-2018, te wijzigen conform het Wijzigingsbesluit leidraad invordering gemeentelijke belastingen per 01-01- 2019.

Wijziging Leidraad invordering gemeentelijke belastingen per 1 januari 2019

 

 

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tilburg;

 

gelezen het voorstel van de gemeenteambtenaar belast met de invordering van gemeentelijke belastingen van 11-03-2019;

 

besluit:

 

De Leidraad invordering gemeentelijke belastingen, vastgesteld bij besluit van 21-06-2011, [11062113], laatstelijk gewijzigd bij besluit van 27-08-2018, wordt gewijzigd als volgt.

 

ARTIKEL I

 

A. In artikel 8 wordt na het eerste gedachtestreepje een nieuw gedachtestreepje ingevoegd:

- bekendmaking van de aanslag aan een rechtspersoon die (vermoedelijk) is opgehouden te bestaan;

 

B. Artikel 8.2 komt als volgt te luiden:

 

8.2. Bekendmaking als de rechtspersoon (vermoedelijk) is opgehouden te bestaan

Als een rechtspersoon (vermoedelijk) is opgehouden te bestaan, is de wijze van bekendmaking van de belastingaanslag ter beoordeling aan de ontvanger. Bij deze beoordeling kunnen onder andere de volgende factoren een rol spelen:

- het recht waarnaar de rechtspersoon is opgericht;

- het belang van een snelle bekendmaking in verband met vrees voor onverhaalbaarheid.

 

C. Het opschrift van artikel 25a komt als volgt te luiden:

 

Artikel 25a Uitstel van betaling exitheffingen inkomstenbelasting

 

D. Na artikel 25a.1 worden twee nieuwe artikelen ingevoegd, luidende:

 

25b Uitstel van betaling exitheffingen vennootschapsbelasting

Deze bepaling is niet van toepassing voor de gemeente.

 

Artikel 25b.1 Beoordeling zekerheid bij uitstel van betaling ter zake van exitheffingen

Deze bepaling is niet van toepassing voor de gemeente.

 

E. In artikel 26.2.12, derde alinea, sub B wordt 54 vervangen door: 55

 

F. Artikel 26.2.19 wordt als volgt gewijzigd:

 

1. 34 wordt vervangen door: 35

2. 81 wordt vervangen door: 75

 

G. Na artikel 33 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:

 

Artikel 33a. Aansprakelijkheid van begunstigden

Er zijn in deze leidraad op artikel 33a van de wet geen beleidsregels gemaakt.

 

H. Artikel 49.9 vervalt.

 

ARTIKEL II

 

1. Dit besluit treedt in werking met ingang van de 1e dag na die van de bekendmaking en werkt terug tot en met 1 januari 2019.

 

2. Dit besluit wordt aangehaald als: Wijziging leidraad invordering gemeentelijke belastingen 1e halfjaar 2019.

 

 

 

 

 

Tilburg, 20 maart 2019

Het college van burgemeester en wethouders,

De wethouder Financiën,

TOELICHTING

 

Artikel I, onderdelen A en B zien op het nieuwe tweede, derde en vierde lid van artikel 8 van de wet. Deze leden treden per 1 januari 2019 in werking via de Overige fiscale maatregelen 2019. Met deze wetswijziging wordt een alternatieve wijze voor bekendmaking van de aanslag geïntroduceerd. In de Leidraad wordt uitgewerkt welke factoren een rol kunnen spelen bij de keuze tussen de klassieke en de alternatieve wijze van bekendmaking als de rechtspersoon (vermoedelijk) is opgehouden te bestaan.

 

Artikel I, onderdeel C betreft een wijziging van het opschrift van artikel 25a. Artikel 25a is niet van toepassing voor de gemeente.

 

Artikel I, onderdeel D ziet op de invoeging van twee nieuwe artikelen: 25b en 25.b.1. De artikelen 25b en 25.b.1 zijn niet van toepassing voor de gemeente.

 

In artikel I, onderdeel E worden de forfaitaire bedragen voor boeken en leermiddelen aangepast naar de per 1 januari 2019 geldende bedragen.

 

In artikel I, onderdeel F wordt de normpremie ziektekostenverzekering voor een alleenstaande of alleenstaande ouder en de normpremie ziektekostenverzekering voor echtgenoten geactualiseerd naar de per 1 januari 2019 geldende bedragen.

 

Artikel I, onderdeel G houdt verband met het nieuwe artikel 33a van de wet dat per 1 januari 2019 in werking treedt. In de artikelsgewijze memorie van toelichting bij de Overige fiscale maatregelen 2019 is met betrekking tot artikel 33a van de wet toegezegd dat in andere situaties dan die in de memorie zijn genoemd waarin sprake is van samenlopende aanspraken van verschillende schuldeisers, geldt dat de Rijksleidraad zal bepalen wanneer de Belastingdienst afziet van aansprakelijkstelling. Op dit moment voorziet de Belastingdienst geen andere samenlopende aanspraken dan die in de memorie worden genoemd. Mocht de praktijk uitwijzen dat deze toch voorkomen, dan zal de Belastingdienst op dit punt alsnog begunstigend beleid maken.

 

Artikel I, onderdeel H laat artikel 49.9 vervallen. Artikel 49.9 ziet op overgangsrecht met betrekking tot aansprakelijkheidsprocedures op grond van tot 1 december 2002 geldend recht. Dergelijke procedures zijn niet meer aanhangig. Het overgangsrecht is daarmee overbodig. Mocht zich in de toekomst een situatie voordoen waarin artikel 49.9 wel van toepassing zou kunnen zijn, dan kan de aansprakelijk gestelde hierop een beroep blijven doen.

 

Artikel II regelt de datum van inwerkingtreding van de onderhavige wijzigingen.