Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Reusel-De Mierden

Verordening Adviescommissie Wonen, Zorg en Welzijn 2008

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieReusel-De Mierden
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening Adviescommissie Wonen, Zorg en Welzijn 2008
CiteertitelVerordening Adviescommissie WZW 2008
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, art. 150
  2. Wet maatschappelijke ondersteuning, art. 9, 11 en 12

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

1.Huishoudelijk reglement Adviescommissie WZW Reusel-De Mierden

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

26-07-200801-04-200801-01-2018nieuwe regeling

25-03-2008

D'n Uitkijk, 25-07-2008

R 08-017

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening Adviescommissie Wonen, Zorg en Welzijn 2008

De raad van de gemeente Reusel- De Mierden,

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 26 februari 2008

gelet op de artikelen 9, 11 en 12 van de Wet maatschappelijke ondersteuning, juncto

artikel 150 van de Gemeentewet,

besluit vast te stellen de:

 

Verordening Adviescommissie Wonen, Zorg en Welzijn 2008

HOOFDSTUK 1 Algemene Bepalingen

Artikel 1 Begrippen

  • 1.

    Alle in deze verordening vermelde begrippen die niet van een definitie zijn voorzien hebben de betekenis die de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) daaraan toekent.

  • 2.

    In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      Wet Wmo: de Wet maatschappelijke ondersteuning;

    • b.

      Adviescommissie: Adviescommissie WZW Reusel-De Mierden: een orgaan bestaande uit vertegenwoordigers van de deelnemende organisaties en belanghebbenden;

    • c.

      Leden: vertegenwoordigers van de deelnemende organisaties en burgers met of vanuit een kennisachtergrond, die niet door de deelnemende organisaties wordt afgedekt;

    • d.

      Vrijwilligersorganisatie: enig georganiseerd verband waarin zowel het meeste bestuurlijk als ook het uitvoerende werk door vrijwilligers wordt verricht;

    • e.

      Belangenorganisatie: enig georganiseerd verband waarin zowel het meeste bestuurlijk als ook het uitvoerende werk door vrijwilligers wordt verricht en dat als taak heeft het behartigen van belangen van de aangesloten achterban;

    • f.

      Professionele ondersteuning: het doen van beroep op externe ondersteuning.

    • g.

      Werkgroepen; de te bespreken onderwerpen kunnen worden uitgezet bij verschillende

werkgroepen. De leden van de werkgroepen kunnen komen uit de Adviescommissie WZW, uit de achterban van de lokale organisaties of uit burgers met of vanuit een kennisachtergrond, die niet door de deelnemende organisaties wordt afgedekt;

h.Burger- en cliëntenparticipatie: een proces waarbij het gemeentebestuur, betrokken

cliënten/burgers en eventuele externe deskundigen via een open houding naar elkaar en een vooraf afgesproken aanpak samen vorm en inhoud geven aan (delen van) plannen of beleid. Het proces is gericht op het benutten van elkaars deskundigheid en het verhogen van draagvlak voor het nemen van beslissingen (uit “Burgerparticipatie”, Hendriks, Eijsermans 2004).

  • i.

    Beleidsfasen: voorbereiding, ontwikkeling, uitvoering en evaluatie van beleid.

  • j.

    Werkagenda: is een agenda met onderwerpen waarover de gemeente Reusel-De Mierden advies van de Adviescommissie WZW vraagt. Deze werkagenda inclusief tijdpad wordt door de gemeente in samenspraak met de Adviescommissie WZW jaarlijks vastgesteld.

  • k.

    College: het college van burgemeester en wethouders van Reusel-De Mierden;

  • l.

    Raad: de gemeenteraad van de gemeente Reusel-De Mierden.

  • m.

    Gemeente: gemeente Reusel-De Mierden

HOOFDSTUK 2 ADVIESCOMMISSIE WZW

Artikel 2 Doelstelling

De adviescommissie heeft tot doel het formuleren van collectieve wensen van burgers die al of niet vertegenwoordigd zijn door lokale vrijwilligers- en belangenorganisaties in de gemeente Reusel-De Mierden.

Deze collectieve wensen worden vertaald in beleidsvoorstellen en/of adviezen en aangeboden aan het College van Burgermeester en Wethouders op grond waarvan gemeentelijk Wmo-beleid mede kan worden vastgesteld.

Artikel 3 Functies

De Adviescommissie WZW fungeert als adviesorgaan voor het college van Reusel- De Mierden

voor de vormgeving, het volgen en het evalueren van het gemeentelijk Wmo-beleid en is tevens

aanspreekpunt voor niet-georganiseerde groepen van burgers en andere adviesorganen.

De Adviescommissie WZW heeft de volgende functies:

  • 1.

    Een beleidsmatige functie: kritische reflectie op het te ontwikkelen Wmo-beleid door de gemeente.

  • 2.

    Een signaleringsfunctie: de Adviescommissie WZW signaleert leemten en knelpunten in beleid en uitvoering ofwel re-actieve beleidsvorming.

  • 3.

    Een ideeën- en creativiteitsfunctie: de adviescommissie WZW draagt ideeën en suggesties aan ter verbetering van het Wmo-beleid, de zogenaamde pro-actieve beleidsvorming.

Artikel 4 Samenstelling

  • 1.

    De adviescommissie WZW Reusel- De Mierden bestaat uit afgevaardigden van lokale belangen- en vrijwilligersorganisaties die op één of andere manier raakvlakken hebben met de onder artikel 7 genoemde beleidsterreinen en prestatievelden. Daarnaast bestaat de Adviescommissie WZW uit afgevaardigden van de dorpsraad/ bewonersplatform per kern (voor zover aanwezig binnen een kern).

  • 2.

    Burgers met of vanuit een kennisachtergrond die op grond van hun kennis en affiniteit met de Wmo, een zinvolle bijdrage kunnen leveren aan het Wmo-beleid en niet door de deelnemende organisaties worden afgedekt, kunnen lid zijn van de Adviescommissie WZW;

  • 3.

    De Adviescommissie WZW kan uit maximaal 15 leden bestaan, waarbij gestreefd wordt naar minimaal twee leden per kern.

  • 4.

    Leden zijn niet tevens:

    • a.

      door of vanwege het college van Reusel- De Mierden aangesteld of daaraan ondergeschikt;

b.lid van de gemeenteraad, van het college of een raadscommissie van de gemeente Reusel- De Mierden;

  • 5.

    De leden worden voorgedragen door de aangesloten organisaties en worden benoemd door het college;

  • 6.

    Het college kan en mag een organisatie toetreding weigeren, maar heeft geen zeggenschap over welke persoon wordt afgevaardigd door de organisaties;

  • 7.

    De adviescommissie WZW Reusel- De Mierden is verantwoordelijk voor het inschakelen van haar achterban en vormt tevens het centrale aanspreekpunt voor niet-georganiseerde burgers en andere lokale, regionale en landelijke adviesorganen. De leden van de deelnemende organisaties worden als achterban beschouwd.

  • 8.

    De te bespreken onderwerpen kunnen worden uitgezet bij verschillende werkgroepen, die ad hoc worden ingesteld voor een actueel te behandelen thema. Deze werkgroepen kunnen worden

samengesteld uit een combinatie van leden afkomstig van de adviescommissie WZW, maar kunnen ook afkomstig zijn uit de achterban van de organisaties, zoals genoemd in artikel 4 lid 1.

Artikel 5 Samenwerking met andere adviesorganen

In Reusel-De Mierden zijn diverse andere adviesorganen actief, zoals ISD clientenraad, Klankbordgroep Wmo De Kempen, Werkgroep Mantelzorg de Kempen en de vier dorpsraden

De informatie-uitwisseling met deze adviesorganen kan plaatsvinden door:

  • a.

    uitwisseling van verslagen/notulen van de vergaderingen, en/of;

  • b.

    uitwisseling van informatie tussen de betreffende voorzitters op verzoek van één van hen en/of;

  • c.

    een lid van de Adviescommissie WZW zitting te laten nemen in relevante adviesorganen;

  • d.

    een lid van de relevante adviesorganen zitting te laten nemen in de adviescommissie WZW.

Artikel 6 Mate van inspraak

  • 1.

    De adviescommissie WZW wordt betrokken bij het proces van beleidsvorming, zoals is afgesproken in de jaarlijkse werkagenda, zoals bedoeld in artikel 11.

  • 2.

    De Adviescommissie WZW adviseert het college, met dien verstande dat de adviescommissie in de gelegenheid wordt gesteld om problemen aan te dragen en oplossingen te formuleren. De ideeën van de Adviescommissie WZW spelen een volwaardige rol in de afwegingen bij de ontwikkeling en uitvoering van beleid. Het college kan bij de uiteindelijke besluitvorming hiervan met een met redenen omkleed besluit afwijken.

  • 3.

    De Adviescommissie WZW co-produceert, met dien verstande dat het college daarvoor in

aanmerking komende gevallen samen met de Adviescommissie WZW een werkagenda vaststelt met betrekking tot specifieke onderwerpen; beide partijen zoeken daarbij samen naar oplossingen.

4.Over de inhoud van beleidsplannen en verordeningen beslist uiteindelijk het daartoe bevoegde gemeentelijk bestuursorgaan.

Artikel 7 Beleidsterreinen en prestatievelden

  • 1.

    Dit artikel is van toepassing met inachtneming van het gestelde in artikel 11 van deze verordening.

  • 2.

    De Adviescommissie WZW zal betrokken worden bij de ontwikkeling, uitvoering en evaluatie van het (meerjarig) Wmo-beleidsplan.

  • 3.

    De Adviescommissie WZW krijgt tijdig, zoals afgesproken in de jaarlijkse werkagenda, inzage in alle beleidsstukken die aan het college worden voorgelegd en die betrekking hebben op de in het vijfde lid, aanhef en volgende van dit artikel genoemde prestatievelden.

  • 4.

    De Adviescommissie WZW krijgt tijdig inzage in de besluiten die betrekking hebben op onderstaande prestatievelden.

  • 5.

    Daarnaast zal de Adviescommissie WZW betrokken worden bij de voorbereiding, ontwikkeling,

uitvoering en evaluatie van het Wmo-beleid uitgedrukt in de volgende prestatievelden:

Prestatieveld 1. Het bevorderen van de sociale samenhang in en leefbaarheid van dorpen, wijken en Buurten.

Prestatieveld 2. Op preventie gerichte ondersteuning van jeugdigen met problemen met opgroeien en van ouders met problemen met opvoeden.

Prestatieveld 3. Het geven van informatie, advies en cliëntondersteuning.

Prestatieveld 4. Het ondersteunen van mantelzorgers daar onder begrepen steun bij het vinden van adequate oplossingen indien zij hun taken tijdelijk niet kunnen waarnemen, alsmede het ondersteunen van vrijwilligers.

Prestatieveld 5. Het bevorderen van de deelname aan het maatschappelijk verkeer en het zelfstandig functioneren van mensen met een beperking of een chronisch psychisch of een psychosociaal probleem.

Prestatieveld 6. Het verlenen van voorzieningen aan personen met een beperking of een chronisch psychisch probleem en aan mensen met een psychosociaal probleem ten behoeve van het behouden en het bevorderen van hun zelfstandig functioneren of hun deelname aan het maatschappelijke verkeer.

Prestatieveld 7. Het bieden van maatschappelijke opvang, waaronder vrouwenopvang en het voeren van beleid ter bestrijding van geweld, als bedoeld in de Wet tijdelijke huisvesting huiselijk geweld dat door iemand uit de huiselijke kring van het slachtoffer is gepleegd.

Prestatieveld 8. Het bevorderen van openbare geestelijke gezondheidszorg, met uitzondering van het bieden van psychosociale hulp bij rampen.

Prestatieveld 9. Bevorderen van verslavingszorg.

Artikel 8 Informatierecht

Het college is verplicht aan de adviescommissie WZW tijdig alle informatie te verstrekken die deze voor de vervulling van zijn taak redelijkerwijze nodig heeft.

Artikel 9 Geheimhoudingsplicht

  • 1.

    De Adviescommissie WZW neemt kennis van het bepaalde in artikel 2 lid 5 van de Algemene wet bestuursrecht.

  • 2.

    Behalve na voorafgaande schriftelijke toestemming van het college zal de Adviescommissie WZW informatie met een vertrouwelijk karakter niet aan derden kenbaar maken.

HOOFDSTUK 3 WERKWIJZE, BETROKKENHEID BELEIDSFASE EN WERKAGENDA

Artikel 10 Werkwijze

  • 1.

    In het kader van burgerparticipatie vraagt het college de Adviescommissie WZW om advies. De raad mag en kan tevens advies vragen aan de Adviescommissie WZW.

  • 2.

    De Adviescommissie WZW is ook gerechtigd uit eigener beweging advies uit te brengen aan het college.

  • 3.

    Het college vraagt de Adviescommissie WZW in ieder geval om advies bij de beleidsmatige aspecten van de prestatievelden/beleidsterreinen als bedoeld in artikel 7 van deze verordening.

  • 4.

    Het college zal de raad geen beleidsvoorstellen in het kader van de onder artikel 7 genoemde beleidsterreinen en prestatievelden voorleggen, zónder dat deze voorzien zijn van adviezen en reacties van de Adviescommissie WZW dan wel van een aantekening ‘gezien door de Adviescommissie WZW’.

  • 5.

    Het advies wordt op een zodanig tijdstip gevraagd, dat het van wezenlijke invloed kan zijn op het te nemen besluit. Dat betekent dat de adviescommissie WZW minimaal twee weken – na ontvangst van de stukken - de tijd heeft om tot een advies of een reactie richting college te komen.

  • 6.

    Het college zorgt dat de adviezen van de adviescommissie WZW ter kennisneming worden gebracht van de raad.

  • 7.

    Indien het college in een voorstel aan de gemeenteraad afwijkt van het advies van de Adviescommissie WZW, wordt dit bij het voorstel vermeld, waarbij tevens wordt aangegeven op welke gronden van het advies van de adviescommissie WZW is afgeweken.

  • 8.

    Het college maakt jaarlijks aan de hand van de beleidscyclus in overleg met de adviescommissie, afspraken over de werkagenda en het budget van de Adviescommissie WZW;

  • 9.

    Het college wijst één of meerdere vaste ambtelijke aanspreekpunten (afhankelijk van het onderwerp Wmo) aan voor de communicatie met de Adviescommissie WZW.

  • 10.

    Tussen de verantwoordelijke wethouder en de Adviescommissie WZW vindt minimaal éénmaal per jaar een overleg plaats.

Artikel 11 Betrokkenheid beleidsfase en werkagenda

1.De Adviescommissie WZW wordt betrokken in de voorbereidingsfase van het opstellen van het vierjaarlijkse Wmo-beleidsplan.

2.Bij alle andere beleidsvoorstellen en verordeningen op het gebied van de Wmo hangt de keuze van beleidsfase af van het onderwerp. Een jaarlijkse werkagenda kan hier duidelijkheid in scheppen. Het college stelt in overleg met de Adviescommissie WZW een jaarlijkse werkagenda op, met daarin:

−de onderwerpen waarover de Adviescommissie WZW geconsulteerd wordt;

−de wijze en het moment waarop de Adviescommissie WZW in het beleidsvormingsproces wordt betrokken;

−de termijn waarop de Adviescommissie WZW zijn advies aan het college moet verstrekken;

−de termijn waarop de gemeente per onderwerp een schriftelijke reactie geeft over de door de Adviescommissie WZW ingediende beleidsvoorstellen en –adviezen.

  • 3.

    De onderwerpen voor de werkagenda volgen uit de planning van de vierjarige Wmo-beleidsnota.

  • 4.

    Op basis van de werkagenda worden notities en plannen aangedragen aan de Adviescommissie.

  • 5.

    Tussentijds kan deze werkagenda in overleg worden aangevuld en gewijzigd door zowel de gemeente als de Adviescommissie WZW.

HOOFDSTUK 4 FACILITEITEN EN VERGOEDINGEN

Artikel 12 Vergoedingen

Het college faciliteert de Adviescommissie WZW door:

1.het beschikbaar stellen van vergaderruimte, waaronder mede begrepen het verstrekken van koffie/thee, alsmede het op het verzoek faciliteren door middel van het ter beschikking stellen van

hulpmiddelen zoals zoals een beamer, scherm of flip-over.

  • 2.

    het jaarlijks vaststellen van een te besteden bedrag van € 50 per persoon per vergadering.aan:

    • -

      onkostenvergoeding;

    • -

      vergoeding voor deskundigheidsbevordering;

    • -

      inhuren van deskundigen;

    • -

      aanschaf van documentatie, literatuur en vaktijdschriften;

    • -

      faciliteiten voor kantoorkosten, correspondentie, telefoon, computergebruik, internetaansluiting;

    • -

      faciliteiten voor overleg met, en activering van de achterban;

    • -

      faciliteiten voor het verzorgen van voorlichting en pr.

  • 3.

    het desgewenst verlenen van ambtelijke bijstand voor het geven van een toelichting op Wmovraagstukken.

  • 4.

    het desgewenst op verzoek van de adviescommissie toestaan van onafhankelijke professionele ondersteuning voor 12 tot 14 uur per maand. Uiteindelijk zal de Adviescommissie een zelfsturend orgaan zijn met een eigen verantwoordelijkheid. De gemeenteraad stelt jaarlijks daar een budget voor beschikbaar.

  • 5.

    De professionele ondersteuner als bedoeld in het voorgaande lid is niet tevens:

    • -

      door of vanwege het college van Reusel- De Mierden aangesteld of daaraan ondergeschikt;

    • -

      lid van de gemeenteraad of van het college of van een raadscommissie van de gemeente Reusel- De Mierden

6.De faciliteiten worden jaarlijks toegekend op basis van een begroting.

HOOFDSTUK 5 SLOTBEPALINGEN

Artikel 13 Huishoudelijk reglement

Op grondslag van en ter uitvoering van deze verordening stelt de adviescommissie WZW een huishoudelijk reglement vast voor de werkwijze van de adviescommissie WZW.

Artikel 14 Citeerartikel

Deze verordening kan worden aangehaald als de ‘Verordening Adviescommissie WZW 2008’.

Artikel 15 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 april 2008.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Reusel-De Mierden van 25 maart 2008.

De raad voornoemd,

de griffier, de voorzitter,

G.F.H. van Ham. I. de Jong-van den Heuvel.

BIJLAGE 1

Artikel 3 - Plan gemeenteraad

  • 1.

    De gemeenteraad stelt een of meer plannen vast, die richting geven aan de door de gemeenteraad en het college van burgemeester en wethouders te nemen beslissingen betreffende maatschappelijke ondersteuning.

  • 2.

    De gemeenteraad stelt het plan telkens voor een periode van ten hoogste vier jaren vast. Het plan kan tussentijds gewijzigd worden.

  • 3.

    Het plan bevat de hoofdzaken van het door de gemeente te voeren beleid betreffende

maatschappelijke ondersteuning.

  • 4.

    In het plan wordt in ieder geval aangegeven:

    • a.

      wat de gemeentelijke doelstellingen zijn op de verschillende in artikel 1, eerste lid, onder g,

genoemde onderdelen van maatschappelijke ondersteuning;

b.hoe het samenhangende beleid betreffende maatschappelijke ondersteuning zal worden

uitgevoerd en welke acties in de door het plan bestreken periode zullen worden ondernomen;

  • c.

    welke resultaten de gemeente in de door het plan bestreken periode wenst te behalen;

  • d.

    welke maatregelen de gemeenteraad en het college van burgemeester en wethouders nemen

om de kwaliteit te borgen van de wijze waarop de maatschappelijke ondersteuning wordt

uitgevoerd;

e.welke maatregelen de gemeenteraad en het college van burgemeester en wethouders nemen

om voor degene aan wie maatschappelijke ondersteuning als bedoeld in artikel 1, eerste lid,

onder g, onderdelen 2°, 5° en 6°, wordt verleend, de keuzevrijheid te bieden met betrekking tot

de activiteiten van maatschappelijke ondersteuning;

f.op welke wijze de gemeenteraad en het college van burgemeester en wethouders zich hebben

vergewist van de behoeften van kleine doelgroepen.

BIJLAGE 2

ALGEMENE TOELICHTING WETTEKST WMO EN MEMORIE VAN TOELICHTING

Relevant in dit verband zijn de volgende bepalingen zoals opgenomen in de wettekst Wmo en Memorie van Toelichting (MvT):

Artikel 9

Het college van B en W publiceert jaarlijks voor 1 juli de uitkomsten van onderzoek naar de tevredenheid van vragers over maatschappelijke ondersteuning over de uitvoering van de wet, die verkregen zijn volgens een methode die na overleg met representatieve organisaties op het gebied van maatschappelijke ondersteuning tot stand is gekomen.

Artikel 11

  • 1.

    Het college van B en W betrekt de ingezetenen van de gemeente en in de gemeente belanghebbende natuurlijke en rechtspersonen bij de voorbereiding van het beleid betreffende maatschappelijke ondersteuning, op de wijze voorzien in de krachtens artikel 150 van de Gemeentewet vastgestelde verordening.

  • 2.

    Het college van B en W stelt ingezetenen van de gemeente en in de gemeente belang hebbende natuurlijke en rechtspersonen in de gelegenheid zelfstandig voorstellen voor het beleid inzake maatschappelijke ondersteuning te doen.

  • 3.

    Het college van B en W verschaft informatie die nodig is ter uitvoering van het bepaalde in het eerste en tweede lid.

  • 4.

    Onverminderd het eerste lid vergewist het college van B en W zich bij de voorbereiding van het beleid tevens van de belangen en behoeften van ingezetenen die hun belangen en behoeften niet goed kenbaar kunnen maken.

Artikel 12

  • 1.

    Alvorens een voordracht tot vaststelling door de gemeenteraad te doen vraagt het college van B en W over het ontwerpplan advies aan de gezamenlijke vertegenwoordigers van representatieve organisaties van de kant van vragers op het gebied van maatschappelijke ondersteuning. Deze verplichting richt zich op de ‘vragers’ van maatschappelijke ondersteuning en niet op organisaties van aanbieders. Bij ‘vragers’ gaat het niet alleen om mensen die een individuele voorziening vragen, maar ook om (organisaties van) potentiële vragers. De gemeente kan gemotiveerd zelf uitmaken wanneer zij een organisatie als representatief beschouwt. (MvT).

  • 2.

    Het college van B en W voegt bij de voordracht tot vaststelling door de gemeenteraad tevens een motivering hoe met de belangen en behoeften van personen als bedoeld in artikel 11, tweede lid, heeft gewogen.

BIJLAGE 3

Gemeentewet

In artikel 150 van de gemeentewet staat het volgende:

  • 1.

    De raad stelt een verordening vast waarin regels worden gesteld met betrekking tot de wijze waarop ingezetenen en in de gemeente een belang hebbende natuurlijke en rechtspersonen bij de voorbereiding van gemeentelijk beleid worden betrokken.

  • 2.

    In deze verordening worden ten minste geregeld:

    • a.

      de wijze waarop van de beleidsvoornemens waarop inspraak zal worden verleend, openbaar

wordt kennis gegeven;

  • b.

    de wijze waarop ingezetenen en in de gemeente een belang hebbende natuurlijke en rechtspersonen in staat worden gesteld hun mening over de onder a. bedoelde beleidsvoornemens kenbaar te maken;

  • c.

    de rapportering over de onder b. bedoelde inspraak en over de uitkomsten daarvan;

  • d.

    de wijze waarop ingezetenen en in de gemeente een belang hebbende natuurlijke en

rechtspersonen in de gelegenheid worden gesteld hun beklag te doen over de uitvoering van de

verordening.