Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Schagen

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Schagen houdende regels omtrent afvalstoffen Afvalstoffenverordening gemeente Schagen 2019

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieSchagen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening van de gemeenteraad van de gemeente Schagen houdende regels omtrent afvalstoffen Afvalstoffenverordening gemeente Schagen 2019
CiteertitelAfvalstoffenverordening gemeente Schagen 2019
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de geconsolideerde afvalstoffenverordening.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 10.23, eerste lid, van de Wet milieubeheer
  2. Gemeentewet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

12-04-2019nieuwe regeling

02-04-2019

gmb-2019-85789

Registratienr. 19.008321

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Schagen houdende regels omtrent afvalstoffen Afvalstoffenverordening gemeente Schagen 2019

De raad van de gemeente Schagen;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 12 februari 2019, registratienr. 18.092064;

 

gezien het advies van de oordeelsvormende commissie d.d. 12 maart 2019;

 

gelet op artikel 10:23, eerste lid, van de Wet milieubeheer;

 

gelet op de desbetreffende bepalingen in de Gemeentewet;

 

 

 

besluit:

 

de Afvalstoffenverordening gemeente Schagen 2019 vast te stellen.

 

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan dan wel mede verstaan:

 

  • a.

    alleenrecht: het op grond van deze verordening aan een daartoe aangewezen inzameldienst verleende exclusieve recht tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen binnen de gemeente Schagen;

  • b.

    andere inzamelaars: de krachtens artikel 7, tweede lid, aangewezen personen en instanties, belast met het afzonderlijk inzamelen van categorieën huishoudelijke afvalstoffen;

  • c.

    college: het college van burgemeester en wethouders;

  • d.

    gebruiker perceel: degene die in de gemeente feitelijk gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge artikel 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt;

  • e.

    geconsolideerde afvalstoffenverordening: de vigerende, op 3 februari 2015 vastgestelde, afvalstoffenverordening gemeente Schagen 2015;

  • f.

    inzameldienst: de krachtens artikel 7, eerste lid, aangewezen inzameldienst, belast met de inzameling van huishoudelijke afvalstoffen;

  • g.

    inzamelen: de activiteiten gericht op het ophalen en innemen van afvalstoffen die binnen de gemeente Schagen ter inzameling worden aangeboden en het feitelijk ophalen en innemen daarvan;

  • h.

    inzamelmiddel: een voor de inzameling van afvalstoffen bestemd hulp-of bewaarmiddel, bijvoorbeeld een huisvuilzak, minicontainer, afvalemmer, kca-box of big bag, ten behoeve van één huishouden;

  • i.

    inzamelvergunning: de vergunning zoals bedoeld in artikel 11;

  • j.

    inzamelvoorziening: een voor de inzameling van afvalstoffen bestemd(e) bewaarmiddel of plaats, bijvoorbeeld een verzamelcontainer, wijkcontainer of brengdepot, ten behoeve van meerdere huishoudens;

  • k.

    motorrijtuigen: alle voertuigen, als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder c van de Wegenverkeerswet 1994;

  • l.

    straatafval: huishoudelijke afvalstoffen van zeer beperkte omvang en gewicht, zoals proppen, papier, sigarettenpeuken, kauwgom, plastic bekertjes en blikjes, verpakkingsmateriaal, etenswaren, niet zijnde klein chemisch afval, ontstaan buiten een perceel;

  • m.

    ter inzameling aanbieden: de wijze van overdragen van afvalstoffen aan een daartoe aangewezen inzameldienst dan wel een inzamelend persoon of instantie, inclusief het achterlaten van afvalstoffen in daartoe of vanwege de inzameldienst dan wel de inzamelende persoon of instantie geplaatste inzamelmiddelen of -voorzieningen of op een daartoe aangewezen plaats;

  • n.

    wegen: alle voor het verkeer openstaande wegen of paden met inbegrip van de daarin liggende bruggen en duikers en de tot die wegen behorende paden, bermen of zijkanten;

  • o.

    wet: de Wet Milieubeheer;

  • p.

    huishoudelijke afvalstoffen: afval afkomstig uit particuliere huishoudens, behoudens voor zover het afgegeven of ingezamelde bestanddelen van de afvalstoffen betreft, die zijn afgegeven als gevaarlijke afvalstoffen;

  • q.

    bedrijfsafvalstoffen: afvalstoffen, niet zijnde huishoudelijke afvalstoffen of gevaarlijke afvalstoffen;

  • r.

    gevaarlijke afvalstoffen: afvalstoffen die conform art. 1.1 lid 1 en lid 10 Wet Milieubeheer een of meer van de in bijlage III bij de Kaderrichtlijn Afvalstoffen (2008/98/EG) genoemde gevaarlijke eigenschappen bezitten;

  • s.

    ABS: afvalbrengstation, voor het achterlaten van huishoudelijke afvalstoffen en andere categorieën afvalstoffen.

Artikel 2 Beslistermijn

  • 1.

    Het college beslist op een aanvraag voor een vergunning of ontheffing binnen 8 weken na de dag waarop de aanvraag ontvangen is.

  • 2.

    Het college kan zijn beslissing voor ten hoogste 8 weken verdagen.

Artikel 3 Indiening aanvraag

  • 1.

    Indien een aanvraag voor een vergunning of ontheffing wordt ingediend minder dan drie weken vóór het tijdstip waarop de aanvrager de vergunning of ontheffing nodig heeft, kan het college besluiten de aanvraag niet te behandelen.

  • 2.

    Voor bepaalde, door het college aan te wijzen, vergunningen of ontheffingen kan de in het eerste lid genoemde termijn worden verlengd tot ten hoogste acht weken.

Artikel 4 Voorschriften en beperkingen

  • 1.

    Aan een krachtens deze verordening verleende vergunning of ontheffing kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden in het belang van de bescherming van het milieu.

  • 2.

    De houder van een vergunning of ontheffing is verplicht de daaraan verbonden voorschriften en beperkingen na te komen.

Artikel 5 Persoonlijk karakter van de vergunning of ontheffing

De vergunning of ontheffing is persoonsgebonden, tenzij bij of krachtens verordening anders is bepaald.

Artikel 6 Intrekking of wijziging van de vergunning of ontheffing

De vergunning of ontheffing kan worden ingetrokken of gewijzigd:

  • a.

    indien ter verkrijging daarvan onjuiste dan wel onvolledige gegevens zijn verstrekt;

  • b.

    indien op grond van verandering van de omstandigheden of inzichten, opgetreden na het verlenen van de vergunning of ontheffing, moet worden aangenomen dat intrekking of wijziging moet worden gevorderd in het belang van de bescherming van het milieu;

  • c.

    indien de aan de vergunning of ontheffing verbonden voorschriften en beperkingen niet zijn of worden nagekomen;

  • d.

    indien van de vergunning of ontheffing geen gebruik wordt gemaakt binnen een daarin gestelde termijn dan wel, bij gebreke van een dergelijke termijn, binnen een redelijke termijn;

  • e.

    indien de houder dit verzoekt.

Hoofdstuk 2 Inzameling van huishoudelijke afvalstoffen

Artikel 7 Aanwijzing inzameldienst en andere inzamelaars

  • 1.

    Het college wijst bij daartoe strekkend besluit de inzameldienst aan, die belast is met de inzameling van huishoudelijke afvalstoffen.

  • 2.

    Naast de inzameldienst kan het college andere inzamelaars aanwijzen die belast zijn met het afzonderlijk inzamelen van categorieën huishoudelijke afvalstoffen.

  • 3.

    Voor de inzameling van huishoudelijke afvalstoffen binnen de gemeente Schagen kan door het college alleenrecht worden gevestigd bij daartoe strekkend besluit, waarin dat alleenrecht aan een bepaalde inzameldienst wordt opgedragen.

  • 4.

    De in dit artikel genoemde aanwijzingsbesluiten worden door het college bekend gemaakt.

  • 5.

    Het college kan aan het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen voorschriften en beperkingen verbinden in het belang van de bescherming van het milieu.

  • 6.

    Aan de aanwijzing kunnen voorschriften worden verbonden en beperkingen worden gesteld. Paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdige beslissing) is niet van toepassing.

  • 7.

    Burgemeester en wethouders kunnen aan een aanbestedende dienst een uitsluitend recht verlenen als bedoeld in artikel 2.24 sub a Aanbestedingswet 2012 voor het verrichten van activiteiten in het kader van de uitvoering van afvalbeheerstaken die op grond van de Wet Milieubeheer aan de gemeente zijn opgedragen, alsmede voor het reinigen van de openbare ruimten, het bestrijden van gladheid en het bestrijden van plaagdieren.

Artikel 8 Afzonderlijke inzameling

  • 1.

    Door de inzameldienst of andere inzamelaars worden de volgende categorieën huishoudelijke afvalstoffen afzonderlijk ingezameld:

    • a.

      groente-, fruit- en tuinafval;

    • b.

      klein chemisch afval;

    • c.

      glas;

    • d.

      oud papier en karton;

    • e.

      textiel;

    • f.

      elektrische en elektronische apparatuur;

    • g.

      bouw- en sloopafval;

    • h.

      (verduurzaamd) hout;

    • i.

      grof tuinafval;

    • j.

      asbest en asbesthoudend afval;

    • k.

      grof huishoudelijk afval;

    • l.

      huishoudelijk restafval:

    • m.

      plastic verpakkingen, metalen verpakkingen en drankenkartons;

    • n.

      medicijnafval: restanten geneesmiddelen, inclusief gebruikte en ongebruikte injectienaalden en spuiten.

  • 2.

    Het college kan een omschrijving vaststellen van de categorieën huishoudelijke afvalstoffen als bedoeld in het eerste lid.

  • 3.

    Het college kan categorieën huishoudelijke afvalstoffen die afzonderlijk worden ingezameld toevoegen.

Artikel 9 Inzamelmiddelen en -voorzieningen

  • 1.

    De inzameling kan plaatsvinden via:

    • a.

      een inzamelmiddel voor de gebruiker van een perceel. Het inzamelmiddel blijft te allen tijde eigendom van de inzameldienst en is verbonden aan het perceel;

    • b.

      een inzamelvoorziening voor de gebruikers van een aantal percelen;

    • c.

      een inzamelvoorziening op wijkniveau;

    • d.

      een afvalbrengstation op lokaal of regionaal niveau.

  • 2.

    Het college kan aanwijzen via welk (al dan niet door de inzameldienst) verstrekt inzamelmiddel of via welke inzamelvoorziening de inzameling van een bepaalde categorie huishoudelijke afvalstoffen ten behoeve van de gebruiker van een perceel plaatsvindt.

  • 3.

    Het is toegestaan om onder de volgende voorwaarden met meer inzamelmiddelen huishoudelijk afval aan te bieden:

    • a.

      een extra grijze minicontainer bij een gezinsgrootte groter dan 5 personen;

    • b.

      een tijdelijke extra grijze minicontainer wanneer meer dan 2 kinderen in de luierperiode zitten.

  • 4.

    Aan het in bezit hebben van een extra grijze minicontainer op basis van de voorwaarden genoemd in artikel 9 lid 3, zijn jaarlijks (of delen daarvan) kosten verbonden. Deze kosten zijn vermeld in de afvalstoffenheffing welke jaarlijks door de gemeenteraad wordt vastgesteld.

  • 5.

    Het is toegestaan om zonder voorwaarden en kosten meer inzamelmiddelen aan te bieden voor de categorieën huishoudelijke afvalstoffen uit art.8:

    Lid 1a groente-, fruit- en tuinafval;

    Lid 1d oud papier en karton;

    Lid 1m plastic verpakkingen, metalen verpakkingen en drankenkartons.

  • 6.

    Inwoners met een medisch attest kunnen kosteloos gebruik maken van een voor de inzameling ter beschikking gesteld extra inzamelmiddel.

Artikel 10 Frequentie van inzamelen

  • 1.

    Het college stelt regels over de frequentie van de inzameling van de categorieën zoals vermeld in artikel 8 lid 1, en over de locaties van deze inzameling bij of nabij elk perceel.

  • 2.

    In ieder geval worden de categorieën huishoudelijke afvalstoffen zoals vermeld in artikel 8 lid 1 afzonderlijk ingezameld.

  • 3.

    In het belang van een doelmatig afvalstoffenbeheer kan het college de aanwijzing van afzonderlijk in te zamelen categorieën van huishoudelijke afvalstoffen, bedoeld in het 2e lid, of fracties daarvan, achterwege laten.

Artikel 11 Inzamelverbod huishoudelijke afvalstoffen behoudens vergunning

  • 1.

    Het is verboden zonder inzamelvergunning van het college huishoudelijke afvalstoffen in te zamelen.

  • 2.

    De inzamelvergunning kan worden geweigerd in het belang van een doelmatig beheer van huishoudelijke afvalstoffen.

  • 3.

    Het verbod geldt niet voor de inzameldienst of andere inzamelaars.

  • 4.

    Het verbod geldt niet voor personen of instanties die in het kader van producentenverantwoordelijkheid bij algemene maatregel van bestuur of ministeriële regeling een inzamelplicht hebben gekregen voor categorieën van huishoudelijke afvalstoffen.

Hoofdstuk 3 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen

Artikel 12 Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan anderen

  • 1.

    Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling aan te bieden aan een ander dan de inzameldienst, andere inzamelaars en aan de houders van een inzamelvergunning.

  • 2.

    Het verbod geldt niet voor personen of instanties die in het kader van producentenverantwoordelijkheid bij algemene maatregel van bestuur of ministeriële regeling een inzamelplicht hebben gekregen voor categorieën van huishoudelijke afvalstoffen.

Artikel 13 Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen door anderen dan de gebruikers van percelen

  • 1.

    Het is anderen dan gebruikers van percelen verboden om huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling aan te bieden aan de inzameldienst of de andere inzamelaars.

  • 2.

    Het college kan besluiten dat het aan anderen dan gebruikers van percelen verboden is om huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling aan te bieden aan de houder van een inzamelvergunning.

Artikel 14 Afzonderlijk ter inzameling aanbieden

  • 1.

    Het is verboden om de categorieën huishoudelijke afvalstoffen zoals bepaald in artikel 8, eerste lid, anders dan afzonderlijk ter inzameling aan te bieden.

  • 2.

    Het is verboden de aangewezen categorieën aan te bieden aan anderen dan de krachtens artikel 7, tweede lid aangewezen inzameldienst en andere inzamelaars.

  • 3.

    Het college kan aanwijzen voor welke (categorieën van) personen het in het eerste lid gestelde verbod niet geldt.

Artikel 15 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelmiddel voor de gebruiker van een perceel

  • 1.

    Het is voor de gebruiker van een perceel ten behoeve van wie krachtens artikel 9 voor een bepaalde categorie huishoudelijke afvalstoffen een inzamelmiddel is aangewezen of door de inzameldienst is verstrekt, verboden de betreffende afvalstoffen anders aan te bieden dan via het aangewezen of verstrekte inzamelmiddel.

  • 2.

    Het is voor de gebruiker van het perceel verboden andere categorieën huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelmiddel aan te bieden, dan de categorie waarvoor dit inzamelmiddel of deze inzamelvoorziening krachtens artikel 9 is bestemd.

  • 3.

    Het college kan regels stellen omtrent de plaatsen en wijze waarop huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelmiddel moeten worden aangeboden.

  • 4.

    Het college kan regels stellen met betrekking tot het maximale gewicht van de afvalstoffen per inzamelmiddel en het maximale aantal inzamelmiddelen dat per keer kan worden aangeboden.

  • 5.

    Indien door de inzameldienst een inzamelmiddel aan de gebruiker van een perceel is verstrekt kan het college regels stellen betreffende de voorwaarden waaronder het inzamelmiddel is verstrekt, het gebruik en het reinigen daarvan.

  • 6.

    Indien het inzamelmiddel niet van gemeentewege is verstrekt, kan het college eisen stellen aan het te gebruiken inzamelmiddel.

  • 7.

    Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen op andere wijze ter inzameling aan te bieden dan krachtens dit artikel is bepaald.

  • 8.

    Het is verboden voor anderen dan de gebruiker van een perceel ten behoeve van wie krachtens artikel 9 een inzamelmiddel is verstrekt is aangewezen, hun afvalstoffen ter inzameling aan te bieden via dit inzamelmiddel.

Artikel 16 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelvoorziening ten behoeve van een groep percelen

  • 1.

    Het is voor de gebruiker van een perceel ten behoeve van wie krachtens artikel 9 mede ten behoeve van zijn perceel een inzamelvoorziening voor een bepaalde categorie huishoudelijke afvalstoffen is aangewezen, verboden de betreffende afvalstoffen anders aan te bieden dan via de betreffende inzamelvoorziening.

  • 2.

    Het is verboden andere categorieën huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelvoorziening voor een aantal percelen aan te bieden, dan de categorie waarvoor deze inzamelvoorziening krachtens artikel 9 is bestemd.

  • 3.

    Het college kan regels stellen omtrent de wijze waarop huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelvoorziening ten behoeve van een groep percelen moet worden aangeboden.

  • 4.

    Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen op andere wijze ter inzameling aan te bieden via een inzamelvoorziening ten behoeve van een groep percelen dan krachtens het derde lid is bepaald.

  • 5.

    Het is verboden voor anderen dan de gebruikers van percelen voor wie krachtens artikel 9 een inzamelvoorziening is aangewezen, huishoudelijke afvalstoffen aan te bieden via deze inzamelvoorziening.

Artikel 17 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via inzamelvoorzieningen op wijkniveau

  • 1.

    Het is verboden andere categorieën huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelvoorziening op wijkniveau aan te bieden, dan de categorie waarvoor deze inzamelvoorziening krachtens artikel 9 is bestemd.

  • 2.

    Het college kan regels stellen omtrent de wijze waarop huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelvoorziening op wijkniveau moet worden aangeboden.

  • 3.

    Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen op andere wijze ter inzameling aan te bieden via een inzamelvoorziening op wijkniveau dan krachtens het tweede lid is bepaald.

  • 4.

    Het verbod in artikel 15, zevende lid, en artikel 16, vierde lid geldt niet voor het aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via inzamelvoorzieningen op wijkniveau overeenkomstig dit artikel.

Artikel 18 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via een afvalbrengstation

  • 1.

    Het is verboden andere categorieën huishoudelijke afvalstoffen via een afvalbrengstation aan te bieden, dan de categorieën waarvoor het afvalbrengstation krachtens artikel 9 is bestemd.

  • 2.

    Het college kan regels stellen omtrent de wijze waarop huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling kunnen worden aangeboden bij het afvalbrengstation.

  • 3.

    Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen op andere wijze ter inzameling aan te bieden via een afvalbrengstation dan krachtens het tweede lid is bepaald.

  • 4.

    Het verbod in artikel 15, zevende lid, en artikel 16, vierde lid geldt niet voor het aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via een afvalbrengstation overeenkomstig dit artikel.

Artikel 19 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen zonder inzamelmiddel

  • 1.

    Het college kan categorieën huishoudelijke afvalstoffen aanwijzen die zonder inzamelmiddel als bedoeld in artikel 9 van deze verordening ter inzameling kunnen worden aangeboden.

  • 2.

    Het college kan regels stellen omtrent de wijze waarop deze categorieën huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling moeten worden aangeboden.

  • 3.

    Het college kan regels stellen over het maximale gewicht, de afmetingen en het volume waarop deze categorieën huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling moeten worden aangeboden.

  • 4.

    Het is verboden deze categorieën huishoudelijke afvalstoffen op andere wijze ter inzameling aan te bieden dan krachtens dit artikel is bepaald.

Artikel 20 Dagen en tijden voor het ter inzameling aanbieden

  • 1.

    Het college stelt de dagen en tijden vast waarop categorieën huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling kunnen worden aangeboden.

  • 2.

    Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen op andere dagen en tijden ter inzameling aan te bieden dan krachtens het eerste lid is bepaald.

Artikel 21 Het in bijzondere gevallen ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen

In afwijking van hetgeen in dit hoofdstuk is bepaald, kan het college regels stellen omtrent het in bijzondere gevallen ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan de inzameldienst of andere inzamelaars.

Hoofdstuk 4 Inzameling van bedrijfsafvalstoffen

Artikel 22 Inzameling bedrijfsafvalstoffen door de inzameldienst

Het college kan categorieën bedrijfsafvalstoffen aanwijzen die door de inzameldienst worden ingezameld.

Artikel 23 Ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan de inzameldienst

  • 1.

    Het is verboden bedrijfsafvalstoffen aan te bieden aan de inzameldienst.

  • 2.

    Het verbod geldt niet voor de krachtens artikel 22 aangewezen categorieën bedrijfsafvalstoffen of voor basisscholen die in het kader van educatie actief aan afvalscheiding willen doen.

  • 3.

    Degene die gebruik maakt van de inzameling door de inzameldienst voldoet aan daarmee ontstane belastingplicht op grond van de vigerende verordening afvalstoffenheffingen. Voor basisscholen die gebruik maken van het in opdracht van de gemeente inzamelen van afvalstoffen geldt dat deze hiervoor jaarlijks een rekening krijgen van de gemeente.

  • 4.

    Het college kan regels stellen omtrent de dagen, tijden, wijzen en plaatsen waarop de krachtens artikel 22 aangewezen bedrijfsafvalstoffen aan de inzameldienst ter inzameling kunnen worden aangeboden.

  • 5.

    Het is verboden de krachtens artikel 22 aangewezen bedrijfsafvalstoffen ter inzameling aan te bieden in strijd met deze regels.

Artikel 24 Het ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan een ander dan de inzameldienst

  • 1.

    Het college kan regels stellen voor het ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan een ander dan de inzameldienst.

  • 2.

    Het is verboden bedrijfsafvalstoffen ter inzameling aan te bieden in strijd met deze regels.

Hoofdstuk 5 Zwerfafval

Artikel 25 Voorkomen van diffuse milieuverontreiniging

  • 1.

    Het is verboden buiten een daarvoor door het college bestemde plaats en buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer een afvalstof, stof of voorwerp op of in de bodem te brengen, te storten, te houden, achter te laten of anderszins te plaatsen op een wijze die aanleiding kan geven tot hinder of nadelige beïnvloeding van het milieu.

  • 2.

    Het college kan van het verbod ontheffing verlenen.

  • 3.

    Het verbod is niet van toepassing op:

    • a.

      het overeenkomstig deze verordening ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen of bedrijfsafvalstoffen;

    • b.

      het thuis composteren van groente-, fruit- en tuinafval;

    • c.

      voor zover de (afval)stoffen tijdelijk op de weg geraken of worden gebracht als onvermijdelijk gevolg van laden, lossen of vervoeren van afvalstoffen dan wel het verrichten van andere werkzaamheden op of aan de weg.

  • 4.

    Het in het eerste lid gestelde verbod geldt niet voor zover de Wet bodembescherming of het Bouwstoffenbesluit voorziet in de beoogde bescherming van het milieu.

Artikel 26 Achterlaten van straatafval

  • 1.

    Het is verboden straatafval in de openbare ruimte achter te laten zonder gebruik te maken van de van gemeentewege of anderszins geplaatste of voorgeschreven bakken, manden of soortgelijke voorwerpen.

  • 2.

    Het is verboden om andere afvalstoffen dan straatafval achter te laten in daartoe van gemeentewege of anderszins geplaatste of voorgeschreven bakken, manden of soortgelijke voorwerpen.

Artikel 27 Voorkomen van zwerfafval bij ter inzameling gereedstaande afvalstoffen

  • 1.

    Het is verboden afvalstoffen of inzamelmiddelen die ter inzameling gereed staan te doorzoeken en te verspreiden.

  • 2.

    Het is verboden tegen afvalstoffen of inzamelmiddelen, die ter inzameling gereed staan, te stoten, te schoppen, deze omver te werpen of anderszins te beschadigen.

Artikel 28 Afvalbakken in inrichtingen voor het verbruiken van eet-en drinkwaren

De houder of beheerder van een inrichting waar eet-of drinkwaren worden verkocht die ter plaatse kunnen worden genuttigd, is verplicht:

  • a.

    een afvalbak, -mand of soortgelijk voorwerp in of nabij de inrichting op een duidelijk zichtbare plaats aanwezig te hebben, waarin het publiek afval kan achterlaten;

  • b.

    zorg te dragen dat deze afvalbak, -mand of soortgelijk voorwerp van een zodanige constructie is dat het afval daarin deugdelijk geborgen blijft en dat die afvalbak, -mand of voorwerp steeds tijdig wordt geledigd;

  • c.

    zorg te dragen dat dagelijks, uiterlijk een uur na sluiting van de inrichting, doch in ieder geval terstond op eerste aanzegging van een ambtenaar, belast met de toezicht op de naleving van dit artikel, in de nabijheid van de inrichting achtergebleven afval, voor zover kennelijk uit of van die inrichting afkomstig, wordt opgeruimd.

Artikel 29 Wegwerpen van reclamebiljetten of ander promotiemateriaal

Degene die in de openbare ruimte reclamebiljetten of dergelijke of ander promotiemateriaal onder het publiek verspreidt, is verplicht deze of de verpakking daarvan terstond op te ruimen of te laten opruimen, indien deze in de omgeving van de plaats van uitreiking op de weg of een andere voor het publiek toegankelijke plaats door het publiek worden weggeworpen.

Artikel 30 Zwerfafval bij vervoeren, laden en lossen of overige werkzaamheden

  • 1.

    Het is verboden afvalstoffen, stoffen of voorwerpen zodanig te laden, te lossen of te vervoeren of andere werkzaamheden te verrichten dat de weg wordt verontreinigd of het milieu nadelig kan worden beïnvloed.

  • 2.

    Indien bij het laden of lossen of vervoeren van afvalstoffen, stoffen of voorwerpen deze weg wordt verontreinigd of het milieu nadelig wordt beïnvloed, is degene die genoemde werkzaamheden verricht evenals diens opdrachtgever verplicht deze weg te reinigen of te laten reinigen:

    • a.

      direct na het ontstaan van de verontreiniging, indien de verontreiniging gevaar voor de veiligheid van het verkeer of beschadiging van het wegdek oplevert;

    • b.

      direct na beëindiging van de werkzaamheden, indien de verontreiniging geen gevaar voor de veiligheid van het verkeer of beschadiging van het wegdek oplevert;

    • c.

      indien de werkzaamheden langer dan een dag duren, elke dag direct na beëindiging van de werkzaamheden.

Hoofdstuk 6 Overige onderwerpen die de verordening aangaan

Artikel 31 Verbod opslag van afvalstoffen

  • 1.

    Het is verboden afvalstoffen op voor het publiek zichtbare plaats in de open lucht en buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer op te slaan of opgeslagen te hebben.

  • 2.

    Het college kan ontheffing verlenen van het in het eerste lid gestelde verbod.

  • 3.

    Het verbod is niet van toepassing op het overdragen of ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan de inzameldienst, andere inzamelaars of personen of instanties die in het kader van producentenverantwoordelijkheid bij algemene maatregel van bestuur of ministeriële regeling een inzamelplicht hebben voor categorieën van huishoudelijke afvalstoffen of aan houders van een inzamelvergunning.

Artikel 32 Afgifte autowrakken afkomstig uit een huishouden

Het is de eigenaar of kentekenhouder verboden zich te ontdoen van een autowrak, dat afkomstig is van een huishouden, anders dan door afgifte aan inrichtingen, genoemd in artikel 6 van het Besluit Beheer Autowrakken.

Hoofdstuk 7 Slotbepalingen

Artikel 33 Strafbepaling

Een gedraging in strijd met de volgende artikelen is een strafbaar feit in de zin van artikel 1a, onder 3º, Wet op de economische delicten:

 

Artikel

Onderwerp:

Artikel 11

Inzamelverbod huishoudelijke afvalstoffen behoudens vergunning.

Artikel 12

Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan anderen

Artikel 13

Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen door anderen dan gebruikers van percelen

Artikel 14

Afzonderlijk ter inzameling aanbieden

Artikel 15

Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelmiddel voor de gebruiker van een perceel

Artikel 16

Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelvoorziening ten behoeve van een groep percelen

Artikel 17

Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via inzamelvoorzieningen op wijkniveau

Artikel 18

Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via een afvalbrengstation op regionaalniveau

Artikel 20

Dagen en tijden voor het ter inzameling aanbieden

Artikel 23

Ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan de inzameldienst

Artikel 24

Het ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan een ander dan de inzameldienst

Artikel 25

Voorkomen van diffuse milieuverontreiniging

Artikel 26

Achterlaten van straatafval

Artikel 27

Voorkomen van zwerfafval bij ter inzameling gereed staande afvalstoffen

Artikel 28

Afvalbakken in inrichtingen voor het verbruiken van eet-en drinkwaren

Artikel 29

Wegwerpen van reclamebiljetten of ander promotiemateriaal

Artikel 30

Zwerfafval bij vervoeren, laden en lossen of overige werkzaamheden

Artikel 31

Verbod opslag van afvalstoffen

Artikel 32

Afgifte autowrakken afkomstig uit een huishouden

Artikel 34 Toezichthouders

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de krachtens artikel 18.4, eerste lid, van de Wet Milieubeheer, aangewezen ambtenaren.

Artikel 35 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na bekendmaking.

  • 2.

    De geconsolideerde afvalstoffenverordening wordt ingetrokken met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 36 Overgangsbepaling

  • 1.

    Gebod- of verbodsbepalingen waarvoor een vergunning of ontheffing vereist is krachtens deze verordening en niet voorkomend in de verordening als bedoeld in artikel 35, tweede lid zijn niet van toepassing:

    • a.

      gedurende zes weken na het in werking treden van deze verordening;

    • b.

      ook na de onder a bepaalde termijn, voor zover degene die de vergunning of ontheffing nodig heeft, binnen deze termijn een aanvraag heeft ingediend, totdat onherroepelijk op deze aanvraag is beslist.

  • 2.

    De intrekking van de verordeningen bedoeld in artikel 35, tweede lid heeft geen gevolgen voor de geldigheid van op basis van die verordeningen genomen nadere regels en aanwijzingsbesluiten, indien en voor zover de rechtsgrond waarop de aanwijzingsbesluiten zijn gebaseerd ook vervat is in deze verordening en voor zover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken.

Artikel 37 Citeerbepaling

Deze verordening wordt aangehaald als: ”Afvalstoffenverordening gemeente Schagen 2019”.

 

Aldus vastgesteld door de gemeenteraad d.d. 2 april 2019.

griffier,

Mevrouw E. Zwagerman

voorzitter,

Mevrouw M.J.P. van Kampen-Nouwen