Organisatie | Groningen |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Besluit van gedeputeerde staten van de provincie Groningen houdende regels omtrent mandaat Besluit mandaat, volmacht en machtiging Samenwerkingsverband SNN |
Citeertitel | Besluit mandaat, volmacht en machtiging Samenwerkingsverband SNN |
Vastgesteld door | gedeputeerde staten |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
06-04-2019 | 01-01-2019 | nieuwe regeling | 02-04-2019 |
Gedeputeerde Staten van Groningen maken bekend dat zij op 2 april 2019, nr. A. 8, afdeling BJC, dossiernummer K14929 het volgende besluit hebben genomen:
Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen:
gelet op de Provinciewet, de Algemene wet bestuursrecht, het Burgerlijk Wetboek en de gemeenschappelijke regeling SNN;
vast te stellen het Besluit mandaat, volmacht en machtiging Samenwerkingsverband SNN dat luidt als volgt:
Artikel 2 Mandaat en machtiging
Aan het dagelijks bestuur van het SNN (hierna: DB-SNN) wordt voor de taken en bevoegdheden genoemd in artikel 3 van dit besluit, met inbegrip van de ondertekening van stukken, mandaat, volmacht en machtiging verleend, voor zover de bevoegde bestuursorganen, met toepassing van artikel 5, tweede lid, van de gemeenschappelijke regeling SNN, gelijkluidende subsidieregelingen hebben vastgesteld.
Artikel 3 Omvang van het mandaat
Het mandaat strekt zich uit over de navolgende taken en bevoegdheden:
het opschorten van de verplichting tot betaling van een subsidiebedrag of een voorschot, met ingang van de dag waarop gedeputeerde staten de subsidieontvanger schriftelijk in kennis hebben gesteld van het ernstige vermoeden dat er grond bestaat om toepassing te geven aan artikel 4:48 of 4:49 van de Algemene wet bestuursrecht, tot en met de dag waarop de beschikking omtrent intrekking of wijziging is bekendgemaakt of de dag waarop sedert de kennisgeving van het ernstige vermoeden dertien weken is verstreken;