Organisatie | Vijfheerenlanden |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit van de gemeenteraad van de gemeente Vijfheerenlanden houdende regels omtrent treasurybeleid Treasurystatuut gemeente Vijfheerenlanden 2019 |
Citeertitel | Treasurystatuut gemeente Vijfheerenlanden 2019 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt het treasurystatuut van de voormalige gemeente Leerdam, Zederik en Vianen.
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
30-03-2019 | 01-01-2019 | nieuwe regeling | 21-03-2019 |
Artikel 212 Gemeentewet bevat de bepaling dat de financiële verordening in elk geval regels voor de algemene doelstelling en de te hanteren richtlijnen en limieten van de financieringsfunctie bevat. In artikel 15 van de financiële verordening is opgenomen dat de gemeente Vijfheerenlanden hiervoor een afzonderlijk treasurystatuut opstelt. Dit statuut wordt minimaal eens in de vier jaar geactualiseerd en bevat de kaders voor het financieringsbeleid van de gemeente.
Treasury is het sturen en beheersen, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële vermogenswaarden, de financiële geldstromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico’s. Meer concreet gaat het om financiering van het beleid tegen zo gunstig mogelijke voorwaarden, het te allen tijde zorgen voor voldoende liquide middelen en het afdekken van voornamelijk rente-en kredietrisico’s.
De gemeentelijke treasuryfunctie wordt uitgevoerd op basis van het Treasurystatuut. Het treasurystatuut maakt een objectieve en transparante uitvoering van het treasurybeleid en verantwoording achteraf mogelijk en bevat onder andere uitgangspunten, doelstellingen, richtlijnen en limieten. Naast het treasurystatuut is de gemeente verplicht (artikel 9 BBV) om zowel in de begroting als het jaarverslag een financieringsparagraaf op te nemen.
Bij de samenstelling van dit statuut zijn de afzonderlijke statuten van Leerdam, Vianen en Zederik geharmoniseerd en geactualiseerd. Ook is de actuele wet- en regelgeving hierin verwerkt, is de Handreiking Treasury van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties gebruikt en zijn diverse voorbeelden van andere gemeenten geraadpleegd. Tot slot zijn de aanbevelingen overgenomen uit het rapport “Treasury 2018” naar aanleiding van de interne controle op de treasuryfunctie.
In dit statuut wordt verstaan onder:
Begrotingstotaal: Het totaal van de jaarbegroting
Cashmanagement: De activiteiten van Treasury gericht op saldoregulatie, liquiditeitsbeheer, geldstromenbeheer en bankrelatiebeheer, waarbij het kostenefficiënt beheren van de kaspositie centraal staat.
Commercial paper: Een verhandelbare schuldbekentenis (lening) die is uitgegeven door een bedrijf of een andere niet-kredietinstelling. Het betreft een schuldpositie die men aangaat met een bank of een andere financiële instantie, waar men geen zekerheden tegenover stelt.
Daggeld: Opname of uitzetting van geldmiddelen voor zeer korte termijn (van een dag tot maximaal een week), ook wel call-geld genoemd
Decentrale overheden: Provincies, gemeenten, waterschappen en gemeenschappelijke regelingen in de vorm van een openbaar lichaam.
Deposito: Een door de bank van de gemeente opgenomen geldlening met een looptijd van minimaal drie dagen tegen een vast rentepercentage.
Derivaten: Financiële instrumenten die hun bestaan ontlenen aan een bepaalde onderliggende waarde. De onderliggende waarden kunnen financiële producten, zoals leningen of obligaties, zijn. Derivaten worden onder andere gebruikt om renterisico’s te sturen en financieringskosten te minimaliseren.
Drempelbedrag: Een bedrag dat uitgezonderd is van de verplichting om in ’s-Rijks schatkist te worden aangehouden. Dit bedrag wordt bepaald op basis van het percentage van het begrotingstotaal van het openbaar lichaam.
EER: Europese Economische Ruimte: alle landen van de EU, aangevuld met Liechtenstein, Noorwegen en IJsland.
Financiering: Het aantrekken van benodigde financiële middelen voor dekking van de vermogensbehoefte. Deze middelen kunnen uit zowel eigen vermogen als vreemd vermogen bestaan.
Geldstromenbeheer: Al die activiteiten die nodig zijn om liquiditeiten te transfereren zowel binnen de organisatie zelf als tussen de organisatie en derden (betalingsverkeer).
Interest (of rente): De vergoeding die in rekening wordt gebracht voor het tijdelijk beschikbaar stellen van liquiditeiten (het lenen), De interest wordt meestal uitgedrukt in een percentage van de hoofdsom op jaarbasis.
Intern liquiditeitsrisico: De risico’s van mogelijke wijzigingen in de liquiditeitsplanning en meerjaren investeringsplanning waardoor financiële resultaten kunnen afwijken van de verwachtingen.
Kasgeldlening: Een lening met een looptijd van maximaal een jaar.
Kasgeldlimiet: Een bedrag op basis van de Wet Fido ter grootte van een percentage van het begrotingstotaal van de gemeente bij aanvang van het jaar.
Koersrisico: Het risico op waarde vermindering van financiële activa van de organisatie door negatieve koersontwikkelingen.
Kredietrisico: Het risico op een waardedaling van een vordering ten gevolge van het niet (tijdig) na kunnen komen van de verplichtingen door de tegenpartij als gevolg van insolventie of deficit.
Limiet: Een type richtlijn die de (uiterste) grens aangeeft van een bepaalde handeling, verantwoordelijkheid en/of bevoegdheid.
Liquiditeitenbeheer: Het aantrekken en uitzetten van middelen voor een periode tot één jaar.
Liquiditeitsplanning: Een gestructureerd overzicht van de toekomstige inkomende en uitgaande geldstromen ingedeeld per tijdseenheid.
Liquiditeitspositie: Het verschil tussen inkomsten en uitgaven, uitgedrukt in feitelijke geldstromen. Het omvat het totaal van de rekening-courantsaldi, kasgeld- en daggeldleningen (opgenomen en uitgezette gelden)
Obligatie: Verhandelbare schuldtitel als onderdeel van een obligatielening.
Onderhandse lening: Een lening waarbij de voorwaarden in onderling overleg met de geldverstrekker worden overeengekomen, een dergelijke lening is moeilijk verhandelbaar.
Projectfinanciering: Het aantrekken van een lange termijn financiering ten behoeve van een specifiek, zelfstandig project, dit in tegenstelling tot totaalfinanciering. Projectfinanciering wordt vaak gebruikt bij publiek-private samenwerkingen voor de financiering van projecten voor gebiedsontwikkeling, infrastructuur, woningbouw en uiteenlopende openbare voorzieningen.
Prudent: Zorgvuldigheid en behoedzaamheid van optreden bij het uitzetten van middelden en het afsluiten van derivaten, tot uitdrukking komend in een voldoende kredietwaardigheid van de tegenpartij en een beperkt marktrisico van de uitzetting, derivaten daaronder begrepen.
Publieke taak: Een gemeente kan/mag iets tot de publieke taak rekenen wanneer het particulier bedrijfsleven niet of tegen bijzonder hoge kosten in een voorziening voorziet, waardoor deze (voor velen) niet bereikbaar is. In de Wet Fido is geen verdere inkadering van het begrip publieke taak gemaakt.
Rating: Inschatting van de kredietwaardigheid van een financiële onderneming of een land, bepaald door een erkend ratingbureau.
Rekening courant: Lopende rekening bij een bank.
Relatiebeheer: Het onderhouden van relaties met partijen die actief zijn op de financiële markten, waaronder banken en geldmakelaars.
Renterisico: Het risico dat als gevolg van wijzigingen in het rentepercentage de (financiële) resultaten ongewenst veranderen
Renterisiconorm: Een bedrag bij de aanvang van het jaar op basis van een ingevolge de Wet Fido gefixeerd percentage van het begrotingstotaal van de gemeente dat bij herfinanciering niet mag worden overschreden.
Rentetypisch Looptijd: Het tijdsinterval gedurende de looptijd van een geldlening, waarin op basis van de voorwaarden van de geldlening sprake is van een door de verstrekker van de geldlening niet beïnvloedbare, constante rentevergoeding.
Rentevisie: Toekomstverwachting over de rente-ontwikkeling, uitgaande van een aantal rentebepalende factoren, op basis waarvan een financierings- en beleggingsbeleid wordt gevoerd.
Schatkistbankieren: De verplichting voor decentrale overheden om hun overtollige liquide middelen aan te houden bij het ministerie van Financiën.
0%-solvabiliteisratio: Status die door een bancaire toezichthouder in een lidstaat van de EER aan het schuldpapier van een instelling kan worden toegerekend. Deze status houdt in dat een bank voor een desbetreffend papier geen (0%) reserves hoeft aan te houden.
Toezichthouder: Het bestuursorgaan dat op grond van wettelijke bepaling is belast met het toezicht op de begroting van een openbaar lichaam.
Totaalfinanciering: Bij totaalfinanciering wordt pas geleend als alle ‘bankrekeningen’ een negatief saldo vertonen. Hierdoor zijn de rentekosten zo laag mogelijk en wordt de kas-geldlimiet optimaal benut. Bij de methodiek totaalfinanciering zijn leningen niet gekoppeld aan specifieke uitgaven of investeringen, maar aan het saldo van wat de gemeente in totaal uitgeeft en binnenkrijgt.
Treasuryfunctie: De treasuryfunctie omvat alle activiteiten die zich richten op het besturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële vermogenswaarden, de financiële stromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico’s.
Tussenpersonen: Tussenpersonen in het kader van treasury hebben een intermediair functie bij het afsluiten van financiële transacties
Uitzetting: Het tijdelijk toevertrouwen van liquiditeiten aan derden tegen vooraf overeengekomen condities en bedingen. Kortlopende uitzettingen hebben betrekking op een periode tot één jaar en langlopende uitzettingen hebben betrekking op een periode van één jaar of langer.
Valutarisico: Het gevaar dat op een bepaald moment de waarde van de vreemde valutastromen uitgedrukt in euro’s afwijkt van hetgeen verwacht werd op het beslissingsmoment.
Waarborgfondsen Waarborgfondsen zijn vaak stichtingen die garant staan voor leningen die kredietverstrekkers hebben uitstaan bij kredietontvangers zoals sportverenigingen en woningcorporaties. Zij begeleiden en beoordelen ook de aanvraag van een vereniging of stichting.
Artikel 2. Doelstellingen van de treasuryfunctie
De treasuryfunctie van de gemeente Vijfheerenlanden dient tot:
Artikel 3. Uitgangspunten risicobeheer
Met betrekking tot risicobeheer gelden de volgende algemene uitgangspunten:
Het college besluit slechts tot de oprichting van en de deelneming in stichtingen, maatschappen, vennootschappen, verenigingen, coöperaties en onderlinge waarborgmaatschappijen, indien dat in het bijzonder aangewezen moet worden geacht voor de behartiging van het daarmee te dienen openbaar belang. Het besluit wordt niet genomen dan nadat de raad een ontwerpbesluit is toegezonden en in de gelegenheid is gesteld zijn wensen en bedenkingen ter kennis van het college te brengen.
Op grond van artikel 17 uit de Financiële verordening Vijfheerenlanden, stelt het college bij de begroting en de jaarstukken een betrouwbare en nauwkeurige liquiditeitsplanning op. Dit betreft een korte termijn liquiditeitsplanning (looptijd tot één jaar) alsmede een meerjarige liquiditeitsplanning (met een looptijd van minimaal vier jaar).
Artikel 7. Intern liquiditeitsrisicobeheer
De gemeente beperkt haar interne liquiditeitsrisico’s door haar treasuryactiviteiten te baseren op een korte termijn liquiditeitsplanning (looptijd tot één jaar) alsmede een meerjarige liquiditeitsplanning (met een looptijd van vier jaar).
Valutarisico’s worden in de gemeente uitgesloten door uitsluitend leningen te verstrekken of aan te gaan in euro’s.
Bij het aantrekken van financieringen voor een periode van één jaar en langer gelden de volgende uitgangspunten:
Bij het aantrekken van financieringen korter dan één jaar gelden daarnaast de volgende uitganspunten:
Het aantrekken van financieringen, voor een periode kleiner of gelijk aan één jaar, kan zonder goedkeuring van het college geautoriseerd worden door de financieel adviseur en wordt uitgevoerd door de treasurer met inachtneming van de berekende kasgeldlimiet. Achteraf wordt de portefeuillehouder financiën hierover geïnformeerd.
Artikel 10. Schatkistbankieren
In afwijking van het eerste lid is het toegestaan als openbaar lichaam overtollige middelen in de vorm van leningen uit te zetten bij andere openbare lichamen, met dien verstande dat de gemeente geen leningen mag verstrekken aan openbare lichamen ten aanzien waarvan zij met het financiële toezicht zijn belast zoals bedoeld in artikel 2, derde lid, van de Wet Fido.
De gemeente beoogt het realiseren van gunstige c.q. marktconforme condities voor af te nemen financiële diensten. Hiervoor gelden de volgende uitgangspunten:
Artikel 13. Saldo- en liquiditeitenbeheer
Voor het saldo- en het liquiditeitenbeheer gelden de volgende specifieke richtlijnen:
Delegatie en mandaat, administratieve organisatie en interne controle
Artikel 14. Delegatie en mandaat
Op grond van artikel 15 van de Financiële verordening Vijfheerenlanden 2019, is een apart treasurystatuut opgesteld. In artikel 17 van deze verordening wordt ingegaan op de verplichte paragraaf financiering in de begroting en de jaarstukken. Hierin wordt in elk geval aandacht besteed aan de rente-risiconorm, de kasgeldlimiet en het aantrekken en uitzetten van middelen voor de korte en de lange termijn.
Het college kan onder nader te stellen voorwaarden bevoegdheden mandateren aan ambtelijk medewerkers. De nader te stellen voorwaarden hebben betrekking op de administratieve organisatie en interne controle waaronder de handhaving van de functiescheiding, zoals die hierna in artikel 15 is beschreven.
Artikel 15. Uitgangspunten administratieve organisatie en interne controle
In het kader van de treasuryfunctie gelden de volgende algemene uitgangspunten op het
gebied van administratieve organisatie en interne controle.
Een medewerker van de financiële administratie is verantwoordelijk voor de administratieve vastlegging en afhandeling van de transacties. Alle relevante gegevens en originele documenten worden bewaard in het archief van de financiële administratie. De treasurer ontvangt afschriften van op een transactie betrekking hebbende documenten ten behoeve van het treasurydossier.
Artikel 16. Verantwoordelijkheden en bevoegdheden
Het college besluit niet over het verstrekken van leningen, waarborgen en garanties groter dan € 100.000 dan nadat de raad is geïnformeerd over het voornemen en hiertoe in de gelegenheid is gesteld zijn wensen en bedenkingen ter kennis van het college te brengen conform artikel 7 a van de Financiële verordening Vijfheerenlanden 2019.
Aldus vastgesteld door de raad van Vijfheerenlanden
in zijn openbare vergadering van 21 maart 2019
de raadsgriffier
K.I. (Krista) Goossens
de voorzitter
drs. J.P.J. (Jan Pieter) Lokker
De functie en verantwoordelijkheden met betrekking tot de treasury functie van de gemeente Vijfheerenlanden staan in onderstaande tabel gedefinieerd.
Binnen de gemeente Vijfheerenlanden worden de volgende functies in de financiële kolom onderscheiden:
In onderstaande tabel zijn de bevoegdheden met betrekking tot de treasuryactiviteiten weergegeven alsmede de benodigde fiattering.
In principe geldt bij afwezigheid van medewerkers dat er sprake is van horizontale vervanging. Dat wil zeggen dat de medewerkers financiële administratie A elkaar onderling vervangen evenals de financieel adviseurs. In geval van de concerncontroller en wethouder financiën ligt dit anders. Hiervoor geldt dat deze respectievelijk door de gemeentesecretaris als de burgemeester vervangen wordt bij afwezigheid.
Mandaatregister met betrekking tot treasury
In dit treasurystatuut wordt het treasurybeleid voor de gemeente Vijfheerenlanden op hoofdlijnen vastgelegd. Dat gebeurt in de eerste plaats door het aangeven van de doelstellingen van de treasuryfunctie (in artikel 2). Vervolgens geeft het bestuur in het statuut aan binnen welke richtlijnen en limieten de doelstellingen dienen te worden gerealiseerd. Een richtlijn is een bindend voorschrift voor een handelswijze die gevolgd moet worden en een limiet is een type richtlijn die een uiterste grens aangeeft. Een belangrijk deel van de limieten en richtlijnen is bepaald door de Wet Fido. Door middel van de limieten en richtlijnen wordt het “risicoprofiel” van de gemeente bepaald, waarbinnen de treasuryactiviteiten dienen te worden uitgevoerd. De financieringsparagraaf in de begroting geeft de beleidsplannen voor de treasuryfunctie voor de komende jaren en in het bijzonder voor het eerstkomende jaar weer. Het bevat onder meer gegevens over de algemene ontwikkelingen en de concrete beleidsplannen binnen de kaders van het statuut. Het gaat hierbij vooral om de plannen voor het risicobeheer, de gemeentefinanciering (analyse financieringspositie, leningen- en garantieportefeuille en uitzettingsportefeuille) en het kasbeheer. Uit de toelichting zal moeten blijken dat de plannen binnen de kaders van de Wet Fido en het treasurystatuut blijven. De financieringsparagraaf in het jaarverslag geeft in het bijzonder een verschillenanalyse tussen de plannen zoals deze zijn opgenomen in de begroting en de realisatie in het verslagjaar.