Organisatie | Velsen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Nadere regels Re-integratie Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Velsen 2019 |
Citeertitel | Nadere regels re-integratie Participatiewet, IOAW en IOAZ Gemeente Velsen 2019 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
N.v.t.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-04-2019 | Nieuwe regeling | 19-03-2019 | B19.0096 |
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Velsen; overwegende dat het wenselijk is het beleid omtrent de re-integratievoorzieningen vast te leggen in nadere regels;
Gelet op artikel 3, eerste lid van de Re-integratieverordening Participatiewet IOAW en IOAZ 2018 gemeente Velsen. In de nadere regels is vastgesteld welke voorzieningen uit de verordening onder welke voorwaarden aangeboden kunnen worden
Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen
Hoofdstuk 2. Participatieplaats
Artikel 3. Premie en duur participatieplaats
Indien er een maatregel is opgelegd, vanwege het belemmeren van de kans op inschakeling naar arbeid, bestaat er geen recht op een premie. Dit is anders indien de belanghebbende naar aanleiding van de maatregel zijn gedrag heeft veranderd en alsnog voldoende is gaan meewerken aan het vergroten van zijn kans op inschakeling in het arbeidsproces. In dat geval kan er alsnog recht op een premie bestaan.
Artikel 4. Doelgroep, invulling en wachtlijst Beschut werk
Wanneer het aantal te realiseren beschut werkplekken als bedoeld in artikel 6 van de verordening is bereikt, wordt de persoon, waarvoor het college heeft besloten dat hij tot de doelgroep beschut werk behoort en daarmee recht heeft op de dienstbetrekking uit artikel 10b van de wet, op een wachtlijst geplaatst.
Hoofdstuk 8. Persoonlijke ondersteuning
Artikel 13. Persoonlijke ondersteuning
Persoonlijke ondersteuning kan bestaan uit het inzetten van een jobcoach. De ondersteuning moet noodzakelijk zijn in die zin, dat de werknemer zonder die ondersteuning in redelijkheid niet zijn werkzaamheden kan verrichten.
Jobcoaching kan worden ingezet voor personen als bedoeld in artikel 7, eerste lid, onder a, van de Participatiewet voor zover zij:
Artikel 18. Voorwaarden inzet jobcoaching
2. Bij een proefplaatsing voorafgaand aan de dienstbetrekking kan ook jobcoaching worden ingezet.
Bij de aanvraag dienen de werknemer en jobcoachorganisatie (externe jobcoach) of de werknemer en werkgever (interne jobcoach) te verklaren uit eigen beweging of op verzoek van de gemeente direct alle feiten en omstandigheden mede te delen waarvan hen redelijkerwijs duidelijk moet zijn, dat zij van invloed kunnen zijn op de verstrekte toekenning.
Hoofdstuk 10. Indienstnemingssubsidie werkgever
Artikel 26. Indienstnemingssubsidie werkgever
De indienstnemingssubsidie werkgever bedraagt € 500,- per maand en wordt toegekend bij een rechtsgeldig dienstverband van minimaal 32 uur per week. De indienstnemingssubsidie werkgever wordt toegekend voor de duur van drie maanden. Op grond van individuele omstandigheden kan deze periode met maximaal drie maanden worden verlengd. Betaalbaarstelling zal plaatsvinden drie maanden na aanvang van het dienstverband en in geval van verlenging zes maanden na aanvang van het dienstverband.
Artikel 27. Zoekperiode meerderjarige personen tot 27 jaar
In de zoekperiode van vier weken na de dag van melding om bijstand wordt van meerderjarige personen tot 27 jaar verwacht dat men aantoonbaar minimaal zes sollicitaties heeft verricht (twee per week), dat belanghebbende ingeschreven staat bij minimaal vier uitzendbureaus als werkzoekende, dat hij een curriculum vitae (CV) inlevert, zijn CV op Werk.nl activeert (zichtbaar voor bedrijven) en aannemelijk maakt of hij geen uit ’s Rijks kas bekostigd onderwijs kan volgen.
Artikel 28. Zoekperiode meerderjarige personen vanaf 27 jaar
In de zoekperiode van drie weken na de dag van melding om bijstand wordt van meerderjarige personen vanaf 27 jaar verwacht dat men aantoonbaar minimaal zes sollicitaties heeft verricht (twee per week), dat belanghebbende ingeschreven staat bij minimaal vier uitzendbureau als werkzoekende, dat hij een curriculum vitae (CV) inlevert, zijn CV op Werk.nl activeert (zichtbaar voor bedrijven), vult het verslag van inspanningen in (voorzien van handtekening en gekopieerde bewijsstukken).
De meerderjarige personen vanaf 27 jaar ontvangen na indiening aanvraag een uitnodiging voor een intakegesprek. Dit intakegesprek vindt plaats na de zoekperiode van 3 weken. Reageert de meerderjarige persoon vanaf 27 jaar niet op de uitnodiging dan krijgt hij een hersteltermijn. Op het moment dat de meerderjarige persoon vanaf 27 jaar wederom niet reageert op de uitnodiging dan wordt de aanvraag buitenbehandeling gelaten.
Hoofdstuk 13. Niet- uitkeringsgerechtigden
Hoofdstuk 12 van deze nadere regels regelen de mogelijkheid voor niet-uitkeringsgerechtigden en uitkeringsgerechtigden op grond van de algemene nabestaandenwet (Anw-ers) om aanspraak te maken op voorzieningen die de gemeente biedt rondom re-integratie en scholing.
Belanghebbenden van ten minste 18 jaar en jonger dan pensioengerechtigde leeftijd komen in aanmerking voor een re-integratietraject op grond van deze nadere regels indien:
Om voor een re-integratievoorziening in aanmerking te komen, geldt voor de nugger en Anw-ers dat:
Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van belanghebbende afwijken van de bepalingen in deze nadere regels, indien toepassing van de nadere regels tot onbillijkheden van overwegende aard leiden.
Een persoon die gebruik maakt van een toegekende voorziening op grond van de Beleidsregels re-integratie WWB, IOAW en IOAZ 2016, behoudt deze voorziening voor zover wordt voldaan aan de voorwaarden uit de Beleidsregels re-integratie WWB, IOAW en IOAZ 2016.
Op 1 januari 2015 is de Participatiewet in werking getreden. Deze wet vervangt de Wet werk en bijstand. Als gevolg van deze wetswijziging stopt de instroom in de sociale werkvoorziening. Daarnaast behoren jonggehandicapten met arbeidsvermogen tot de doelgroep. Dit heeft tot gevolg dat de gemeentelijke re-integratiedoelgroep steeds meer zal bestaan uit mensen met een arbeidsbeperking.
Motto van de wet is: Iedereen doet mee. Om dit te bewerkstelligen heeft het Rijk met een vertegenwoordiging van werkgevers en werknemers afgesproken dat zij banen beschikbaar stellen voor mensen met een arbeidsbeperking. Dit zijn de garantiebanen. Werkgevers ontvangen van gemeenten compensatie voor de verminderde verdiencapaciteit in de vorm van loonkostensubsidie. Daarnaast worden werkgevers bijgestaan in het aanpassen van functies en werkzaamheden zodat deze verricht kunnen worden door mensen met een arbeidsbeperking. Ook kunnen werkgevers in aanmerking komen voor een no risk polis zodat zij geen extra kosten hebben als hun werknemer ziek wordt.
IJmond Werkt! verzorgt de re-integratie voor de gemeenten in de IJmond. Samen met het UWV brengen zij de doelgroep in kaart en matchen zij werkzoekenden op werk bij werkgevers. De voortgang op de invulling van de garantiebanen wordt gemonitord in het Werkbedrijf. Dit is een bestuurlijk samenwerkingsverband tussen de gemeenten in de arbeidsmarktregio Zuid-Kennemerland en IJmond, het UWV en vertegenwoordigers vanuit VNO-NCW, FNV en CNV. Om knelpunten bij de invulling van de garantiebanen te voorkomen wordt het re-integratiebeleid zoveel mogelijk op elkaar afgestemd. Specifiek betreft dit de methode van loonwaarde bepalen en de no risk polis. Op deze onderdelen wordt aangesloten bij de aanpak van het UWV.
In 2018 is de Re-integratieverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ 2018 vastgesteld. In de nadere regels re-integratie 2019 (en in de beleidsregels re-integratie 2019) is opgenomen op welke wijze en voor wie de voorzieningen worden ingezet.
Niet-uitkeringsgerechtigden (Nuggers) behoren tot de doelgroep van de Participatiewet en worden op grond van deze nadere regels uitsluitend ondersteund bij het vinden van (vrijwilligers)werk en het behalen van een startkwalificatie. Deze ondersteuning is beperkter dan voor uitkeringsgerechtigden. In gevallen waarbij dat leidt tot een bijzondere hardheid dan kan daar op grond van de hardheidsclausule vanaf geweken worden.
Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.
Zodra er een geschikte match heeft plaatsgevonden, kunnen werkgever en werkzoekende maximaal drie maanden gebruik maken van een proefplaatsing. De werkzoekende werkt dan met behoud van uitkering en kan kijken of het werk geschikt is. De werkgever betaalt nog geen loon en kan in deze periode kijken of de werkzoekende bevalt. Ook kan in deze periode bepaald worden of iemand in aanmerking komt voor een garantiebaan, wat zijn loonwaarde is en of de werkplek of functie aangepast moet worden.
Artikel 3. Premie en duur participatieplaats
Een participatieplaats is bedoeld voor personen die zich bevinden op trede 1 of 2 van de participatieladder. Voor personen jonger dan 27 jaar is ondersteuning in de vorm van een participatieplaats niet mogelijk (artikel 7 lid 8 WWB).
Op een participatieplaats worden additionele werkzaamheden verricht. Niet de te verrichten werkzaamheden staan centraal maar het leren werken dan wel het (opnieuw) wennen aan werken. Aspecten als omgaan met gezag, op tijd komen, werkritme en samenwerking met collega’s zijn allemaal zaken waaraan in een participatieplaats gewerkt kan worden. Ook kan bezien worden of het werkterrein past bij de capaciteiten van de uitkeringsgerechtigde, zodat een belanghebbende bijvoorbeeld een opleiding op het betreffende terrein kan gaan volgen en daarmee voor zichzelf een duurzaam perspectief op arbeid kan realiseren. De duur van de participatieplaats is wettelijk beperkt tot maximaal vier jaar.
Uitbetaling van de premie geschiedt telkens na een periode van 6 maanden binnen 3 maanden na afloop van deze periode/termijn. Bijvoorbeeld iemand komt voor 6 maanden in aanmerking voor de premie, dan wordt deze premie tussen 6 en 9 maanden uitbetaald.
Artikel 4. Doelgroep, invulling en wachtlijst beschut werk
Voor de financiering van beschut werk in de relatie tussen Rijk en gemeenten is een voltijdbaan gesteld op 36 uur.
Hoofdstuk 4. Loonkostensubsidie
In de Participatiewet is vastgelegd dat de doelgroep met een loonwaarde tussen 30% en 100% in aanmerking komt voor loonkostensubsidie. De loonkostensubsidie wordt overgemaakt aan de werkgever voor de duur van het arbeidscontract en naar rato van de aanstelling. Het is dus van belang dat de werkgever elke wijziging daarin doorgeeft. Op het moment dat een cliënt een lagere loonwaarde dan 30% heeft (bijvoorbeeld 23%) dan is de loonkostensubsidie gemaximeerd tot 70%.
Hoofdstuk 5. Leer-werk trajecten
Artikel 6. Leer werk trajecten
Deze voorziening is bedoeld voor leerlingen, die uit dreigen te vallen in het reguliere onderwijs. Door deze jongeren intensief te begeleiden, zoals bijvoorbeeld bij Perspectief gebeurt, kan bewerkstelligd worden dat de jongeren alsnog hun diploma behalen en werk vinden. Bij het inzetten van dit traject wordt bekeken welke inspanningen al zijn gepleegd. Inzet wordt dan ook waar mogelijk en wenselijk afgestemd met de leerplichtambtenaar, het Regionaal Meldpunt Coördinatie Voor- en Vroegtijdig Schoolverlaters en IJmond Werkt! om te voorkomen dat jongeren tussen de wal en het schip raken.
Het verrichten van een werkstage, oftewel werken met behoud van uitkering, stelt de werkzoekende in staat om binnen het re-integratietraject reguliere werkervaring op te doen. Om verdringing te voorkomen is de duur van de werkstage beperkt tot drie maanden. Ook is van belang dat de werkgever een aansprakelijkheidsverzekering voor de werknemer afsluit. Werkstage vinden primair plaats bij reguliere werkgevers. Is dat nog niet mogelijk dan kan de werkstage ook plaatsvinden bij IJmond Werkt! Via het Arbeidsdiagnose en Trainingscentrum (ADTC) kan in de praktijk bekeken worden welke werkzaamheden de werkzoekende aankan en goed liggen.
Artikel 9. Scholing REA- college
Voor jongeren met ernstige scholingsbelemmeringen vanwege hun beperking is het noodzakelijk dat zij aangepast onderwijs volgen. Dit onderwijs wordt geboden door het REA college. Omdat deze jongeren nu onder de Participatiewet vallen is het nodig dat de gemeente toestemming geeft voor deelname aan de opleiding en alle voorbereidende stappen die daarvoor nodig zijn. Tijdens de intake wordt getoetst of de jongere is aangewezen op de opleiding. Is nader onderzoek nodig dan gebeurt dat via de Talentenexpeditie, waarna het definitieve advies omtrent plaatsing volgt. IJmond Werkt! bepaalt als re-integratie uitvoerder of iemand deel mag nemen aan de intake/pre-toets, Talentenexpeditie en de aanvraag scholingsbelemmering bij het UWV en vergoedt de kosten van het nadere onderzoek. De kosten van de opleiding worden bekostigd vanuit de subsidieregeling ernstige scholingsbelemmering.
De opleiding duurt anderhalf tot twee jaar. Gedurende die tijd komt de jongere mogelijk in aanmerking voor een Participatiewet uitkering. Scholing aan het REA-college maakt namelijk geen onderdeel uit van uit ’s Rijks kas bekostigd onderwijs. Om te vernemen of er aanleiding is geen toestemming te verlenen stemt IJmond Werkt! de toestemming af met de gemeente en het RMC. Uitgangspunt daarbij is ja, tenzij. Aangezien 70% van de jongeren die de opleiding volgt een baan vindt en het hier gaat om een doelgroep met veel beperkingen in het vinden van werk valt immers aan te bevelen zoveel mogelijk van deze jongeren toestemming te geven om deel te nemen aan de opleiding.
Een betaalde baan naast een opleiding willen wij stimuleren. Indien naast de opleiding betaalde arbeid wordt verricht wordt er maatwerk geleverd, zodat de kandidaat geen meerkosten heeft omdat er bijvoorbeeld extra gereisd moet worden.
Hoofdstuk 8. Persoonlijke ondersteuning
Een arbeidsdeskundige bepaalt of het noodzakelijk is jobcoaching in te zetten.
Artikel 16. Soorten jobcoaches
Voor de indeling in drie categorieën is aangesloten bij de definities die door G4/UWV gehanteerd worden.
De keuze voor de in te zetten jobcoach wordt bepaald door de gemeente in samenspraak met de werkgever en (kandidaat) werknemer.
Er zijn twee elementen van belang bij de keuze voor de soort jobcoach:
• 1.Jobcoaching is een werknemersvoorziening. De voorziening wordt toegekend voor de werknemer. De werknemer moet zich goed, veilig en vertrouwd voelen bij de jobcoach, zodat de kans op succes wordt vergroot.
• 2.Er wordt gestreefd naar zo min mogelijk jobcoaches per bedrijf. Werkgevers hebben de voorkeur voor het werken met één jobcoach, wanneer zij meerdere kandidaten van UWV en gemeenten aan het werk hebben.
Artikel 17. Kwaliteitseisen jobcoach
Lid 2 sub, zoals de ‘Harrie helpt’ training van het CNV.
Artikel 19. Intensiteit en kosten van de ondersteuning
Voor jobcoaching (zowel intern als extern) gelden de volgende maximum bedragen:
Jaar 1 Jaar 2 Jaar 3 (optioneel)
Tarief licht € 2.700 € 1.400 € 1.400
Tarief middel € 4.500 € 2.700 € 1.400
De percentages staan in relatie tot het gewerkte aantal uur van de werknemer.
De bedragen zijn inclusief eventuele bijkomende kosten (bijvoorbeeld reiskosten) en exclusief eventueel verschuldigde BTW.
Omdat de jobcoaching per half jaar wordt toegekend, worden de genoemde bedragen in de beschikking dus gedeeld door twee.
Lid 5: Voor jobcoaching bij proefplaatsing gelden dezelfde regimes als bij een dienstbetrekking. Hiervoor is gekozen om de uitvoering zo eenduidig mogelijk te maken. Dit wijkt wel af van de uitvoering bij het UWV, waar met vaste tarieven bij proefplaatsing wordt gewerkt.
Lid 2: in specifieke gevallen, bijvoorbeeld in geval van langdurige ziekte, kan de inzet van een jobcoach naar een derde jaar verlengd worden.
Lid 3: de noodzakelijkheid van jobcoaching wordt bepaald in overleg tussen de jobcoach en de gemeente. De verantwoording over het jobcoachplan (als bedoeld in artikel 12) wordt hier bij gebruikt. De gemeente beslist.
Bij de besluitvorming over maatwerk worden onder meer de persoonlijke omstandigheden, de ontwikkelingsmogelijkheden van de werknemer op korte en langere termijn, de werkervaring en opleiding, alternatieve voorzieningen en de kosten betrokken.
Lid 4: er is een aanvraagformulier beschikbaar via de gemeente.
Lid 5: voor het jobcoachplan is een format beschikbaar via de gemeente.
Artikel 23. Werkplekaanpassing/ voorziening
Voor werkaanvaarding door mensen met een structurele, functionele beperking kan het nodig zijn om de werkplek aan te passen. Het kan daarbij gaan om het rolstoeltoegankelijke maken van een werkplek of om een braillecomputer. Deze kosten komen voor vergoeding in aanmerking indien de kosten niet op een andere wijze vergoed worden. Kosten tot 130 euro worden niet vergoed. De kosten worden door de werkgever aangevraagd bij IJmond Werkt!, die deze kosten aan de werkgever vergoed.
Hoofdstuk 9. Sociale activering en Vrijwilligerswerk
Artikel 24. Sociale activering
Voor personen met een lange afstand tot de arbeidsmarkt kan deelname aan een sociaal activeringstraject de eerste aanzet tot het vinden van werk zijn. Behoort werk structureel niet meer tot de mogelijkheden dan kan een traject sociale activering bijdragen aan het vinden van een structurele dagbesteding. Ook kan deelname aan een traject sociale activering de deelnemer in staat stellen zijn capaciteiten vanuit arbeids-medisch oogpunt te beproeven. Periodiek dient daarom nagegaan te worden of het instrument sociale activering nog aansluit bij de capaciteiten en mogelijkheden van de deelnemer of dat het inzetten van een ander instrument, zoals bijvoorbeeld toeleiding naar werk of juist toeleiding naar zorg gewenst is. Hierbij wordt maatwerk geleverd. In elk geval worden alle kandidaten jaarlijks 1x gesproken. Wanneer de sociaal activering de hoogste vorm van participatie is voor de klant volstaat 1x per jaar een gesprek. In andere gevallen kan dit vaker voorkomen.
Via vrijwilligerswerk kan de doelgroep werkervaring en ritme opdoen. Daarnaast draagt vrijwilligerswerk bij aan de sociale cohesie, daar waar de overheid momenteel terugtreedt. Het verrichten van vrijwilligerswerk en het ontvangen van de maximale onkostenvergoeding kan daarom alleen maar toegejuicht worden. Van belang is wel dat de gemeente op de hoogte blijft van de werkzaamheden die iemand verricht en dat het vrijwilligerswerk geen verkapt betaald werk is.
Hoofdstuk 10. Indienstnemingssubsidie
Artikel 26. Indienstnemingssubsidie werkgever
Onder een maatwerkovereenkomst wordt een arbeidsovereenkomst verstaan voor bepaalde of onbepaalde tijd. In deze overeenkomst maken werkgever en werknemer afspraken over bijvoorbeeld de hoogte van het loon en de duur van het contract.
Verplichtingen die aan de werkgever worden gesteld zijn:
• ingeschreven staan als werkgever bij de Kamer van Koophandel
• bewijs van rechtmatige vestiging in Nederland
Bij verlenging op grond van persoonlijke omstandigheden, kan bijvoorbeeld gedacht worden aan de omstandigheid dat een persoon buiten zijn/haar eigen toedoen (bv. Ziekte), de eerste termijn niet heeft kunnen volmaken. Er dient hierbij een individuele afweging te worden gemaakt. Ook voor wat betreft de termijn van de verlenging waarbij een maximum van drie maanden geldt.
De indienstnemingssubsidie werkgever wordt alleen verstrekt indien is voldaan aan de voorwaarden zoals gesteld in de EC vrijstellingsverordening werk en gelegenheidssteun (2204/2002, 12-12-02).
Deze verordening meldt dat de subsidie alleen verstrekt wordt als die leidt tot:
• aanstelling van kansarme en gehandicapte personen.
• in geval van kleine of middelgrote ondernemingen geldt een termijn van twee of drie jaar.
Artikel 27. Zoekperiode meerderjarige personen tot 27 jaar
De zoekperiode is wettelijk verplicht. In dit artikel staat opgenomen wat daar specifiek onder valt zodat iedereen weet wat er van elkaar verwacht wordt. Nieuw in dit artikel is dat de werkzoekende zijn CV op Werk.nl moet zetten. Op deze manier raakt digitaal inzichtelijk welke competenties iemand heeft en wordt het makkelijker om iemand digitaal te matchen. Daarnaast moet iemand aannemelijk maken of hij uit 's Rijks kas bekostigd onderwijs kan volgen. Als dit het geval is bestaat er immers geen recht op bijstand. Dit kan onder andere aannemelijk gemaakt worden in een gesprek met het Regionaal Meldpunt Coördinatie Vroeg- en Voortijdig schoolverlaters (RMC) of door het overleggen van correspondentie over studieresultaten.
Artikel 28. Zoekperiode meerderjarige personen vanaf 27 jaar
Nadat een inwoner een uitkering aangevraagd heeft en er een mogelijk recht is op een bijstandsuitkering, ontvangt deze inwoner een uitnodiging voor een groepsvoorlichting (drie weken later). De bijstandsaanvrager wordt geacht in deze drie weken zelfstandig een aantal opdrachten uit te voeren zoals beschreven in lid 1. Er is dan nog geen contact geweest met de gemeente of IJmond Werkt! Na drie weken verschijnt de bijstandsaanvrager op de groepsvoorlichting, daar wordt gecontroleerd of hij de opdrachten uitgevoerd heeft en naar het recht op bijstand gekeken. Vanaf daar start het normale intaketraject bij de gemeente. Wanneer het intaketraject bij de gemeente is doorlopen wordt er een beslissing genomen.
Er worden met betrekking tot de bijstandsuitkering vier beslissingen onderscheden: toekennen (recht op uitkering), afwijzen (geen recht), buiten behandeling stellen (niet in behandeling nemen) en intrekken (bijstandsaanvrager ziet zelf af van de uitkering).
Hoofdstuk 12. Overige vergoedingen re-integratie
Voor werk, scholing of re-integratie kan het afnemen van kinderopvang noodzakelijk zijn. De kosten van kinderopvang zijn aanzienlijk. De belastingdienst verstrekt een vergoeding. Op grond van de Wet Kinderopvang kan de gemeente een aanvullende vergoeding verstrekken. Om te voorkomen dat deze aanvulling onnodig hoog is dient de re-integratie afgestemd te worden op de afnameverplichting van de kinderopvang.
Artikel 30. Onkostenvergoeding
Kosten, die gemaakt worden in verband met re-integratie en leiden tot uitstroom, komen voor vergoeding in aanmerking. Het betreft veelal reiskosten, maar ook kosten voor studieboeken, bewijs van goed gedrag, representatiekosten en inschrijfkosten voor een examen.
In de afweging is van belang dat de kosten niet betrekking hebben op zaken die tot het gebruikelijke bezit horen. We gaan er vanuit dat iedereen in het bezit is van een computer met internettoegang om te solliciteren of daar toegang tot heeft. Hetzelfde geldt voor een fiets waarmee iemand zich kosteloos kan vervoeren over een afstand van 10 kilometer. Is dat echter niet zo dan kan in individuele gevallen bekeken worden of vergoeding van bijvoorbeeld een (tweedehands) fiets leidt tot uitstroom en daarom vergoed zou moeten worden. Mocht iemand gebruik moeten maken van het openbaar vervoer door fysieke of psychische beperkingen of andere omstandigheden, dan kunnen de kosten daarvan vergoed worden.
Hoofdstuk 13. Niet- uitkeringsgerechtigden
Wettelijke verantwoordelijkheid
In de Participatiewet is bepaald dat gemeenten ook verantwoordelijk zijn voor het ondersteunen van niet-uitkeringsgerechtigden bij het verkrijgen van werk.
Uitsluitend op verzoek van een nugger die zichzelf meldt of op verzoek van diens (professionele) omgeving, wordt –indien noodzakelijk- ondersteuning ingezet.
Uitzonderingen hierop zijn personen die zijn opgenomen in het doelgroepregister, jongeren afkomstig van het VSO, Pro en Entree onderwijs en instantiemijdende personen met een kwetsbare positie op de arbeidsmarkt