Organisatie | Noord-Brabant |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Verordening van Provinciale Staten van de provincie Noord-Brabant houdende regels omtrent rechtspositie ambtsdragers (Verordening rechtspositie politieke ambtsdragers Noord-Brabant) |
Citeertitel | Verordening rechtspositie politieke ambtsdragers Noord-Brabant |
Vastgesteld door | provinciale staten |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
13-02-2021 | hoofdstuk 2a, artikel 1, 1a, 4a, 9 | 22-01-2021 | 4820754 | ||
17-03-2020 | 13-02-2021 | artikel 1 | 06-03-2020 | 4661776 | |
28-03-2019 | 17-03-2020 | nieuwe regeling | 22-02-2019 | 4481923 |
Provinciale Staten van Noord-Brabant,
gelezen het voorstel van Gedeputeerde Staten d.d. 29 januari 2019, 12/19;
gelet op artikel 143 Provinciewet;
gelet op de artikelen 2.1.1, vierde lid, 2.1.3, eerste lid, 2.1.4, eerste lid, 2.1.9, eerste lid, 2.3.3, tweede lid, 2.4.2 en 2.4.4 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers;
gelet op de artikelen 2.1, vijfde lid, en 2.6, vijfde lid, van de Regeling rechtspositie decentrale ambtsdragers;
gezien het advies van het Presidium d.d. 21 januari 2019 en 11 februari 2019;
overwegende dat met ingang van 28 maart 2019 de rechtspositie van zowel staten- en commissieleden, als van gedeputeerden en van de commissaris van de Koning zullen worden vastgelegd in het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers;
overwegende dat voornoemd besluit, voor een aantal zaken nader uitgewerkt in de Regeling rechtspositie decentrale politieke ambtsdragers, veel elementen van de rechtspositie van decentrale politieke ambtsdragers al uitputtend regelt, zodat slechts beperkte ruimte is om op provinciaal niveau bepaalde keuzes te maken of nadere regels te stellen;
overwegende dat de gevolgen hiervan zodanig zijn, dat het de voorkeur heeft de huidige verordening in te trekken en te vervangen door een nieuwe verordening;
Hoofdstuk 2 Voorzieningen voor statenleden
Artikel 1a Beloning, vergoedingen en voorzieningen
Een statenlid ontvangt een vergoeding voor de werkzaamheden alsmede een tegemoetkoming in of vergoeding van de kosten en voorzieningen die verband houden met de vervulling van het lidmaatschap van Provinciale Staten conform de paragrafen 1 tot en met 3, met uitzondering van artikel 2.1.1, vierde lid, van afdeling 2.1 van het besluit en artikel 2.1 van de regeling.
Een statenlid aan wie op grond van artikel X 10 van de Kieswet tijdelijk ontslag is verleend wegens zwangerschap en bevalling of ziekte ontvangt een vergoeding voor de werkzaamheden alsmede een tegemoetkoming in of vergoeding van de kosten en voorzieningen die verband houden met de vervulling van het lidmaatschap van Provinciale Staten conform artikel 2.1.13 van het besluit.
Artikel 3 Toelage lid bijzondere commissie
Het statenlid dat lid is van een bijzondere commissie, bedoeld in artikel 2.1.4, eerste lid, van het besluit, ontvangt per maand voor de duur van de activiteiten van de commissie een toelage die gelijk is aan de maximum toelage, genoemd in artikel 2.1.4, eerste lid, van het besluit.
Artikel 4 Verzekering arbeidsongeschiktheid, ouderdom en overlijden
Jaarlijks ontvangt het statenlid een bedrag gelijk aan de vergoeding van hun werkzaamheden, bedoeld in artikel 2.1.1, eerste lid, van het besluit, voor één maand, om voorzieningen te kunnen treffen ter zake van arbeidsongeschiktheid, ouderdom en overlijden.
Hoofdstuk 3 Gemeenschappelijke voorzieningen
Artikel 6 Informatie- en communicatievoorzieningen
Voor de informatie- en communicatiemiddelen die door Gedeputeerde Staten ter beschikking worden gesteld, ondertekent de ambtsdrager of het commissielid een door Gedeputeerde Staten opgestelde bruikleenovereenkomst.
Artikel 7 Geschikte vervoersvoorziening
De ambtsdrager die of het commissielid dat een tijdelijke functionele beperking heeft en niet in staat is met het openbaar vervoer of met eigen vervoer te reizen voor woon- werkverkeer of voor de uitoefening van de functie, kan op kosten van de provincie gebruik maken van een voor de beperking geschikte vervoersvoorziening.
Hoofdstuk 4 De procedure van betalen en declareren van kosten