Organisatie | Utrecht (Utr) |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Ondermandaatregeling Stadswerken |
Citeertitel | Ondermandaatregeling Stadswerken |
Vastgesteld door | gemandateerde functionaris |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen.
Geen
1.Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
30-09-2010 | 01-01-2012 | nieuwe regeling | 14-09-2010 Gemeenteblad van Utrecht 2010, nr. 77 | Besluit directeur Stadswerken van 14 september 2010 |
Ondermandaatregeling Stadswerken 2010(besluit van 14 september 2010)
Gelet op het besluit van burgemeester en wethouders van Utrecht (Gemeenteblad van Utrecht 2008 nr. 42), d.d. 15 juli 2008 en het besluit van de burgemeester d.d. 15 juli 2008 en wijzigingen nadien, tot vaststelling van de Concernmandaatregeling gemeente Utrecht;
Ondermandaatregister Stadswerken 2010
onder intrekking van zijn besluit d.d. 23 juli 2008 (Gemeenteblad van Utrecht 2008, nr. 44), tot vaststelling van het vorige ondermandaatregister.
Dit besluit 1. nieuwe ondermandaatregister; 2. intrekken oude ondermandaatregister) treedt in werking op de dag na die van bekendmaking van het besluit.
Dit besluit kan worden aangehaald als: Ondermandaatregeling Stadswerken
Bekendmaking is geschied op 29 september 2010.
Deze wijziging treedt in werking op 30 september 2010.
BIJLAGE A BEHOREND BIJ GEMEENTEBLAD VAN UTRECHT 2010, NR. 77
Instructies behorend bij de ondermandaatregeling Stadswerken 2010
Van het mandaat mag alleen gebruik worden gemaakt wanneer de uitoefening van de bevoegdheid geschiedt overeenkomstig ter zake geldende regelgeving en/of vastgesteld gemeentelijk beleid.
Het mandaat is verleend in de ruimste zin des woord. Naast het nemen van besluiten in positieve of negatieve zin wordt hieronder mede verstaan:
De gemandateerde bevoegdheden komen toe aan de mandaathouder/mandataris en bij diens afwezigheid aan diens bevoegd aangewezen plaatsvervanger.
Ten aanzien van bevoegdheden die financiële consequenties hebben, geldt dat hierin in de begroting van Stadswerken moet zijn voorzien.
De door het college respectievelijk de burgemeester aan de directeur Stadswerken toegekende bevoegdheden kunnen bij diens afwezigheid worden uitgeoefend door de plaatsvervangend directeur Stadswerken/hoofd Wijkonderhoud & Service.
Indien beiden afwezig zijn, zijn in deze volgorde bevoegd:
Waar in de Ondermandaatregeling mandaat is verleend aan onderstaande functionarissen mag bij hun afwezigheid dat mandaat worden uitgeoefend door:
Ondermandaat is verleend aan: Bij afwezigheid aangewezen:
Afdelingshoofd Bedrijfsvoering Hoofd Planning & Control
Afdelingshoofd Personeel & Organisatie Coördinator P&O
Afdelingshoofd IBU Hoofd Projectmanagement
Afdelingshoofd SB Hoofd stafgroep, plaatsvervangend afdelingshoofd
Afdelingshoofd IMH Hoofd Bedrijfsbureau IMH
Afdelingshoofd Vergunning & Handhaving Hoofd Vergunningen
Afdelingshoofd Wijkonderhoud & Service Gebiedsmanager Zuid/Zuidwest
BIJLAGE B BIJ GEMEENTEBLAD VAN UTRECHT 2010, NR. 77
Vastgesteld op: 14 september 2010
Privaatrechtelijke bevoegdheden
Onder 'overeenkomsten' vallen ook deelovereenkomsten onder de vigeur van een reeds door of namens de gemeente Utrecht gesloten raam- of mantelovereenkomst, tenzij in een specifieke raam- of mantelovereenkomst andersluidende afspraken zijn gemaakt, c.q. specifieke volmachten en mandaten zijn verstrekt.
BIJLAGE C BEHOREND BIJ GEMEENTEBLAD VAN UTRECHT 2010, NR. 77
Instructies behorend bij de ondermandaatregeling Stadswerken 2010
Van het mandaat mag alleen gebruik worden gemaakt wanneer de uitoefening van de bevoegdheid geschiedt overeenkomstig ter zake geldende regelgeving en/of vastgesteld gemeentelijk beleid.
Van het mandaat mag geen gebruik worden gemaakt wanneer:
Het mandaat is verleend in de ruimste zin des woord. Naast het nemen van besluiten in positieve of negatieve zin wordt hieronder mede verstaan:
Onder-ondermandaat is niet toegestaan.
De gemandateerde bevoegdheden komen toe aan de mandaathouder/mandataris en bij diens afwezigheid aan diens bevoegd aangewezen plaatsvervanger.
Ten aanzien van bevoegdheden die financiële consequenties hebben, geldt dat hierin in de begroting van Stadswerken moet zijn voorzien.
De door het college respectievelijk de burgemeester aan de directeur Stadswerken toegekende bevoegdheden kunnen bij diens afwezigheid worden uitgeoefend door de plaatsvervangend directeur Stadswerken/hoofd Wijkonderhoud & Service.
Indien beiden afwezig zijn, zijn in deze volgorde bevoegd:
Waar in de Ondermandaatregeling mandaat is verleend aan onderstaande functionarissen mag bij hun afwezigheid dat mandaat worden uitgeoefend door:
Ondermandaat is verleend aan: Bij afwezigheid aangewezen:
Afdelingshoofd Bedrijfsvoering Hoofd Planning & Control
Afdelingshoofd Personeel & Organisatie Coördinator P&O
Afdelingshoofd IBU Hoofd Projectmanagement
Afdelingshoofd SB Hoofd stafgroep, plaatsvervangend afdelingshoofd
Afdelingshoofd IMH Hoofd Bedrijfsbureau IMH
Afdelingshoofd Vergunning & Handhaving Hoofd Vergunningen
Afdelingshoofd Wijkonderhoud & Service Gebiedsmanager Zuid/Zuidwest
Waar in de Ondermandaatregeling mandaat is verleend aan groepshoofden of teamleiders, wordt bij hun afwezigheid dat mandaat uitgeoefend door het desbetreffende afdelingshoofd.