Organisatie | Hoeksche Waard |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit van de gemeenteraad van de gemeente Hoeksche Waard houdende regels omtrent misbruik en oneigelijk gebruik Nota Voorkoming Misbruik en Oneigenlijk Gebruik Gemeente Hoeksche Waard |
Citeertitel | Nota Voorkoming Misbruik en Oneigenlijk Gebruik Gemeente Hoeksche Waard |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
22-03-2019 | nieuwe regeling | 19-02-2019 |
Deze nota is geschreven om invulling te geven aan het beleid ter voorkoming van Misbruik en Oneigenlijk Gebruik (cf. verordening 212).
In deze nota wordt uiteengezet wat er onder (beleid ter voorkoming van) misbruik en oneigenlijk wordt verstaan, welke keuzes er gemaakt moeten worden en wat de consequenties voor de nieuw te vormen organisatie zijn.
M&O-beleid maakt een organisatie weerbaar tegen misbruik en oneigenlijk gebruik. Aandacht voor misbruik en oneigenlijk gebruik is niet nieuw. Op verschillende beleidsterreinen binnen de Hoeksche Waardse gemeenten is in het verleden al
beleid ontwikkeld om misbruik en oneigenlijk gebruik van gemeentelijke voorzieningen te voorkomen, maar vaak is dit niet als zodanig specifiek benoemd.
Deze nota heeft niet de bedoeling alle beleidsvelden uitdrukkelijk te beschrijven en voor alle gemeentelijke afdelingen de uitwerking van specifieke M&O maatregelen vast te stellen. Dat behoort tot de verantwoordelijkheid van de afzonderlijke afdelingen zelf.
Deze nota heeft als doel de kaders te stellen voor de beleidsvelden binnen de nieuwe gemeente Hoeksche Waard, waar M&O maatregelen verder uitgewerkt moeten worden. Door middel van deze nota geven we aan waarop de gemeentelijke organisatie alert moet zijn bij het verder uitwerken van M&O-beleid. Deze nota is hiervoor dan ook een hulpmiddel.
Misbruik en Oneigenlijk Gebruik, waar gaat het om?
Misbruik en oneigenlijk gebruik speelt als informatie van derden van groot belang is voor het verlenen van uitkeringen, vergoedingen, subsidies, heffingen, belastingen en vergunningen.
In het algemeen worden onderstaande definities gehanteerd:
Het opzettelijk niet, niet tijdig, onjuist of onvolledig verstrekken van gegevens met als doel ten onrechte overheidssubsidies of uitkeringen te verkrijgen of geen of een te laag bedrag aan heffingen aan de overheid te betalen.
Het door het aangaan van rechtshandelingen, al dan niet gecombineerd met feitelijke handelingen, verkrijgen van overheidsbijdragen of het niet dan wel tot een te laag bedrag betalen van heffingen aan de overheid, in overeenstemming met de bewoordingen van de regelgeving maar in strijd met het doel en de strekking daarvan.
M&O-beleid 1 :
Het M&O-beleid is erop gericht het misbruik en oneigenlijk gebruik door een mix van maatregelen te voorkomen, te beperken en tijdig te ontdekken.
Bij het opstellen of herzien van regelgeving is het noodzakelijk dat aandacht aan mogelijke M&O-gevoelige aspecten en de maatregelen ter voorkoming en bestrijding van M&O wordt besteed.
Hierbij moet gedacht worden aan heldere definities, het verminderen van afhankelijkheid van gegevens van derden en nauwkeurige omschrijving van doel en doelgroep. Ook het opnemen van controle- en sanctiemaatregelen in de regeling wordt aanbevolen. Tot slot moet bij voorlichting en evaluatie van regelgeving eveneens aandacht besteed worden aan misbruik en oneigenlijk gebruik.
De intensiteit van het noodzakelijke M&O-beleid wordt bepaald door een beleidsmatige keuze, gebaseerd op een risico-afweging en een kosten-batenanalyse.
De risico’s dienen primair te worden ondervangen via het proces van de administratieve organisatie en interne controle (AO/IC). Kunnen via de AO/IC onvoldoende waarborgen worden ingebouwd dan zijn aanvullende maatregelen via het M&O-beleid nodig.
Ten aanzien van de zwaarte van de M&O-maatregelen dienen, op basis van de uiteengezette aanpak, keuzes gemaakt te worden:
Is streng M&O-beleid gewenst, dan zijn ten opzichte van de reguliere AO/IC specifieke en aanvullende (controle) maatregelen noodzakelijk om het risico van misbruik of eigenlijk gebruik te minimaliseren; deze maatregelen strekken zich zowel uit tot de voorwaardenscheppende sfeer (opstellen regelgeving) als het actieve toezicht daarop (controle, handhaving). Een streng M&O beleid is noodzakelijk als er een grote afhankelijkheid van informatie is die door belanghebbende wordt verstrekt. De administratieve organisatie moet er dan voor zorgen dat in het proces van uitvoering voldoende checks zijn ingebouwd.
Cruciaal verschil tussen gematigd M&O beleid en streng M&O-beleid is dus dat bij een streng M&O beleid niet alleen aan de voorkant (opstellen regelgeving) rekening wordt gehouden met M&O, maar dat er ook daadwerkelijk controles worden uitgevoerd en gehandhaafd wordt.
Er is gekozen voor een pragmatische aanpak zonder een uitgebreid theoretisch kader met een directe vertaling naar proces- en werkafspraken. Hieronder worden de belangrijkste risicogebieden genoemd, waar het belangrijk is om (extra) aandacht te besteden aan maatregelen op het gebied van het voorkomen van misbruik en oneigenlijk gebruik. Hierbij is rekening gehouden met bestaande frauderisicoanalyses van de voormalige gemeenten.
In het onderstaande overzicht is aangeven voor welke onderwerpen/verordeningen aandacht besteed moet worden aan het M&O-beleid en de maatregelen ter voorkoming en bestrijding van misbruik en oneigenlijk gebruik. 2 In dit overzicht is de gewenste intensiteit van het M&O beleid opgenomen, waarbij geen rekening gehouden is met eventuele maatregelen die reeds genomen zijn. Het kan dus zo zijn dat geconstateerd wordt dat voor een aantal gebieden de M&O maatregelen reeds doorgevoerd zijn.
Invoering M&O-beleid; wat zijn de consequenties
Bij het harmoniseren, herzien en opstellen van verordeningen en andere (interne) regelgeving moet rekening worden gehouden met M&O (zie de tabel met risicogebieden).
Controlemogelijkheden binnen de regelgeving
De controlemogelijkheden en bevoegdheden dienen duidelijk geformuleerd te worden en deze worden waar zinvol in de regeling opgenomen. Verder kan worden voorzien in de verplichting voor de derde-belanghebbende om binnen het raam van de regeling alle gegevens volledig en naar waarheid te verstrekken. Hierbij kan eventueel de mogelijkheid worden opgenomen om nadere gegevens te laten verstrekken die ter zake van de behandeling door de uitvoerende organisatie op diens verzoek wenselijk worden geacht;
Controle richt zich op het toetsen van de door belanghebbende(n) verstrekte gegevens. Bij M&O kan dit voor –en achteraf. Onder controle vooraf wordt verstaan de controle tot aan het moment van beschikkingsverlening, de betaling of ontvangst. Controles vooraf hebben een belangrijke “poortwachterfunctie”. Mogelijke M&O-gevallen kunnen al in een vroegtijdig stadium worden waargenomen, voordat tot betaling wordt overgegaan. Hiermee wordt het risico dat ten onrechte bedragen worden uitgekeerd of ontvangen sterk verminderd. Controle achteraf is de controle nadat betaling, ontvangst of beschikking heef plaatsgevonden en heeft een repressieve werking in het bestrijden van M&O. Via controle achteraf kan M&O worden geconstateerd. De controles kunnen variëren van integraal (totale controle), steekproefsgewijs tot incidenteel.
De invulling van de controle is afhankelijk van verschillende factoren, zoals de aard en omvang van de doelgroep en inzicht in het M&O-risico. Hierna wordt een aantal voorbeelden gegeven van mogelijke controles (die zowel vooraf als achteraf kunnen worden gebruikt):
Het is belangrijk om bij voorlichting over geharmoniseerde beleidsregels/ verordeningen ook aandacht besteden aan de maatregelen die genomen zijn ter voorkoming van misbruik en oneigenlijk gebruik. Voorlichting heeft een preventieve werking bij het bestrijden en voorkomen van M&O. Als het oogmerk van de voorlichting is M&O te voorkomen, dient tenminste aandacht te worden besteed aan de aard en het doel van de regeling, de doelgroep, de voorwaarden, de controle en de sancties. Voorlichting over het controle- en sanctiebeleid kan een afschrikkend effect hebben.
Door middel van verbijzonderde interne controle kan gesignaleerd worden of de naleving van de uitvoering van het M&O-beleid plaatsvindt. Dit betreft zeg maar de controle op de controle. Daarbij dient prioriteit te worden gegeven aan de meest risicovolle gebieden. Voorgesteld wordt om dit op te nemen in het AO/IC-plan van de gemeente Hoeksche Waard.
Om te kunnen reageren op geconstateerd misbruik is een adequaat sanctiebeleid vereist, dat aansluit op de regelgeving. In gevallen van misdrijven wordt aangifte gedaan bij het Openbaar Ministerie. Opgelegde sancties kunnen een leereffect hebben, daarnaast hebben deze ook een preventieve werking.
Het M&O-beleid en de uitvoering hiervan zal periodiek geëvalueerd moeten worden. Gebreken kunnen worden ontdekt en hersteld wanneer in de fase van beleidsevaluatie expliciet aandacht wordt besteed aan M&O. Evaluatieprocedures zijn nodig voor zowel bestaande als nieuwe regelgeving. Naar aanleiding van evaluaties kan een indicatie worden gegeven van de effectiviteit van het M&O beleid. Tevens kan zicht worden verkregen op de toereikendheid van de controlemogelijkheden.