Organisatie | Papendrecht |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Nadere regels voor het tijdelijk plaatsen van bouwobjecten in de openbare ruimte |
Citeertitel | Nadere regels voor het tijdelijk plaatsen van bouwobjecten in de openbare ruimte |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp |
Geen
https://decentrale.regelgeving.overheid.nl/cvdr/xhtmloutput/Actueel/Papendrecht/CVDR611033.html
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
20-03-2019 | nieuwe regeling | 12-02-2019 |
gelet op artikel 2:10 lid 3 van de Algemene Plaatselijke Verordening;
overwegende dat het college in het belang van de openbare orde of de woon- en leefomgeving nadere regels kan stellen ten aanzien van terrassen, uitstallingen, reclameborden, containers en hoogwerkers;
besluit vast te stellen de Nadere regels voor het tijdelijk plaatsen van bouwobjecten in de openbare ruimte
Deze regels zijn van toepassing op containers, bouwsteigers, kraanwagens en overige bouwgerelateerde objecten (hierna te noemen: bouwobjecten), zoals bedoeld in artikel 2:10 van de APV, die noodzakelijkerwijze op de weg of een weggedeelte worden geplaatst ten behoeve van (bouw)werkzaamheden.
Alleen als aan alle in artikel 2 en 4 genoemde voorschriften wordt voldaan is geen ontheffing nodig, maar kan worden volstaan met een melding door middel van een digitaal meldingsformulier.
Als één of meer bouwobjecten worden geplaatst die aan de onderstaande voorwaarden voldoen, dan hoeft geen ontheffing te worden aangevraagd, maar kan worden volstaan met een melding. Na de melding wordt gecontroleerd of de betreffende locatie vrij is en volgt een ontvangstbevestiging.
Een melding dient 5 werkdagen voor aanvang van de plaatsing via de gemeentelijke website te worden gedaan.
Een melding dient altijd te voldoen aan de algemene voorwaarden van artikel 4.
Voor het tijdelijk opslaan van (losse) voorwerpen zoals zand, siertuintegels of cement, deze niet langer dan 7 achtereenvolgende dagen blijven staan en er niet meer dan 1 parkeerplaats worden ingenomen. Objecten dienen gecentreerd en zoveel als mogelijk in verpakking of op pallets te worden opgeslagen.
Voor het plaatsen van bouwobjecten in het centrumgebied (Marktplein, Weteringsingel Veerpromenade, Meentpassage, Oude Veer en de Brederodelaan) kan geen melding worden. Voor het centrumgebied dient altijd een ontheffing te worden aangevraagd.
Voor het plaatsen van bouwobjecten die niet aan artikel 2 voldoen moet op grond van artikel 2:10 van de Algemene plaatselijke verordening ontheffing worden aangevraagd. Een ontheffingaanvraag dient minimaal 10 werkdagen voorafgaand aan de plaatsing te worden gedaan.
Bij de aanvraag dient een situatietekening te worden ingeleverd waarop de te plaatsen bouwobjecten zijn ingetekend.
Bij het plaatsen van een hoogwerker, kraanwagen of andere voertuigen van dergelijke omvang dient een verkeersplan conform de richtlijnen uit de CROW 96B te worden ingeleverd.
In geval van spoedeisende werkzaamheden zoals een lekkage of het vervangen van een kapotte ruit is het niet altijd mogelijk 10 werkdagen voorafgaand een aanvraag te doen. In overleg met de gemeente wordt bekeken of de herstelwerkzaamheden alsnog doorgang kunnen vinden. De aanvrager dient het spoedeisende belang aan te tonen en is zelf verantwoordelijk voor een nulmeting van de openbare ruimte.
Voor het plaatsen van meldingsplichtige of ontheffingplichtige bouwobjecten gelden de volgende voorschriften:
Ontheffingplichtige bouwobjecten
De gemeente kan in het belang van voorkoming of vermindering van overlast voor weggebruikers en andere belanghebbenden of ter bescherming van het uiterlijk aanzien van de omgeving of vanwege parkeerdruk aanwijzingen geven, dan wel de plaatsing op de voorgenomen plaats verbieden.
De ontheffinghouder/melder moet op eerste aanzegging van de gemeente medewerking verlenen aan projecten, zoals herbestrating, reconstructie van wegen, vernieuwing van kabels en leidingen en aan gemeentelijke taken in verband met de openbare orde en veiligheid, zonder dat hij of zij daaraan enig recht op schadevergoeding kan ontlenen.
De gemeente kan niet aansprakelijk worden gesteld voor eventuele schade die als gevolg van handhavend optreden aan een bouwobject is ontstaan.
Indien door plaatsing van een bouwobject schade is ontstaan aan gemeentelijke eigendommen, dan worden deze kosten verhaald op de melder of ontheffinghouder.
Voor ontheffingplichtige bouwobjecten wordt overeenkomstig de 'Verordening Precariobelasting' precariobelasting in rekening gebracht voor het in gebruik nemen van de openbare ruimte.
Bouwobjecten welke voldoen aan de meldingsplicht zijn vrijgesteld van de precariobelasting.