Organisatie | Groningen |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen houdende regels omtrent subsidie GRRG Subsidieregeling GRRG 2019 |
Citeertitel | Subsidieregeling GRRG 2019 |
Vastgesteld door | gedeputeerde staten |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de subsidieregeling GRRG 2018.
Op 29 maart 2019 is in Provinciaal Blad 2019, 2394 gerectificeerd. Bij deze rectificatie is de ontbrekende bijlage toegevoegd.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
20-03-2019 | 01-07-2020 | nieuwe regeling | 12-03-2019 | K8724 |
Gedeputeerde Staten van Groningen maken bekend dat zij op 12 maart 2019, nr. A. 6, afdeling ECP, dossiernummer K8724 het volgende besluit hebben genomen:
Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen:
de taak behoort bij de verantwoordelijkheid die het ministerie van OCW, de Nationaal Coördinator Groningen, de aardbevingsgemeenten en de provincie Groningen in het erfgoedprogramma voor het aardbevingsgebied zijn overeengekomen om budget beschikbaar te stellen voor restauratie en onderhouden van eigenaren van rijksmonumenten gelegen in de gemeenten die getroffen zijn door de gevolgen van de gaswinning. Dit vanuit de gedachte dat goed onderhoud de eerste stap in de versterking is.
de Provincie Groningen vindt het van belang een regierol te vervullen voor het gebiedsgerichte monumentenbeleid. Belangrijk hierbij is de herbestemming van monumentale panden en de samenwerking met regionale partners. De provincie wil het gebruik van rijksmonumenten stimuleren vanuit de gedachte dat het gebruik van rijksmonumenten bijdraagt aan de instandhouding van het monument.
AGVV: Verordening EU Nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie met de gemeenschappelijke markt verenigbaar worden verklaard, PbEU L 187/1 van 26 juni 2014 en Verordening EU 2017/1084 van de Commissie van 14 juni 2017 tot wijziging van Verordening EU Nr. 651/2014 wat betreft steun voor haven- en luchthaveninfrastructuur, aanmeldingsdrempels voor steun voor cultuur en instandhouding van het erfgoed en voor steun voor sportinfrastructuur en multifunctionele recreatieve infrastructuur, en regelingen inzake regionale exploitatiesteun voor ultraperifere gebieden, en tot wijziging van Verordening EU Nr. 702/2014 wat betreft de berekening van de in aanmerking komende kosten, PbEU L 156/1 van 20 juni 2017;
Vast te stellende hetgeen volgt:
Regeling groot onderhoud en restauratie rijksmonumenten provincie Groningen 2019
In deze subsidieregeling wordt verstaan onder:
Zelfstandig bouwkundige eenheid: Bouwwerk dat in zowel constructief als functioneel opzicht te onderscheiden is van de naastgelegen bouwwerken. Dat wil zeggen dat het geheel bouwkundig gescheiden moet zijn van aangrenzende bebouwing, een eigen toegang moet hebben en afzonderlijk te gebruiken moet zijn. Bij boerderijen gelden schuur, stal en woonhuis altijd als zelfstandige onderdelen, zelfs als ze aan elkaar zijn vast gebouwd;
exploitatieplan: een inhoudelijke beschrijving en financiële onderbouwing van de wijze waarop in de periode van zes jaren na het jaar van indiening van de subsidieaanvraag wordt voorzien in de exploitatie van het rijksmonument casu quo van de benodigde onderhoudswerkzaamheden om het rijksmonument in een goede staat te houden;
AGVV: Verordening EU Nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie met de gemeenschappelijke markt verenigbaar worden verklaard, PbEU L 187/1 van 26 juni 2014 en Verordening EU 2017/1084 van de Commissie van 14 juni 2017 tot wijziging van Verordening EU Nr. 651/2014 wat betreft steun voor haven- en luchthaveninfrastructuur, aanmeldingsdrempels voor steun voor cultuur en instandhouding van het erfgoed en voor steun voor sportinfrastructuur en multifunctionele recreatieve infrastructuur, en regelingen inzake regionale exploitatiesteun voor ultra perifere gebieden, en tot wijziging van Verordening EU Nr. 702/2014 wat betreft de berekening van de in aanmerking komende kosten, PbEU L 156/1 van 20 juni 2017;
Vervangende dakbedekking: vervangende dakbedekking van het rijksmonument die niet subsidiabel is in het kader van de Leidraad subsidiabele instandhoudingskosten, maar noodzakelijk is voor het voorkomen van (verdere) schade aan het rijksmonument dan wel het daadwerkelijk behoud van cultuurhistorische waarden voor de toekomst, waarbij de vervanging van de huidige dakbedekking aantoonbaar technisch noodzakelijk is, en kan worden onderbouwd dat het ten tijde van de aanvraag niet mogelijk is om de huidige dakbedekking te vervangen door historisch verantwoord materiaal zoals bedoeld in de Leidraad subsidiabele instandhoudingskosten. Het materiaal waarmee de bestaande dakbedekking wordt vervangen moet aansluiten bij het monumentale karakter van het rijksmonument.
Artikel 5 Subsidiabele activiteiten
Subsidie bedoeld in het eerste lid onder b en c kan alleen worden verstrekt in combinatie met subsidie eerste lid onder a. Subsidie bedoeld in het eerste lid onder d kan alleen worden verstrekt in combinatie met subsidie eerst lid onder a, tenzij uit technisch rapport van het gehele rijksmonument blijkt dat er geen groot onderhoud noodzakelijk is.
Onverminderd het bepaalde in artikel 4:25 en 4:35 Awb en artikel 2.5 en 2.6 van de Procedureregeling wordt de subsidie in ieder geval geweigerd indien:
Artikel 8 Niet-subsidiabele kosten
Onverminderd artikel 1.5 van de Procedureregeling komen de volgende kosten in ieder geval niet voor subsidie in aanmerking:
Indien ter zake van de te subsidiëren activiteiten reeds door een ander bestuursorgaan of door de Europese Commissie steun is verstrekt, wordt de hoogte van de subsidie zodanig berekend dat het totale bedrag aan subsidies niet meer bedraagt dan 80% van het totaal van de voor subsidie in aanmerking komende kosten met een maximum van € 1.000.000,-.
In het Provinciaal Blad worden voor het jaar 2019 en 2020 de volgende subsidieplafonds bekendgemaakt:
In aanvulling op artikel 2.1 van de Procedureregeling:
Indien er sprake is van kosten voor vervangende dakbedekking zoals bedoeld in artikel 6, onder d, een toelichting waarin onderbouwd wordt dat sprake is van de bedoelde subsidiabele kosten en gestelde voorwaarden en een offerte of kostenraming onder vermelding van naam of datum, opgemaakt door een ter zake deskundige;
Om voor subsidie in aanmerking te komen moeten aanvragen, aan alle volgende vereisten voldoen:
de benodigde vergunningen voor de werkzaamheden aan het betreffende monument zoals omschreven in artikel 7, dan wel een schriftelijke verklaring van het bevoegd gezag dat een vergunning voor de in het project opgenomen werkzaamheden niet vereist is, moet binnen 6 weken na sluitingsdatum van de tender worden ingediend;
Voor aanvragen waarbij sprake is van herbestemming geldt tevens de volgende factor:
de mate waarin de herbestemming bijdraagt aan het behoud c.q. de exploitatiemogelijkheden van het monument , blijkend uit een exploitatieplan inclusief inhoudelijke toelichting voor de vijf jaren volgend op het jaar waarin de aanvraag is ingediend;
Voor aanvragen uit de tien aardbevingsgemeenten is daarnaast de volgende factor van toepassing: de mate waarin er sprake is van een ingediend project voor groot onderhoud waarnaast uitvoering van schadeherstel of versterking in relatie met aardbevingsschade plaatsvindt. Indien sprake is van aardbevingsschade die voorafgaand of ten tijde van het ingediende project is of wordt uitgevoerd, dienen de relevante stukken, waaronder schaderapporten opgemaakt door een onafhankelijk deskundige, aan de subsidieaanvraag te worden toegevoegd.
De verdeling verloopt als volgt: eerst worden de aanvragen die betrekking hebben op rijksmonumenten die gelegen zijn in de aardbevingsgemeenten gerangschikt. Vervolgens worden de aanvragen die betrekking hebben op rijksmonumenten die gelegen zijn in de andere gemeenten in de provincie Groningen gerangschikt.
Indien het plafond, bedoeld in artikel 10, onder b, is bereikt vallen, in afwijking van het hiervoor vermelde, ook aanvragen die betrekking hebben op rijksmonumenten die gelegen zijn in de aardbevingsgemeenten onder het plafond, bedoeld in artikel 10, onder a, met uitzondering van rijksmonumenten met een woonfunctie.
Artikel 16 Verplichtingen van de subsidieontvanger
Verlenging van de termijnen, bedoeld in het vierde en zevende lid, is slechts mogelijk indien voor het aflopen van de termijn vooraf een schriftelijk verzoek wordt ingediend met een toelichting op de reden van de vertraging of de voortgang van de activiteit en de verwachte duur van de vertraging. Deze verlenging is eenmalig en bedraagt maximaal één jaar.
In afwijking van artikel 2.11 lid 2 van de Procedureregeling dient voor subsidies tussen de € 25.000,- en € 125.000,-, halverwege het project een rapportage over de voortgang van de uitvoering van het project ingediend. In de voortgangsrapportage wordt de inhoudelijke en financiële voortgang van het project beschreven, gerelateerd aan het bij de aanvraag ingediende plan en de begroting en met inachtneming van de vastgestelde subsidiabele kosten.
Artikel 19 Intrekking en Overgangsrecht
De subsidieregeling GRRG 2018 wordt met ingang van 1 april 2019 ingetrokken met dien verstande dat deze regeling van toepassing blijft op subsidies die voor de datum van inwerkingtreding van deze regeling zijn aangevraagd, verleend of direct zijn vastgesteld en op daarop betrekking hebbende bezwaar- of beroepschriften.
Groningen, 12 maart 2019.
Gedeputeerde Staten voornoemd:
F.J. Paas, voorzitter.
H. Schrikkema, locosecretaris.
Bijlage behorende bij en onderdeel uitmakende van de Subsidieregeling GRRG 2019
Mate waarin sprake is van cofinanciering.
0 - het maximale percentage subsidie van 70% wordt gevraagd (de eigen bijdrage subsidiabele kosten is 30%).
1 - gevraagd wordt een bijdrage vanaf 50% tot 70%
2 - gevraagd wordt een bijdrage vanaf 35% tot 50%
3 - gevraagd wordt een bijdrage onder de 35% (eigen bijdrage is meer dan 65%)
Staat van onderhoud van het monument (telt twee keer mee)
Dit betreft de waarde van het monument in relatie tot de onderhoudstoestand van het pand. De toegekende waarde in de erfgoedmonitor is bepalend.
0 - Het monument is een goede staat van onderhoud.
1 - Het monument is een redelijke staat van onderhoud.
Energiebesparende en andere duurzaamheidsmaatregelen:
Welke energiebesparende of duurzaamheidsmaatregelen worden er bij de restauratie betrokken in het ingediende projectplan.
0 - Er zijn geen maatregelen opgenomen in de begroting van het totale project die de verduurzaming of het verlagen van het energiegebruik van het pand tot doel hebben.
1 - Er is 1 type maatregel opgenomen in de begroting van het totale project die de verduurzaming of het verlagen van het energiegebruik van het pand tot doel hebben of de investering in deze maatregelen is 0 - 3% ten opzichte van de totale restauratiekosten binnen het project;
2 - Er zijn twee of drie maatregelen opgenomen in de begroting van het totale project die de verduurzaming of het verlagen van het energiegebruik van het pand tot doel hebben of de investering in deze maatregelen is tussen de 3 en 6% ten opzichte van de totale restauratiekosten binnen het project.
3 - Er zijn vier of meer maatregelen opgenomen in de begroting van het totale project die de verduurzaming of het verlagen van het energiegebruik van het pand tot doel hebben of de investering in deze maatregelen is meer dan 6% ten opzichte van de totale restauratiekosten binnen het project.
Mate waarin de herbestemming bijdraagt aan het behoud c.q. de exploitatie van het monument na de realisatie van het project:
Bij het beoordelen van aanvragen waarbij sprake is van herbestemming van het monument en waar na afloop van het project sprake is van een exploitatie wordt een score toegekend op dit criterium. Voor deze projecten dient de aanvrager een bijlage bij te voegen met een inhoudelijke beschrijving en financiële onderbouwing van de wijze waarop in de periode van zes jaren na het jaar van indiening van de subsidieaanvraag wordt voorzien in de exploitatie van het rijksmonument casu quo van de benodigde onderhoudswerkzaamheden om het rijksmonument in een goede staat te houden. Het gaat hierbij dus om de vraag of het toekomstige onderhoud verzekerd is, en of de herbestemming hiervoor een gunstig perspectief biedt qua exploitatie, waarbij gekeken wordt naar het financiële (sec het exploitatieplan), het economische (is het economische toekomstperspectief voor de betreffende functie(s) gunstig) en organisatorische (betreft het een solide organisatie) perspectief.
0 - Het benodigde onderhoud voor de komende zes jaren kan, blijkend uit het exploitatieplan, nèt worden betaald uit de inkomsten (financieel perspectief);
1 - Het project levert een exploitatie op waarbij het financiële perspectief voldoende is (er worden ruim voldoende inkomsten verwacht voor toekomstig onderhoud), en het economische en organisatorische perspectief ook voldoet;
2 - Het project levert een exploitatie op waarbij het financiële perspectief voldoende tot goed is (er worden ruim voldoende inkomsten verwacht voor toekomstig onderhoud), en het economische of organisatorische perspectief er ook goed uitziet;
3 - Het project levert een exploitatie op waarbij het financiële perspectief voldoende tot goed is (er worden ruim voldoende inkomsten verwacht voor toekomstig onderhoud), en daarnaast zowel het economische en organisatorische perspectief goed of zeer goed is.
De mate waarin er sprake is van groot onderhoud in combinatie met schadeherstel of versterking in relatie met aardbevingsschade. Het herstel van de schade hoeft hierbij niet in de projectaanvraag te zijn opgenomen, maar het project groot onderhoud / restauratie wordt wel in combinatie met schadeherstel en/of versterking uitgevoerd.
0 - Er is geen sprake van een combinatie van groot onderhoud waaronder restauratie en schadeherstel en/of versterking c.q. de schade is in het verleden al geheel hersteld.
1 - Er is sprake van een combinatie van groot onderhoud waaronder groot onderhoud / restauratie en schadeherstel.
2 - Er is sprake van een combinatie van groot onderhoud waaronder groot onderhoud / restauratie en versterking.
3 - Er is sprake van een combinatie van groot onderhoud waaronder groot onderhoud / restauratie en schadeherstel èn versterking.
Om projecten met en zonder herbestemming onderling met elkaar te kunnen vergelijken, wordt de totaalscore in punten gedeeld door het maximaal aantal te halen punten op de wegingsfactoren die van toepassing zijn en vermenigvuldigd met 100.
Een herbestemmingsproject met energiebesparende maatregelen in het bevingsgebied:
Hiervoor gelden alle wegingsfactoren (alle vijf dus). Aangezien twee wegingsfactoren dubbel tellen is de maximale score 21. Het voorbeeldproject behaalt in totaal een score van 13. {13/21}*100 = 62.
Alle aanvragen worden aan de hand van de van toepassing zijnde wegingsfactoren gewogen. Dit levert een rangschikking aan scores op.
Aan de hand van deze rangschikking wordt budget aan de projecten toegewezen totdat het subsidieplafond is bereikt.