Organisatie | Hardinxveld-Giessendam |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Regeling vervoer Drechtsteden/Zuid-Holland Zuid |
Citeertitel | Regeling vervoer Drechtsteden/Zuid-Holland Zuid |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
N.v.t.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
20-03-2019 | 01-01-2018 | 01-01-2020 | Nieuwe regeling | 18-12-2018 |
In deze regeling wordt verstaan onder:
Artikel 2 Tegemoetkoming reiskosten woon-werkverkeer
Aan de medewerker wordt maandelijks een vergoeding voor reiskosten woon-werkverkeer toegekend. De hoogte van de vergoeding is afhankelijk van:
Artikel 3 Openbaar vervoer woon-werk verkeer
De medewerker die voor het woon-werk verkeer gebruik maakt van het openbaar vervoer, kan de kosten hiervan – op basis van een maand- of jaarabonnement van de laagste klasse - declareren bij de werkgever onder het overleggen van vervoersbewijzen. Bij de aanschaf van een jaarabonnement verstrekt de werkgever op verzoek van de medewerker een voorschot.
Artikel 4 Tabelvergoeding woon-werk verkeer
De medewerker die voor het woon-werk verkeer gèèn gebruik maakt van het openbaar vervoer ontvangt een vergoeding conform onderstaande tabel.
De tabel is gebaseerd op het reizen op vijf dagen per week. Indien minder dan vijf dagen per week wordt gereisd, bedraagt de vergoeding respectievelijk bij vier dagen, drie dagen, twee dagen en één dag per week 80%, 60%, 40% en 20% van het in de tabel genoemde bedrag. Varieert de reisfrequentie per week dan wordt een gemiddelde per week berekend.
Artikel 6 Stopzetten tegemoetkoming reiskosten woon-werk verkeer
Stopzetten tegemoetkoming reiskosten woon-werk verkeer:
Artikel 7 Anticumulatie en wijzigen vervoerkeuze
Anticumulatie en wijzigen vervoerkeuze:
De medewerker dient een wijziging van de vervoerkeuze minimaal een maand van te voren kenbaar te maken. De keuze geldt voor een periode van minimaal 3 maanden.
Artikel 9 Reiskosten in het belang van de dienst
De kosten van het openbaar vervoer (laagste klasse) ten behoeve van de dienst worden volledig vergoed tegen overlegging van de vervoersbewijzen. Indien de medewerker naast het openbaar vervoer gebruik moet maken van een taxi om op de plaats van bestemming te komen, dan worden deze kosten volledig vergoed.
Artikel 10 Ambulante medewerkers
De ambulante medewerker waarmee is overeengekomen dat hij de eigen auto inzet voor het maken van dienstreizen ontvangt in plaats van de woon-werkvergoeding conform artikel 3 en 4 een vergoeding die gebaseerd is op de reisafstand tussen woonadres en standplaats en op het aantal reisdagen. Deze vergoeding bedraagt €0,28 bruto per kilometer met een maximum van 40 kilometer. De maximale vergoeding, uitgaande van een woon-werk afstand van 40 km en 5 reisdagen bedraagt 214/12 (werkdagen per maand) x 40 x 2 (km/dag) x 0,28 (€/km) x 5/5 (aantal reisdagen per week) = €399,47 per maand. De dienstkilometers worden vergoed conform artikel 9 lid 4 van deze regeling, echter onder aftrek van het aantal kilometers waarover reeds de vergoeding voor de reisafstand tussen woonadres en standplaats van €0,28 bruto per kilometer is verstrekt.
Artikel 11 Verblijfkosten dienstreizen en dienstreizen buitenland
Verblijfkosten dienstreizen en dienstreizen buitenland
Artikel 13 Tegemoetkoming verhuiskosten
Aan de medewerker als bedoeld in lid 1 wordt bij vrijwillige verhuizing binnen 2 jaar na indiensttreding, naar een woning gelegen binnen 10 kilometer van de arbeidsplaats, een fiscaal onbelaste vergoeding in de herinrichtingskosten en de overbrenging van de inboedel verleend, naar analogie van het gestelde in artikel 18:1:5 van de Collectieve Arbeidsvoorwaarden Regeling. De hoogte van die vergoeding wordt berekend overeenkomstig het daarover gestelde in de overige artikelen van hoofdstuk 18 van de Collectieve Arbeidsvoorwaarden Regeling.
Artikel 14 Terugbetaling verhuiskosten
Terugbetaling van de op grond van artikel 12 ontvangen verhuiskostenvergoeding dient plaats te vinden, wanneer aan de medewerker op zijn verzoek of ten gevolge van aan hem te wijten feiten binnen een periode van twee jaar na de verhuizing ontslag wordt verleend. Deze terugbetaling vindt plaats door verrekening met het netto-salaris.