Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Elburg

Regeling rechtspositie burgemeester en wethouders gemeente Elburg 2019

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieElburg
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingRegeling rechtspositie burgemeester en wethouders gemeente Elburg 2019
CiteertitelRegeling rechtspositie burgemeester en wethouders gemeente Elburg 2019
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 44 van de Gemeentewet
  2. artikel 66 van de Gemeentewet
  3. artikel 3.3.2 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers
  4. artikel 3.3.3, tweede lid, van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers
  5. artikel 3.3.8 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers
  6. Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers
  7. Regeling rechtspositie decentrale politieke ambtsdragers
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

09-04-202401-04-2024wijziging artikel 4 lid 2 en artikel 6 lid 2 en nieuw artikel 2

02-04-2024

gmb-2024-152602

18-03-201901-01-201909-04-2024Nieuwe regeling

05-03-2019

gmb-2019-63790

Tekst van de regeling

Intitulé

Regeling rechtspositie burgemeester en wethouders gemeente Elburg 2019

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Elburg,

gelezen het voorstel van 5 maart 2019, nummer 5;

gelet op de artikelen 44 en 66 van de Gemeentewet en de artikelen 3.3.2, 3.3.3, tweede lid en 3.3.8 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers

besluit vast te stellen de volgende regeling: Regeling rechtspositie burgemeester en wethouders gemeente Elburg 2019.

Artikel 1. Definitiebepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. college: college van burgemeester en wethouders.

b. burgemeester: voorzitter van het college van burgemeester en wethouders.

c. secretaris: de secretaris bedoeld in artikel 107 van de Gemeentewet.

b. wethouder: lid van het college van burgemeester en wethouders.

 

Artikel 2 Ter beschikking gestelde auto burgemeester en wethouders

1. Het college stelt ten laste van de gemeente een auto ter beschikking bedoeld in artikel 3.2.10 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers en artikel 3.8 van de Rechtspositieregeling decentrale politieke ambtsdragers.

2. Een ter beschikking gestelde auto, met uitzondering van een auto voor gemeenschappelijk gebruik en een auto op afroep als bedoeld in het eerste lid, kan worden gebruikt voor zowel zakelijke als bestuurlijke doeleinden. Een auto voor gemeenschappelijk gebruik of een auto op afroep wordt uitsluitend gebruikt voor zakelijke doeleinden.

3. Onder gebruik voor zakelijke doeleinden wordt in dit artikel verstaan gebruik dat voor de toepassing van artikel 13bis van de Wet op de loonbelasting 1964 en de daarop berustende bepalingen niet als gebruik voor privédoeleinden wordt aangemerkt.

4. Onder gebruik voor bestuurlijke doeleinden wordt in dit artikel verstaan gebruik in het kader van de uitoefening van nevenfuncties, waarvan de uitoefening door de burgemeester of wethouder naar het oordeel van het college van burgemeester en wethouders in het belang van de gemeente is.

5. Het college kan bij de terbeschikkingstelling van een auto, niet zijnde een auto voor gemeenschappelijk gebruik of een auto op afroep, bepalen dat deze door de burgemeester of de wethouder ook voor andere dan zakelijke of bestuurlijke doeleinden mag worden gebruikt.

6. Indien de burgemeester of de wethouder een aan hem ter beschikking gestelde auto uitsluitend gebruikt voor zakelijke en bestuurlijke doeleinden en hij voor het gebruik van die auto loon- of inkomstenbelasting verschuldigd is, wordt deze belastingheffing ten laste van de gemeente aan hem vergoed.

7. Indien de burgemeester of de wethouder een aan hem ter beschikking gestelde auto uitsluitend gebruikt voor zakelijke en bestuurlijke doeleinden, worden vergoedingen van derden in verband met het gebruik van die auto in de gemeentekas gestort.

8. De burgemeester of de wethouder betaalt voor het gebruik van de aan hem ter beschikking gestelde auto voor andere dan zakelijke of bestuurlijke doeleinden een eigen bijdrage per maand aan de gemeente. De eigen bijdrage per maand voor het gebruik, anders dan voor zakelijke of bestuurlijke doeleinden, van een aan de burgemeester of de wethouder ter beschikking gestelde auto, bedoeld in artikel 3.2.10, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers, wordt, voor zover nodig op basis van nacalculatie, berekend volgens de formule (a/b)p/12, waarbij:

  • a.

    ‘a’ staat voor het totaal in het kalenderjaar door betrokkene in de ter beschikking gestelde auto anders dan voor zakelijke of bestuurlijke doeleinden gereden kilometers;

  • b.

    ‘b’ staat voor het totaal in het kalenderjaar door betrokkene in de ter beschikking gestelde auto gereden kilometers;

  • c.

    ‘p’ staat voor het totaal bedrag van de kosten van de auto dat in het kalenderjaar ten laste van de gemeente komt, daaronder in ieder geval de kosten van afschrijving, onderhoud, brandstof en verzekering.

9. Indien aan de burgemeester of de wethouder een auto, niet zijnde een auto voor gemeenschappelijk gebruik of een auto op afroep als bedoeld in het eerste lid, ter beschikking is gesteld, heeft hij geen aanspraak op vergoedingen, bedoeld in artikel 3.2.7, tweede lid, onder b, en artikel 3.2.9, eerste lid van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.

10. Voor zover de burgemeester of de wethouder gebruik maakt van een auto voor gemeenschappelijk gebruik of een auto op afroep als bedoeld in het eerste lid, heeft hij geen aanspraak op vergoedingen, bedoeld in artikel 3.2.7, tweede lid, onder b, en artikel 3.2.9, eerste lid van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.

11. Voor woon-werkverkeer worden aan de burgemeester of wethouder bij gebruik van een ter beschikking gestelde auto de parkeer-, stallings-, veer- en tolkosten ten laste van de gemeente vergoed.

12. Voor reizen voor de uitoefening van het ambt worden aan de burgemeester of wethouder bij gebruik van een ter beschikking gestelde auto de parkeer-, stallings-, veer- en tolkosten ten laste van de gemeente vergoed, mits deze kosten niet uit andere hoofde worden vergoed.

13. Boetes en naheffingsaanslagen voor parkeren worden niet vergoed.

Artikel 3. Nadere regels niet-partijpolitiek georiënteerde scholing burgemeester en wethouders

1. De burgemeester of de wethouder die willen deelnemen aan niet-partijpolitiek georiënteerde scholing bedoeld in artikel 3.3.3 Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers in verband met de vervulling van hun functie dienen daartoe vooraf een gemotiveerde aanvraag in bij de secretaris.

2. Deze aanvraag gaat vergezeld van stukken met inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie.

3. Het college beslist op de aanvraag op basis van de overlegde stukken.

 

Artikel 4. Informatie- en communicatievoorzieningen

1. De burgemeester of de wethouder tekent een bruikleenovereenkomst wanneer hem ten laste van de gemeente voor de duur van de uitoefening van zijn functie informatie- en communicatievoorzieningen ter beschikking worden gesteld als bedoeld in artikel 3.3.2 Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.

2. De burgemeester of de wethouder levert na beëindiging van zijn functie de ter beschikking gestelde informatie- en communicatievoorzieningen in bij de gemeente. Overname van de informatie- en communicatievoorzieningen na schoning is mogelijk tegen vergoeding van de resterende waarde van de voorzieningen in het economisch verkeer.

 

Artikel 5. Aanwijzing als eindheffingsbestanddeel

1. Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in artikel 3.3.8 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.

2. Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden verder aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in deze regeling, voor zover deze worden gerekend tot een vergoeding, tegemoetkoming of verstrekking als bedoeld in artikel 31a, tweede lid, onderdelen a tot en met h, van de Wet op de Loonbelasting 1964.

 

Artikel 6. Betaling en declaratie van onkosten

1. Tenzij het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers of de Rechtspositieregeling decentrale politieke ambtsdragers anders bepalen, vindt de betaling van kosten die op grond van deze regeling voor vergoeding of tegemoetkoming in aanmerking komen plaats door:

- betaling uit gemeentelijke middelen, op basis van een rechtstreeks aan de gemeente toegezonden factuur,

- betaling vooruit uit eigen middelen of

- betaling ten laste van de gemeentelijke creditcard.

2. Een aanvraag om een vergoeding van de onkosten als bedoeld in dit artikel gaat vergezeld van een declaratieformulier en bewijsstukken. Het vereiste om bewijsstukken te overleggen geldt niet wanneer de vergoeding een forfaitair bedrag betreft.

3. Het declaratieformulier en de bewijsstukken worden binnen 30 dagen na factuurdatum of betaling door de burgemeester of wethouder ingediend bij de secretaris.

4. Voor zover van toepassing draagt de gemeente er zorg voor dat de betaling aan burgemeester of wethouders binnen 30 dagen na het indienen van de aanvraag wordt overgemaakt.

 

Artikel 7. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van publicatie van het Gemeenteblad waarin deze regeling wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2019.

 

Artikel 8. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling rechtspositie burgemeester en wethouders gemeente Elburg 2019.

 

 

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Elburg,

5 maart 2019,

De burgemeester,

ir. J.N. Rozendaal

De secretaris,

P.W. Wanrooij MBA