Organisatie | Overijssel |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Verkeersbesluit ligplaatsen Overijssel 2019 |
Citeertitel | Regeling ligplaatsen Overijssel 2019 |
Vastgesteld door | gedeputeerde staten |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlage | bijlage 2 |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
25-06-2022 | artikel 1, 2, 3 toelichting, bijlage | 14-06-2022 | 6616432 | ||
01-04-2019 | 25-06-2022 | Nieuwe regeling | 22-02-2019 |
Gedeputeerde Staten van Overijssel,
gelet op de Scheepvaartverkeerswet, het Binnenvaartpolitiereglement en het Besluit administratieve bepalingen scheepvaartverkeer,
Artikel 2. Algemeen ligplaatsverbod
Het is verboden met een vaartuig ligplaats te nemen (ankeren en meren) in de provinciale vaarwegen, behoudens op de openbare en niet openbare ligplaatsen als bedoeld in artikel 3. Het verbod wordt aangegeven door het plaatsen van verkeerstekens A.5 als bedoeld in bijlage 7 van het Binnenvaartpolitiereglement.
Artikel 3. Openbare en niet openbare ligplaatsen
Indien een vaartuig gedurende 60 opeenvolgende uren driemaal met tussenpozen van ten minste 15 uren op een vrije ligplaats als hierboven bedoeld wordt aangetroffen en tussen de eerste en de laatste controle ten minste 48 uren liggen, wordt het vaartuig geacht gedurende meer dan twee etmalen op die plaats ligplaats te hebben genomen.
Algemene toelichting op het verkeersbesluit
De Scheepvaartverkeerswet wijst de provincie aan als bevoegd gezag voor het nautisch beheer op de provinciale vaarwateren. Op basis van het Besluit administratieve bepalingen scheepvaart (BABS) kunnen Gedeputeerde Staten verkeersbesluiten nemen, zoals het aanwijzen van toegestane ligplaatsen en het instellen van een ligplaatsverbod.
Net zoals in de voorgaande Regeling ligplaatsen Overijssel (2010) is er in de vaarwegen een algemeen ligplaatsverbod. Het ligplaatsverbod is in elk geval aan het begin van elke vaarweg aangegeven door plaatsing van het verbodsbord A5: “Verboden ligplaats in te nemen (ankeren en meren) aan de zijde van de vaarweg waar het bord is geplaatst” (artikel 7.02, eerste lid, sub c, van het Binnenvaartpolitiereglement (BPR)). Waar nodig wordt dit (bijvoorbeeld bij een splitsing van vaarwegen) herhaald. Met “onderborden” kunnen bij de verkeerstekens nadere voorschriften gelden.
Het BPR bevat in hoofdstuk 7 algemene regels voor het ligplaats nemen. Deze gelden onverkort naast het verkeersbesluit.
Gedeputeerde Staten kunnen een vrijstellingsbesluit nemen. Daarin leggen zij vast voor welke vaartuigen en onder welke voorwaarden aanwonenden en bedrijven zijn vrijgesteld van het algemene ligplaatsverbod. Voor vaartuigen die niet onder een vrijstelling vallen, kunnen Gedeputeerde Staten ontheffing verlenen van het ligplaatsverbod. De voorwaarden waaronder Gedeputeerde Staten aan aanwonenden of bedrijven een ontheffing verlenen, zijn vastgelegd in een beleidsregel.
De openbare ligplaatsen in de provinciale vaarwegen zijn in de bijlagen 1 en 2 vermeld. Deze bijlagen maken volgens dit artikel integraal deel uit van het verkeersbesluit en zijn juridisch bindend.
De kaartbijlagen 3 en 4 zijn bedoeld om de plaatsen geografisch te kunnen vinden.
De openbare ligplaatsen zijn genummerd. Eventuele bijzonderheden, zoals bijvoorbeeld jachthavens, passantenhavens, ligplaatsen voor beroeps- en recreatievaart en rondvaartboten, zijn vermeld. In de gevallen waarin de provincie een andere beheerder heeft aangewezen, kunnen door die beheerder nadere voorwaarden voor ligplaatsen worden gesteld, zoals seizoensbeperkingen en heffing van liggeld.
Op openbare ligplaatsen mag maximaal 2 x 24 uur ligplaats worden ingenomen, tenzij anders is bepaald. Beperkingen of uitbreidingen kunnen ook via onderborden langs de vaarweg zijn aangegeven.
Openbare ligplaatsen zijn aangegeven met de borden E7: “Toestemming te meren aan de zijde van de vaarweg waar het bord is geplaatst” (artikel 7.04, tweede lid, BPR).
Om efficiënt op de maximale liggingsduur te kunnen handhaven is bepaald dat indien een vaartuig gedurende 60 opeenvolgende uren driemaal met tussenpozen van ten minste 15 uren op een vrije ligplaats als hierboven bedoeld wordt aangetroffen en tussen de eerste en de laatste controle ten minste 48 uren liggen, het vaartuig wordt geacht gedurende meer dan twee etmalen op die plaats ligplaats te hebben genomen.
Bijlage 1 bij verkeersbesluit ligplaatsen vaarwegen Overijssel 2019
Als u het niet eens bent met dit besluit kunt u bezwaar maken, als u belanghebbende bent.
Stuurt u dan een bezwaarschrift aan ons. Wij controleren dan of wij een juist besluit hebben genomen.
Uw bezwaarschrift is een brief die aan een aantal eisen moet voldoen.
De wet stelt eisen aan uw bezwaarschrift. Die eisen zijn:
Uw bezwaarschrift kunt u op 3 manieren aan ons versturen.
Via internet. U gebruikt daarvoor ons digitale bezwaarformulier. U vind het formulier via https://forms.overijssel.nl/bezwaar-klacht/bezwaar-beslissing/.
Wat als u niet kunt wachten tot er een nieuw besluit is genomen?
Ook als u bezwaar maakt treedt dit besluit gewoon in werking. Dat kan vervelende gevolgen voor u hebben. U kunt de rechtbank dan vragen een voorlopige beslissing te nemen, door een zogeheten ‘voorlopige voorziening’ aan te vragen. Dit is een aparte procedure die loopt naast de door u gestarte bezwaarprocedure. Voor de behandeling van uw verzoek om een voorlopige voorziening betaalt u een bedrag. De rechter kan beslissen dat wij dat bedrag aan u moeten vergoeden. Voor informatie over het indienen van een verzoek belt u met de Rechtbank Overijssel: 088 - 361 55 55.